Dit gaat ook over mij
Na enkele stille minuten, komen de vragen: Luisteren we als hulpverleners echt naar onze cliënten? Nuanceren we voldoende? Trekken we pas conclusies wanneer we het gehele plaatje kennen? Sluiten we voldoende aan op de hulpvraag van de cliënt? Maken we voldoende gebruik van de kracht van de cliënt en zijn netwerk?
‘Luisteren we als hulpverleners echt naar onze cliënten?’
Zeker is dat hulpverleningsinstanties hier veel werk van maken. Maar we moeten ook durven toegeven dat er nog ruimte is voor verbetering. Ik kijk in de spiegel: “Ja, dit gaat ook over mij”.
Deze jonge mama zet als geen ander de jeugdhulp weer met beide voeten op de grond.
Levenslang leren
Als hulpverlener onderschrijf ik het belang van levenslang leren. Aan mogelijkheden geen gebrek. De keuze aan lezingen, studiedagen, workshops, trainingen is enorm. Deze inhouden zijn waardevol, nuttig en werpen hun vruchten af op de werkvloer.
Maar ik geef toe: geen enkele stem heeft mij het afgelopen jaar zo weten te raken als de stem van deze mama.
Binnen de Academische Werkplaats van Jeugdzorg Emmaüs Antwerpen krijgen de ervaringen van de cliënt een centrale plaats. Deze expertise staat evenwaardig naast de professionaliteit van de hulpverleners en wat naar voor komt uit wetenschappelijk onderzoek.
Belangrijk is om te erkennen dat we nog meer ons best moeten doen om de expertise van de cliënt mee te nemen. Deze is te echt, te waardevol, te helpend om niet te leren kennen.
Deze mama is niet de enige
De mama in dit artikel leert ons dat er drempels zijn, en deze zijn hoog. Ze vertelt dat ze bang is om de stap naar hulp te zetten.
Daarin staat ze niet alleen. Onderzoek over Intensieve Pedagogische Thuisbegeleiding stelt vast dat veel ouders de stap naar jeugdhulp niet durven te zetten omdat ze bang zijn dat hun kinderen zullen geplaatst worden.
‘De bal ligt nu in ons kamp, wij zijn aan zet.’
Binnen Jeugdzorg Emmaüs werkten we de afgelopen jaren hard aan deze drempels naar hulpverlening. We doen dat binnen en buiten onze muren.
Binnen onze muren leggen we de nadruk op krachtgerichte, nabije hulp die altijd start met luisteren. Met zoeken hoe we kunnen samenwerken met onze kinderen, jongeren en hun gezinnen. We helpen onze begeleiders in supervisie, intervisie en trainingen om te balanceren. Om plannen te maken en doelen op te stellen met elk gezin, maar deze ook te durven omgooien. Om methodieken en technieken te gebruiken die hun waarde hebben bewezen, maar deze ook te durven loslaten. Om voortdurend af te stemmen met onze kinderen, jongeren en gezinnen.
Buiten onze muren zochten we het afgelopen jaar samen met andere organisaties in onze buurt hoe we beter kunnen samenwerken. Hoe we in elke wijk snel inzetbare hulp kunnen bieden op maat van elk gezin. Zo groeide ‘1Gezin, 1Plan’. Hier bundelen we samen met vele partners uit de gezins- en jeugdhulp de krachten zodanig dat mama’s zoals in dit artikel snel en nabij hulp kunnen vinden.
Ik heb je gehoord
Ondanks ons harde werk zijn we er nog niet. Drempels zijn er nog steeds. We blijven zoeken, puzzelen hoe het beter kan.
Deze jonge mama reikt door haar moedige actie ons de hand met daarin een belangrijk stuk van de puzzel. De bal ligt nu in ons kamp, wij zijn aan zet. Het is aan ons om haar hand vast te pakken, haar in de ogen te kijken en te zeggen: “Ik heb je gehoord. Zou jij mij verder willen helpen, hoe ik het in de toekomst beter kan doen?”
Reacties [3]
Het initiatief ‘1 gezin, 1 plan’ lijkt een middel om de jeugdhulp te doen opschuiven naar hulpverlening aan gans het gezin, maar steeds met de focus op twee doelen:
1. het kindperspectief behouden, na het plan valt men terug op het klassieke jeugdhulpaanbod (of niets);
2. voorkomen dat de ‘cliënt’ niet evolueert naar een nog moeilijker traject, nl. de Niet-Rechtstreeks Toegankelijke Jeugdhulp, waar de wachtlijsten nog langer zijn.
De uiteindelijke doelstelling is enkel meer capaciteit creëren voor de IJH.
Zolang de jeugdhulp(verlener) de hulpbehoevende een ‘cliënt’ noemt, heeft hij het niet begrepen.
“Het is merkwaardig om vast te stellen dat een zaal vol jeugdzorgverleners – de meeste onder hen zelf moeder of vader – over ouders kunnen spreken alsof het een andere diersoort betreft.” (Alice Van der Pas)
Wat een rake uitspraak!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies