Twee brillen
Ethiek gaat over waarden. Wat betreft de waarde van digitale media lopen de meningen uiteen. Daarover gaat dit boek.
Zo geloven de optimisten dat digitale media voor een betere wereld zullen zorgen. Anderen zijn die digitale media liever kwijt dan rijk. Jammer genoeg lukt dat niet omdat je vooruitgang niet kan tegenhouden. Dus is het volgens hen vooral zaak om te leren leven met de uitwassen van digitale media.
Becker herleidt deze twee brillen – om naar dezelfde realiteit te kijken – tot twee modellen: het instrumentalisme en het technologisch determinisme. Deze brillen duiken steeds weer op bij allerhande attitudes ten opzichte van digitale media.
Becker roept meteen ook op tot nuancering: beide modellen zijn simplistische en geforceerde vormen van ‘conventional wisdom’. Ze duwen een meer complexe realiteit van tafel. En daar ligt een valkuil voor het oordeel over de waarde van digitale media.
Digitale vriendschappen
Het hoofdstuk over digitale vriendschappen vormt een mooie inleiding op het concept vriendschap. Er wordt teruggegrepen naar de oud-Griekse invulling van Aristoteles. Om meteen vast te stellen dat de nieuwe media verantwoordelijk zijn voor een verschraling van deze invulling. Alleen al om dit boeiende hoofdstuk staat het boek als een huis.
Zo is de vergelijking van de Aristotelische genotsvriendschap en de populaire dating-app ‘Tinder’ een eyeopener. Maar ook het meer op professionals gericht sociaal netwerk ‘LinkedIn’ past mooi in deze analyse. Dat nuts- of genotsvriendschap relatief is, voelt iedereen aan zijn water, maar een anatomische les over het fenomeen kan nooit kwaad.
Zonder authenticiteit
Over sociale media schrijft Becker dat ‘Facebook’ een vorm van ‘reflexief individualisme’ is zoals in de sociologie beschreven. Iedereen bestudeert zichzelf continu door de ogen van anderen.
‘Facebook is een vorm van reflexief individualisme.’
De evolutie van openlijke intimiteit en van vrienden als publiek stellen enkele problemen. Volgens Becker veroorzaakt Facebook een egogerichtheid of egocentrisme. Online vriendschappen zijn pleziervriendschappen zonder authenticiteit. Van spontane vriendschap op basis van authenticiteit blijkt geen sprake. Alles draait om ‘identity management’ of ‘impression management’.
Paradoxaal genoeg valt die identiteit niet te controleren en bestaan er uitwassen zoals werkgevers die mensen ontslaan omwille van uitingen op sociale media. Andere aspecten zoals voyeurisme en pesten komen hier eveneens kort aan bod.
Nieuwe uitdagingen
Allemaal belangrijke ethische vraagstukken. De sociale media leiden zo tot nieuwe ethische uitdagingen, vooral voor en door de jongeren. Zij zijn als het gaat om de technische vaardigheden geheel thuis in de sociale media, maar lang niet altijd alert op de bedreigingen. De ‘digital natives’ blijken regelmatig de ‘digital naives’ te zijn.
‘Sociale media leiden tot nieuwe ethische uitdagingen.’
En Mark Zuckerberg en co kunnen veel beweren over hun diensten, maar volgens Becker is alleen al het commerciële belang dat achter deze initiatieven zit een reden om ze kritisch te benaderen.
Privacy
Het woord is gevallen: privacy. Allereerst beschrijft Becker de verschillende visies op privacy door de jaren heen. Becker start bij de oudste definitie: ‘the right to be let alone’ (1890) om verder te passeren langs het spontaniteit remmende ‘Panopticon’ van Michel Foucault en ‘1984’ van George Orwell. De metafoor van Big Brother schiet volgens Becker te kort. Niet de verzamelde informatie is noodzakelijk een probleem, maar wel de machteloosheid en de kwetsbaarheid door triviale informatie die anderen inwinnen.
Iedereen weet dat democratie enkel kan bestaan dankzij privacy in het stemhokje, maar de scheiding tussen publiek en privé is veel pervasiever. Een opwaaiende jurk op straat kan een heel andere dimensie aannemen wanneer dit online gaat en ten prooi valt aan het oordeel van god en klein pierke.
Filmpjes met smartphones of Google Maps vormen wel degelijk een ethisch probleem in het kader van de scheiding tussen publiek en privaat leven. ‘Openbaar toegankelijke informatie kan dus geen rechtvaardiging zijn voor ongebreidelde verspreiding en opslag’, schrijft Becker.
Herijking
De auteur ziet hier een noodzaak van een herijking van het begrip privacy. De regulering van de informatiestroom staat hierin centraal. Om die dam op te werpen, denkt Becker aan een contextuele integriteit van de informatie. De functie van informatie binnen een vriendenkring of vereniging speelt een rol. Wat open is voor sommigen hoeft het niet noodzakelijk te zijn voor allen.
‘Privacy moet herijkt worden.’
Het beste voorbeeld zijn gezondheidsinstellingen. Dokters en patiënten hebben baat bij uitwisseling van gegevens. Maar vanaf het moment dat de reden van deze gegevensuitwisseling wijzigt, komt ook de privacy in gevaar.
Innerlijk debat
Eén van de boeiendste passages in het boek gaat over de ethische vraagstukken die nieuws op maat vormen. Waar vroeger kranten informatie filterden en verwerkten tot nieuws, zorgen in dit digitale tijdperk andere spelers voor ‘customized information’. Sociale netwerken bepalen wat de gebruiker te zien krijgt.
De aanvankelijke euforie over politieke betrokkenheid door nieuwe media vergat de gevaren die volgens Becker nu steeds duidelijker worden. Hier citeert hij John Stuart Mills om ethische bezwaren aan te tonen bij meningen op basis van eenzijdige informatie. Een mening is waardeloos als ze geen weergave is van de confrontatie van tegengestelde standpunten. Zonder innerlijk debat vallen opvattingen samen met het waardeloos reproduceren van een catechismus.
Een mooi voorbeeld: mensen ontwijken informatie en meningen die niet passen bij hun oordeel. Dat leidt tot het consumeren van websites die vooroordelen bevestigen. Dit leidt volgens Becker tot een fragmentatie van het publieke domein. En fragmentatie leidt tot polarisatie.
Wie maakt het nieuws?
Bovendien vergaren we steeds meer informatie via toevallige muisklikken. Inadvertent nieuws, zo heet dat dan.
‘We vergaren informatie via toevallige muisklikken.’
Maar dat is slechts een heel smalle basis om meningen op te bouwen. Dat belangrijke genres van nieuwsvoorziening op het Internet vervagen, ontgaat velen. Daarom lijkt Becker gewonnen voor initiatieven zoals Blendle en de Correspondent.
Toch wijst hij terecht op misplaatst optimisme, denk maar aan Internet in autocratische regimes. Als een cultuur niet offline bestaat dan zal hij ook niet online ontstaan. Het blijkt geen technologische zaak. ‘Een samenleving krijgt het web dat ze verdient’, aldus Becker.
Voor de liefhebbers
Binnen het bestek van een recensie op alles ingaan blijft onbegonnen werk, maar Becker levert stof tot nadenken van pagina 1 tot pagina 176. Ook de voetnoten en de bibliografie leveren boeiende vondsten op die de gepassioneerde lezer zeker zal appreciëren.
Een aanrader voor wie niet bang is om na het lezen met meer vragen te zitten dan voor het lezen.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies