Ten onrechte
Het treft mij ten onrechte beschuldigd te worden van het ontkennen van de ernst van het bestaan van wachtlijsten. Op geen enkel moment heb ik de nood aan bijkomende zorg op maat miskend. Wel ben ik tegen een louter cijfermatige benadering van de wachtlijstproblematiek (‘lange’ of ‘korte’ lijsten). Ik ben voorstander van een kwalitatieve analyse van de wachtlijsten om rechtvaardige keuzes in de zorg te kunnen maken.
‘Een wachtlijst registreert noden.’
Wachtlijsten komen in alle sectoren voor en dekken veel verschillende ladingen. In de sector voor personen met een beperking zijn ze het meest gedifferentieerd en verfijnd. De ouderenzorg, geestelijke gezondheidszorg en jeugdzorg hanteren elk verschillende methodes en gebruiken.
Een wachtlijst registreert noden. Dat is zinvol, maar we mogen ons niet blindstaren op het cijfer alleen. Deze cijfers vragen een grondige inhoudelijke analyse en moeten zowel in plus als in min bijgestuurd worden: immers, niet elke persoon met een zorgvraag registreert die vandaag. Soms stelt men registratie uit, omwille van schroom of omdat men er nog niet klaar voor is. Andere zorgvragers bevinden zich dan weer in een stadium waarin er nog geen onmiddellijke hulpvraag is, maar wensen wel een zorg op maat binnen een bepaalde termijn.
Keuzevrijheid
Wachtlijsten zijn in het verleden ook steeds aanbodgestuurd opgemaakt. Om echt een betekenisvol sturingsinstrument te zijn voor de uitbouw van de zorg moeten de volgende vragen geregistreerd worden: Welke ondersteuning wil de zorgvrager precies? Waar wil hij die krijgen? Van wie en (vanaf) wanneer? En dan moet er bepaald worden binnen welke termijn tegemoet moet kunnen gekomen worden aan deze vraag.
De gemakkelijkste aanpak van wachtlijsten, voor wie ze zou willen beheersen, zou zorgvragers kunnen verplichten om op een aanbod in te gaan. Het cijfer zou sneller dalen, samen met de kwaliteit van de zorg. Dat moet absoluut vermeden worden.
Net zoals in de ouderenzorg moet de zorgvrager het recht blijven hebben om een aanbod te weigeren. Die keuzevrijheid is een essentiële voorwaarde in een complex psychologisch en emotioneel proces waar mensen mee geconfronteerd worden bij het nemen van ingrijpende beslissingen, zoals bijvoorbeeld de stap naar een woonzorgcentrum.
‘Meer middelen en meer aangepast aanbod zijn nodig.’
Ik vind het zinvoller om meer streefdoelen te hanteren voor de termijnen binnen dewelke de verschillende types zorgvragen een antwoord dienen te krijgen. Hoe snel willen we zeer urgente zorgnoden lenigen? Binnen de 24 uur, de week of de maand? En wat is er voor nodig om dat te kunnen laten slagen? En geven we zolang er schaarste is voorrang aan zorgvragers die de ondersteuning het meest of het meest dringend nodig hebben?
En ja, voor deze benadering van de wachtlijsten en om op alle maatschappelijke noden een antwoord te bieden zijn meer middelen en meer aangepast aanbod nodig.
Reacties [4]
De kijk en de benadering over de wachtlijsten zoals Inge Vervotte en vele anderen doen is in principe niet nodig.
Geef gewoon aan die personen die onmiddellijk ondersteuning nodig hebben, dat waar ze door de VN-overeenkomsten recht op hebben.
Mevrouw Vervotte, ik lees weinig tegenargumentatie op onze fundamentele bedenkingen. Uw hamvraag: ‘Geven we zolang er schaarste is voorrang aan zorgvragers die de ondersteuning het meest of het meest dringend nodig hebben?’ Tja, als de schaarste zo groot is dat maar 1 van 10 uitgehongerde kinderen die ene boterham krijgt, is er een andere ethische vraag aan de orde. Wil Vlaanderen haar beschavingsniveau hoog houden, dan zorgt ze best dat al wie ondersteuning hard en dringend nodig heeft, die ook krijgt. Concreet: dat bijv. kinderen met een aanvraag om prioritair behandeld te worden, een budget krijgen. Wie herhaaldelijk zo’n aanvraag doet, doet dat echt niet voor zijn plezier. Binnenkort start de PAB-lotto voor minderjarigen weer. We kennen gezinnen die 5, 8, 12, 15 jaar wachten, PAB heel hard nodig hebben, PTB dossier hebben ingediend en toch weer een njet kunnen krijgen. Dàt zijn de reële wachttermijnen, zeer ver af van de ‘24 uur, een week, een maand’ die u opnoemt als streefdoel.
De reactie van mw.Vervotte is een meerwaarde voor het debat. Toch kan het me niet overtuigen. Het is positief dat er gepleit wordt voor meer middelen. De eindeloze discussie van aanbod versus vraaggericht werken mag geen allibi zijn voor de overheid om haar verantwoordelijk niet tenvolle op te nemen. Het accent van haar reactie ligt me toch teveel op het beheer van de schaarste. Nu al is er een ganse bureaucratie op gang gekomen om priors vast te stellen. Lees hulpvragers die voorang krijgen, vaak terecht, maar er wel voor zorgen dat anderen nog langer vaak uitzichtloos moeten wachten. Het gaat zelf zo ver dat er priors moeten gesteld worden binnen de prioriteiten. Is geen uitzonderlijk fenomeen. Rest mij plaatsvervangende schaamte.
Helder en heus.
Het is een gemiste kans indien men mensen vooraf niet bevraagd over de context waarin zij iets mededelen.
Zodoende kunnen eenzijdige uitspraken vermeden worden en wordt het debat niet nodeloos gepolariseerd.
Mensen dienen wederom in dialoog te treden, hun vermoedens te toetsen aan de realiteit, voorafgaand de kritiek die erop zou volgen.
Zeker lezen
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies