Naïef
De eerste stappen in het sociaal werkveld zijn vaak ontnuchterend.
Grote dromen over het veranderen van de wereld geraken al snel verloren in de stapel van te verwerken documenten. Voor elke jonge sociaal werker wordt de harde realiteit snel duidelijk: het uitgebreid tijd nemen voor één iemand gaat altijd ten koste van anderen.
‘Ik ben een vrouw met een niet-westerse migratieachtergrond en zichtbaar moslima.’
Dat het in het leven niet altijd loopt zoals verwacht is normaal. Maar gelukkig slagen we met wat oefening en doorzettingskracht er vaak in om een balans te vinden tussen idealisme en realisme.
Een van mijn meest naïeve verwachtingen bij de start van mijn loopbaan, was dat het sociaal werk racismevrij zou zijn. Waar dit ideaalbeeld op gestoeld was, kan ik op geen enkele manier verklaren. Tijdens mijn opleiding als sociaal werker waren er immers docenten en studenten die er een racistisch gedachtegoed op nahielden. Bovendien bleven racisme en racismebestrijding in de opleiding grof onderbelicht.
Doorspekt met racisme
Ik ben een vrouw met een niet-westerse migratieachtergrond en zichtbaar moslima. Ik weet hoe het voelt om gediscrimineerd te worden.
Door die ervaringen leerde ik al vroeg negatieve vooroordelen en uitsluitingsmechanismen (h)erkennen en bestrijden. Bij mezelf en anderen.
Wie echter zelden of nooit aan de ontvangende kant van discriminatie staat, is minder geneigd om die strijd aan te gaan. Het is dus de taak van het hoger onderwijs om witte studenten te motiveren die opdracht op te nemen. Want zolang studenten doorstromen naar de arbeidsmarkt zonder te weten hoe ze uitsluitingsmechanismen moeten bestrijden, verandert er niets. Dan blijft de arbeidsmarkt doorspekt van racisme.
Mokerslag
Hoewel ik dit op een rationeel niveau wist en begreep, koesterde ik toch valse hoop voor het sociale werkveld. Met een mokerslag in de vorm van het n-woord uit de mond van een collega, werd ik in mijn eerste week als sociaal werker van die ijdele hoop verlost.
Nadat ik mijn natuurlijke reflex om hier hevig op te reageren intoomde, sprak ik mijn collega hierop aan. Het werd een discussie over “geen slechte bedoelingen” en “politieke correctheid”. Ik zou dezelfde en andere collega’s hierop nog enkele keren aanspreken.
Toen ik het woord niet langer hoorde, dacht ik een waardevolle verandering veroorzaakt te hebben. Later vertrouwde een van mijn collega’s mij toe dat het enkel in mijn bijzijn niet meer gebruikt werd.
Zwaar op de maag
Die eerste discussie bleek achteraf het startschot te zijn voor een reeks aan gemoedelijke en minder gemoedelijke discussies op de werkvloer.
‘Ik begon hoe langer hoe meer op mijn tong te bijten.’
Het viel mij op hoe collega’s ogenschijnlijk met gemak weer hun werk konden opnemen na zo’n woordenwisseling, terwijl het gesprek zwaar op mijn maag bleef liggen en mijn hoofd nog een hele tijd bleef tollen.
Daarom begon ik hoe langer hoe meer op mijn tong te bijten. Hoe belangrijk ik dergelijke gesprekken ook vond, ik besloot dat ze niet meer te combineren waren met het verrichten van mijn job. In gesprekken met vrienden met een niet-westerse migratieachtergrond – ook actief in het sociale werkveld – werd duidelijk dat mijn ervaring niet uniek was.
Extra gewicht
We werken in een context waar diverse, complexe maatschappelijke tendensen en hun effecten, zoals armoede, familiaal geweld en psychische kwetsbaarheden, terecht op begrip en een professionele aanpak kunnen rekenen. Daar staat schril tegenover dat racisme en de trauma’s die we als slachtoffers meedragen, in de meeste gevallen worden geminimaliseerd of genegeerd.
Sommige vrienden geven toe dat ze niet eens de moeite meer doen om hierover te vertellen, uit angst om hun job te verliezen of uit pure vermoeidheid. Dit alles maakt dat wij, sociaal werkers met een niet-westerse migratieachtergrond elke dag een extra gewicht met ons meedragen. Bovenop een job die al uitdagend en zwaar is.
Op zoek naar nieuw evenwicht
Ik maakte voor mezelf de balans op. De tijd en energie die ik stak in het onderrichten van collega’s over uitsluitingsmechanismen, micro-agressie en het belang van beeldvorming, leverden te weinig op.
‘Ik vroeg me af of ik misschien te hevig was, te betrokken?’
Ik zocht de schuld eerst bij mezelf. Ik vroeg me af of ik de verkeerde strategie hanteerde. Was ik te fel? Te betrokken? Het antwoord op al die vragen was “ja”. En toch moest ik mezelf niets kwalijk nemen.
Veel van die gesprekken voerde ik tijdens mijn middagpauze, aan de lunchtafel. Daar werd ik overvallen door een opinie of opmerking. Telkens ging ik het gesprek aan. Het was onbetaalde arbeid. Alleen boden deze momenten de ruimte noch de context om goed en doordacht met het thema aan de slag te gaan. Ik was immers gewoon een collega, geen medewerker diversiteit of inclusie.
Druppel op hete plaat
Het begon mij ook te dagen dat als mijn werkplek, en in uitbreiding het hele werkveld, racisme en discriminatie serieus wil aanpakken, er meer moet gebeuren dan het aanwerven van medewerkers uit minderheidsgroepen.
Zoals de bekende uitspraak van de Amerikaanse feministische filosofe Angela Davis luidt: “Diversity without structural transformation simply brings those who were previously excluded into a system as racist, misogynist, as it was before.”
Zolang het organisatiebeleid er niet op gericht is om blinde vlekken en schadelijke mechanismen op micro-, meso- en macroniveau aan te pakken, zijn alle eendaagse studiedagen en individuele inspanningen van medewerkers een druppel op een hete plaat.
Voor eigen deur vegen
Opkomen tegen onrecht zou overal en dus op elke werkvloer moeten gebeuren.
Inmiddels heb ik het geluk om te werken bij Samenlevingsopbouw Antwerpen stad vzw. Dit is een organisatie waar dit ook effectief gebeurt. Er zijn vast ook elders nog goede praktijken, maar zolang deze de uitzondering zijn, is er nog een lange weg te gaan.
De internationale definitie van sociaal werk is nochtans duidelijk: sociale rechtvaardigheid, mensenrechten en respect voor diversiteit behoren tot de centrale principes.
‘Sociaal werk kan niet anders dan een voortrekkersrol te spelen.’
Dat betekent dat het sociaal werk niet anders kan dan in de strijd tegen racisme een voortrekkersrol te spelen. Het is immers niet vergezocht om te stellen dat organisaties die er niet in slagen om voor al hun medewerkers een veilige werkplek te creëren, er ook niet in slagen om aan cliënten die botsen op allerhande uitsluitingsmechanismen adequate hulpverlening te bieden.
Wil het sociaal werk echt werk maken van al die principes, dan moet ze ook voor eigen deur keren. Realisme is accepteren dat we de wereld niet meteen kunnen veranderen, idealisme is dat we wel alvast ons eigen huis op orde zetten.
Reacties [9]
Ik denk dat de schrijfster wel nogal naief is over de andere problematieken die ze aanraakt en waarvan ze zegt dat er begrip en professionele omkadering voor is…
Ik ben het eens met haar boodschap dat we als sociaal werker een taak hebben in racismebestrijding, en ik doe dat ook met plezier (nu ja, niet echt met plezier, maar in elk geval met overtuiging). Maar ik weet ook hoe het er in de andere sectoren aan toe gaat, en ik denk dat zij in dezelfde valkuil trapt als wat zij de blanke medemens verwijt : als je nooit aan de ontvangende kant hebt gezeten van discriminatie weet je niet wat er allemaal misloopt. Dat is dus net zo goed het geval voor armoedebestrijding, geestelijke gezondheidszorg, bijzondere jeugdzorg etc. Dat is het enige wat mij stoort aan dit artikel. Voor de rest heeft ze een punt.
Je schrijft;” Het is dus de taak van het hoger onderwijs om witte studenten te motiveren die opdracht op te nemen.” Als je discriminatie wilt aanklagen dan vind ik dat deze uitspraak echt niet kan, of discrimineren enkel “witte” mensen ? Correcter zou zijn om alle studenten die opdracht moeten aanleren!
Moedig om zo te getuigen. Moedig om te blijven doorgaan. Moedig om het benoemen én moedig om context aan te brengen. We zijn dan wel in onze structuren een diverse en moderne samenleving, toch moeten de geesten nog lang rijpen. En je hebt gelijk: alles (zowel de ellende als de verandering) begint op microniveau. Elkaar aanspreken, elkaar corrigeren. Met respect en begrip voor de ander. Zonder dat je zomaar alles moet accepteren; zeker niet als over de lijn gaat. En die lijn… ja, die wordt soms erg ver verlegd momenteel. Dat klopt ook.
Héél herkenbaar, zelfs ik die 47 jaar geleden in België ben geboren met donkere Aziatische roots, bots hier de dag van vandaag nog steeds op. Zelfs mijn Antwerps accent mag niet baten ; mensen zien soms enkel wat ze willen zien. En hierdoor werk ik mij nog steeds op en ga de strijd dapper aan : We only lose if we give in. :)
Zeer herkenbaar…
Mijn lieve, sociale dochter werkte begin dit jaar ruim een maand voor de Antwerpse stadsloketten. Mede dankzij de cultuur die daar heerste is ze gecrasht. Omdat ze niet weerbaar genoeg was werd ze na een half jaar ontslagen zonder écht gehoord te zijn, corona heeft er ook geen goed aan gedaan. Er is daar nog veel werk aan de winkel.
Ben je de enige moslima? Heb je. geen soulmate die je moslimwaarden deelt? Het moet moeilijk zijn om én je geloof én je collegialiteit te verzoenen. Is er geen overste waarbij jullie een open gesprek kunnen aangaan? Ik hoop dat je situatie snel wordt opgelost. Zéker in jullie functie als sociaal werker zou je toch veronderstellen dat er een sociaal klimaat heerst? Dat lijkt me een vereiste om aan sociaal werk te doen?
Sociaal klimaat in de sociale sector? In veel gevallen wel. In andere ook weer niet. Ook op je plaats van herkomst op de sociale ladder kan je afgerekend worden. En spijtig genoeg is het ellebogenwerk om de postjes ook in deze sector sterk aanwezig. Nog veel werk aan de winkel.
Terecht en belangrijk dat je volgehouden persoonlijk en bewogen blijft bewustmaken en structureel (helpt) bewegen. Zie ook:
https://www.vpro.nl/programmas/2doc/kijk/2doc-overzicht/2016/wit-is-ook-een-kleur.html
Zeker lezen
Ervaringswerker: ‘Ik ben nu minder geneigd om iemand acuut te willen redden’
Bijzondere rockband Dreun XL: ‘We werken hard aan inclusie’
Partnergeweld bij ouderen: een onzichtbaar probleem
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies