Achtergrond

Mensen in armoede: ‘Wij tellen niet mee’

Evelien Lambrecht

Armoede gaat over meer dan onbetaalde rekeningen en geldtekort. Mensen in armoede schamen zich ook vaak, en zonderen zich dan af. “Willen we armoede echt aanpakken, dan moet er ook aandacht zijn voor wat verborgen blijft”, zo zegt ATD Vierde Wereld, een beweging die strijdt tegen armoede en sociale uitsluiting.

armoede

© Unsplash / Ilya Schulte

Een litteken

Een getuigenis: “Ik zet veel kleine stapjes uit armoede en dat is vooral omdat mensen in mij geloven. Maar ik ben daarmee niet uit armoede. Zelfs als het financieel beter gaat, zelfs als dingen beter lopen, dan ben je nog niet uit armoede. Er is een heel sterk geloof in jezelf voor nodig en geloof van anderen.”

“Ik denk dat het een litteken is dat je altijd meedraagt. Het is niet door naar school te gaan dat je eruit geraakt. Het is niet omdat je werkt dat je eruit geraakt. Het is niet omdat je een goed huis hebt dat je eruit geraakt. Het is zoveel bij elkaar en zoveel door elkaar.”

‘Wie met mensen in armoede werkt, weet dat armoede veel verder gaat dan een gebrek aan middelen.’

Deze woorden van een deelnemer aan de Volksuniversiteit, een gespreks- en denkforum van ATD Vierde Wereld steken schril af tegen de gebruikelijke verhalen over armoede in België. Om het meet- en bestuurbaar te houden wordt armoede vaak ingesnoerd tot een ontoereikend inkomen, ernstige materiële deprivatie en een zeer lage arbeidsintensiteit.

Maar wie met mensen in armoede werkt, weet dat armoede veel verder gaat dan een gebrek aan middelen. Een job is bijvoorbeeld geen garantie om eraan te ontsnappen.

Samen met mensen in armoede

Armoede is een multidimensioneel probleem maar al die dimensies van armoede werden tot nu toe nog weinig onderzocht. Bovendien vergeten veel onderzoekers mensen in armoede te betrekken. Ze mogen wel hun verhaal vertellen of een vragenlijst invullen. Maar als het gaat over de opstart, analyse en besluitvorming van het onderzoek, dan kijken ze toe vanaf de zijlijn.

Daarom voerde ATD Vierde Wereld in samenwerking met de Universiteit van Oxford een internationaal participatief onderzoek uit om armoede beter te kunnen meten. Mensen in armoede, sociale professionals en academici kwamen tot de conclusie dat er naast de gekende dimensies, heel wat andere dimensies zijn die verborgen blijven voor politici en academici. Vandaar de titel van het onderzoek: ‘De verborgen dimensies van armoede’.

Het project liep gedurende drie jaar in zes landen: Bangladesh, Bolivia, Frankrijk, Tanzania, het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten. De inzichten zijn ook toepasbaar voor Vlaanderen. We plaatsten dit onderzoek op de agenda van de Volksuniversiteit en bevraagden meer dan honderd mensen die in armoede leven. De verschillende citaten in deze bijdrage illusteren dat hun beleving aansluit bij de onderzoeksresultaten.

Woede, schaamte en verdriet

Enkele dimensies van armoede zijn breed bekend. Ze verwijzen naar een gebrek aan waardig werk, onvoldoende en onzeker inkomen, materiële en sociale ontberingen.

Maar willen we armoede beter begrijpen en aanpakken, dan moeten we ook andere, meer verborgen dimensies zichtbaar maken. Getuigenissen van mensen in armoede maken dit duidelijk.

“Als je in armoede leeft, leef je in pijn, stress en onzekerheid. Ik ben uitgeput, ik voel me leeg vanbinnen. Troost zoek ik in te veel eten. Maar dat is slecht voor mijn gezondheid. Ik heb gisteren een hele doos frisco’s opgegeten.”

‘Mensen zoeken troost omdat ze lijden.’

Mensen zoeken troost omdat ze lijden. Ze voelen zich schuldig over hun leefsituatie. Ze wonen slecht en eten ongezond. Dat leidt niet alleen tot fysieke gezondheidsproblemen, maar laat ook mentale littekens achter. Als je elke dag botst op miserie, ga je zelf geloven dat je het niet waard bent om een goed leven te leiden. Omdat ze zich hierover schamen en schuldig voelen, mijden mensen contact met anderen. Hulp en steun zoeken, is allesbehalve evident.

Iemand die in armoede leeft, vat dat gevoel krachtig samen: “Wij voeren een dubbele strijd. Een eerste strijd om te overleven en een tweede strijd tegen onszelf, tegen woede, schaamte en verdriet.”

Opgedrongen afhankelijkheid

Voor oplossingen zijn mensen die in armoede leven vaak beperkt tot wat de overheid en organisaties hen aanreiken. Ze zitten daardoor opgesloten in een opgedrongen afhankelijkheid. Het gebrek aan controle met beperkte keuzemogelijkheden ondermijnt de kans om uit armoede te geraken. Dit versterkt het gevoel van machteloosheid om iets aan de situatie te veranderen.

‘Wij krijgen overschot en voelen ons ook zo.’

”Waarom moeten wij bij voedselbedelingen altijd maar vriendelijk knikken en tevreden zijn met het aanbod? Het is dikwijls ongezond voedsel. Niemand heeft mij ooit gevraagd of ik die voeding mocht eten met mijn suikerziekte. Ik voel mij een bedelaar als ik naar daar moet. Wij krijgen overschot en voelen ons ook zo.”

Gedeelde strijd

Toch strijden veel mensen die in armoede leven moedig verder. Ze vinden energie in de hoop en het verlangen om hun kinderen een beter leven te geven. Ze doen beroep op hun sterke innerlijke wilskracht door te focussen op kansen voor een beter leven voor zichzelf en voor hen die dichtbij staan.

“Ik laat niemand aan mijn eigenwaarde komen. Je zal mij nooit naar beneden kunnen trekken. Als ik niet veel meer heb, zal ik altijd kijken hoe ik de eindjes aan elkaar kan knopen. Ik kijk: wat heb ik nog, wat kan ik nog doen? Ik vind dat heel belangrijk.”

Mensen in armoede hebben de neiging om het weinige dat ze hebben met anderen te delen en komen ook op voor elkaars rechten. Dat creëert het gevoel van een gedeelde strijd en solidariteit, en helpt wanhoop of donkere gedachten te voorkomen.

Institutioneel geweld

Helaas moeten mensen in hun strijd opboksen tegen instituties en systemen die weinig passend en respectvol reageren op vragen en noden. Door dat institutioneel geweld voelen mensen zich genegeerd en vernederd.

“Toen ik stopte met werken in de fabriek, vroeg ik aan de VDAB of ik voor bediende mocht studeren. Ze hebben mij toen letterlijk gezegd: “Daarvoor ben je te stom”. Ik was zo fier toen ik vier jaar later mijn diploma op tafel kon leggen!”

Vaak bouwen instituties bij het opmaken van hun beleid een discriminerende houding in. Mensen in armoede worden niet geraadpleegd bij het opmaken van beleid of het uitstippelen van een begeleidingstraject. Want de echte deskundigen zijn de professionals, niet de mensen die in armoede leven, zo wordt gezegd.

‘Vaak voelen mensen zich veroordeeld, gecontroleerd en machteloos.’

“Als het moeilijk gaat in de opvoeding, dan willen ze het meteen van je overnemen. Het is moeilijk om je stem als ouder te laten horen. Ze moeten eerst samen met de ouders een oplossing zoeken in plaats van de kinderen af te pakken. En als je als moeder iets wilt zeggen, dan zeggen ze: sorry mevrouw, maar wij zijn wel de professionals.”

Dit leidt ertoe dat mensen in armoede bewust of onbewust worden uitgesloten en gestigmatiseerd. Vaak hebben mensen in armoede negatieve ervaringen met instituties: ze voelen zich veroordeeld, gecontroleerd en machteloos.

Ook wooncrisis is institutioneel geweld

Een schrijnend voorbeeld van institutioneel geweld is de wooncrisis. In Vlaanderen wachten 150.000 mensen op een sociale woning. De groep die ervoor in aanmerking komt, is eigenlijk nog groter. Mensen worden naar het onderste deel van de private woonmarkt gedreven en moeten er slechte woningen huren.

“Wat ik allemaal zag in mijn zoektocht naar een appartementje, was niet normaal. Ze vroegen 500 euro voor een vervallen, klein kamertje. En dan heb ik ook eens een kamer in een kelder gezien. Alle buizen van het huis liepen door de kelder.”

‘In Vlaanderen wachten 150.000 mensen op een sociale woning.’

Ook het systeem van uitkeringen, en in het bijzonder het statuut van samenwonende, is een vorm van institutioneel geweld. Mensen die leven van een uitkering zouden het recht moeden hebben om sociaal en financieel vooruit te komen door samen te leven als gezin, als solidaire burger of als samenwonende partners. Maar als werkende kinderen thuis blijven wonen, zijn er financiële gevolgen voor ouders met een uitkering. Ook wie samenwoont met een partner wordt daarvoor financieel gestraft.

“Mijn zoon had problemen en wilde een tijdje geleden thuis komen wonen. Niet veel later kreeg ik een brief in de bus. Ik kreeg maandelijks 200 euro minder. Wat moest ik doen? Hem terug op straat zetten?”

Sociaal geweld

“Het heeft lang geduurd voor ik de stap durfde te zetten naar het OCMW. Ik schaamde me. Wat zouden de buren zeggen?”

Mensen in armoede worden vaak gestigmatiseerd, genegeerd of uitgesloten door anderen. Zij zijn het slachtoffer van wat men in het Engels ‘othering’ noemt: het verschijnsel waarbij mensen denken of zeggen: “Wij zijn niet zoals die mensen”. Soms gebeurt dat bewust en opzettelijk, vaker komt het voort uit een gebrek aan kennis over armoede. Het is een vorm sociaal geweld, een volgende dimensie van armoede die vaak verborgen blijft.

Dit sociaal geweld schept een klimaat waarin institutioneel geweld kan woekeren. Sociaal geweld is nog erger voor mensen die ook op andere gronden, zoals handicap, geslacht, seksuele geaardheid of etnische afkomst, worden veroordeeld.

Vindingrijkheid genegeerd

Mensen in armoede overleven door vindingrijkheid. Tegen de verwachtingen in, vervullen zij verschillende belangrijke rollen, ondersteunen zij anderen en leveren zij ook economische en sociale bijdragen.

‘Mensen in armoede worden onzeker over de eigen vaardigheden.’

De kennis en vaardigheden van mensen die in armoede leven worden zelden gezien, erkend of gewaardeerd. Individueel en collectief worden ze ten onrechte verondersteld onbekwaam te zijn. Mensen in armoede worden daardoor onzeker over hun kennis en vaardigheden. We horen ervaringsdeskundigen vaak zeggen: “Wij zijn niets, wij tellen niet mee.”

Anders meten en bestrijden

Het is duidelijk dat armoede over veel meer gaat dan een gebrek aan middelen. Toch moeten ook de meer verborgen dimensies van armoede aangepakt worden om eruit te geraken. “Het is zoveel bij elkaar en zoveel door elkaar.” Die complexiteit en samenhangende dynamieken vatten we visueel samen in een eigen model.

Dit onderzoek is een appel aan politici om armoede anders te meten en te bestrijden. Frankrijk geeft het goede voorbeeld en voegt onder andere elementen van institutioneel geweld toe aan de Statistics on Income and Living Conditons (SILC), een jaarlijkse bevraging rond armoede uitgevoerd in alle landen van de Europese Unie. Wanneer volgt ons land?

Reacties [7]

  • Sigrid

    Wauw! Dank je wel voor dit artikel! Dit herken ik, dit raakt alle vlakken die facetten die spelen.
    Hopelijk kan het wat teweeg brengen zowel in onze samenleving, zowel in het werkveld, op beleidsvlak als op sociaal vlak.

  • Annie van den Bosch

    Ook in Nederland is behoefte aan een nieuw beleid waar de Vierde Wereld serieus genomen wordt. Heel belangrijk hoe de armsten worden gezien en genoemd. Dat bepaalt nieuw beleid en een nieuwe manier van omgaan met elkaar.

  • Bianca Claed

    Als ik jullie artikel lees moet ik denken aan mijn collega’s met een burnout. Mansen in armoede krijgen een ‘armoedeburnout’: jarenlang geen controle hebben over jouw situatie, jarenlang proberen en zoeken, jarenlang geen gehoor krijgen….

  • Bert Luyts

    Het geeft een veel dieper en rijker inzicht in armoede, dankzij de directe inbreng van mensen in armoede uit 6 landen, die “gekruist” werd met de kennis van wetenschappelijke onderzoekers en professionelen. De 9 dimensies zijn in feite 9 hefbomen voor zinvol beleid en actie. Voor meer info en het volledige schema de 9 dimensies en de beïnvloedende factoren: https://atd-vierdewereld.be/onze-acties-2/wetten-en-zienswijzen-veranderen/verborgen-dimensies-van-armoede/

  • Lucie Evers

    Ik heb een hele tijd terug , als ervaringsdeskundige, een tool ontwikkeld om ‘anders’ te kijken naar armoede (oa toegepast op de werkvloer). Helaas was er geen ‘geld’ (en ik kreeg ik geen mandaat), om dat verder uit te werken. Tja…

  • Laurent Christiane

    Prachtig artikel….armoede beschreven zoals het ” echt ” is….
    Bedankt hiervoor….
    Christiane

  • Caro Bridts

    Wat opnieuw een sterk artikel dank ATD en sociaal.net!
    Hopelijk word er over nagedacht over beleidsdomeinen en organisatie grenzen heen.
    Samen evalueren , samen nieuwe strategieën uitzetten ja SAMEN EN MET MENSEN EN IN BELANG VAN MENSEN!
    De armoedetoets is er maar zoals bijna alle maatregelen, middelen die ingezet worden om armoedeproblematiek beter te meten, zichtbaar te maken zijn niet afdwingbaar. Debatten kunnen gaan nooit tot de kern waardoor oorzaken niet genoeg zichtbaar worden en dus men maar aan oplapwerk blijft doen, pleisters plakken die op een dag terug in gezichten springen en de problematiek vertienvoudigd is en dus nog meer geld kost! Duurzaam, structureel matheuseffecten aanpakken en tegengaan daar liggen de uitdagingen meer dan ooit vandaag!!! Dit SAMEN ECHT SAMEN MET EN VOOR MENSEN GEZINNEN IN ARMOEDESITUATIES!!!
    We hebben er allemaal een aandeel en verantwoordelijkheid in !
    De duizenden vrijwilligers zie de noden alleen maar toenemen.warme strijdbare groet caro

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.