Normale jeugd
Ik kom uit een gezin met vijf kinderen, waarvan ik de tweede jongste ben. Ik heb een normale jeugd gehad. We kwamen niets tekort. Maar datgene waar ik zo naar verlangde, was er niet: kunnen praten over mijn gevoelens, zo nu en dan een dikke knuffel of schouderklopje en vooral bevestiging dat ik een goed mens was.
Toen ik 24 was, ondernam ik een zelfmoordpoging. In het ziekenhuis werd ik als een melaatse behandeld. Er werd zelfs niet rechtstreeks tegen mij gesproken. Na vier dagen ziekenhuis ging ik terug werken. Niemand die het zich interesseerde waarom ik dat gedaan had.
‘Ik zat in een verstikkende relatie.’
Dat was de start van mijn reis langs psychologen en psychiaters. Elke keer dat het beter ging, stopte ik met de sessies. Maar telkens zakte ik dieper weg.
Mijn gevoelens at ik weg. Tot eind 2007. Toen onderging ik een maagverkleining, waardoor dat niet meer mogelijk was. Ik zat in een verstikkende relatie waar ik zowel geestelijk, lichamelijk en seksueel mishandeld en gemanipuleerd werd.
Mijn vriend alcohol
De enige uitweg die ik vond was alcohol. Drinken bracht vrij snel rust in mijn hoofd. Zodat ik niet knettergek werd.
In 2014 was het zo ver gekomen dat ik elke ochtend een black-out had. Toen ik ’s morgens mijn dag moest beginnen met alcohol om uit mijn bed te raken en ik niet meer kon eten, is er iets geknapt.
Ik kon, en wilde, zo niet meer verder. Er was bijna niets meer van me over. Dus liet ik me vrijwillig opnemen voor mijn alcoholverslaving in een psychiatrische instelling.
Tot dan had ik nooit een eigen leven gehad. Mijn zelfbeeld en zelfvertrouwen waren ontzettend laag. Ik wist niet wie ik was. Ik leefde alleen voor anderen. Zolang zij maar gelukkig waren. Maar onbewust was ik de hele tijd op zoek naar bevestiging dat ik een goed mens was. Ik kon me die bevestiging zelf niet geven.
Uit mijn schulp gekropen
Eerst kreeg ik tijd en ruimte om lichamelijk af te kicken. Na ruim een week startte ik met sessies, zowel in groep als persoonlijk met een psychologe. In het begin kwam er bij mij niet veel uit. Ik was nog altijd in de veronderstelling dat ik me aanstelde als ik over mijn gevoelens praatte. Dat ze me maar een flauwe zouden vinden.
Mijn persoonlijke begeleidster gaf echter niet op. Ze behandelde me evenwaardig. Ze leerde me dat het oké was om te praten over mijn gevoelens. Dat het oké was om steun te vragen als het moeilijker ging.
Langzaamaan ben ik uit mijn schulp gekropen. Ze liet me uitpraten, luisterde echt. Ik kon maar niet geloven dat ze mijn verhaal wilde horen. Dat was nieuw voor mij. Als ik me echt slecht voelde en me weer afsloot, kwam ze met me praten om te voorkomen dat ik terug afgleed in mijn depressie.
Ik bloeide open
De leefgroep was heel fijn en positief. Ook buiten de sessies waren we vaak samen. We deden samen activiteiten en hadden serieuze gesprekken. Ik hield er zelfs een hartsvriendin aan over waar ik nog wekelijks mee naar de AA-vergadering ga.
Ik had ook veel aan de groepssessies. De onderwerpen moesten we zelf kiezen. Ik luisterde naar wat de anderen te vertellen hadden. Ik begon me minder anders te voelen. Ik begon me thuis te voelen. Heel langzaam bloeide ik open. Het was soms heel confronterend, maar tegelijk heel leerrijk.
‘Ik begon me minder anders te voelen.’
Natuurlijk verliep niet alles meteen zoals het lopen moest. Ik had in het begin heel veel weerstand. Maar naarmate ik er langer verbleef, kon ik weer mensen vertrouwen.
Voor mijn opname werd ik alleen maar gebruikt om anderen te plezieren. Nu leerde ik mensen kennen die oprecht interesse hadden en mij wilden helpen groeien.
Structuur
We werden niet zomaar volgepropt met pillen. Medicatie werd besproken met de psychiater. Ik had daarin ook iets te zeggen. Van elk pilletje wist ik waarvoor het diende en waarom ik het nodig had.
Er werd ons structuur bijgebracht. Die had ik voor mijn opname helemaal niet meer. Een vast uur van opstaan, persoonlijke hygiëne, op vaste tijdstippen eten, kleine taken verrichten, op tijd komen…
‘Ik leerde leven met mijn kwetsbaarheden.’
Ik merk nu dat wanneer ik die structuur onbewust wat loslaat, het meteen weer de verkeerde kant opgaat. Maar ik ben me daar bewust van en grijp dan in.
Ik blijf alert want genezen zal ik nooit, herstellen wel. Tijdens mijn opname leerde ik leven met mijn kwetsbaarheden. Ik zie dat als een levenswerk.
Herboren
Die opname is de beste beslissing van mijn leven geweest. De eerste beslissing die ik voor mezelf heb genomen. Ik ben daar herboren. Ik werd er 40. Mijn leven is dus begonnen bij 40.
Zes maanden was ik intern opgenomen. Daarna volgde ik nog drie maanden dagtherapie. Tijdens deze hele periode is er van mijn familie niemand op bezoek gekomen, niet één keer. En als ik tijdens het weekend naar huis mocht, werd er ook niet naar gevraagd. Ik weet dat mijn mama zich enorm schuldig voelde. Ze had in haar ogen gefaald.
‘Mijn leven begon bij veertig.’
Na mijn opname, ging ik alleen wonen, weg bij mijn ouders. Ik nam letterlijk en figuurlijk afstand. Mij aan mijn lot overlaten, zoals ik dat toen zag, is achteraf bekeken het beste wat mijn familie voor mij had kunnen doen. Zo werd ik verplicht om stappen te zetten, beslissingen te nemen, zelfstandig een leven uit te bouwen.
Mijn mama zei me zelfs na mijn opname: “Ik weet wel wat je zo nodig had van mij, maar ik weet niet hoe ik je dat moet geven, want ik heb dat nooit geleerd.” Dat zal ik nooit vergeten.
Eigen identiteit
Mijn leven dank ik aan mijn opname. Ik werkte aan mezelf. Voordien was ik niemand, nu ben ik iemand met een eigen identiteit, die gezond egoïstisch en zelfzeker leeft.
Na een tijdje ging ik terug deeltijds aan de slag, als poetsvrouw bij oudere mensen thuis. Ik wilde start-to-run volgen. Het leek me zalig om gewoon je schoenen aan te trekken en de deur uit te lopen. Je hoofd vrijmaken en genieten van de buitenlucht.
‘Mijn leven dank ik aan mijn opname.’
Maar helaas kwam na vier lessen aan het licht dat ik beginnende osteoporose en artrose heb in mijn heupen en rug. Dus op vlak van sporten zijn er niet veel mogelijkheden meer. Ik had het enorm moeilijk met dit nieuws, maar ik kon het ondertussen een plaats geven.
Ik leerde te relativeren, in plaats van altijd maar te dramatiseren. Ik neem mijn eigen verantwoordelijkheid op, in plaats van me te wentelen in zelfmedelijden.
Zware klap
In maart van dit jaar ben ik mijn mama op heel korte tijd verloren. Ze ging naar het ziekenhuis voor een operatie aan de heup, kreeg daar een longinfectie. Door haar zwakke hart en longen overleed ze acht dagen later.
Het was een enorm zware klap. Ik vertrouwde mezelf niet meer. De kans was groot dat ik terug naar de fles greep. Daarom nam ik uit voorzorg meteen Antabuse, een medicijn dat vervelende bijwerkingen geeft als je alcohol drinkt.
‘Ik heb dit nuchter kunnen meemaken.’
Ik ben wel dankbaar dat ik die laatste periode veel bij mijn mama geweest ben. En dat ik heb kunnen laten zien dat ik in orde ben. Dat ik gelukkig ben. Ik heb dit allemaal bewust nuchter kunnen meemaken.
Vandaag ben ik er voor mijn papa. Ik moet alleen heel erg opletten dat ik niet in mijn oude rol herval. In die van Kristel die iedereen op de eerste plaats zet, en zichzelf pas op de laatste plaats.
Ervaringswerker
Nu, vier jaar na mijn opname, ben ik gestart aan een opleiding ervaringswerker in de geestelijke gezondheidszorg. Omdat ik zo gelukkig ben dat ik dankzij mijn opname en mijn nazorg zonder alcohol een rijk en gevuld leven heb. Ik wil dit delen met anderen, hoop geven, laten zien dat het kan.
Ik kan niet beschrijven hoe ik me voel, maar ik ben ontzettend dankbaar dat ik het gered heb. Samen met zoveel anderen om me heen: mijn psychologe, psychiater, persoonlijke begeleidster, lotgenoten en AA-vrienden.
‘Ik moet mijn ervaringen delen.’
Ik moet mijn ervaringen delen. Ik moet andere verslaafden laten zien dat het kan, en hen helpen om hetzelfde te bereiken. Ik heb altijd iets willen doen met mensen, maar liet me telkens door anderen ompraten. Dit is de eerste echte beslissing die ik nam na mijn opname, voor mijzelf. En het voelt super.
Tijdens de opleiding leer ik elke les weer wat bij over mezelf. Ik word er nog sterker door en dat is zeker mooi meegenomen. Ik wil elke dag nog groeien, als dat betekent dat ik tevreden blijf met mezelf en dat ik daardoor anderen kan helpen, zonder mezelf te vergeten.
Ik ga nog regelmatig naar mijn persoonlijke begeleidster voor een goed gesprek. Bij het verlies van mijn mama heeft zij me goed opgevangen. Ze was er tijdens mijn opname en ze is er nu nog steeds. Dat geeft een warm en veilig gevoel. Ik zal niet snel meer denken dat ik alleen sta in de wereld.
Reacties [4]
Hoe belangrijk kan het zijn dat mensen echt luisteren.
Volhouden aan iedereen.
Heel herkenbaar. Zelf ben ik nu 14 maanden volledig nuchter. Eén van de allerbeste beslissingen die ik ooit genomen heb. Nu timmer ik verder aan mijn levensweg, mét ups en downs. Maar nooit meer alleen. Daar ben ik enorm dankbaar voor…
Respect! Het ga je goed, Kristel…..
pakkend verhaal, ik zat zelf in de ontwenning maar dan van benzo’s. nog altijd opperbeste herinneringen aan mijn opname. ik had er deugd van!
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies