Achtergrond

‘Sporten in de gevangenis gaf me perspectief’

Ludo Serrien

Regelmatig sport beoefenen, is goed voor lichaam en geest. Voor mensen in detentie is het ook een opstap naar andere activiteiten. In de gevangenis waar afzondering en isolement de regel zijn, kan sport een groot verschil maken. Dat ondervond ook Okan: vijf maanden na zijn verblijf in de gevangenis van Hasselt blikt hij terug en kijkt hij vooruit.

detentie

© ID / Mies Cosemans

Positieve dingen doen

Okan was voor zijn detentie al sportief. In de gevangenis ervaarde hij nog sterker de meerwaarde van sport.

“Het wekelijks sporten op maandag deed me beseffen hoe belangrijk het is om met positieve dingen bezig te zijn. Dat gevoel motiveerde me om op dinsdag deel te nemen aan andere groepsactiviteiten. Ik leerde ervan te genieten om samen lekkere pasta te koken of deel te nemen aan een boeiend groepsgesprek.”

‘Door deel te nemen aan groepsactiviteiten, veranderde ik als persoon.’

“Voordien leefde ik in een wereld van criminaliteit, op zoek naar nieuwe kicks. Ik had nog nooit met andere mensen ideeën gedeeld. Door deel te nemen aan sport- en groepsactiviteiten, ontwikkelde ik nieuwe gewoontes en veranderde ik als persoon. Ik maakte concrete plannen om niet opnieuw in vroegere patronen terecht te komen.”

Twaalf mannen

Die ervaring sluit naadloos aan bij de ambitie van het Europese project ‘Sports in Prison, a Plan for the Future’ (SPPF) waaraan hij participeerde: via sportactiviteiten werken aan positieve doelen tijdens en na detentie.Het project liep van januari 2020 tot december 2022.

In Vlaanderen werd dit project gecoördineerd door De Rode Antraciet, een organisatie die zich focust op sport en cultuur in de gevangenis. In twee Vlaamse gevangenissen werd er aan de slag gegaan. In Beveren was er ‘Start 2 Coach’ waar gedetineerden opgeleid werden tot aspirant-voetbalcoach, in de gevangenis van Hasselt was er ‘Going for Goals’.

De begeleiding van de sport- en groepsactiviteiten in de gevangenis Hasselt gebeurde door vzw Arktos. Samen met sportfunctionaris Nele Vanderstraeten van De Rode Antraciet trok Arktos-medewerker Broos Gijbels er de kar.

“We stelden een groep samen van twaalf mannen tussen de 18 en 30 jaar die zicht hadden op vrijlating. Dat criterium was belangrijk omdat we ook werkten rond terugkeer naar de samenleving. Voor de sportactiviteiten op maandag kreeg ik extra ondersteuning van een sportmonitor. Op dinsdag begeleidde ik de groepsactiviteiten”, aldus Broos.

Minder zorgen in je hoofd

Okan was meteen gemotiveerd voor het aanbod: “Via zelfstudie bereidde ik me in mijn cel voor op een opleiding tot personal trainer. Sport is mijn passie, dus moest ik niet lang nadenken om mee te doen aan dit project. Onderschat niet wat sporten doet met een mens. Als je sport, blijven er minder zorgen in je hoofd hangen.”

‘Onderschat niet wat sporten doet met een mens. Als je sport, blijven er minder zorgen in je hoofd hangen.’

Voor Okan waren de aansluitende groepsactiviteiten minstens even belangrijk: “Ik voelde meteen dat het mij uitdaagde om positieve dingen te doen die ik nog nooit had gedaan. We konden de activiteiten zelf kiezen: een potje koken, een film bekijken… Ik heb zelfs voedingsschema’s gemaakt en die in de groep voorgesteld.”

“Vooral de groepgesprekken waren nieuw voor mij. We vertrokken steeds van een wit blad en iedereen kon een thema inbrengen. Het ging over onderwerpen of vragen waarbij ik vroeger zelfs bij mijn vrienden nooit terecht kon: over geloof of de verhoudingen tussen man en vrouw. Ernstige zaken dus, waarbij je je soms ook kwetsbaar opstelt of kleur moet bekennen over je waarden en normen.”

sporten in gevangenis

Okan: “In een gevangenis is alles heel strikt georganiseerd. Daarom was dit project een verademing.”

© ID / Mies Cosemans

Verantwoordelijkheid nemen

Broos zag de deelnemers verantwoordelijkheid opnemen: “Toen ik bij de start van het project aan de groep vroeg wat ze wilden doen, reageerden ze verwonderd: ‘Wat is dat nu voor een vraag?’ Deze mensen zijn gewend om in de gevangenis alles te ondergaan en nergens over te beslissen.”

‘In een gevangenis is alles heel strikt georganiseerd. Daarom was dit project een verademing.’

“Dit project doorbrak die gelatenheid. Elke week werd er een planning opgesteld voor het volgende sportmoment. Zo leer je om samen verantwoordelijkheid op te nemen. Tijdens de sportactiviteiten is er wel een vorm van toezicht, maar de groep zelf moet ervoor zorgen dat alles goed verloopt. Dat is wellicht ook de verklaring waarom er nooit incidenten zijn geweest.”

Okan: “Sommige mannen in de groep had ik vooraf nog nooit gezien. Omdat iedereen bewust voor het project koos, merk je snel dat er wederzijds respect groeit. Er komt niemand naar de groep om ruzie te zoeken of of om hasj te verkopen. Dat kunnen ze elders in de gevangenis al genoeg.”

Vrije ademruimte

Dat Arktos, een organisatie buiten de gevangenismuren, het project begeleidde is geen detail. Het geeft aan het initiatief ook een vrije, autonome ruimte waarin veel kan, ook in de context van een gevangenis.

Okan ervaarde dat zelf: “In een gevangenis is alles heel strikt georganiseerd. Daarom was dit project een verademing. In groepssessies ging het er altijd respectvol maar soms stevig aan toe. Je moest je niet inhouden om ronduit je gedacht te zeggen.”

Na de gevangenis

De onderzoeksgroep Sport en Society (VU Brussel) screende alle Europese projecten binnen het SPPF-programma. Deze onderzoekers besluiten dat het aantal sportactiviteiten onder impuls van dit programma sterk is toegenomen.Schaillée H., Derom I., Theeboom M., (2021) ‘Sport in de gevangenis: een sleutel tot succes voor het even na detentie?’, Sport en wetenschap, 4, 18.Maar ook opvallend: slechts een kwart van alle projecten biedt een follow-up traject aan, na verblijf in de gevangenis.

Dat is een gemiste kans. Als de focus enkel ligt op het verblijf binnen de gevangenismuren en er na detentie geen opvolging is, blijft de slagkracht van dit soort projecten beperkt. Daarom legde De Rode Antraciet de focus op een betere verbinding tussen de wereld binnen en buiten de gevangenismuren.

‘Als er na detentie geen opvolging is, blijft de slagkracht van dit soort projecten beperkt.’

Broos vertelt hoe dat in Hasselt liep: “In de tweede fase van het project volgden we deelnemers op na hun detentieperiode. We richtten ons hier op alle levensdomeinen maar met het vinden of behouden van werk als ultiem doel.”

“Groepsactiviteiten verderzetten na detentie, bleek minder evident. Oorspronkelijk was het de bedoeling om enkel individuele contacten te organiseren. Maar enkele projectdeelnemers spraken na hun detentie met elkaar af. Daarom overwegen we nu alsnog een groepsaanbod.”

Sport en gevangenis

Broos: “Mensen zijn gewend om in de gevangenis alles te ondergaan en nergens over te beslissen. Dit project doorbrak die gelatenheid.”

© ID / Mies Cosemans

Houvast bieden

Marie-Lou Libbrecht maakt aan de Universiteit Gent een doctoraat over sport in de gevangenis. Voor Okan en Broos is ze geen onbekende: Marie-Lou nam vaak deel aan de activiteiten van dit project.

Dat was een bewuste keuze, zegt Marie-Lou: “Door deel te nemen, krijg je als onderzoeker niet alleen zicht op de concrete situatie, maar ook gemakkelijker het vertrouwen van gedetineerden. Je bent meer dan een buitenstaander. Bovendien maken individuele gesprekken met gedetineerden duidelijk dat begeleiders die ze kunnen vertrouwen cruciaal zijn. Toch is het hulpaanbod in de gevangenis zeer beperkt.”

“Eens terug in de buitenwereld is het ook moeilijk om sport- en andere vrijetijdsactiviteiten voort te zetten. Sommigen komen in een overleefmodus die weinig ruimte geeft. Omdat ze binnen de gevangenis konden genieten van de positieve ervaringen, weten ze nu pas echt wat ze missen. Het is nodig dat ze voor hun dagelijkse zorgen bij iemand terechtkunnen, de justitie-assistent bijvoorbeeld. Dat geeft hen zuurstof om opnieuw aan te pikken bij allerlei sport- en groepsactiviteiten buiten de gevangenis.”

Ook Marie-Lou wijst daarmee op het belang van projecten die binnen en buiten de gevangenismuren actief zijn. “Ook voor ex-gedetineerden kan sport erg belangrijk zijn: het stimuleert nieuwe sociale contacten. Het is nodig om te zorgen dat iedereen aan boord blijft en vooral na de detentie niet in het zwarte gat terechtkomt.”

Wat nu?

Gino Campenaerts erkent wat Marie-Lou zegt. Gino werkt bij de Rode Antraciet en was inhoudelijk coördinator van het volledige Europese SPPF-project. In Beveren was hij ook verantwoordelijk voor ‘Start 2 Coach’. Hij heeft met zijn ervaring goed zicht op ‘Wat nu?’

“Via sport werken aan re-integratie van gedetineerden heeft veel potentieel. Sport heeft een lage drempel waardoor je in de gevangenis een grote groep mensen aanspreekt. Maar om succesvol te zijn, moet je al tijdens de detentie werken aan de periode nadien. Het is een cliché, maar de brug naar buiten begint binnen.”

‘De brug naar buiten begint binnen.’

Zijn grootste aanbeveling sluit dan ook aan bij de conclusies van de VUB-onderzoekers. Een vervolgtraject na detentie is cruciaal. “Op het moment iemand vrijkomt moeten we klaarstaan met hulp en ondersteuning. Mensen die vrijkomen botsen op drempels naar werk, wonen en sociale contacten… Als we recidive willen voorkomen dan moet er op veel vlakken opvolging zijn. Zonder heeft het weinig zin om dit soort projecten uit de grond te stampen.”

Al wil Gino het ook in perspectief zien. “De Europese samenwerking heeft ook dingen blootgelegd. In een aantal betrokken landen hebben gedetineerden zelfs geen recht op een sportaanbod in de gevangenis. Bij ons gelukkig wel. Alleen pleit ons dat niet vrij. Als we echt sociale impact willen dan moeten we investeren in sociaal werkers die ex-gedetineerden ondersteunen. Nu ontbreekt het daaraan nog te vaak. We laten kansen liggen.”

Terug vrij

Okan pakte wel zijn kans. Hij is inmiddels vijf maanden vrij: “Na mijn vrijlating kon ik rekenen op een goed vangnet. Dat is zeker niet zo voor alle groepsleden. Daarom is ondersteuning na detentie enorm belangrijk.”

“Ik geniet van elke dag, met veel minder stress. Ik open binnenkort in Genk een horecazaak: ‘La Bursar’ waaraan ik later ook iets met sport wil aan koppelen. Ik werk daarvoor samen met andere personal trainers in de regio. Ik zie mijn toekomst positief in.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.