Achtergrond

Oud en achter tralies: ‘Te weinig aandacht voor vergrijzing in de gevangenissen’

Diete Humblet, Stefaan De Smet, Hilde Maelstaf, Liesbeth Naessens

België telt bijna 500 gedetineerden ouder dan zestig. Hun aantal neemt elk jaar toe. Ze hebben noden die vaak niet gezien worden. Professionals die het wel zien, botsen op de limieten van de gevangeniscontext. Onderzoekers pleiten daarom voor een penitentiair ouderenbeleid.

Dossier:  

© ID / Bas Bogaerts

Extra kwetsbaar

Wie denkt aan mensen in de gevangenis, denkt doorgaans niet aan zestigplussers. Toch zaten er in 2020 maar liefst 489 zestigplussers in een Belgische gevangenis.FOD Justitie, persoonlijke communicatie, 2020.

Hoewel het om een minderheid gaat, is het toch een belangrijke groep. Hun aantal is bovendien de laatste jaren fors toegenomen en alles wijst erop dat die trend zich doorzet.

‘De impact van detentie op een oudere persoon is zeer groot.’

De impact van detentie op een oudere persoon is vaak zeer groot, zowel tijdens het verblijf in de gevangenis als nadien. Omwille van hun leeftijd is deze groep extra kwetsbaar. Net omdat het om een minderheid gaat, moeten we erover waken dat we hen niet vergeten.

Geen uniforme groep

Ouderen in de gevangenissen zijn geen uniforme groep. De individuele verschillen zijn groot. Sommigen zitten al jaren of zelfs decennia in de gevangenis. Anderen kennen de gevangeniswereld goed omdat ze er meerdere keren korte tijd verbleven. En nog anderen belandden er pas op latere leeftijd voor het eerst.

Niet enkel de detentiehistoriek maar ook hun gezondheid, levensloop of positie binnen de hiërarchie van de gevangenis maken dat er grote verschillen zijn in hoe ouderen detentie beleven.

Verlieservaringen

Ouder worden gaat gepaard met verlies. Mensen gaan er vaak psychisch, fysiek en sociaal op achteruit. Deze verlieservaringen worden niet of onvoldoende opgevangen in de gevangenis. Soms versterkt de gevangenisomgeving ze zelfs.

Een eerste opsluiting op latere leeftijd stelt het aanpassingsvermogen van iemand bijvoorbeeld extra op de proef. De band met kinderen en kleinkinderen wordt plots doorgeknipt, een leven in vrijheid gaat abrupt over naar een totaal verlies van autonomie.

‘Een vierde van de oudere personen in gevangenschap vertoont tekenen van depressie.’

Het mentaal welzijn van oudere gevangenen is een aandachtspunt. Ze zijn kwetsbaar voor psychische problemen die linken aan leeftijd, zoals vormen van dementie die vaak onder de radar blijven. Een kwart van de zestigplussers in gevangenschap vertoont tekenen van depressie, blijkt uit onderzoek. Een nog iets grotere groep zit in de risicozone voor zelfdoding. Bij 8 procent wordt dit risico zelfs ingeschat als ‘hoog’.

De meetinstrumenten die ouderdomsgerelateerde problemen in kaart brengen, werken minder goed in de context van een gevangenis. Daar heersen namelijk strenge regels en structuur. Mensen kunnen er minder autonoom beslissen en handelen. Daardoor kan je bepaalde problemen, zoals vergeetachtigheid of verlies aan praktische vaardigheden, minder snel detecteren.

Gevangenisleven

Oudere personen blijven ook verstoken van een volwaardige deelname aan het gevangenisleven. Professionals erkennen dat zowel het regime als de infrastructuur eerder gericht is op jongere gevangenen en dat ouderen zich moeten aanpassen. Dit staat in schril contrast tot de samenleving, waar actief ouder worden meer centraal staat.

‘Het regime en de infrastructuur zijn gericht op jongere gevangenen.’

Zo is arbeid in de gevangenis niet altijd aangepast aan de beperkingen die veroudering met zich meebrengt. En er zijn wel bewegingsactiviteiten, maar die zijn vaak gericht op krachtinspanning. Het minder bewegen zorgt voor een afname van de spiermassa en spierkracht, waardoor wandelen of sporten vermoeiend zijn.

Door niet meer deel te nemen aan deze activiteiten, komt de oudere in een vicieuze cirkel terecht en kan zijn mobiliteit relatief snel achteruitgaan. Dit kan veel gevolgen hebben, van een verhoogd valgevaar tot depressie en een verminderde kwaliteit van leven.

Het recht op een goede gezondheid en het streven naar een gezonde levensstijl staan in de gevangenis onder druk. Ook het recht op onderwijs, opleiding en recreatie komt in het gedrang.

Het onderwijs in de gevangenis is namelijk grotendeels gericht op de arbeidsmarkt. Zestigplussers zullen hier niet aan deelnemen. Doordat de ouderen zich ongeschikt voelen voor het aanbod, belanden ze in feite in een situatie van onderbescherming.

Briefjes om te communiceren

In gevangenissen verloopt de communicatie altijd op een gestandaardiseerde manier, die weinig rekening houdt met de motorische, sensorische of cognitieve problemen van oudere gedetineerden. Wil je beroep doen op een gevangenismedewerker, dan moet je een zogenaamd ‘rapportbriefje’ schrijven. Dat lukt niet iedereen.

Hulp- en dienstverleners in een gevangenis zouden best persoonlijk en rechtstreeks contact zoeken met oudere personen en communiceren op maat. Ze stappen best zelf op de meest kwetsbare ouderen af. Waar mogelijk moeten ze hulp- en dienstverlening tot bij de persoon brengen.

Bezoek

Voor iedereen die een straf uitzit, ongeacht de leeftijd, is het contact met de buitenwereld belangrijk. De behoefte aan contact met familie en vrienden is hoog. Hoewel de kans groot is dat het sociaal netwerk van ouderen in detentie krimpt, is dit op zich niet altijd alarmerend.

Veel oudere mensen worden selectiever in hun sociale contacten, maar deze moeten wel onderhouden worden. Intimiteit en gezamenlijke activiteiten zijn hierbij belangrijk. Dit wordt voor oudere mensen in de gevangenis wel erg moeilijk.

‘Veel oudere mensen worden selectiever in hun sociale contacten, maar deze moeten wel onderhouden worden.’

Zoeken naar manieren om de banden met partner, familie, kinderen, kleinkinderen en hechte vrienden te versterken is noodzakelijk. Een aanpassing van de bezoekregeling voor kinderen en kleinkinderen kan alvast een stap in de goede richting zijn.

Maar contact met de buitenwereld kent nog andere dimensies. Als de ouders nog leven, zijn ze hoogbejaard en kunnen zich vaak moeilijk verplaatsen. Sommige ouderen in detentie hebben ook een hulpbehoevende familie of partner. Omwille van hun straf zijn gedetineerden uitgesloten als mantelzorger of begeleider tijdens een terminale levensfase. Dit valt soms zwaar.

Re-integratie is niet evident

Wat na het verblijf in de gevangenis?

Voor alle gedetineerden is een sociaal netwerk fundamenteel voor een geslaagde re-integratie in de samenleving. Bij ouderen in detentie is de kans echter groot dat dit sociaal netwerk gekrompen is. Dat brengt hen in een moeilijkere startsituatie.

Werk vinden als oudere is al geen evidentie, laat staan voor wie uit de gevangenis komt. Wie pensioengerechtigd is, moet als voorwaarde voor een vervroegde invrijheidsstelling op zoek naar zinvolle dagbesteding of vrijwilligerswerk. Maar wat dit juist inhoudt en of het haalbaar is, is vaak onduidelijk.

‘Werk vinden als oudere is al geen evidentie, laat staan voor wie uit de gevangenis komt.’

Sommige ouderen geven het op en opteren om hun straf helemaal uit te zitten. Nog langer in de gevangenis, nog minder contacten en nog meer vervreemding van de snel veranderende buitenwereld verkleint de kansen op geslaagde re-integratie.

Ook het hebben van een woning is hier een belangrijke factor. Voor wie geen woning heeft is de situatie penibel. Terug bij de ouders gaan wonen, is meestal uitgesloten. De persoon komt dan terecht op de krappe huurwoningmarkt. Geen evidentie voor wie geen inkomen uit werk heeft, noch een vooruitzicht hierop.

Vervreemding van de samenleving

Wie lange tijd in de gevangenis verbleef, worstelt met veel moeilijkheden. Met het ouder worden vermindert ook het aanpassingsvermogen. Stimuli die dit kunnen vermijden, zijn afwezig in de gevangenis.

Een jarenlange straf, zonder veel externe contacten, zorgt voor vervreemding van de samenleving. De angst voor het onbekende is groot en hypothekeert een succesvolle terugkeer naar de samenleving.

Iedereen kan een sleutelfiguur zijn

De bewustwording rond de vergrijzing in onze gevangenissen groeit, gelukkig maar. Een podcast van VRT-journaliste Doruntina Islamaj en bijhorende aandacht in het Journaal en Terzake, bracht het onderwerp onder de aandacht bij het brede publiek.

En enkele initiatieven stemmen hoopvol. Zo is er in het renovatieplan voor de gevangenis van Merksplas sprake van een ouderen- en een geriatrische afdeling. In het Penitentiair Complex Brugge wordt een afdeling voorzien voor een tiental zelfredzame, oudere gedetineerden.

Infrastructuur op maat voor deze doelgroep is een belangrijke stap, maar niet de enige te nemen horde. Gevangenispersoneel weet vaak te weinig over verouderingsprocessen, hoe deze te herkennen en hoe ze er gepast op moeten inspelen, zonder te vervallen in stereotypen.

‘Het lot van ouderen achter tralies ligt in handen van individuele professionals.’

Er is nood aan professionalisering. Iedereen die werkt met oudere personen in detentie kan een mogelijke sleutelfiguur zijn in het signaleren en rapporteren van hun specifieke noden en behoeften.

Voor mensen die werken met oudere personen in een gesloten context, ontwikkelden enkele onderzoekers van hogeschool Odisee daarom een e-learning. De bijhorende gesprekskaarten helpen om in gesprek te gaan met de ouderen.

Penitentiair ouderenbeleid

Het voorbije decennium namen een aantal Vlaamse onderzoekers de oudere populatie in de gevangenis in beeld. Zij verenigden zich in een denktank die onlangs haar Witboek lanceerde met aanbevelingen voor een holistische aanpak van vergrijzing in onze gevangenissen.

Ondanks het pionierswerk van enkele voorvechters, kennen we in België nog steeds geen overkoepelend penitentiair ouderenbeleid. Dat de doelgroep niet aan bod komt in het recente strategisch plan hulp- en dienstverlening aan gedetineerden en geïnterneerden is een gemiste kans.

De afwezigheid van zo’n penitentiair ouderenbeleid vereist van professionals een groot improvisatievermogen. Zij die aandacht hebben voor het thema, moeten in hun eentje op zoek naar oplossingen en botsen daarbij op de limieten van de gevangeniscontext. De omgang op maat van oudere mensen in detentie zou verankerd moeten worden in de opleidingen voor penitentiair personeel.

Intussen ligt het lot van de ouderen achter tralies in handen van individuele professionals. Houden de ouderen zich stil op de achtergrond, dan dreigen hun noden en zorgen onopgemerkt te blijven. Dit is nochtans een gedeelde verantwoordelijkheid, die moet ingebed worden in een globale professionele detentiecultuur.

Reacties [2]

  • Frank Dierickx

    Ik weet niet niet hoeveel veroordelingen België nog moet of wil oplopen, maar het gevangenisbeleid deugt voor geen meter. Niet voor jongeren, niet voor mentaal kwetsbare personen, niet voor … voor niemand eigenlijk. Ons land zit op dat vlak nog halverwege de twintigste eeuw. Het huidige beleid, ik noem geen namen, zet alleen maar in op harder, langer, vaker en meer straffen. Zo gaan we er echt niet komen.

  • Julien Van Geertsom

    Het gebrek aan aandacht voor ouderen in het penitentiair beleid, is slechts een illustratie van de algemene blindheid van het beleid voor de specifieke noden en behoeften van ouderen. Dit ondanks een steeds groeiende groep ouderen (in 2018 was meer dan 50% van de kiezers ouder dan 5O).

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.