Opinie

Psychisch welzijn onder druk: ‘We schieten veel te laat in gang’

Jens Van Cleynenbreugel

Jens Van Cleynenbreugel is jeugdhulpverlener en houdt van een potje zaalvoetbal. Na een foute dribbel en gescheurde achillespees belandde hij in een mentale dip. Hij nam de ruimte om na te denken over een verbetertraject van onze geestelijke gezondheidszorg.

psychisch welzijn

© Unsplash / Martin Sanchez

Gescheurde achillespees

In een zaalvoetbalwedstrijd sloeg het noodlot toe: een foute dribbel en mijn achillespees scheurde volledig door. Van de ene op de andere dag werd ik geconfronteerd met de gevolgen van een zware blessure. Evidenties vielen weg. Anderen deden mijn boodschappen, mezelf aankleden werd een enorme uitdaging.

‘Mentaal fit blijven was een zware dobber.’

Tijdens de revalidatie ging veel aandacht naar mijn fysiek herstel. Dat zat snor. Maar ook mentaal fit blijven was een zwaardere dobber. Toen ik dat gevoel deelde in het ziekenhuis, kreeg ik het advies om “veel Netflix te kijken” en “als het echt te zwaar wordt, misschien eens te praten met een psycholoog”. Met dat karig advies bleef ik op mijn honger zitten.

Miskraam

Ik zag iets gelijkaardig gebeuren bij een vriendin die een miskraam kreeg. In het ziekenhuis kreeg ze van naaldje tot draadje uitgelegd wat er in haar lichaam gebeurd was, welke fysieke ongemakken ze nog zou hebben en hoe het nu verder moest bij een eventuele volgende zwangerschap.

Veel minder aandacht was er voor de verwerking van het rouwproces en de impact van deze gebeurtenis op haar zelfbeeld. Ze had het gevoel er alleen voor te staan.

Geregeld ziek

Een laatste voorbeeld, om duidelijk te maken dat deze persoonlijke ervaringen geen louter toeval zijn.

Ik maakte me zorgen over een vriend die het afgelopen jaar geregeld ziek was. De arts schreef telkens antibiotica voor. Ik wist dat hij een pittig jaar achter de rug had: hij was druk bezig met verbouwingen aan zijn huis, kreeg een zoontje en moest tussendoor ook nog eens het overlijden van zijn vader verwerken. Ik gooide hem voor de voeten of deze zware periode geen mentale sporen had achtergelaten.

Na enkele dagen tobben, besloot hij contact op te nemen met een psycholoog. Die bevestigde dat chronische stress een aanslag pleegde op zijn fysieke gezondheid. Hij kreeg inzichten om ermee aan de slag te gaan en een voelt zich ondertussen al een stuk beter. Verontwaardigd stelde hij me de vraag: “Waarom heb ik hier vroeger nooit iets over geleerd?”

Algemeen onbehagen

Deze persoonlijke ervaringen deden me stilstaan bij de plaats van mentaal welzijn in onze samenleving. Hier is meer aan de hand dan mijn dip na dat ongelukkig voetbalongeval of de antibiotica voor chronische stress.

‘We zijn te afwachtend en laten kleine zorgen en twijfels escaleren.’

Hoewel onze levensstandaard nog nooit zo hoog was, scoren we voor mentaal welzijn steeds slechtere punten. Om maar iets te zeggen: het gebruik van antidepressiva in ons land is zorgwekkend.

In zijn nieuw boek beschrijft Paul Verhaeghe treffend een breed gedeeld gevoel van onbehagen dat velen van ons delen. Ons mentaal welzijn staat onder druk en dat heeft vooral te maken met hoe wij als mensen en als samenleving in elkaar steken. We zijn allemaal ingewikkelde wezens die in een complexe wereld leven. Om maar iets te zeggen: misschien sloeg een wereldwijde pandemie jouw partner uit het lood en beïnvloedde dat ook jou.

Schijn bedriegt

Onze maatschappij plooit zich naar die vele vragen en noden: zelfzorg, mindfulness, wandel- en burn-outcoaches, detox-cabines… Ze schieten als paddenstoelen uit de grond. Ze corrigeren de dominante aandacht voor fysieke problemen. De ruimte om onze psychische problemen op tafel te leggen, wordt groter. Dat is een belangrijke plus.

Toch heb ik ook een wrang gevoel bij deze evolutie. Want ondanks al die ondersteuningsmogelijkheden, schieten we pas in gang als het water ons aan de lippen staat. We zijn te afwachtend en laten kleine zorgen en twijfels escaleren.

Of het nu gaat om moordende werkdruk of ingrijpende levensgebeurtenissen: we pakken de psychische belasting daarvan pas aan als er zich onmiskenbare problemen voordoen die we zelf niet meer onder controle krijgen.

Sleutelrol van onderwijs

Als jeugdhulpverlener maak ik me daarover zorgen. Ook als het gaat over mentaal welzijn van jongeren kijken we toe en hopen we op sterke antwoorden van gespecialiseerde zorg. Toch moeten we meer proactief durven denken en werken. Of zoals mijn verontwaardigde vriend het formuleerde: ”Waarom hadden we het er niet over op school?”

‘Als het gaat over mentaal welzijn van jongeren kijken we toe en hopen we op sterke antwoorden van gespecialiseerde zorg.’

Zijn vraag wijst de weg naar de sleutelrol van scholen. Scholen zijn de ideale voedingsbodem om te werken rond psychische gezondheid van jongeren. Zorg ervoor dat emotionele intelligentie, stressbeheer en verbindende communicatievaardigheden een volwaardige plaats krijgen in het lessenpakket. Zo leg je een stevige basis voor psychische gezondheid van jonge mensen. Zo breek je verder in op het taboe rond mentale problemen en psychische kwetsbaarheid.

Niet iedereen psycholoog

Het pleiten voor een proactieve benadering van geestelijke gezondheid betekent niet dat we moeten streven naar een samenleving waarin iedereen psycholoog wordt of waar psychologisering om elke hoek loert.

Integendeel, laat psychische en psychiatrische problemen over aan de -ogen en -iaters. Het doel is veeleer om kennis over ons mentaal welzijn net zo vanzelfsprekend te maken als bijvoorbeeld kennis over wiskunde en lichamelijke gezondheid.

Goede praktijk

Er zijn goede praktijken die dat al doen. Zelf ben ik betrokken in een beloftevolle samenwerking tussen het Heilig Hartinstituut in Heverlee en jeugdhulporganisatie Alba vzw. Dit verbindend initiatief ontstond vanuit de vele burn-outs bij leerkrachten.

We ontwikkelden samen een project dat leerkrachten ondersteunt in hun kennis over psychische gezondheid. Maar we trainen hen ook in hun relationele en groepsdynamische vaardigheden. Wat aanvankelijk gericht was op geïnteresseerde leerkachten, verspreidde zich geleidelijk naar alle leerkrachten en leerlingen.

Veel leerkrachten integreerden de inzichten van de training in hun lessen. De leerkracht wiskunde bijvoorbeeld start nu zijn lessen met een korte communicatieoefening. Hij vertelt me dat zowel de concentratie als de klassfeer in de lift zitten. Op die manier dragen leerkrachten en scholen hun steentje bij aan een gezonde samenleving. Hopelijk kan dat steentje ook de rivier anders doen stromen.

Reacties [4]

  • Peter van der nol

    Wat er in BELGIE gebeurd, is in NEDERLAND al jaren aan de gang.
    En de op lossing is neem je kind in huis, lekker goed koop, zeg de politiek.

  • Koen

    Het initiatief in Heverlee is schitterend. Elke leerkracht kan zijn les starten met een korte communicatieoefening en even voelen hoe zijn/haar leerlingen erbij zitten. Dat zal zeker bijdragen tot meer aandacht, concentratie een betere groepsdynamiek in de klas. Dat zorgt voor gemotiveerde leerlingen en levert nadien afgestudeerden die mee kunnen zorgen voor een gezonde samenleving. DOEN DUS!

  • Goedele

    Fijn artikel.Ik hoop inderdaad op een inclusie in het onderwijs, dat zou veel veranderen. Het zgn´ stigma´ van psychologische hulp wegnemen en goede psychische gezondheidszorg net zo toegankelijk maken als een huisarts. Met de nadruk op ´goede´ en goed opgeleid.

  • Vera

    Helemaal mee eens! Het onderwijs is een ideale plek om vaardigheden die bijdragen tot psychische gezondheid, mee te geven. En heel blij te lezen over het initiatief in Heverlee. Mooi dat het startte bij de leerkrachten, de leerlingen het positieve effect zagen en dat ook wilden! Er is nog hoop. Bedankt voor deze bijdrage.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.