Gratis werk
Om meteen met de deur in huis te vallen: vluchtelingen vinden vrijwilligerswerk waardevol.Dit onderzoek is gebaseerd op interviews met terreinwerkers en 25 vluchtelingen die vrijwilligerswerk verrichten bij Jakoeboe (Oostende), Filet Divers (Antwerpen), Refu Interim (Gent), de Olijfboom (Gent) en Fabota – ’t Lampeke (Leuven).
‘Vluchtelingen vinden vrijwilligerswerk waardevol.’
Toch botsen ze op heel wat belemmeringen. Vluchtelingen begrijpen niet altijd wat met vrijwilligerswerk bedoeld wordt. Velen zien het als een vorm van gratis werken en houden de boot af. Daardoor missen ze kansen.
Drempels wegwerken
Andere vluchtelingen zien vrijwilligerswerk wel meteen zitten en gaan er actief naar op zoek. Toch vinden ze moeilijk de weg. Ze weten niet waar ze moeten aankloppen.Dit probleem stelt zich niet alleen in België, maar ook in andere Europese landen zoals Nederland en het Verenigd Koninkrijk.
Hoe kan je die drempel wegwerken? Het advies van vluchtelingen zelf: verspreid nuttige informatie via brochures, folders, sociale media en andere kanalen. En vluchtelingen die al vrijwilligerswerk doen kunnen in hun eigen netwerk als ambassadeurs of brugfiguur optreden. Haidar drukte het kort en krachtig uit: “Als mensen niet naar jou komen, moet je er zelf naartoe gaan.”
Nederlands leren
Naast een gebrek aan informatie belemmeren nog andere hindernissen de toegang tot vrijwilligerswerk. Vluchtelingen zetten ‘onvoldoende kennis van het Nederlands’ mee in het rijtje.
Toch is het belangrijk om ‘taal als drempel voor vrijwilligerswerk’ om te buigen naar ‘vrijwilligerswerk als kans om Nederlands te oefenen’. Bijna alle vluchtelingen die we hebben gesproken beamen dit. Oefenen in de praktijk is complementair aan de taallessen die ze volgen.
Een vluchteling uit Somalië vertelt: “Mijn Somalische vriendin doet geen vrijwilligerswerk. Als ze naar de dokter moet, dan vraagt ze me om mee te gaan als tolk. Ik ben blij dat ik dat kan doen voor haar. Het maakt me ook trots. Mijn vriendin is op school voor een hoger taalniveau geslaagd dan ik. Toch durft ze niet spreken in de dagelijkse omgang, omdat ze niet oefent. Ik zit in een lager niveau, maar kan me uit de slag helpen in het Nederlands. Zo kan ik anderen helpen. Dat is toch het mooiste bewijs dat vrijwilligerswerk zinvol is.”
Er alleen voor staan
Gezinsomstandigheden kunnen ook een drempel zijn om met vrijwilligerswerk te starten. Sommige vluchtelingen staan er helemaal alleen voor of zijn verantwoordelijk voor het huishouden. Dat is moeilijk combineerbaar met vrijwilligerswerk.
Maar ook hier kan je de redenering omdraaien. Een moeilijke gezinssituatie kan ook een motivatie zijn om te starten met vrijwilligerswerk. Vrijwilligerswerk haalt vluchtelingen uit hun sociaal isolement en biedt hen de kans om nieuwe contacten te leggen.
‘Vrijwilligerswerk haalt vluchtelingen uit hun sociaal isolement.’
Verder haalden de geïnterviewden een aantal culturele barrières aan: sommigen zijn het niet gewoon om samen te werken met mannen en vrouwen. Maar ook het gevoel dat de Belgische cultuur ‘redelijk gesloten’ is, schrikt sommigen af om de eerste stap te zetten.
Waarom vrijwilligerswerk?
Vluchtelingen sommen verschillende redenen op om aan vrijwilligerswerk te doen. Worden het vaakst vermeld: andere mensen willen helpen, iets willen teruggeven, sociale contacten uitbouwen en taalvaardigheid verbeteren.
Enkele vluchtelingen willen via vrijwilligerswerk bijdragen aan een positief klimaat en beeld over vluchtelingen. Ze hopen zo de negatieve media-aandacht te compenseren. Deze motivaties komen overeen met bevindingen van gelijkaardig onderzoek.
Drijfveren evolueren
Sommige vluchtelingen vertellen ons dat ze startten met vrijwilligerswerk uit solidariteit en om mensen te helpen. Ze zien het als een kans om een actieve en nuttige rol op te nemen.Onderzoekers van de University van East Londen verwoorden dat als volgt: “Volunteer work may be more significant among populations whose other roles have been diminished.”
‘Bedankt: een gratis maar heel belangrijk woord.’
Gaandeweg breidt die motivatie uit. Door het vrijwilligerswerk krijgen vluchtelingen meer zelfvertrouwen en voelen ze zich sterker. Erkenning en waardering krijgen tijdens het vrijwilligerswerk wordt ook sterk gewaardeerd. Hmode getuigt: “Bedankt: een gratis maar heel belangrijk woord.”
Ik voel me beter
Logisch dus dat vluchtelingen vaak vermelden dat ze zich beter voelen dankzij vrijwilligerswerk. Deze positieve gevoelens bestrijden negatieve en zelfs depressieve gedachten. Vaak beschouwen ze de organisatie waar ze vrijwilligerswerk doen als een tweede thuis. Een plek waar ze zich op verschillende vlakken kunnen ontplooien.
Vluchtelingen leren sneller Nederlands als ze voldoende oefenkansen krijgen tijdens het vrijwilligerswerk. Ze ervaren hoe de Vlaamse werkcultuur in elkaar zit. Ze leren hoe belangrijk het is om op tijd te zijn en duidelijk te communiceren bij afwezigheid. Hoewel deze inzichten en betere taalvaardigheid een voordeel zijn in de zoektocht naar werk, is vrijwilligerswerk geen gegarandeerde opstap naar werk.
Niet automatisch
Op sociaal vlak geven vluchtelingen aan dat ze veel nieuwe mensen leerden kennen, zowel Belgen als vrijwilligers van andere nationaliteiten. Tijdens het vrijwilligerswerk maken ze samen dingen mee. Er heerst een gevoel van samenhorigheid.
‘Door vrijwilligerswerk leren vluchtelingen sneller Nederlands.’
Vluchtelingen verwerven deze voordelen niet automatisch. De organisatie waar het vrijwilligerswerk gebeurt, moet ook aan bepaalde voorwaarden voldoen. Met de steun van Fedasil heeft het Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk een nuttig dossier samengesteld voor organisaties die met vluchtelingen willen samenwerken.
Niet hetzelfde als vrienden helpen
De interviews tonen een aantal aandachtspunten en misverstanden die specifiek gelden voor vrijwilligerswerk door vluchtelingen. We zetten ze op een rij.
Vluchtelingen zijn vaak niet vertrouwd met het concept vrijwilligerswerk. Wat wij definiëren als mantelzorg of naastenliefde, vinden veel vluchtelingen vanzelfsprekend: ze zetten zich vrijwillig in voor zieke familieleden of steken een handje toe bij vrienden.
Maar dit is niet hetzelfde als wat wij hier in Vlaanderen verstaan onder vrijwilligerswerk bij een sociale organisatie. Daarom is het belangrijk om te kijken naar de definitie in de vrijwilligerswet: “Vrijwilligerswerk betekent dat mensen zich onbezoldigd en op vrijwillige basis inzetten bij een organisatie die geen winst nastreeft.”
Vrijwilligers hebben een eigen juridisch statuut, met rechten en plichten. Om misbruik en problemen te voorkomen, moeten vluchtelingen hierover goed geïnformeerd worden.
Zwartwerk
Zo kan je geen vrijwilligerswerk verrichten bij een bedrijf, zoals een supermarkt of een bouwbedrijf. Want dat kan leiden tot oneerlijke concurrentie.
‘Vrijwilligers hebben een eigen juridisch statuut.’
Het is dus niet verstandig om hier in te gaan op het aanbod van ‘vrijwilligerswerk’. Volgt er controle door een sociale inspectiedienst, dan kan de zogenaamde vrijwilliger beschuldigd worden van zwartwerk. Sancties hangen boven het hoofd van de vrijwilliger en de organisatie. Voor beide geldt: goed informeren en opletten voor misbruik.
Melden aan Fedasil
Een vrijwilliger moet meestal nergens melden dat hij als vrijwilliger aan de slag is. Toch zijn er een aantal situaties waarbij men zijn vrijwilligerswerk en eventuele onkostenvergoeding moet melden.
Dit is het geval voor de vluchteling die een leefloon of een werkloosheidsuitkering ontvangt. Wie een leefloon heeft, moet vrijwilligerswerk melden aan zijn OCMW-assistent. Die moet akkoord gaan met de vrijwillige inzet. Krijg je een werkloosheidsuitkering, meld dan vrijwilligerswerk vooraf aan de vakbond of hulpkas. De RVA kan vrijwilligerswerk weigeren of beperken.
Verblijft de verzoeker om internationale bescherming of vluchteling in een opvangdienst van Fedasil, dan moet hij dit melden aan de maatschappelijk werker van zijn opvangdienst. In uitzonderlijke situaties kan Fedasil het vrijwilligerswerk verbieden wanneer het vrijwilligerswerk de goede werking van de opvangdienst belemmert, bijvoorbeeld bij vrijwilligerswerk dat ’s nachts uitgevoerd wordt.
In een opvangdienst krijgen asielzoekers soms een dagvergoeding. Deze mag gecombineerd worden met een vrijwilligersvergoeding, zolang het vrijwilligerswerk voorafgaandelijk werd gemeld bij Fedasil. Als de vluchteling geen uitkeringen ontvangt en ook niet verblijft in een opvangdienst van Fedasil, dan moet hij zijn vrijwilligerswerk nergens melden.
Wegwijzers naar vrijwilligerswerk
Vluchtelingen vinden via verschillende kanalen de weg naar vrijwilligerswerk. Fedasil moet verzoekers om internationale bescherming zo snel mogelijk informeren over de mogelijkheid tot vrijwilligerswerk. Toch blijft die informatie niet altijd hangen omdat wie hier pas aankomt al veel andere informatie moet verwerken en nog moet bekomen van het vluchten.
Daarom is het belangrijk dat ook andere sociale professionals tijdens contactmomenten de juiste weg wijzen naar vrijwilligerswerk. Denk bijvoorbeeld aan een medewerker van een lokaal opvanginitiatief of een trajectbegeleider van de dienst inburgering. Ook taalleerkrachten ‘Nederlands als tweede taal’ kunnen de weg wijzen.
‘Sommige vluchtelingen rollen bij toeval in vrijwilligerswerk.’
Nog een belangrijk verwijskanaal: het sociale netwerk van de vluchteling, bijvoorbeeld een vriend of lotgenoot die al in de organisatie werkt of de organisatie kent. Sommige vluchtelingen rollen ook bij toeval in vrijwilligerswerk. Een vluchteling gaat bijvoorbeeld langs bij de voedselbedeling of sociale kruidenier. Hij voelt er zich aangesproken en start als vrijwilliger.
Ook sommige gemeentes wijzen de weg. Ze hebben een eigen vrijwilligerspunt dat de vluchteling op weg helpt naar een passend aanbod. Refu Interim neemt een gelijkaardige taak op. Het is geen ‘klassiek’ interimkantoor, wel een sociaal project dat kansen biedt aan vluchtelingen om via vrijwilligerswerk een sociaal netwerk uit te bouwen.
Vrijwilligerswerk na verlies verblijfsrecht
Wil je vrijwilligerswerk doen, dan moet je een wettig verblijf hebben. Toch mogen in bepaalde situaties ook mensen zonder wettig verblijf vrijwilligerswerk doen. Zo mogen ook mensen die genieten van een recht op materiële opvang vrijwilligerswerk verrichten.
Voor verzoekers om internationale bescherming (asielzoekers), erkende vluchtelingen en subsidiair beschermden stellen zich geen problemen. Zij beschikken over een wettig verblijf. Moeilijker ligt het voor uitgeprocedeerde verzoekers die niet meer beschikken over een wettig verblijf. Zij kunnen enkel vrijwilligerswerk doen wanneer zij verder opvang genieten, bijvoorbeeld omwille van zwangerschap of het beëindigen van het schooljaar.
Hartverscheurende keuze
Toch komt het regelmatig voor dat personen zonder wettig verblijf vrijwilligerswerk doen, zonder dat zij in de uitzonderingscategorie vallen. De betrokken mensen en organisaties weten dat ook niet altijd. Toch kunnen ze beschuldigd worden van illegale tewerkstelling.
Zodra de organisatie het te weten komt, staat ze voor een hartverscheurende keuze. Moet ze de vrijwilliger de toegang ontzeggen? Samen met zijn vrijwilligerswerk, verliest de vluchteling dan ook de daaraan verbonden positieve stimulansen en actieve netwerken.
Geen invloed op beschermingsstatuut
Verzoekers om internationale bescherming moeten soms lang wachten vooraleer zij een definitief antwoord ontvangen over hun aanvraag. Vaak denken zij dat vrijwilligerswerk de kansen aanzienlijk verhoogt om later een beschermingsstatuut als erkend vluchteling of subsidiair beschermde te bekomen. Ze horen dit van landgenoten of van professionals zoals hun leerkracht of sociaal werker.
Dat klopt niet. Het statuut van erkend vluchteling of subsidiair beschermde, kan enkel onder heel specifieke voorwaarden toegekend worden. Die gaan vooral over het risico op vervolging of represailles bij terugkeer. Integratie en duurzame bindingen met ons land worden niet meegenomen bij die beoordeling.
Vrijwilligerswerk en Belg worden
Sommige vluchtelingen vragen zich af of hun engagement als vrijwilliger helpt om Belg te worden. Het Wetboek van Belgische nationaliteit stelt dat een meerderjarig persoon die tien jaar wettig in ons land verblijft en een van de landstalen spreekt, Belg kan worden mits hij het bewijs levert van “deelname aan het leven van zijn onthaalgemeenschap”.
Een omzendbrief stelt dat “actief betrokken zijn bij het Belgisch verenigingsleven” een duidelijk voorbeeld is van “deelname aan zijn onthaalgemeenschap”. Engagementen binnen een zelforganisatie worden hier niet gevaloriseerd, bijvoorbeeld een Syriër die zijn handen uit de mouwen steekt bij een organisatie die Syriërs verenigt en ondersteunt. Jammer dat de wetgever het helpen van de ‘autochtone’ gemeenschap hoger inschat dan het helpen van landgenoten.
Reacties
Zeker lezen
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Jongeren over gezond leven: ‘Ook wat ongezond is, kan gelukkig maken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies