Opinie

Waarom er een VN-Ouderrechtenverdrag moet komen

Piet Elsen, Johan Truyers

Ouderenorganisatie OKRA pleit voor een VN-Ouderrechtenverdrag en liet zich daarvoor inspireren door een Bengaalse partnerorganisatie. “Dat verhoogt de druk op alle landen om discriminatie van ouderen tegen te gaan.”

© Unsplash / Pranav Kumar Jain

Westerse bril

OKRA is vooral bekend door de vele ontmoetingsactiviteiten die vrijwilligers organiseren: sport, ontspanning, cultuur, reizen, academiewerking, vorming, crea, dienstverlening, belangenbehartiging… Wat minder geweten is, is dat wij al jarenlang intense contacten onderhouden met partnerorganisaties wereldwijd.

Dit doen we in nauwe samenwerking met de ngo WSM. Die organisatie beschikt over een netwerk van partners op drie verschillende continenten waar we gebruik van mogen maken. De basis van deze samenwerking is wederzijdse erkenning en het leerproces voor alle betrokkenen.

‘We werden aangesproken over onze woonzorgcentra. In een aantal landen is het ondenkbaar dat ouderen niet door familie opgevangen worden.’

“Mooie woorden”, hoor ik al zeggen. “Maar wat hebben partners uit armere landen te bieden aan OKRA?” Vanuit onze Westerse bril hebben we nogal vlug de neiging om die wederzijdsheid te minimaliseren. Toch kunnen we niet anders dan erkennen dat de contacten met partnerorganisaties ons stevig aan het denken zetten over onze eigen waarden en normen en de vertaling ervan naar het ouderenbeleid.

Woonzorgcentra

Zo werden we tijdens het laatste seminarie dat we bijwoonden op de Filipijnen sterk aangesproken over onze collectieve opvangsystemen voor ouderen: de woonzorgcentra. In een aantal landen is het ondenkbaar dat ouderen niet door de familie of de sociale omgeving opgevangen worden. Men heeft hier weinig begrip voor… en terecht.

In andere landen daarentegen heeft men wel interesse voor onze woonzorgcentra, omdat ouderen bij hen volledig afgezonderd leven met weinig of geen contacten met de familie. Deze zijn meestal naar de steden of het buitenland getrokken, omwille van de werkgelegenheid.

Ouderenclubs

Om die reden heeft Gonoshasthaya Kendra (GK), een partnerorganisatie uit Bangladesh, enkele jaren geleden inspiratie bij OKRA gevonden.Gonoshasthaya Kendra (GK) of de ‘beweging voor volksgezondheid, voor en met armen’ is een ngo door progressieve dokters opgericht in 1972 na de onafhankelijkheidsoorlog. De organisatie focust op vrouwen en kinderen maar levert ook pionierswerk in de ouderenzorg.GK stond mee aan de wieg van een tiental ouderenclubs. De clubs stoelen op drie pijlers: kansen tot ontmoeting, gezondheidsbevordering en belangenbehartiging.

Er zijn vandaag ongeveer 130 vrijwilligers actief, die met hun activiteiten in totaal 1.850 ouderen bereiken. Voor de komende jaren zijn er plannen om nog een tiental clubs op te richten. Bijzondere aandacht gaat naar het aanspreken van en vorming bieden aan de vrijwilligers die de werking van de clubs mee richting kunnen geven. Vrijwilligerswerk is voor oudere Bengalen niet evident.

Op totaal ander spoor

Maar onze relatie met GK is wel degelijk wederzijds. Zo heeft GK ons op een ander spoor gezet over onze visie op de ontwikkeling van een ouderenrechtenverdrag door de Verenigde Naties. In 2010 richtte de Algemene Vergadering van de VN de zogenaamde ‘Open-Ended Working Group on Ageing’ op. Deze werkgroep onderzoekt het internationaal kader van de mensenrechten van ouderen. Bedoeling is om na te gaan of een nieuw internationaal verdrag nodig of nuttig zou kunnen zijn.

‘Wij waren een koele minnaar van een aparte conventie voor ouderen.’

Wij waren een koele minnaar van een aparte conventie voor ouderen. Al jarenlang probeert OKRA de inclusiegedachte waar te maken. Voor ons is ouderenbeleid een inclusief beleid. We vragen niet om een categoriale benadering van alle mensen boven een bepaalde leeftijd.

We willen een beleid dat over alle relevante domeinen heen oog heeft voor de noden van mensen naarmate ze ouder worden. Alle beleidsdomeinen moeten zich engageren tot inspraak van en afstemming met ouderen. We vragen dus een beleid dat zo algemeen als mogelijk is en zo specifiek als noodzakelijk.

In het kader van de VN-discussie was OKRA dan ook geen vragende partij voor een apart mensenrechtenverdrag voor ouderen. We waren er wel voorstander van dat de mensenrechten geregeld getoetst worden bij ouderen. Denk bijvoorbeeld aan de recente rapporten van Amnesty International en Unia over de situatie in de woonzorgcentra.

Visie gewijzigd

Door onze intensieve contacten met GK hebben we onze visie en houding gewijzigd. Deze organisatie overtuigde ons dat een internationale conventie een belangrijk middel is om met meer kansen op succes ouderenrechten af te dwingen. Zeker als je het bekijkt vanuit de situatie in Bangladesh.

Het land in Zuid-Azië wordt razendsnel ouder. De levensverwachting stijgt spectaculair. Bangladesh heeft een overwegend jonge bevolking, maar de levensverwachting ligt rond 73,7 jaar. De komende jaren zullen de ouderen een grotere groep uitmaken in de samenleving. Bijna 8 procent van de bevolking is op vandaag 60-plusser. Tegen 2050 zullen de 60-plussers meer dan 20 procent van de bevolking uitmaken.

‘De komende jaren zullen de ouderen een grotere groep uitmaken in de samenleving.’

De groeiende groep ouderen wordt vroeg of laat geconfronteerd met leeftijdsgebonden gezondheidsnoden. De gezondheidszorg, die nu vooral inzet op acute geneeskunde, moet omgeschakeld worden naar een gezondheidszorg die ondersteuning biedt voor personen met langdurige zorgnoden zoals diabetes, dementie en zintuiglijke beperkingen.

Ook de pensioenstelsels moeten verder uitgebouwd worden. Vandaag krijgen alleen ambtenaren een beperkt pensioen. Daarnaast bestaat er enkel een sociaal vangnet als buffer tegen armoede. Er zijn uitkeringen voor ouderen, weduwen en verlaten vrouwen en personen met een handicap. De uitkering voor ouderen bedraagt ongeveer 5 euro per maand. Ter vergelijking: het gemiddelde inkomen in Bangladesh is 130 euro per maand.

Nood aan internationaal kader

Er is dus wel degelijk nood aan een specifiek internationaal kader voor de rechten van ouderen. Het verhoogt de druk op alle landen om discriminatie van ouderen tegen te gaan. Bovendien biedt het een belangrijke inhoudelijke leidraad om nationale wetten en rechten rond ouderen te ontwikkelen.

‘Een ouderenrechtenverdrag zal ervoor zorgen dat er per land rapporten komen die de noden van ouderen in dat land wetenschappelijk vastleggen.’

Een apart ouderenrechtenverdrag zal er ook voor zorgen dat er per land rapporten komen die de noden van ouderen in dat land wetenschappelijk vastleggen. Die rapporten kunnen voor GK een instrument zijn om de problematiek gemakkelijker aan te kaarten bij de overheden van Bangladesh.

Resolutie in federaal parlement

Onze samenwerking met GK wijzigde niet enkel onze visie en houding. We zijn ook in actie geschoten om de Belgische federale regering te overtuigen van het nut van een VN-ouderrechtenverdrag. Want tot op vandaag steunt ons land de visie van de Europese Unie, die tegen zo’n apart verdrag gekant is.

CD&V-parlementslid Els Van Hoof heeft in samenspraak met OKRA een resolutie ingediend om leeftijdsdiscriminatie internationaal te bestrijden. De resolutie dringt aan op het afsluiten van een VN-conventie en werd in maart vorig jaar met grote meerderheid goedgekeurd door het federaal parlement.

België moet sterkere rol spelen

OKRA heeft ook een voortrekkersrol gespeeld in de oprichting van een coalitie van diverse ouderenorganisaties en ngo’s rond deze thematiek. Deze coalitie wil dat België een sterkere rol speelt op de Algemene Vergadering van de VN ‘Open-Ended Working Group on Ageing’ die elk jaar in de lente plaatsvindt.

Minister van Buitenlandse Zaken Sophie Wilmès (MR) is dit jaar niet ingegaan op onze uitnodiging om haar visie toe te lichten op de Algemene Vergadering. Toch zullen we blijven aandringen dat België in de komende jaren hier wel een constructieve rol zal spelen.

Want vandaag zijn we er rotsvast van overtuigd: een internationale conventie voor ouderen biedt veel meer garanties op het bereiken van volwaardige rechten voor ouderen wereldwijd. De COVID19-pandemie heeft eens te meer aangetoond dat de rechten van ouderen in België en wereldwijd vandaag niet voldoende gewaarborgd zijn.

België moet daarom internationaal meewerken aan de erkenning van ouderen als volwaardige burgers met gelijkwaardige rechten. Een ouderrechtenverdrag biedt ouderen een instrument om op te komen voor wetgeving rond sociale bescherming en participatie, om te ijveren voor positieve maatregelen die de kwaliteit van leven ten goede komen. Kortom: om aandacht te vragen voor noden die, op tal van levensdomeinen, voor ouderen belangrijk zijn.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.