Achtergrond

Het theater als klaslokaal Nederlands

Pieter Cools, Michel Tirions

Nederlands leren spreken via spel, klank en beweging. Dat is ‘Repeteren Om te Leren’. Deelnemers van over de hele wereld gaan in Antwerpen aan de slag met scènes uit het dagelijks leven, en krijgen zo de kennis en het zelfvertrouwen om te spreken.

© StampMedia

Taalles in het theater

Wie op een doordeweekse voormiddag het Groeningerplein in Borgerhout passeert, heeft geen idee van het schouwspel achter de muren van het Huis voor Participatieve Kunst Sering.

Wie dicht genoeg bij de poort komt hoort misschien lachende stemmen of moeilijke woorden zoals ‘e-lek-tro-me-cha-ni-ca’ die in een swingend ritme worden herhaald door een luide groep mensen met roots van over de hele wereld.

‘Mensen leren Nederlands via spel, klank en beweging.’

Deze bonte groep volgt lessen Nederlands als tweede taal (NT2) in de groep van docent Sarah. Het is geen alledaagse les Nederlands. De deelnemers bevinden zich in een theaterzaal. Ze doen mee aan het project: Repeteren Om te Leren (ROL).

Na anderhalf uur klassieke taalles in de gebouwen van Ligo, Centrum voor Basiseducatie Antwerpen zetten ze de les voort in de theaterzaal. Daar leren ze nog steeds Nederlands, maar dan via spel, improvisatie, klank en beweging.

Samenwerking

Deze samenwerking tussen Sering, Ligo Antwerpen en AP Hogeschool Antwerpen bestaat ondertussen drie jaar. Een onderzoeker van de AP heeft dit project anderhalf jaar gevolgd en in beeld gebracht door middel van participerende observaties en interviews.

“Wat we hier doen is geen theater”, vertelt docent sociaal-cultureel werk Simon Geerts die aan de wieg stond van dit project, “We hebben ons duidelijk laten inspireren door het forumtheater en andere technische theateroefeningen, maar we hangen er niet aan vast. Hier zoeken we naar een gepaste afwisseling van spelen, expressie, focus en werken rond uitspraak en klank via de muzikaliteit van onze taal.”

Anders dan de meeste projecten die via theatermethodieken met anderstaligen werken, is taalverwerving het echte doel, niet enkel een positief bijproduct. Het ROL-project integreert de creatieve aanpak in een formeel lesprogramma, vanaf het absolute basisniveau. De innovatieve motor is de afstemming en uitwisseling tussen de taal- en theaterdocent.

Op grenzen botsen

Elk jaar melden zich in Antwerpen duizenden nieuwkomers met een vraag om Nederlands te leren. Vaak mensen die ook in hun eigen taal moeite hebben met lezen, schrijven, rekenen, abstract denken en digitale vaardigheden.

‘Cursisten halen aan hoe belangrijk het Nederlands is in hun dagelijks leven.’

Deze laaggeletterde anderstaligen hebben het vaak moeilijk om hier een sociaal netwerk uit te bouwen, een goede job te vinden en zich een weg te banen door ons administratief landschap. De cursisten halen aan hoe belangrijk het Nederlands is in hun dagelijks leven: “Belangrijk om te praten met school, ziekenhuis, garage.”

Nieuwe taal is moeilijk

Een nieuwe taal leren is een moeilijke opdracht waarbij laaggeletterde anderstalige nieuwkomers geregeld op hun grenzen botsen. Na een uur of twee in de klas zit het hoofd gewoon vol en na de les verder oefenen is lastig, omdat ze vaak weinig mensen kennen om Nederlands mee te oefenen. Zo ontstaat er een psychologische drempel tussen Nederlands in de klas en Nederlands in het dagelijkse leven.

‘Je hebt hier een leger van mensen die geen aansluiting vinden.’

Mia Grijp, theaterdocent bij Sering, ziet die drempels ook: “Je hebt hier een leger van mensen die geen aansluiting vinden. Ik denk dat dat deels komt omdat we ze niet op de juiste manier aanspreken. Daarom dat we in deze lessen niet alleen een appél doen op hun cognitieve vaardigheden, maar ook op hun lichaam, hun persoonlijkheid, enzovoort.”

Leerplezier

Het ROL-project gaat ervan uit dat deze meer actieve en belichaamde vormen van leren een positief effect hebben op het leerplezier en zelfvertrouwen van de deelnemers, wat ertoe bijdraagt dat cursisten zich in de nieuwe taal beter durven en kunnen uitdrukken.

Op lange termijn is dit goed voor de maatschappelijke participatiekansen van deelnemers. De cursisten voelen het effect van het theaterspel: “Het blijft beter in je hoofd als je ook speelt en die oefeningen doet. Spelen en leren gaan samen”.

‘Actieve vormen van leren hebben een positief effect op zelfvertrouwen van deelnemers.’

Het ROL-project brengt meer afwisseling in werkvormen en aandacht voor expressie in de lessen Nederlands. Dit biedt ruimte om ook leerwinst te boeken wat betreft houding, non-verbale communicatie, intonatie, stemvolume en spreken in concrete situaties.

“Als je kijkt naar hoe mensen vandaag leren en communiceren, lijken we net ‘talking heads’, sprekende koppen. Het lichaam wordt niet geactiveerd”, zegt Mia Grijp. “Bij zoveel mensen zit dat hoofd gewoon vol na een uur en dan haken ze mentaal af. Hier gaan we niet de hele tijd blablabla doen, dat is maar één laagje. Hier gaat het ook over houding, klank, ritmiek, expressie en plezier met die taal.”

“Hier gaat het ook over houding, klank, ritmiek, expressie en plezier met die taal.”

© StampMedia

Gekke toeren

Het theatergedeelte start altijd met een opwarmer om het lichaam en de focus van de cursisten te activeren. Het gaat hier ook over loskomen, in de zin van je open te stellen voor andere, nieuwe dingen.

In het begin voelen cursisten zich vaak geremd door de gekke toeren op de theatervloer, maar dat kunnen lossen is belangrijk om jezelf te overstijgen in het spel. Ruimte voor humor en docenten die het goede voorbeeld geven, zijn daarbij cruciaal. Een gezamenlijke afsluiter aan het eind van de les is dan weer belangrijk om tot rust te komen en het groepsgevoel te versterken.

Zelfvertrouwen

Afhankelijk van waar de groep zich bevindt in de lessenreeks kan je als docent kiezen uit een resem aan spelvormen. Zo begin je vroeg in het semester met kennismakingsspelen en naamspelen om gewenning en vertrouwen op te bouwen.

Vervolgens wil je met een beginnende groep werken rond de muzikaliteit, de klanken en het ritme van het Nederlands. Denk bijvoorbeeld aan lettergrepen ritmisch uitspreken terwijl je klapt, of oefenen op het onderscheid tussen ‘u’ en ‘oe’.

‘Dat je durft spreken maakt een wereld van verschil.’

Daarnaast is het belangrijk om woorden en zinnen uit de cursus in te oefenen. Bijvoorbeeld door woorden, zoals beroepen of kookgerei, uit te beelden terwijl de anderen moeten raden.

Intonatie, ritme en klemtonen zijn de bouwstenen die ervoor zorgen dat cursisten later met meer taalgevoel en zelfvertrouwen kunnen spelen met het Nederlands. Dat zelfvertrouwen is cruciaal, aldus Simon Geerts: “We moeten ervan uitgaan dat de meesten nooit perfect Nederlands zullen spreken, maar je houding, je volume en het feit dat je durft spreken maakt een wereld van verschil.”

Repeteren voor de werkelijkheid

Naarmate de lessen vorderen kan je als docent vaker scènes spelen om concrete leefsituaties in te oefenen, zoals een sollicitatiegesprek of bellen met de dokter. Stapsgewijs kan je meer ruimte laten voor improvisatie. Het is ook goed om dezelfde situatie meerdere keren te spelen en zo te “repeteren voor de werkelijkheid”, zoals de Rotterdamse organisatie Formaat dat noemt.

‘We oefenen concrete situaties in, zoals een sollicitatiegesprek of bellen met de dokter.’

“We weten dat het vormen en uitdrukken van een eigen mening niet evident is voor cursisten. Ligo Antwerpen wil hier op inzetten. Ik geloof dat de spelmethodieken hierbij kunnen helpen”, zegt taaldocent Sarah Duchateau.

Naarmate cursisten de basis onder de knie hebben en er meer vertrouwen is, worden daarom spelvormen gebruikt die hen uitdagen om ervaringen te delen, over emoties te spreken of hun mening uit te drukken. Ook de achtergrond en noden van cursisten komen bij dit soort oefeningen beter aan het licht.

Deze manier van werken draagt bij tot culturele vorming en uitwisseling. De Nederlandse taal bevat zeer veel conceptuele woorden en zo leert men niet alleen de letterlijke betekenis van woorden, maar kan men ze ook plaatsen in de cultuur van het land waar ze net wonen.

Hoe verder?

Na drie jaar experimenteren is het project klaar om verder te groeien. Vanuit het relanceplan ‘Vlaamse veerkracht’ heeft Ligo Antwerpen middelen gekregen om de spelmethodieken duurzaam en structureel te verankeren in haar aanbod.

Ligo neemt een theaterdocent van Sering in dienst en zal het project uit breiden naar meerdere klassen. Er zullen ook vormingen gegeven worden aan docenten die spelmethodieken willen integreren in hun lespraktijk.

Deze samenwerking verenigt de krachten van een kleine, wendbare sociaal-culturele speler met academische expertise van onderzoekers en de draagkracht van een grote speler uit het onderwijslandschap. Die interdisciplinaire samenwerking zetten we dus verder. We blijven over de grenzen van onze eigen organisaties en disciplines kijken.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.