Geen thema
Opvallend, zegt professor Margaret Alston over het feit dat rampen bijna geen thema zijn in het sociaal werk in Europa. Voor de Australische sociaalwerkonderzoeker van de University of Newcastle is het al jarenlang het hoofdthema van haar onderzoek. Met ‘Social work and disasters: A handbook for practice’ schreef ze er zelfs een handboek voor praktijkwerkers over.
‘Australië heeft de laatste decennia heel wat rampen doorstaan.’
Maandenlange bosbranden, zware overstromingen, extreme droogte: Australië heeft de laatste decennia helaas heel wat rampen moeten doorstaan. Rampen met niet alleen grote gevolgen voor de natuur, maar ook voor de mens, en niet in het minst de meest kwetsbare mensen. “We worden in Australië wel gedwongen om er aandacht aan te besteden. Om actie te ondernemen zodat we mensen beter kunnen beschermen en helpen.”
“Ook in Europa zouden sociaal werkers zich beter moeten voorbereiden op rampen”, vertelt Alston aan Sociaal.Net. Ze was dan ook blij met de uitnodiging om op de Europese Sociaalwerkconferentie haar expertise te komen delen in een sessie gewijd aan ‘Disaster Social Work’ of sociaal werk bij rampen.
Overstromingen in Wallonië
Want door klimaatverandering zal ook ons continent vaker geconfronteerd worden met natuurrampen, waarschuwt de Australische experte. Dat sociaal werkers hier helemaal niet op voorbereid zijn, bleek bijvoorbeeld tijdens de zware overstromingen in Wallonië in de zomer van 2021.
Zo getuigen twee medewerkers van het OCMW van Verviers in een video tijdens Alstons sessie op de conferentie over hoe ze totaal overrompeld werden door de situatie. Diensthoofd Philippe Hardy vertelt dat ze er nooit aan gedacht hadden om zich voor te bereiden op een klimaatramp. “Het was pas toen we bij het opstaan zagen dat de straten blank stonden, dat we ons afvroegen: ‘Wat is er aan de hand?’ En dan moet je reageren.”
‘We hebben de dingen aangepakt op het moment dat ze op ons afkwamen.’
Toen het rampenplan in de regio in werking trad, werd het team van het OCMW dat normaal individuele noodsituaties opvangt, gevraagd om de crisis mee te managen. Coördinator Serafina Fortuna: “De eerste twee dagen hebben mijn team en ik bijna in afzondering doorgebracht op de plek die opgericht was om geëvacueerde getroffenen en materiële hulp te ontvangen.”
“We hebben de dingen aangepakt op het moment dat ze op ons afkwamen”, vertelt Fortuna. In het begin was het chaos. Terwijl hulpgoederen van alle kanten toestroomden, kwamen mensen ook huilend vertellen dat ze alle contact met vrienden of familie verloren waren. Tegelijk was het voor de medewerkers zwaar om zelf volledig afgesloten te zijn van de rest van de stad. “Er was geen tijd om het nieuws te volgen.”
Oorlogszone
De term ‘oorlogszone’ valt regelmatig in het verhaal van de OCMW-medewerkers. Na de chaos van de eerste 48 uur, begonnen zaken beter georganiseerd te verlopen. Fortuna: “Mensen konden ondergebracht worden in grote opvangstructuren, zoals sportzalen. Stilaan konden we terug ademhalen en meer op lange termijn beginnen werken.” Denk bijvoorbeeld aan de herhuisvesting of opvolging van aanvragen bij een noodfonds voor de vele mensen die niet verzekerd waren, maar die wel alles kwijt waren.
“Superhelden”, zo noemt Philippe Hardy de sociaal werkers. “De overstromingen waren een drama. Maar deze ramp heeft ook getoond dat mensen zich snel kunnen aanpassen en reageren volgens hun competenties. Iedereen slaagde erin om zijn rol te vinden. Eén keer we de situatie in handen hadden, slaagden we erin om het nodige te doen om de mensen te helpen.”
‘In een rampensituatie zet je uitzonderlijke zaken op. Maar je kan dat niet lang volhouden.’
Uiteindelijk kregen ze de noodsituatie onder controle. “Maar het had ook geen vijftien dagen mogen duren”, zegt Fortuna. “In een rampensituatie zet je hele uitzonderlijke zaken op. Soms doe je quasi irrationele dingen die je in normale tijden nooit zou doen. Maar je kan dat niet lang volhouden.”
Ondanks hun puik werk, blijft wel het feit dat sociaal werkers in Verviers compleet verrast werden door dit drama. Dat zou anders kunnen. “Je weet nooit wat er echt staat te gebeuren of wat de omvang van de ramp zal zijn. Ook emotioneel kan je je nooit echt voorbereiden. Zo kan je niet voorbereid zijn op het vinden van doden”, zegt Hardy. “Maar je moet je toch minimaal voorbereiden op hoe je je kan organiseren. Samen met andere relevante actoren, zoals politie, brandweer of het Rode Kruis, moet je dus denkoefeningen doen.”
Rampenplannen
Dit sluit aan bij het betoog van Alston, die pleit voor een grotere rol van sociaal werkers in rampenplannen. Want sociaal werkers zijn belangrijk als er zich een ramp voordoet volgens de Australische professor. “Uit onderzoek dat we vorig jaar deden na overstromingen in Lismore (een stad in Australië, red.) vorig jaar bleek dat sociaal werkers heel snel een leidersrol op zich hadden genomen en een gigantische steun voor de gemeenschap bleken. We moeten waarderen wat sociaal werkers in zo’n situatie te bieden hebben.”
‘Sociaal werkers moeten deel uitmaken van de kerngroepen die rampenplannen uittekenen.’
“De laatste jaren neemt de aandacht voor sociaal werk in rampensituaties in Australië toe”, zegt Alston. “Maar we zijn er nog niet. In een ideale situatie maken sociaal werkers deel uit van de kerngroepen die rampenplannen uittekenen.”
De professor pleit voor meer aandacht voor rampen in de opleidingen sociaal werk. “Je moet je voorbereiden op mogelijke rampen. En je moet weten hoe je moet omgaan met mensen die blootgesteld werden aan een ramp. Om te beginnen tijdens de ramp, maar ook erna.”
Snel en veerkrachtig reageren
Is dat werkelijk relevant voor alle sociaal werkers? Volgens Alston wel. “Zelfs het ‘gewone’ sociaal werk kan impact ondervinden van een ramp. Stel je bent sociaal werker in een ziekenhuis en er doet zich een ramp voor, dan zullen de ziekenhuizen overspoeld worden met slachtoffers. Of je werkt bij een dienst die uitkeringen verstrekt. Ook dan moet je weten hoe je snel kan inspelen op een nieuwe situatie waarbij plots erg veel mensen in financiële nood zijn.”
‘Wen maar al aan het idee dat rampen je zullen treffen.’
Alston vindt dat elke organisatie moet stilstaan bij de vraag wat ze kunnen doen als er zich een ramp voordoet. “Je moet hier vooraf over nadenken. In Australië beginnen meer en meer organisaties dat doen. Ze doen oefeningen, waardoor ze als het nodig is snel en veerkrachtig zullen kunnen reageren.”
“Wen maar al aan het idee dat rampen je zullen treffen”, geeft Alston mee. “Je mag vooral niet denken dat het jou niet zal overkomen. Of dat als er zich een ramp voordoet, het geen impact zal hebben op jouw job. Het ligt iets ingewikkelder.”
Hulpverlener en slachtoffer tegelijk
Zo bestaat bijvoorbeeld de kans dat je organisatie ook getroffen wordt. In Verviers bijvoorbeeld, stonden een deel van de OCMW-gebouwen onder water.
Alston vertelt hoe ze in haar onderzoek regelmatig ziet hoe sociaal werkers tijdens een ramp naast hulpverlener, zelf ook slachtoffer kunnen zijn. Ook daarover getuigden de OCMW-medewerkers van Verviers: een deel van de sociaal werkers kon niet komen werken omdat hun eigen huis overstroomd was. De teams moesten de ramp dus het hoofd zien te bieden met een pak minder mensen dan normaal.
Enorme verliezen
Hoe allesoverheersend een ramp het sociaal werk kan treffen, kon iedereen ervaren toen in 2020 de coronapandemie de kop op stak. Want ook deze pandemie wordt door velen erkend als een ramp, vertelt de professor.
‘Een terreuraanslag is evenzeer een ramp.’
“Een ramp is elke ongewone gebeurtenis die voor enorme verliezen of vernieling zorgt. Het kan ook rechtstreeks of onrechtstreeks door de mens veroorzaakt zijn, zoals aardverschuivingen door landontginning of een olielek. Sommige rampen ontstaan niet plots, maar komen traag op gang, zoals droogte. Het gaat ook niet alleen om natuurrampen. Een terreuraanslag is evenzeer een ramp.”
Safety first
Doet er zich zo’n ramp voor, wat is dan het eerste wat mensen nodig hebben? Alston is heel duidelijk: “Veiligheid.”
“Je moet naar de plekken gaan die het zwaarst getroffen zijn en mensen uit het gevaar weghalen. In de onmiddellijke paniek na een ramp hebben mensen vooral een gevoel van veiligheid nodig. Dat betekent vaak letterlijk een plek opzetten waar mensen heen kunnen en waar ze veilig zijn. Als communicatie met de getroffen gebieden moeilijk is, moet je dat ook zo snel mogelijk proberen opzetten.”
Wie is kwetsbaar?
In die onmiddellijke nasleep van een ramp, kunnen sociaal werkers een belangrijke rol spelen. “Zij hebben vaak een goed idee van wie de meest kwetsbare mensen zijn. Ze zijn ook ervaren in het helpen met praktische zaken, zoals onderdak of kleding.”
‘Je moet mensen de kans geven om te praten over wat ze net meegemaakt hebben.’
Een luisterend oor bieden is ook belangrijk volgens Alston. “Je moet mensen de kans geven om te praten over wat ze net meegemaakt hebben. Want vaak raken ze niet onmiddellijk wijs uit wat hen overkomen is. Mensen hebben er nood aan om bij hun ervaring stil te staan. Ze zitten met veel vragen, zoals ‘wat is er net gebeurd?’ Of ‘had ik dingen anders kunnen doen, waardoor het anders zou zijn afgelopen?’”
Geen vreemde thema’s
Waar worstelen slachtoffers van een ramp voornamelijk mee? Alston somt de vier belangrijkste issues op. Slachtoffers ondervinden een toename van fysieke en mentale gezondheidsproblemen. Cliënten geraken geïsoleerd van hun ondersteunend netwerk. Er is een toename van huiselijk geweld. En er is een toename van dakloosheid en financiële zorgen.
Deze thema’s zijn sociaal werkers niet vreemd. Ze hebben ervaring om met mensen te werken die iets moeilijk meemaken, zoals een overlijden of een uithuiszetting. “Die ervaring kan helpen. Toch is de shock waarin mensen verkeren na een ramp van een andere orde”, zegt Alston. “De shock is aanzienlijk, omdat het over een onverwachte, overweldigende en levensveranderende gebeurtenis gaat. Bovendien is het alomtegenwoordig: naast die ene cliënt die voor je zit, zijn ook nog heel veel andere mensen getroffen. En misschien ben je ook zelf getroffen.”
Indrukwekkende krachttoer
Alston zegt erg onder de indruk te zijn van hoe sociaal werkers bij de overstroming in het Australische Lismore in actie geschoten zijn. “Sommige gemeenschappen waren afgesloten van alle communicatie. Enkele sociaal werkers slaagden erin om ernaartoe te trekken en de communicatie terug op te starten. Er werden ook ‘hubs’ opgezet: plekken waar mensen konden samenkomen, een kop koffie kregen en als ze wilden een praatje konden slaan. Het had een enorme positieve impact op de mensen.”
‘Je hebt bij een ramp een sterke overheid nodig. Die snel en juist reageert. Zonder dat, kan je niet veel doen als sociaal werker.’
“Het was werkelijk inspirerend wat de sociaal werkers daar konden realiseren. Zeker als je weet dat velen zelf getroffen familie hadden. Ook burgers hebben een belangrijke rol gespeeld. Het ging vooral om inheemse vrouwen. Ze boden bijvoorbeeld praktische hulp en organiseerden ‘healing circles’, waar mensen kwamen om te reflecteren over wat hen overkomen was.”
Ondanks die indrukwekkende krachttoer van sociaal werkers en burgers, blikt Alston toch kritisch terug op de reactie op de overstromingen in Lismore. “De mooie dingen die gebeurden als reactie op de overstromingen gebeurden eerder spontaan. Je mag dat eigenlijk niet aan het toeval overlaten. We waren niet goed voorbereid en te laat gewaarschuwd. Een grote verantwoordelijkheid ligt bij de overheid. Achteraf zijn er ook heel wat mensen bij het betrokken overheidsagentschap ontslagen. Je hebt bij een ramp een sterke overheid nodig. Die snel en juist reageert. Zonder dat, kan je niet veel doen als sociaal werker.”
Kwetsbaarheidsregister
Los van de grote verantwoordelijkheid van de overheid, kunnen sociaalwerkorganisaties zich ook voorbereiden. “In Australië zie je steeds meer organisaties die een rampenplan hebben zodat iedereen weet wat hij moet doen bij een ramp. Soms worden ook oefeningen gehouden. Het helpt ook als je al linken legt met belangrijke spelers, zoals politie en ziekenhuizen. In het geval van een ramp, kan je dan snel schakelen omdat de contacten al bestaan.”
‘Sociaalwerkorganisaties kunnen zich ook voorbereiden.’
Tijdens een ramp is het belangrijk meteen te weten wie de meest kwetsbare personen zijn die getroffen zijn, vertelt Alston. “Daarom kan een kwetsbaarheidsregister aanleggen handig zijn: lijsten van mensen die in het geval van een ramp hulp zullen nodig hebben. Denk aan bijvoorbeeld mensen met een handicap of ouderen die alleen wonen. Het zijn vaak lokale overheden die daartoe het initiatief nemen, maar als organisatie die met kwetsbare mensen werkt, kan je ook zelf beslissen om zo’n lijst te maken.”
In Australië worden ook burgers aangeraden om voorbereid te zijn. “In veel gebieden is het raadzaam om een noodkit te hebben: een soort van rugzak met belangrijke documenten zoals geboorteakte, verzekeringsdocumenten en paspoorten. Iedereen in het gezin weet waar die zak ligt. Naast die noodkit met papieren hebben veel mensen ook een tweede zak met persoonlijke dingen, zoals foto’s of de favoriete knuffel van je kind.”
Veerkrachtig
Burgers helpen voorbereid zijn, zoals het Rode Kruis in Australië doet, is één manier waarop het sociaal werk mee kan bouwen aan een samenleving die veerkrachtig is tegen rampen. Maar het sociaal werk kan nog meer doen, volgens Alston. Op lokale schaal, zoals kwetsbaarheden detecteren en lobbyen voor middelen om die aan te pakken. Maar ook op grotere schaal, zoals pleiten voor klimaatactie.
‘We staan voor een scharniermoment in de wereld en in het sociaal werk.’
“We staan voor een scharniermoment in de wereld en in het sociaal werk. Rampen evolueren van sporadisch naar continu. Ook pandemieën zijn blijvers. Sociaal werkers zullen cruciale frontliniewerkers in deze rampenomgeving zijn. Zijn jullie er klaar voor?”, eindigt de professor haar betoog tegen de Europese sociaal werkers.
Reacties [1]
Dit is een belangrijke boodschap, en goed dat die opnieuw herhaald wordt. Ik mis wel wat de link met wat er wel al gedaan wordt in ons land en hoe deze boodschap eerder al werd gegeven bvb na de terreuraanslagen. Een linkje met wat DSI bij het Rode Kruis doet, de expertise van de psychosociaal managers of hoe het nu staat met de coördinatie van de hulpverleners zou in dit kader toch ook interessante info zijn.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies