Vrijheidsberoving
Zorginspectie Vlaanderen bezocht onaangekondigd alle 36 afdelingen kinder- en jeugdpsychiatrie in Vlaanderen met als focus het beleid rond afzondering en fixatie.
‘Eén op zeven kinderen werd opgesloten of vastgebonden.’
Belangrijke vaststelling? “Op sommige afdelingen is vrijheidsberoving een onderdeel van het dagelijks leven. Nachtelijke opsluiting wordt in zes afdelingen toegepast. Systematische opsluiting overdag wordt gehanteerd op vier afdelingen. Van de 36 afdelingen geven twintig aan dat ze fixatie toepassen. Zestien afdelingen passen nooit fixatie toe.”
Hoge cijfers
Van de 192 kinderen van wie het dossier werd nagekeken, bleek ruim een op zeven tijdens hun opname op een psychiatrische afdeling te zijn opgesloten of vastgebonden. In twee derde van de gevallen duurde zo’n afzondering langer dan 30 minuten. Die cijfers spreken voor zich. Het moet anders.
De cijfers liggen hoog. Maar dat verbaast ons helaas niet. Zeer frappant is het grote verschil tussen de gecontroleerde afdelingen. Waar je als kind wordt opgenomen, bepaalt sterk de kans of je al dan niet het risico loopt om opgesloten of vastgebonden te worden. Dat is onaanvaardbaar.
Verontrust
Er zit te veel rek op de interpretatie van wanneer een kind al dan niet een gevaar vormt voor zichzelf of de omgeving. Het rapport onthult bovendien dat opsluiting zeer vaak gebruikt wordt om andere redenen dan louter als beschermingsmaatregel.
Redenen die worden aangegeven zijn onder andere dat het kind er zelf om vraagt… Wat met het waargebeurde verhaal van een patiëntje dat vroeg om geslagen te worden? Het spreekt toch voor zich dat het argument dat het kind er zelf om vroeg geen letterlijk antwoord legitimeert?
Ook worden op verschillende afdelingen vrijheidsberovende maatregelen preventief gebruikt of – los van eender welk juridisch mandaat – als straf. Dit moet ons heel erg verontrusten.
Verbod
Sommige instellingen geven aan dat afzondering soms nodig is. Dat standpunt maakt het moeilijk om van die vrijheidsberovende maatregelen af te geraken. Als men vertrekt van de idee dat uitzonderingen mogen en mogelijk zijn, dan wordt de uitzondering al te vaak de regel.
Daarom vertrekken we beter van een verbod. Pas dan kunnen we echt over uitzonderingen spreken als het toch nog zou voorvallen.
‘De uitzondering is al te vaak de regel.’
Sommigen spreken ook over ‘dwangmaatregelen bij redenen van klinische noodzaak’. Voor het Kollectief Zonder Dwang is het duidelijk: dwang mag nooit een kwestie van noodzaak zijn.
Reduceren
Wat is er dan nodig om het aantal dwangmaatregelen drastisch te reduceren? Concreet voor isolatie lijkt het ons noodzakelijk om een moment vast te leggen waarop een verbod op eenzame afzondering van kinderen onder de zestien jaar ingaat. Dit uiteraard in overleg met patiëntenverenigingen en de ruime geestelijke gezondheidszorg.
‘Een verbod op eenzame afzondering is nodig.’
In Noorwegen stimuleerde de introductie van het verbod een verdere omslag in denken en werken. Dat maakte professor Heiervang van de universiteit van Oslo ons duidelijk tijdens de eerste studiedag van ons Kollectief. Een aangekondigd verbod zorgt dat men binnen de geestelijke gezondheidszorg anders gaat denken. Men gaat zich anders organiseren, in het belang van kinderen en medewerkers.
Het uitvoeren van dwangmaatregelen heeft immers ook op hen heftige, niet zelden traumatiserende effecten. Hieraan besteedt het rapport van Zorginspectie overigens geen aandacht. Het is een aparte studie waard.
Klinisch-ethisch model
Vervolgens moet de geestelijke gezondheidszorg de omslag maken van een medisch-technisch model naar een klinisch-ethisch model.
‘Een patiënt opsluiten is een falen van de behandeling.’
Artsen die binnen dit model zijn opgeleid, schrijven minder snel medicatie voor. Ze parkeren mensen minder snel onder een diagnostisch etiket. Bijkomend voordeel is dat deze aanpak voor besparing kan zorgen. Geld dat dan weer kan gaan naar de echte noden binnen de geestelijke gezondheidszorg: meer opleiding en begeleiding, meer personeel en een doordachte infrastructuur.
Binnen het klinisch-ethisch model is de band tussen hulpverlener en patiënt het belangrijkste instrument. Een patiënt opsluiten wordt gezien als een falen van de behandeling, niet als een onvermijdelijk onderdeel ervan.
Mindset
Alles begint bij de mindset van zij die de geestelijke gezondheidszorg elke dag vormgeven. De directies van instellingen en ziekenhuizen hebben hier een belangrijke rol.
Zij die de omslag nemen, moeten ondersteund worden. Het is aan de overheid om haar ethische principes strikter te formuleren en de implementatie ervan grondig op te volgen.
Het verbod op eenzame opsluiting bij kinderen onder de zestien jaar kan een krachtige motor zijn voor verandering in de kinder- en jeugdpsychiatrie. Kinderen en medewerkers verdienen immers beter. Waar wachten we nog op?
Reacties [6]
Dank ook aan Dhr Clauwaert: Uw bericht ligt in het rechtstreekse vervolg van vorige berichten, en brengt ook iets nieuws: niet enkel is het hanteren van de band krachtiger in het mobiliseren van de bronnen van de patiënt/cliënt, ook bestaat het gevaar dat als techniek op ethiek (van de band) het voortouw neemt, dat die band niet langer onvoorwaardelijk is. Bvb de cliënt/patiënt haakt af, en verliest vertrouwen in zijn verhouding met de clinicus, of de clinicus raakt teleurgesteld, of gefrustreerd, omdat de technische ingreep niet tot de gewenste resultaten heeft geleid. Ethiek van de band betekent dus: de verhouding is een onvoorwaardelijke steun, en kan een hefboom zijn voor verandering, maar ook als die er niet is (of nog niet is), blijft de steun.
Dank aan Mevr. Seynhaeve, we zijn het helemaal eens. Hoewel er wetenschappelijke bevindingen zijn die de meerwaarde van specie (technische) handelingen tonen bij psychotherapie, menen we als Kollectief zonder Dwang, dat ook die niet zullen helpen als de verhouding eerst niet goed zit. Kliniek is eerst ethiek, pas daarna misschien ook techniek – daar staan we voor.
In de psychiatrie algemeen is het moeilijker geworden een echte plaats voor het subject te bieden waar het zich kan tonen in zijn particuliere om daar beluisterd te worden. De protocollen in naam van deskundigheid en zorgzaamheid hebben een dubbelzinnig statuut; het subject moet zich vaak aanpassen om het protocol niet te ‘storen’ zodat de werking van de afdeling vlot kan verlopen. De werking zelf is in die zin ziekmakend en wordt te weinig ondervraagd. Er is te weinig kliniek in het ziekenhuis.
Meneer Krekelberg,
dank voor uw reactie. Ter verduidelijking: het is belangrijk te onderstrepen dat ons Kollectief gaat voor een verbod op eenzame opsluiting (dus geen verbod op opsluiting zonder meer) onder de 16 jaar. Afzondering kan maw in sommige gevallen (bij voorbeeld die zoals u ze beschrijft) maar in aanwezigheid van een volwassene (zodat de band met de ander niet radicaal wordt verbroken, doorgeknipt), net zoals dat al een hele tijd in bij voorbeeld Noorwegen het geval is. Uiteraard dient dit te gebeuren in een aangepaste omgeving en met goed opgeleid en omkaderd personeel. In Noorwegen is de omslag er gekomen door het verbod. Het is de veranderde mindset (bij de sector én de overheid) geweest die eenzame opsluiting er volledig heeft gebannen. En dit in het belang van kinderen én personeel. Omdat niemand ‘wint’ bij eenzame opsluiting lijkt het ons absoluut noodzakelijk de krachten te verenigen en resoluut voor de Noorse aanpak te gaan. meer info: http://www...
Beste
Zeer interessant artikel! nu stel ik toch nog enkele dingen in vraag. Ik begrijp dat jongeren niet zomaar mogen worden afgezonderd maar vanuit mijn ervaring blijkt dat het soms echt nodig is. Vaak maken de jongeren al hun gerei op eigen kamer kapot, ze zouden met het materiaal durven auto mutileren. Ik stel me dan de vraag of dat afzondering in teken van veiligheid van de cliënt ook niet kan? We merken op dat wanneer we de cliënt zijn gang laten doen er vaak veel meer schade is dan als we op tijd ingrijpen en de cliënt afzonderen
Alles staat of valt met de relatie en de communicatie.
De band tussen de patiënt en de hulpverlener is het belangrijkste in het proces.
Alleen zo kan vertrouwen groeien en daarom zijn ook de verschillen tussen de hulpverleners een meerwaarde. Het is een blijvend zoeken…
Een kind sluit je niet op,n dat heeft gevolgen… Maar kwetsuren zullen er altijd zijn.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Ik kan talloze voorbeelden geven van mensen die bij het Anderlechtse OCMW bot vangen’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies