Achtergrond

Schuldhulpverlening wordt steeds complexer

Tanne Somers, Hans Ledegen

Schuldhulpverleners worden dagelijks geconfronteerd met steeds complexere dossiers. Dat stelt SAM, steunpunt Mens en Samenleving vast. Mensen kampen met veel schaamte en onzekerheid en wachten vaak te lang voor ze de stap naar de hulp zetten. Het resultaat? Meer schuldeisers en zwaardere schulden.

Schuldhulpverlening

© Pexels / Mikhael Nilov

Topje van de ijsberg

Meer dan 53.000 Vlaamse gezinnen klopten in 2020 aan bij een OCMW of CAW voor budget- en schuldhulpverlening. Het gaat niet enkel om gezinnen met schulden, maar ook om gezinnen met betalingsmoeilijkheden.Deze tekst is gebaseerd op de onderzoeken van SAM, steunpunt Mens en Samenleving, over schuldhulpverlening.Er tekent zich een duidelijk en-en-verhaal af: mensen kampen met een overmatige schuldenlast én vinden het moeilijk om hun budget te beheren.

‘Schulden brengen heel wat schaamte en onzekerheid met zich mee.’

De cijfers zijn gebaseerd op de registratie van hulp- en dienstverlening door de OCMW’s en CAW’s, de enige sociale organisaties die mogen bemiddelen in schulden. Maar niet iedereen met schulden klopt aan bij een OCMW of CAW. Het aantal gezinnen met schulden is dus wellicht veel groter.

Veel mensen hebben de stap naar de schuldhulpverlening nog niet gezet. Ze gaan zelf op zoek naar oplossingen of komen niet meer terug na een eerste gesprek. De drempel om hulp te vragen, is groot. Schulden brengen heel wat schaamte en onzekerheid met zich mee. Mensen durven geen hulp zoeken. Dat maakt het moeilijk om het schuldenprobleem in ons land in kaart te brengen.

Het dagelijks leven is te duur geworden

Hoe komt het dat zoveel mensen in de schulden verzeild geraken?

Het is moeilijk om een eenduidig antwoord te geven op deze vraag. Maar het staat vast dat de huidige samenleving hieraan bijdraagt. De kloof tussen het inkomen en het budget dat je in onze samenleving nodig hebt om van te leven, is groot. Het dagelijks leven is te duur geworden. Veel mensen kunnen het financieel niet langer trekken.

De laatste jaren zijn er steeds meer schulden die voortkomen uit vaste kosten. Het aantal energieschulden schiet de hoogte in, telecomschulden komen vaker voor en huurschulden nemen toe. Mensen slagen er niet meer in om een bedrag opzij te zetten voor bijkomende kosten, zoals bij torenhoge energieafrekeningen.

De dagelijkse kosten nemen een te grote hap uit het budget, er blijft niet genoeg over om andere schulden te kunnen betalen. Bovendien zijn er steeds meer mensen met vervangingsinkomens. Zij worden financieel zwaarder getroffen door de stijgende levensduurte.

Alleen is maar alleen

Een vervangingsinkomen is niet de enige risicofactor voor het ontstaan van schulden. Ook de gezinssamenstelling speelt een rol: bijna de helft van de mensen met schulden heeft geen partner en woont alleen.

‘Steeds meer schulden komen voort uit vaste kosten.’

Alleenstaanden staan er letterlijk alleen voor op financieel vlak. Ze kunnen de huur en de vaste kosten niet delen en zijn minder bestand tegen de financiële gevolgen van een onverwachte gebeurtenis, zoals ziekte of het verlies van hun job. Het lijkt erop dat onze samenleving niet gemaakt is om alleen te zijn.

Brute pech

Wie schulden heeft, botst regelmatig op vooroordelen. Mensen met schulden worden nog te vaak beschouwd als een zwakkere groep, een groep die koopverslaafd is en veel kredieten aangaat. Deze redenering is stigmatiserend en klopt niet, zo blijkt uit onderzoek. Je hoeft geen wanbetaler te zijn om in een schuldenspiraal terecht te komen. Sterker nog, vaak is het gewoon een kwestie van brute pech.

‘Je hoeft geen wanbetaler te zijn om in een schuldenspiraal terecht te komen.’

Sommige mensen worden plots ernstig ziek en vallen terug op een uitkering. Of ze verzeilen in een echtscheiding en kunnen de kosten niet meer door twee delen. Hun inkomsten krimpen, maar ze passen hun uitgaven niet meteen aan en maken ‘aanpassingsschulden’.

Het is moeilijk om je aan te passen als je gewend bent om volgens bepaalde standaarden te leven. Iemand die plots een uitkering krijgt, kan zijn levensstijl misschien nog een tijdje aanhouden dankzij spaargeld. Maar als dat spaargeld op is en hij zijn gedrag niet aanpast, maakt hij schulden. En dan is het heel moeilijk om uit de schuldenspiraal te geraken.

Complexe dossiers

De voorbije jaren is de complexiteit van de schuldendossiers sterk toegenomen. Sociaal werkers geven aan dat mensen te lang wachten voor ze hulp zoeken. In één dossier zitten vaak meerdere schuldeisers en zwaardere schulden dan vroeger.

Schuldhulpverleners moeten dan ook een tandje bijsteken om een gepaste oplossing te vinden. Ze vertellen dat de begeleidingen intensiever zijn en meer tijd vragen. De schuldenlast is vaak zo groot dat een collectieve schuldenregeling, een gerechtelijke procedure voor structurele schuldproblemen, de enige oplossing is.

Collectieve schuldenregeling niet waterdicht

Maar een collectieve schuldenregeling is niet waterdicht. De procedure biedt een aantal mogelijkheden, zoals de kwijtschelding van sommige schulden, maar is niet altijd de beste oplossing.

‘Een collectieve schuldenregeling kan herroepen worden.’

Er zijn bijvoorbeeld schulden die niet in aanmerking komen voor een kwijtschelding, zoals strafrechtelijke schulden, en die opnieuw bij de schuldhulpverlener van een OCMW of CAW terechtkomen. Een cliënt kan ook schulden bijmaken tijdens een collectieve schuldenregeling. Ook deze schulden worden opgenomen door de sociaal werkers van het OCMW of CAW.

Daarnaast kan een collectieve schuldenregeling herroepen worden, bijvoorbeeld omdat een cliënt zich niet aan de voorwaarden houdt. Ook dan meldt een cliënt zich vaak opnieuw aan voor schuldbemiddeling. Als schuldhulpverlener ben je dan terug bij af en moet je op zoek naar nieuwe manieren om iemand te helpen.

Van kwaad naar erger

Mensen met schulden wachten gemiddeld vijf jaar voor ze hulp zoeken. Dit zorgt er vaak voor dat de situatie escaleert en hun schuldenlast groter wordt. Schuldeisers stappen ook steeds sneller naar een incassobureau of een gerechtsdeurwaarder. De invorderingskosten en nalatigheidsinteresten lopen al gauw hoog op.

De oplossing? Een menselijker invorderingsbeleid. Een beleid zonder nutteloze kosten en interesten die ervoor zorgen dat mensen alleen maar dieper in de schulden verzeild geraken. De kosten van zowel de minnelijke als gerechtelijke invordering moeten omlaag.

Daarnaast moet het mogelijk zijn om tijdelijk iemands onvermogen vast te stellen. Een situatie waarin iemand wel wil maar niet kan betalen. Als de kosten op dat moment stoppen, krijgen schuldhulpverleners pas echt de kans om de situatie in kaart te brengen en een afbetalingsplan voor te stellen waar zowel de cliënt als de schuldeiser achter staat.

Allemaal digitaal?

Beperkte budgettaire vaardigheden kunnen mee aan de basis van een overmatige schuldenlast liggen. Mensen vinden het vaak moeilijk om hun financiën op te volgen omdat zij dat noch thuis, noch op school geleerd hebben.

De digitalisering van onze samenleving is al een tijdje aan de gang, maar niet iedereen vindt zijn weg in de onlinewereld. Integendeel, sommige mensen begrijpen niet hoe zij hun financiën digitaal kunnen beheren. Of zij maken zelfs geen gebruik van het internet of een smartphone. Zo lopen zij informatie mis die hen kan helpen om te besparen, zoals informatie over premies of de goedkoopste telecomprovider.

‘Schulden aanpakken, begint bij ze voorkomen.’

Onze samenleving staat hier weinig bij stil. De digitale vaardigheden van de bevolking worden vandaag vaak overschat. Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat 49 procent van de volwassenen nog steeds geen digitaal contact heeft met overheidsdiensten.

Preventie is en blijft de sleutel tot succes. Schulden aanpakken, begint bij ze voorkomen. We moeten dan ook maximaal inzetten op preventie om ervoor te zorgen dat mensen wel budgettaire vaardigheden leren. Bewustmaking bij het grote publiek en financiële educatie bij de jongeren blijven broodnodig.

Daling ingezet?

Ondanks dat er een aantal nieuwe tendensen de kop opsteken, is het aantal gezinnen in budget- en schuldhulpverlening tussen 2017 en 2020 gedaald met tien procent. Het lijkt erop dat een daling van het aantal mensen met schulden is ingezet.

Toch is dit niet de juiste conclusie. De Nationale Bank telt bijvoorbeeld het aantal achterstallige en uitstaande kredieten en het aantal collectieve schuldenregelingen in heel België. Helaas betekent een daling in deze cijfers niet noodzakelijk dat er minder mensen met schulden zijn.

‘Een daling in het aantal gezinnen in schuldhulpverlening betekent niet noodzakelijk dat er minder mensen met schulden zijn.’

Bijkomend onderzoek toont aan dat er meerdere redenen zijn voor de dalende cijfers. Zo investeren de OCMW’s en CAW’s vandaag meer in afbouw en nazorg. Begeleidingen duren langer en hulpverleners kunnen minder snel nieuwe cliënten verder helpen. Daarom worden er minder dossiers geregistreerd.

De complexiteit van de dossiers zorgt er ook voor dat begeleidingen meer tijd vragen. Dat vertaalt zich vaak in wachttijden: bijna 30 procent van de OCMW’s en CAW’s werkt noodgedwongen met wachtlijsten. Dit betekent niet dat ze cliënten wegsturen of in de kou laten staan. Zelfs wanneer er wachtlijsten zijn, nemen de OCMW’s en CAW’s de meest dringende vragen op of geven ze informatiesessies om mensen in tussentijd verder te helpen.

Meer slagkracht  

De moraal van het verhaal? Geef de erkende instellingen voor schuldbemiddeling meer slagkracht.

Zorg ervoor dat zij niet afhankelijk zijn van de goodwill van schuldeisers en dat zij een goed afbetalingsplan kunnen afdwingen. Bepaal wettelijk dat schuldeisers met hun vaststellingen en voorstellen rekening moeten houden. En geef hen een volwaardige financiering, zodat zij kunnen investeren in personeel, cliënten langdurig kunnen begeleiden en alles op alles kunnen blijven zetten om kwetsbare personen en gezinnen te ondersteunen.

Reacties [3]

  • Vingerhoets Jean

    De maatschappij zit bizar ineen . Huishuren en energiefactuur zijn niet betaalbaar in verhouding met verloning door werk . De meeste pensioenen zijn niet toereikend voor opname in een WZC of RVT . Waar moet OCMW het geld blijven halen ? En dan zie je koppels met eigen huis en twee 4×4 rondreizen ; dan klopt er toch iets niet ?

  • karine rochtus

    We hebben dringend nood aan een wettelijk kader voor schuldeisers. Hun aangerekende kosten moeten in verhouding staan tot de inspanningen die ze moeten leveren om de schuld te innen. Dus stop de woekerprijzen voor aanmaningen en beslaglegging. Bovendien hebben we een wettelijk kader nodig om schulden rechtvaardig te innen zodat niet elke schuldeiser vrij bepaalt welk bedrag hij maandelijks moet krijgen, maar in verhouding tot het inkomen en de totale schuld een proportioneel bedrag mag vragen. Alleen zo kunnen we de schuldenaar zijn situatie zelf laten beheren. Ook dat kan de diensten voor schuldondersteuning erg ontlasten.
    Ik ken een situatie die zelf alle inspanningen deed om de schulden maximaal af te lossen, maar de deurwaarders hebben haar schuld in enkele jaren verdrievoudigd, ondanks maandelijkse betalingen aan de grootste roepers. Een schuldenaar is dus afhankelijk van hulpverlening om schuldeisers in te tomen. Qua empowerment kan dat tellen.

  • Katinka de Boer

    Veel meer aan preventie doen.
    Zelf de mensen opzoeken.
    Praten met mensen in schulden.
    Ervaringsdeskundigen in dienst nemen.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.