Een hele geschiedenis
Op 28 februari 1967 zag in de regio Leuven C.I.D.A.R. het levenslicht: het Centrum voor Interdisciplinaire Antropologische Research. Onder leiding van de de Leuvense professor en psychiater René Dellaert, richtte dit ambitieus centrum zich op de ontwikkeling van een integrale menswetenschap ter ondersteuning van betere pedagogische praktijken met als uiteindelijk doel een meer democratische samenleving.
“Een pleidooi voor de participatieve uitbouw van jeugdhulp.”
In 1983 werd C.I.D.A.R. omgedoopt tot Jongerencentrum Cidar, een oriëntatie-, observatie- en onthaalcentrum (OOOC) in de jeugdhulp. Karel De Vos, auteur van dit boek, is er directeur.
Dromen en daden
Met het verhaal van 50 jaar Cidar brengt De Vos een boeiend verhaal van dromen en daden, van wetten en praktische bezwaren. De Vos laat zijn geschiedenis uitmonden in een pleidooi voor de participatieve uitbouw van jeugdhulp. Hij problematiseert een jeugdhulp die steeds meer ingevuld wordt als de efficiënte toepassing van hulpverleningsvoorschriften en -procedures.
Daarmee geeft de auteur zeer duidelijk aan hoe, doorheen een halve eeuw van veranderingen, de basisinspiratie van Cidar onveranderd is: Hoe kunnen we in de dagelijkse praktijk van de jeugdhulp reële betekenis geven aan sociale grondrechten?
Drie regimes
Onderweg schetst De Vos de boeiende ontwikkeling van een zoekende werking. Hij doet dat met zeer veel gevoel voor de relatie tussen continuïteit en verandering.
Cidar werkte onder drie regimes in de jeugdzorg: dat van de Wet op de Jeugdbescherming (1965), dat van de decreten inzake de Bijzondere Jeugdbijstand (1990) en – opnieuw een kwarteeuw later – dat van de Integrale Jeugdhulp (2014).
Goede opvoeding
Doorheen de particuliere geschiedenis van deze jeugdhulpvoorziening pent De Vos een boeiend beeld van 50 jaar jeugdhulp neer. Hij schetst hoe de taal verandert, maar de leidende principes onveranderd blijven. Goede opvoeding wordt cruciaal bevonden om sociale problemen te voorkomen en de sociale cohesie te waarborgen. De ouders worden belast met de opvoeding, maar de overheid eigent zich het recht toe om tussen te komen daar waar ouders falen in hun opvoedingstaak.
De Vos beschrijft hoe zo’n instellingspraktijk het sociaal en pedagogisch beleid van de overheid uitvoert, maar er tegelijkertijd ook kritisch mee vorm aan geeft. Het is mooi om lezen hoe vanuit deze voorziening voortdurend vernieuwende impulsen uitgestuurd werden. De een al met meer succes dan de ander.
“Voortdurend werden vernieuwende impulsen uitgestuurd.”
Veel tendensen passeren de revue: van moralisering over psychiatrisering naar deïnstitutionalisering en contextueel denken. De Vos toont hoe belangrijk het is dat een overheid wat sociaalpedagogische speelruimte laat. Op die manier kunnen voorzieningen een modus vivendi ontwikkelen ten aanzien van al die ontwikkelingen en imperatieven die op hen afkomen. Dat laat hen toe om mee te werken aan een vernieuwing van het werkveld.
Spanning en dynamiek
Vanuit een sociaalpedagogisch perspectief besteedt de auteur uitgebreid aandacht aan de dilemma’s en paradoxen in onze (beleids)praktijken. Die spanningsvelden zijn inherent aan sociaalpedagogisch werk en brengen er een constructieve dynamiek op gang.
Zo illustreert hij hoe het openhouden van het spanningsveld tussen een oplossingsgericht beleid en een leefwereldgestuurde praktijk leidt tot ruimte voor vernieuwing. Die dynamiek zit ook in de voorziening zelf. Als de directie pleit voor een meer tolerante benadering van grensoverschrijdend gedrag zien we hoe opvoeders in de leefgroep daar noodgedwongen een eigen inkleuring aan geven.
“Een inspirerende reis doorheen onze geschiedenis.”
We moeten echt niet naar de andere kant van de wereld om ons te laten inspireren door Signs of Safety of Nieuwe Autoriteit. Een reisje doorheen onze eigen geschiedenis volstaat.
Langblijvers
Een ander voorbeeld. Recent werd het fenomeen van de ‘langblijvers’ aan de kaak gesteld. Het gaat over adolescenten met gedragsmoeilijkheden en psychische stoornissen die noch terug kunnen naar het thuismilieu, noch een aangepaste plaats vinden in de hulpverlening. Zij blijven ‘hangen’ in de onthaal, observatie en oriëntatiecentra waar ze verblijven. Maar dat langverblijf was niet de bedoeling.
Dat probleem is niet nieuw. Het was in 1979 al het onderwerp van een driejarig onderzoek op initiatief van C.I.D.A.R. Toen al werd vastgesteld dat deze blijvers de werking – gebaseerd op een kortdurende residentiële interventie, met een strikte scheiding tussen observatie en behandeling – onder druk zetten.
Zo zijn er wel meer passages die vanuit discussies uit het verleden onze kijk op het heden mee kunnen inspireren. Daarom alleen al is dit boek het lezen waard.
Sociaal werk en sociale politiek
De Vos schreef geen boek over jeugdzorg. Hij vertelt het levensverhaal van een voorziening bijzondere jeugdzorg.
“De Vos vertelt het levensverhaal van een voorziening.”
Dat verhaal is te lezen als een voortdurend zoekproces naar de betekenis van sociaal werk voor individu en samenleving. De auteur schetst helder hoe de aandacht in de jeugdhulp verschoof van de persoonlijkheid(sstoornis) van de adolescent naar zingevingen die relationeel en contextueel tot stand komen. Daarbij wordt de context van de jongere zeer breed begrepen en worden ook de interventies vanuit de jeugdzorg zelf kritisch onder de loep genomen.
De Vos beschrijft hoe sociaal werk veel meer is dan de uitvoerder van sociaal beleid en het adequaat toepassen van hulpverleningsprocedures en diagnostische protocollen. Dat inzicht is relevant voor alle sociale en pedagogische professionals. Sociaal werk gaf zich het mandaat om processen van maatschappelijke marginalisering te problematiseren en op basis daarvan te bemiddelen tussen jongere en samenleving, tussen individuele aspiraties en maatschappelijke verwachtingen. Voorwaar een zeer spannende bezigheid.
Reacties [1]
Karel,
Ik zal met aandacht het boek lezen. Dit artikel roept naar meer. Meer verhalen en weloverwogen keuzes tegen een politiek en sociale achtergrond. Je doet ons nogmaals beseffen dat ons handelen steeds doorspekt is van vele betekenaars of dat toch zou moeten zijn.
Waarvoor dank
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies