Achtergrond

‘Wees niet bang van spanningen, ga ermee aan de slag’

Het verhaal van Paul en zijn begeleiders

Erik De Belie, Mieke Blontrock, Jolien Verhasselt

Soms staat de relatie tussen hulpverlener en cliënt onder hoogspanning. Hoe voorkom je escalatie en laat je de rust weerkeren? Onderzoekers werkten een leer- en coachingstraject uit.

conflict

© Unsplash / Gem Lauris

conflict

© Unsplash / Gem Lauris

© Unsplash / Gem Lauris

Ruimte om emotioneel te begrijpen

Paul leeft in een woongroep voor mensen met een ernstige verstandelijke beperking. De laatste tijd komt hij moeilijk tot rust. Paul achtervolgt zijn begeleiders en stelt oneindig veel vragen. Zijn begeleiders krijgen het gevoel dat ze leeggezogen worden.

Ze vrezen dat hij opnieuw agressief zal worden. Op dat vlak is hij een ‘lastige klant’. In het verleden had deze agressie een grote impact op zijn welbevinden, dat van de andere cliënten en van zijn begeleiders.

Focus op wat goed loopt

Die ‘spannende’ ervaringen vormen het uitgangspunt voor een leer- en coachingstraject dat begeleiders ondersteunt bij het omgaan met uitdagende situaties. Waar hebben de cliënten nood aan? Wat hebben begeleiders nodig om zich emotioneel te verbinden met deze cliënten?

‘Spanning reguleren staat centraal.’

We leggen in dit traject eigen accenten. Wat loopt goed? Hoe kunnen we de spanning bij beide groepen reguleren? Vanuit een emotioneel perspectief willen we het probleemgedrag begrijpen en stilstaan bij wat dat met alle betrokken doet. ‘Mentaliseren’ noemen we dat. Het biedt een kompas bij afstemming op emotionele ontwikkelingsnoden van cliënten.

Train de trainer

Wees niet bang van spanningen, ga er vooral mee aan de slag. Dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hiervoor hebben begeleiders ondersteuning nodig.

Hogeschool Gent ontwikkelde een leertraject voor duo’s: een orthopedagoog en een begeleider.In organisaties waar geen orthopedagoog werkt, kan een supervisor met gelijkaardige kwalificaties aangesteld worden.Het is een ‘train-de-trainer’-traject, waarbij de duo’s uitgenodigd worden om hun team en organisatie mee te nemen in wat ze leren. De deelname aan het leertraject veronderstelt dat er zowel bij de duo’s als in hun team voldoende tijd en ruimte vrij gemaakt wordt voor dynamische, praktijkgerichte en beklijvende leerprocessenDochy, F., Berghmans, I., Koenen, A.., en Segers, M. (2015), Bouwstenen voor High Impact Learning, Amsterdam, Boom Lemma uitgevers.

Buikgevoel

Bij de start van een coaching gaat er aandacht naar het buikgevoel van de begeleider. Zit hij goed in zijn vel? Hoe voelt hij zijn cliënt aan? Hoe schat hij hun relatie in? Dit buikgevoel geeft verbindingsmogelijkheden aan in de talrijke alledaagse situaties, waar er van spanning of escalatie geen sprake is. Zo kan ingeschat worden of er een spontane afstemming is tussen begeleider en cliënt.

Hier wordt geluisterd naar het gevoel van de ‘impert’, niet van de expert.De Groef, J. (2017), ‘Nabeschouwing: verbindende spiegelingen’, In: Morisse, F., De Belie, E., Blontrock, M. e.a., Emotionele ontwikkeling in verbinding, Coachingsmethodiek voor begeleiders van cliënten met probleemgedrag, Antwerpen, Garant, 295-302.Aan het woord is de begeleider die zijn kennis over een cliënt vanuit betrokkenheid en ervaring opgebouwd heeft.

De begeleider van Paul vertelt: “Paul heeft een eigen zetel in de woonruimte. Op die plaats voelt hij zich veilig en kan hij spelen met zijn koordje. Zo reguleert Paul zelf zijn spanning en behoudt hij zijn evenwicht. Paul stelt af en toe een vraag. We weten dat we hierop kort moeten antwoorden. Op die manier zoekt hij geruststelling. Hierbij is het belangrijk dat we aandacht hebben voor ons eigen spanningspeil: als we gespannen antwoorden, dan slorpt Paul onze spanning op.”

Verdieping binnen een team

Deze impliciete kennis over de cliënt en zijn relatie tot de begeleider, kan bewuster worden door ze te delen met collega’s. Dit nodigt collega’s uit om van elkaar te leren en zo hun kennis over een cliënt te verdiepen.Dobbelaere, E. (2018), ‘Stap uit het wij-zij verhaal. Hulpverlenen doe je samen’, Sociaal.Net, 22 oktober 2018.

Een begeleider drukt die ervaring zo uit. “Er is gevoelsmatig veel veranderd in ons team. Het is moeilijk om te pakken te krijgen hoe of waar dat gebeurd is. Door de erkenning die we doorheen het leertraject kregen, keerden we met meer zelfvertrouwen naar ons team terug. Dit installeerde op haar beurt een grotere veerkracht en meer rust in het team.”

Een uitdagende situatie?

Zolang Paul rustig is, volstaat de wijsheid van het buikgevoel. Maar…

Joost, een andere bewoner, spreekt de begeleider aan. Paul veert recht uit zijn zetel en komt tussen hen in staan. Hij begint te roepen en balt zijn vuist. In het verleden was dit een voorbode van agressie.

De toegenomen spanning heeft een weerslag op de werkrelatie. Stel bijvoorbeeld dat ook andere cliënten reageren. Dan kunnen begeleiders in een mum van tijd in moeilijkheden belanden.

De hoge spanning ondermijnt het vermogen om de betekenis van het probleemgedrag te begrijpen en stil te staan bij wat dat met alle betrokken doet. Er moet gericht rond die spanning gewerkt worden door ze samen in kaart te brengen. We gebruiken hiervoor het tolerantievenster voor stress. Dat verkent zowel de spanning van de cliënt als de begeleiders.Ogden, P. and Minton, K. (2000), ‘Sensorimotor Psychotherapy: One Method for Processing Traumatic Memory’, Traumatology, VI, 3.

Alles rustig

Terug naar Paul. Wanneer een begeleider zich rustig voelt en kort reageert op de vragen van Paul, dan helpt dit Paul om zijn spanning te reguleren. De emotionele spanning van de begeleider situeert zich in de groene zone. Hij heeft hier de kracht om doordacht en doorvoeld te reageren.

Hij kan dan, indien nodig, even reflecteren over wat zijn buikgevoel signaleert terwijl hij spontaan verder werkt omdat zijn buik en hoofd soepel met elkaar verbonden zijn. Ook de verbinding met anderen, cliënten en collega’s, verloopt vloeiend. We bevinden ons in de groene zone.

tolerantievenster

Tolerantievenster voor stress

Binnen de perken

De reactie van Paul op Joost doet de spanning naar de oranje zone stijgen. Het buikgevoel van de begeleider signaleert gevaar en zijn brein komt in een alarmtoestand. De verbinding tussen buik en hoofd komt onder druk te staan.

‘Je buikgevoel neemt het niet volledig over.’

Op zo’n momenten kunnen er negatieve associaties over Paul door het hoofd van de begeleider schieten. “Paul is een lastige cliënt die het niet kan verdragen dat je met iemand anders bezig bent. Hij heeft voortdurend aandacht nodig. Het is nooit goed genoeg voor hem.”

Wanneer deze negatieve associaties binnen de perken blijven en je weet hoe je kan reageren, blijft de spanning draaglijk. Je buikgevoel neemt het niet volledig over, je kan nog reflecteren.

“Als ik zelf rustig reageer, komt ook Paul tot rust en kan ik hem terug naar zijn zetel begeleiden”, vertelt de begeleider.

“Ik vond het moeilijk en voelde me bang worden. Maar dat was goed want daardoor bleef ik alert. Ik voelde me ook boos worden. Dat hielp me om me krachtiger op te stellen. Omdat ik binnen de oranje zone bleef, zag ik dat Paul zijn spanning ook binnen de perken bleef en dat hij terug aanspreekbaar werd.”

Het wordt moeilijk

Indien de negatieve beelden overweldigen en je weet niet meer hoe te reageren, komt de verbinding tussen buik en hoofd nog meer onder druk te staan. Je kan dan in een actie-reactiespiraal terecht komen waarbij het vermogen wegvalt om begripvol om te gaan met het probleemgedrag.

‘Je komt in een actie-reactiespiraal terecht.’

De begeleider is overweldigd door de reactie van Paul. Hij stuurt Paul, met de bibber in zijn stem, terug naar zijn zetel. In plaats van te luisteren begint Paul nog meer te roepen en te dreigen.

In deze zone heeft een begeleider de overlevingsreflex om te vechten of te vluchten. Indien hij volledig overweldigd is, kan hij bevriezen in machteloosheid.

Op weg naar burn-out

Begeleiders onderdrukken deze overlevingsreflexen in dit soort situaties om de relatie met de cliënt niet te beschadigen. Maar begeleiders blijven zicht best bewust van de opgebouwde emotionele spanning. Anders woekert de opgebouwde stress onderhuids verder. Via sluipwegen kan de relatie dan verzuren.

Niemand wordt daar beter van. Wanneer dit te lang blijft duren, put het de begeleider vroeg of laat uit.

Volgens begeleiders kan het gebruik van het tolerantievenster burn-out helpen voorkomen. Dankzij het tolerantievenster zijn ze zich bewuster van hun opgebouwde spanning.

Vrijheidsbeperkende maatregelen

Het kan ook een heel andere kant op gaan. Deze opgebouwde spanning kan leiden tot meer controle uitoefenen op Paul. Uiteindelijk wordt hij afgezonderd. De situatie is weer onder controle en de eigen angst is bemeesterd. Die reactie is menselijk en vaak nodig om Paul en zijn omgeving te beschermen. Toch moet telkens nagedacht worden over vrijheidsbeperkende maatregelen.

Hoe grijpen we in wanneer Paul in het rood gaat? Hoe doen we dit zo rustig mogelijk? Wat hebben we hiervoor nodig? Hoe kan Paul nadien herstellen?

Dit met een open geest onderzoeken, vereist ademruimte voor de begeleiders.

Weer ademruimte

Als de spanning niet te hoog oplaait en emoties niet te intens zijn, volstaat even ventileren om terug tot rust te komen en te reflecteren. Begeleiders voelen zich hierdoor beter verbonden met hun collega’s en zichzelf. De verbinding tussen buikgevoel en reflecterend hoofd is hersteld.

‘Paul is echt onder mijn vel gekropen. Wanneer ik hem zie, komt dat gevoel onmiddellijk naar boven en begint mijn stress te stijgen.’

Zelfs tijdens dat ventileren, kan de spanning die de begeleider ervaart opnieuw oplopen. “Paul is echt onder mijn vel gekropen. Wanneer ik hem zie, komt dat gevoel onmiddellijk naar boven en begint mijn stress te stijgen. Ik kan dat moeilijk loslaten en dat put me uit. Door dit te beseffen, weet ik dat het tijd wordt om samen te verkennen welke steun ik nodig heb om Paul emotioneel los te laten, om terug bij te tanken en om me veilig te voelen.”

In deze situatie moet ruimte gemaakt worden voor verdiepende coaching die de spanning reguleert en helpt begrijpen. Via individuele gesprekken, zoeken we samen hoe de begeleider energie kan bijtanken en voor zichzelf kan zorgen.

Emotionele noden kennen

Willen begeleiders zich afstemmen op Paul, dan is het cruciaal dat ze een goed zicht hebben op zijn emotionele noden. Het collegiaal expliciteren van die kennis en gevoelens is cruciaal. Want dan wordt duidelijk waar stressbronnen liggen. Spanningen worden vlugger opgemerkt en gekanaliseerd. Zo kan een patroon van escalatie en afzondering doorbroken worden.

“Paul heeft veel steun nodig om zijn spanning te helpen reguleren. We moeten ons als begeleiders betrouwbaar opstellen. Dan kan Paul zich veilig aan ons hechten. Onder zijn aanklampend en dreigend gedrag schuilt een diepe verlatingsangst. Door in zijn zetel te zitten, ons in het oog te houden en door vragen te stellen, probeert hij deze angst te reguleren en zijn leegte in te vullen. Wanneer we tijdig en rustig reageren, blijft zijn spanning in de groene zone.”

‘We moeten ons betrouwbaar opstellen.’

“We merken ook dat een hoofdtelefoon met muziek hem helpt wanneer zijn spanning stijgt. Wordt hij nog meer gespannen, dan zien we zijn krampachtigheid en felheid toenemen. We horen het ook aan zijn stem. Op die momenten bieden we hem aan om even op het domein te gaan wandelen. We lopen dan naast hem, waarbij hij geniet van het samen wandelen. Als we aangesproken worden door een andere bewoner, dan stellen we ons zo op dat Paul ons blijft zien. Dan voelt hij minder verlatingsangst.”

Taal geven

Zolang je bereid bent om te zoeken hoe je de relatie met cliënten zoals Paul herstelt, is er hoop. Cliënten leren dan dat spannende situaties tot herstel kunnen leiden, iets wat ze in het verleden vaak gemist hebben.

Dat blijkt ook uit de feedback van een deelnemer op het leertraject: “Er is een mentaliteitsverandering voelbaar in het team. Het leertraject reikt kapstokken aan die bruikbaar zijn voor het team. Er wordt woorden geplakt op waar we onbewust mee bezig zijn. We kunnen ons open en kwetsbaar opstellen. We krijgen meer aandacht voor wie onze cliënt echt is en voor zijn emotionele leefwereld. Het maakt ons milder en geduldiger.”

Reacties [1]

  • Elke Bienert

    WMO consulenten kunnen deze training ook goed gebruiken, om op een respectvolle manier met hun cliënten om te leren gaan.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.