Kennis en wijsheid
Jean Paul Van Bendegem is filosoof. In dit boek liggen interessante passages over kennis en wijsheid voor de hand. Met een vurig pleidooi om ons niet uitsluitend te verlaten op wetenschappelijke kennis en theoretische modellen.
‘Hij klaagt aan dat ouderen er maatschappelijk niet meer toe doen.’
‘Wijsheid’ kan soelaas bieden, met de nadruk op ‘praktische wijsheid ‘ en ‘vakbekwaamheid’. En laat het nu net dat zijn wat ouderen te bieden hebben, gewoon omdat ze al langer leven.
Eerste en tweede puberteit
Ik focus echter op het merkwaardigste deel uit dit boekje, over de gelijkenissen tussen ouderen en pubers. “Ze zullen opstandig, vervelend en irritant zijn, omdat ze zelf niet echt blijf weten met alle veranderingen die hen overvallen.” Meer nog: ze hebben daarom het recht om een plaats op te eisen in de samenleving.
Van Bendegem klaagt aan dat ouderen er maatschappelijk niet meer toe doen. Dat ‘niet meer’ deed me terugdenken aan de kinderrechtenprofessor Eugeen Verhellen die de kinder- en jeugdtijd omschreef als ‘nog niet’. Wie ‘nog niet’ of ‘niet meer’ ertoe doet, zit niet in het ‘echte’ leven dat zich uitstrekt tussen 18 en 65. Niet toevallig loopt op beide grenzen ook het onderscheid tussen de zogenaamde actieve en niet-actieve bevolking.
We proberen wel goed voor hen te zorgen. Daarvoor hebben we jeugdhulp en ouderenzorg. Voor alles wat daartussen ligt, met inbegrip van de schemerzones, hebben we geen naam. Ja, volwassenenzorg, maar ook dat klopt niet want die ouderen zijn dat al lang.
Van Bendegem wandelt in zijn boek verder door enkele gelijkenissen tussen ouderen en pubers. Zij zitten in de eerste en de tweede puberteit. Allebei ondergaan ze allerlei lichamelijke veranderingen en ze kampen elk op hun manier met seksualiteit. In het hoofd van beiden spoken allerlei vragen, vaak over een onzekere toekomst. Zowel voor ouderen als pubers is zelfstandigheid een belangrijk gegeven, te verwerven of te behouden. Ouderen en pubers blinken vaak uit in onhandigheid en beleven momenten van “pure zottigheid” of “je m’en-foutsisme”.
Geronto-puberaal protest
De belangrijkste gelijkenis volgens Jean Paul Van Bendegem is dat beide groepen vaak het gevoel hebben niet begrepen te worden. Ze vinden dat de omgeving, de maatschappij van hen een verkeerd of zelfs negatief beeld schetst.
Daarom vindt Van Bendegem dat het de hoogste tijd is dat de senior, net als de puber, dat zelf duidelijk maakt. Hij pleit voor een geronto-puberaal gedrag of “de opdracht om aan de omgeving te laten weten dat de ouderen volwaardige menselijke wezens zijn die een even volwaardige positie opeisen in de samenleving”. Naast verzet tegen racisme en seksisme, roept Van Bendegem op tot verzet tegen ‘grijsisme’
Hij zet niet alleen enkele rolmodellen in de schijnwerpers, zoals Jane Fonda, Patti Smith en Paula Semer. Of de grootouders voor het klimaat. Hij verwijst ook naar voorbeelden die raken aan de zorg. Zoals de groep ouderen die in Rillaar die voor hun co-housing project vechten tegen de toepassing van de regelgeving op de woonzorgcentra. Merk op dat dit voorbeeld sterk gelijkt op de kwetsbare jongeren die voor hun co-housing opkomen voor een leefloon als alleenstaande.
In de welzijnssector zijn zowel kinderrechten als ouderenrechten onmisbaar. Met hulde aan de norse en te eenzame rusthuisbewoner die in volle coronatijden in de media tekeer ging tegen de ‘kinderachtige’ bejegening door ons systeem van ouderenzorg.
Reacties [4]
Eindelijk begrip! Ik worstel al lang met “puberale” gevoelens. Het niet meetellen doet pijn. Als je iets zegt, merk ik dat het lijkt of je onnozelheid vertelt of je lucht bent.
De lente en de zomer waarin we superaktief waren, is onherroepelijk voorbij.
Ik noem deze 3de levensfase de herfst van mijn leven.
De natuur is dan zo mooi, zo kleurig, zo vol, soms rustig, soms hevig … Met ruimte en tijd voor vele dingen.
Bomen lossen langzaam hun frivole bladeren, tot een plotse storm deze allemaal kan loswrikken.
Ik wil niet langer enkel in de losse bladeren rondschoppen …
Ik ben een oudere psycholoog. Ik probeer oudere mensen hun gevoel van kracht te geven dat ze nog allen hebben. Jaren worden we gepamperd en voor al wat we mankeren is er een pil. Nooit leren we dat we eigen vitale krachten hebben en dat onzekijk naar het leven gedurende onze actieve levensfase ons de kracht kan geven om stand te houden in onze latere levensfase. Neen we worden bepamperd tot we ouder zijn, en dan worden we ineens ‘de lastige oudere’ die, als hij een fout maakt, gezien wordt als dementerend en onbekwaam. ‘L’enfer c’est les autres’ een uitdrukking van Sartre, wordt schrikbarend waar. Wij willen toch, tot aan ons levenseinde onze waardigheid behouden, en daar zullen we voor moeten leren vechten door te laten zien wat we nog wel kunnen. Maar daar moeten we kansen voor krijgen. Willen we die kansen krijgen, dan mogen we vooral niet zeggen ho oud we zijn, spijtig genoeg. Want leeftijd bepaalt de manier waarop men naar je kijkt.
Beste buren,
Wat een mooi artikel. Het wekt mijn nieuwsgierigheid naar het boek `Wijs, grijs en puber’. Ook in Nederland wordt het gesprek gevoerd over wat wij de derde levensfase noemen. De Raad voor Volksgezondheid & Samenleving (waarvoor ik werk) heeft er begin dit jaar een advies over geschreven onder de titel `De derde levensfase: het geschenk van de eeuw’. Omdat wij niet alle aspecten van de derde levensfase konden adresseren, is er ook een blogreeks gestart. Op uw beurt nieuwsgierig geworden? Het advies en de blogs zijn te vinden op http://www.raadrvs.nl.
Ik kijk uit naar andere reacties op het artikel op sociaal.net.
Aletta Winsemius
Eindelijk komt er reactie van een van de meest waardevolle filosofen op deze planeet. Ik heb de term: ‘de vergrijsden’ altijd walgelijk gevonden. Toppunt van discriminatie !! Mensen discrimineren aan de hand van veranderingen die de leeftijd met zich meebrengt. Verder dan nog schuldinductie geven dat die ‘grijzen’ de oorzaak zijn van een tekort in de kas van de gezondheidszorg. Dat er geen middelen zijn en dat ze wegen als lood op de schouders van de actieve bevolking. Dan is de poort open voor de ontwikkeling van een gewetenloze verstoting van de oudere. Misschien zelfs de term die Hitler gebruikte, zou wel terug uit de kast komen: de nutteloze eters.
De ouderen moeten zich verantwoorden dat ze nog leven en zodoende toch hulp nodig hebben van de ziekteverzekering, af en toe, en van de staat waar ze jaren hebben afgedragen aan belastingen, om toch een pensioen samen te stellen zodat ze na hun 65ste financieel onafhankelijk zouden zijn.
Er moeten debatten komen rond dit onderwerp
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies