Enkele maanden geleden werd op Sociaal.Net de schuldenproblematiek in België omschreven als ‘gigantisch’. Maar kloppen die alarmerende berichten? Stijgt het aantal mensen met schulden? Is het waar dat zoveel mensen verloren lopen in de doolhof van advocaten, schuldhulpverleners en gerechtsdeurwaarders? En waar liggen dan hefbomen voor een betere aanpak?
‘Iedereen kan in schulden terechtkomen, maar sommige mensen lopen een hoger risico dan anderen.’
Veel vragen. Sociologe Nele Peeters stond tien jaar geleden mee aan de wieg van het Centrum voor budgetadvies en -onderzoek (CEBUD) van Thomas More-hogeschool. Die jarenlange ervaring levert een brede kijk op de schuldenproblematiek. Het resultaat? Een kritisch en toekomstgericht gesprek: “De vele groeikansen op vlak van schuldhulp geven me goesting om verder te werken.”
Wie loopt in Vlaanderen het risico om in schulden verzeild te geraken?
“Iedereen kan in schulden terechtkomen, maar sommige mensen lopen een hoger risico dan anderen. Daardoor tekenen zich risicogroepen af. Mensen met een hoog inkomen zijn niet immuun voor schulden, maar lopen wel een lager risico.”
“Alleenstaanden, met of zonder kinderen, zitten sneller in de greep van schulden. Met een beperkt inkomen dragen ze toch zware kosten. Vooral de wooncrisis is een boosdoener: voor deze groep is huisvesting onbetaalbaar. Deze mensen zetten alle zeilen bij om uit de schulden te blijven en leiden daardoor een moeilijk leven. Om kosten te drukken, slagen ze een maaltijd over of verwarmen ze in de winter amper hun leefruimte.”
“Het idee dat het jou niet kan overkomen, is een illusie. Als twee partners met een arbeidsinkomen een krediet afsluiten voor de aankoop van een woning, maar vervolgens scheiden of zonder werk vallen, dan ziet het financiële plaatje er plots heel anders uit. Veel financiële problemen ontstaan bij zo’n onverwachte gebeurtenis: iemand wordt langdurig ziek, verliest zijn partner of zet alles in op een foute belegging.”
Het gaat niet over mensen die boven hun stand leven?
“Die groep bestaat: sommige Lotto-winnaars belanden alsnog in schulden. Soms struikelen mensen omdat ze onvoldoende budgetteringsvaardigheden hebben. Daarom ontwikkelden we vanuit CEBUD de nodige instrumenten om mensen een beter zicht te geven op hun maandelijks bestedingspatroon of om dagelijks een lekkere, gezonde en goedkope maaltijd te bereiden.”
Maken die budgetteringsvaardigheden het grote verschil?
“Budgetteringsvaardigheden zijn slechts een klein deel van het verhaal. Dat zien we bijvoorbeeld bij de groep mensen die zo zwaar in de schulden zit dat enkel een gerechtelijke weg nog perspectieven biedt. Meer dan één op drie belandt in die situatie omdat ze hun facturen van energie, telefoon, huisvesting, onderwijs of ziekenhuis niet kunnen betalen. Vaak gaat dat over gezinnen die van een vervangingsinkomen leven of werken aan het minimumloon.”
De schuldenproblematiek is vooral een probleem van te lage inkomens?
“Minimale financiële ademruimte is geen garantie op een fijn en kwaliteitsvol leven, maar het is wel een noodzakelijke voorwaarde. Daarom investeren we een belangrijk deel van onze onderzoeksexpertise in de berekening van hoe groot een menswaardig inkomen moet zijn.”
‘Inzetten op budgetteringsvaardigheden is slechts een klein deel van het verhaal.’
“We stellen referentiebudgetten op die, afhankelijk van de gezins- en leefsituatie, stellen hoeveel geld mensen elke maand nodig hebben om gezond en autonoom deel te nemen aan de samenleving. Concreet gaat dat over middelen die minimaal nodig zijn op vlak van onder andere voeding, onderwijs, kleding, mobiliteit, wonen en vrije tijd. Op vraag van sociale professionals ontwikkelden we vervolgens REMI: een digitaal instrument dat op maat van de specifieke cliënt dat referentiebudget berekent.”
“Dat referentiebudget is geen onbegrensde creditkaart. Voor voeding bijvoorbeeld voorzien we zes euro per dag. Om daarmee rond te komen, moeten mensen veel creativiteit en planning aan de dag leggen. Ondanks dat referentiebudget kunnen mensen nog steeds in schulden belanden. Maar het is wel een krachtige airbag om dat te voorkomen.”
Dan valt te hopen dat het referentiebudget samenvalt met het reële budget van mensen?
“Hier gaapt een kloof en dus is het optrekken van minimuminkomens cruciaal. Ook aan de kant van kosten en uitgaven liggen oplossingen. De grote uitschieter zijn woonkosten. Door de wooncrisis swingen die de pan uit, vooral voor mensen die moeten huren op de private markt. Maar ook kosten voor energie, voeding en mobiliteit moeten betaalbaar blijven.”
‘Het optrekken van minimuminkomens is cruciaal.’
“De troef van zo’n beleidsingrepen is dat iedereen ervan kan genieten. Ook jonge tweeverdieners zullen blij zijn zodra op de huisvestingsmarkt de druk een beetje van de ketel gaat.”
Dat zijn politieke keuzes.
“Als onderzoekers leggen we de basis van goede politieke beslissingen. Maar het blijven wel politieke keuzes. Ervaring leert dat je als onderzoeker moet zoeken naar een gezonde portie activisme. Niet te weinig want dan verglijd je naar kille neutraliteit. Maar ook niet te veel want dan haak je gefrustreerd af.”
“Vind je dat evenwicht, dan kan je heel wat bereiken. We zijn fier over het feit dat REMI opgenomen werd in het federale regeerakkoord. Binnenkort zullen alle OCMW’s met dat instrument werken.”
“Ook sociale professionals zitten in dat spanningsveld. Zij zien waar structurele tekorten zitten en moeten luis in de pels durven zijn. Als mensen moeten toekomen met 50 euro per week, dan moeten sociale professionals op de barricaden roepen dat dit niet realistisch is. Toch kijken velen vanaf de zijlijn toe. Dat zegt meteen hoe moeilijk die opdracht is.”
Is dat gebrek aan politiserend werken ook het belangrijkste pijnpunt van schuldhulpverleners?
“Schuldhulpverlening is een verbrokkeld werkterrein met veel spelers die te vaak naast elkaar werken.”
‘We weten niet welk soort schuldhulpverlening werkt voor wie.’
“Zolang er geen kredietschuld is, mag iedereen aan schuldbemiddeling doen. Zodra het over kredietschulden gaat, verschijnen verschillende professionals op het toneel. Dat zijn in belangrijke mate de juristen en hulpverleners binnen de erkende instellingen: de OCMW’s en Centra voor Algemeen Welzijnswerk (CAW). Zij worden door de overheid gesubsidieerd om die opdracht rond schuldbemiddeling gratis uit te voeren. Maar ook advocaten, gerechtsdeurwaarders en notarissen kunnen aangesteld worden als schuldbemiddelaars. Hier draagt de cliënt de kost.”
“Al die mensen en diensten werken op hun eiland. Daardoor komt belangrijke informatie niet altijd op de juiste plaats terecht. Zolang je probleem beperkt blijft tot de aflossing van je schulden, is dat geen drama. Maar vooral mensen die op meerdere problemen botsen, zijn daar de dupe van.”
Die eilanden van schuldhulpverlening moeten met elkaar verbonden worden?
“De oplossing ligt bij sterkere netwerken. Dat leren we uit ‘Budget in Zicht’. Dit regionaal samenwerkingsverband tussen CAW’s en OCMW’s ambieert om schulden te voorkomen en schuldhulpverleners te ondersteunen. Op dialoogtafels en individuele casusbesprekingen stemmen schuldbemiddelaars en hulpverleners hun aanpak op elkaar af.”
“Voor cliënten is zo’n samenwerking een plus. Zo vertelde een advocate me dat ze op een multidisciplinair overleg voor het eerst vernam dat haar cliënt grote stappen vooruitzette op vlak van zijn verslaving. Nochtans overwoog de advocate de collectieve schuldenregeling stop te zetten omdat de cliënt de zoektocht naar werk afhield. Nieuwe informatie zette die beslissing meteen in een ander daglicht. Vanuit de erkenning dat een cliënt niet tegelijkertijd op alle domeinen vooruitgang kan boeken, gaf ze haar cliënt nieuwe kansen.”
Kunnen jullie zo’n positieve effecten ook staven met wetenschappelijk onderzoek?
“Dat is een belangrijk pijnpunt: in Vlaanderen hebben we geen recente effectevaluaties op vlak van schuldhulpverlening. We weten wel dat de groep mensen in schulden bijzonder heterogeen is. Maar we weten niet welk soort schuldhulpverlening werkt voor wie. OCMW’s, CAW’s, advocaten en gerechtsdeurwaarders maken eigen keuzes. De ene is gratis, de andere is betalend. Toch hebben we geen zicht op wat werkt. Als onderzoeker droom ik ervan om zo’n effectevaluatie uit te voeren.”
Hoeveel mensen in België hebben schulden?
“Ook hier ligt een lacune. We weten niet hoeveel mensen aan het einde van de maand hun facturen niet kunnen betalen. Leveranciers van diensten zoals telecombedrijven, energieleveranciers en ziekenhuizen zitten hier op een berg informatie. Maar die is niet altijd beschikbaar, laat staan dat ze gebundeld wordt.”
“En zou zo’n gebundelde informatie beschikbaar zijn, dan duiken nieuwe vragen op. Wie kan die informatie inkijken? Op welke manier draagt dit bij tot de best mogelijke schuldhulp voor iemand met betalingsmoeilijkheden? Ook dat debat moet nog ten gronde gevoerd worden.”
‘We weten niet hoeveel mensen aan het einde van de maand hun facturen niet betalen.’
“We moeten het stellen met enkele grote puzzelstukken die een vaag beeld tonen. Zo beschikt de Nationale Bank van België over de gegevens van mensen die een lening of krediet afsluiten, maar dat vervolgens niet terugbetaald krijgen. Ook OCMW’s en CAW’s verzamelen cijfers van wie welke soort hulpverlening krijgen. Tot slot bestaan er ook cijfers van de groep die kampt met een hardnekkige en structurele schuldenproblematiek. Via gerechtelijke weg komen zij terecht in een collectieve schuldenregeling.”
Welke cijfers levert dat vaag beeld op?
“In juli 2021 hadden bijna 300.000 mensen minstens één achterstallig krediet. Of nog: van de groep mensen die een krediet afsluit, geraakt 5 procent in de problemen. Verrassend: deze groep wordt elk jaar kleiner. Maar kijk je naar de groep mensen die een aanvraag doet voor collectieve schuldenregeling, dan zie je dat die het afgelopen jaar voor het eerst opnieuw stijgt.”
Klopt het gevoel dan niet dat de schuldenproblematiek toeneemt?
“Deze cijfers geven enkel aan wat zichtbaar is. Nederlands onderzoek stelt vast dat mensen vijf jaar wachten vooraleer ze hulp inschakelen bij hun schulden. Dat zegt veel over het taboe dat heerst. Mensen voelen zich schuldig over hun schulden, duwen deze problemen voor zich uit en zoeken in eigen kring naar oplossingen. Niet iedereen weet dat een CAW of OCMW hen hierbij kan helpen. Die groep heeft schulden, maar blijft onzichtbaar. Hoe groot die groep is, weten we niet.”
In de media duikt het beeld op van gerechtsdeurwaarders die als aasgieren winst proberen te maken op mensen die al in schulden zitten.
“Dat is dubbel. Het is de taak van gerechtsdeurwaarders om voor een schuldeiser op te treden en openstaande schulden te innen. Zij mogen daarvoor de wapens gebruiken die hen wettelijk toebedeeld zijn. Die kost wordt verhaald op de schuldenaar. Dat kan een pittige afrekening worden, bovenop de lopende schulden.”
“Nieuw is wel dat sommige gerechtsdeurwaarders zich actief begeven op het terrein van schuldbemiddeling, denk maar aan MyTrustO en Modero. Zij bieden een betalende schuldbemiddeling aan en profileren zich daarmee naast de erkende instellingen voor schuldbemiddeling en de advocaten die traditioneel als schuldbemiddelaar optreden in de collectieve schuldenregeling.”
“Vooral in het sociaal werk ligt die ontwikkeling gevoelig: private organisaties infiltreren dit terrein om winst te maken ten nadele van mensen die al in schulden zitten.”
Moeten we met zo’n schuldindustrie meteen komaf maken?
“Uitwassen moeten we bestrijden. Toch proberen de meeste schuldbemiddelaars mensen efficiënt te begeleiden in de afbouw van hun schulden. Sommige mensen verkiezen om daarvoor een gerechtsdeurwaarder te betalen. Uit schaamte houden ze de stap richting OCMW of CAW af. Voor wie slechts tijdelijk en occasioneel in schuld belandt en zicht blijft hebben op voldoende budgettaire ruimte, kan betalende schuldbemiddeling een goede oplossing zijn.”
“Wat mij betreft, kunnen al die schuldbemiddelaars een eigen plaats hebben. Maar ik zou graag zien dat mensen met schulden terechtkomen bij de vorm van schuldhulp die het best bij hen past. Zodat deze mensen uiteindelijk met een propere lei verder kunnen maar ook schuldeisers niet in de kou blijven staan. Van zo’n pas- en maatwerk staan we voorlopig nog ver af en daar knelt het schoentje.”
Voorkomen is beter dan genezen. Zetten we voldoende in op preventie van schulden?
“Een menswaardig inkomen, het betaalbaar houden van woon- en leefkosten of het inzetten op budgetteringsvaardigheden bij jongeren zijn sterke vormen van preventie.”
‘Vooral op vlak van vroegdetectie is er nog een hele weg te gaan.’
“Vooral op vlak van vroegdetectie is er nog een hele weg te gaan. Schulden hebben altijd een beginpunt, bijvoorbeeld een eerste onbetaald factuur. Op dat moment kan je nog relatief eenvoudig ingrijpen. Maar we hebben geen instrumenten om die momenten te pakken te krijgen.”
“Nederland toont welke kansen we hier laten liggen. Samenwerking tussen gemeentes en schuldeisers zoals huisvestingsmaatschappijen, zorgverzekeraars of energiebedrijven zorgt ervoor dat meteen een oranje licht gaat branden zodra iemand een betalingsachterstand heeft. Volgt geen reactie, dan is de gemeente verplicht om contact op te nemen met de inwoner. Zo’n assertieve en proactieve aanpak voorkomt dat problemen erger worden.”
Pakt Nederland de schuldenproblematiek beter aan?
“Hun aanbod is meer transparant en wijst beter de weg naar een aanpak die in dat specifieke geval het meeste kans op succes heeft. Die keuzes zijn gebaseerd op jarenlang onderzoekswerk. Ik ben jaloers op hun schuldhulproute waarbij iemand aan de hand van een eenvoudige vragenlijst zijn weg vindt in het doolhof van mensen en diensten.”
“Onze noorderburen zetten bij schuldhulpverlening ook een breed en stevig netwerk van vrijwilligers in. Heel wat werknemers kunnen tijdens hun werktijd als vrijwilliger iemand ondersteunen bij de afbouw van zijn schulden.”
‘Nederland durft meer buiten de lijnen kleuren. De ruimte om te experimenteren is groot.’
“De stad Amsterdam gaat met jongeren die tegen een schuldenberg aankijken, rond de tafel zitten. De stad is bereid een deel van de schulden kwijt te schelden, als de jongere erin slaagt om met de nodige begeleiding een intens traject af te werken, bijvoorbeeld richting tewerkstelling. Ook hier in Vlaanderen hoor ik geluiden in die richting, maar het blijft allemaal heel voorzichtig.”
Vanwaar dat verschil?
“Nederland durft meer buiten de lijnen kleuren. De ruimte om experimenten op te zetten en te evalueren, is groot. Ze leren uit wat niet werkt. Wat werkt, schalen ze op.”
“Zo loopt er op dit moment in de gemeente Zaanstad het project ‘Gewoon geld geven’. Er wordt bekeken wat er gebeurt als je zonder verdere voorwaarden een som geld geeft aan mensen die in armoede leven. En in de regio Drechtsteden bouwden enkele gemeentes het onthaal van hun sociale dienst om. Hier geen tralies of hekken, wel een gezellige koffiebar, uitgebaat door mensen met een beperking. Door de verlaagde drempel, doken plots nieuwe mensen op die vertelden over onbetaalde facturen. En ook het aantal geweldsincidenten verlaagde spectaculair. Deze gezellige gesprekplek haalt druk van de ketel.”
“De weerstand tegen zo’n vormen van innovatie is in Vlaanderen groter. Vanzelfsprekend lopen er ook bij ons vernieuwende initiatieven, maar de drive om te evalueren en op te schalen is er veel minder. Iedereen probeert op het eigen eiland het warm water uit te vinden. Daar laten we nog kansen liggen.”
Zie je ook positieve evoluties?
“De vele groeikansen op vlak van schuldhulp geven me vooral veel goesting om verder te werken. Ik ben optimistisch en kijk uit naar de toekomst.”
“Ik zie kleinere verschuivingen die betekenisvol zijn. Toen we tien jaar geleden bij de berekening van een menswaardig inkomen ook geld voor vrije tijd voorzagen, werden daar veel vragen bij gesteld. Vandaag aanvaarden alle terreinwerkers en beleidsvoerders dat mensen die het financieel moeilijk hebben, recht hebben op ontspanning.”
“En wil je het minimuminkomen optrekken, dan moet eerst aanvaard worden dat dit inderdaad onvoldoende is om menswaardig te leven. Dat besef groeit en wordt stilaan breder gedeeld. Nu nog de politieke moed vinden om er werk van te maken.”
Reacties [4]
Mooi gefundeerd artikel. Er zijn nog massaal veel gaten in de systemen. Toch moet het me van het hart dat er altijd gezien wordt op het moment dat de problematiek zich aandient. Na heel veel jaren outreach werk op een OCMW lijkt het alsof alles vanuit ieders hokje bezien wordt. De onderzoeken zijn zelden multidisciplinair of omvattend.
Door mijn jarenlange ervaring en niet gebaseerd op onderzoek ben ik er steeds meer van overtuigd dat de plaats waar je wiegje stond een belangrijk aspect is om op in te zetten maar dan ook over de leeftijden heen.. nu hebben mensen constant andere hulpverleners, andere zorgleerkrachten, CLB’s ,… vaak jarenlang en elk met hun specifieke invalshoek. Deze opgesplitste hokjes verliezen het totaalzicht en hierdoor beperken ze de kansen naar een hoopvollere toekomst… inzetten op multidisciplinair werken maakt toekomstgericht denken van in de wieg kansenvol…
Nu blijven we op alle terreinen achter de kar aanhollen en oplossingen zoeken.
zit als alleenstaande werkende moeder al 7 jaar nu in collectieve en met leefloon dien ik alles zelf te betalen van facturen -school- huur -internaat, niemand die mij bijstaat ook ocmw kan mij niet helpen omdat ik werk, schuldbemiddelaar houd mij het liefst in collrectieve omdat hij op mij verdient, ondanks dat mijn schulden betaald zijn, nu prodeo advocaat ingeschakeld 2 de al ! hoop dat die er werk van maakt , heb haar haar mooi op excel sheet per schuldeiser gemeld met bewijstukken genummerd alsook wat de schuldbemiddelaar ingehouden heeft gedurende 7 jaar, dossier ingediend juni 2021 tot op heden nog niets vernomen, buiten dat zij de schuldeisers ging aanschrijven.
in tussentijd krijg ik constant energieleveranciers die extra geld nog eisen na 4 jaar terwijl ik de bewijsstukken per aangetekend schrijven heb overgemaakt ook mooi op excelsheet met bewijsstukken , nu vallen ze me continue lastig via sms berichten, is dit nog normaal????
Brede, veelzijdige en genuanceerde analyse en kijk. Sterke en pertinente uitdagingen en uitzichten. Bevlogen en activerend onderzoekswerk. Nog veel kracht, mogelijkheden, medestanders en impact verder. Proficiat ook met jullie 10-jarig bestaan van het Cebud.
Dank je, Jan! Mooie woorden die deugd doen. We blijven ons inzetten voor een menswaardig inkomen voor iedere burger en sterke hulpverlening die mensen op weg helpt naar een hoopvolle toekomst.
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies