De superdiverse stad
Sinds de jaren ’90 zien we Gent toenemend verkleuren. Eén op vier Gentenaars heeft migratieroots. Gent telt ondertussen bijna 160 verschillende nationaliteiten waaronder heel wat ‘nieuwe’ groepen die toekwamen na de uitbreiding van de Europese Unie in 2004. Eind 2011 woonden er volgens de officiële cijfers, die een onderschatting zijn, 5.656 personen van Bulgaarse origine, 1.914 personen van Slowaakse origine en 1.096 personen van Poolse origine in Gent.
‘Eén op vier Gentenaars heeft migratieroots.’
Elke groep heeft zijn status en migratiehistoriek. Er zijn ook verschillende migratiekanalen: huwelijksmigratie, gedetacheerde arbeidsmigratie, volgmigratie, asiel of clandestiene migratie. Om hierop in te spelen moet een stad een gedifferentieerd en gelaagd beleid voeren. Een beleid dat rekening houdt met de pluraliteit aan integratiepaden, diverse statussen en feitelijke praktijken van deze burgers die aankomstwijken bevolken.
Gezinnen met precaire verblijfsstatus
In dit stuk leggen we de focus op de groep dakloze gezinnen met kinderen die er in Gent is. Zij hebben een precaire verblijfsstatus, zijn vaak wettelijk niet of gebrekkig in orde. Het gaat ’ook’ over Slowaakse Roma-gezinnen, al zien we nog belangrijke onderlinge verschillen. “Bij de Slowaakse Roma gaat het in de meeste gevallen om grote families, met gezinnen met tot meer dan tien kinderen. De scholingsgraad is vaak erg laag en het betreft overwegend sociaal sterk achtergestelde groepen die in Slowakije een sociale onderklasse vormen. Ze brengen ervaringen van extreem racisme en verregaande uitsluiting mee uit herkomstlanden, wat hun wantrouwen in de burgersamenleving groot maakt. Een groot deel van hen woont in erbarmelijke omstandigheden, niet zelden met verschillende families samen, in kraakpanden die niet altijd van stromend water, elektriciteit en verwarming voorzien zijn. Toch omschrijven velen van hen die toestanden als beter dan de situatie waar ze vandaan komen.”Hemelsoet, E. (2013), Roma in het Gentse onderwijs, Gent, Academia Press.
In Gent trekken ze van kraakpand tot kraakpand en wachten veelal de ontruiming af. Ze laten een spoor na van onbetaalde facturen, ontruimingskosten en gerechtskosten, van onbegrip en overlast. Ze hebben evenveel ‘plichten’ als andere burgers maar veel minder rechten en zijn daarom vaak slachtoffer van koppelbazen, zwart werk en huisjesmelkers. Het gebrek aan onderwijs en de beperkte toegang tot medische zorgen, versterken de marginaliteit, vergroten het gebrek aan kansen en hypothekeren elke vorm van sociale mobiliteit. Dit zijn verborgen kosten voor de samenleving die snel hoog oplopenBregman, R. (2014), Waarom we alle daklozen een gratis huis moeten geven, www.decorrespondent.nl, 14 april 2014. .
Overlevingsstrategie
Daniel Termont schreef in De Morgen dat de overlevingsstrategieën van deze groepen voor de nodige overlast zorgen. Volgens ons zijn de manier waarop overheden met hen omgaan, het racisme en de chronische discriminatie de basis voor het zich afkeren van overheden en maatschappij. De samenleving duwt hen net in die overlevingsstrategieën.
‘De signalen over dakloze gezinnen met kinderen zijn niet meer te tellen.’
De signalen over dakloze gezinnen met kinderen in Gent zijn niet meer te tellen. De eerste ongerustheid kwam van de school Mandala in de Rabotwijk, gevolgd door een geëngageerde en verontwaardigde bijdrage van Tina Theunynck op De Wereld Morgen. Tina is brugfiguur van de Nieuwen Bosch basisschool in Gent. Kinderrechtencommissaris Bruno Vanobbergen gaf in Knack een niet mis te verstaan signaal. Het hoofd van UNICEF België stuurde een brief naar Termont. Het jeugdwelzijnswerk stuurt al een tijd verontruste signalen uit over toenemende noden en niet ingevulde behoeften.
De crisissen en noodgevallen volgen elkaar op. Vrijwilligers, scholen, kerken en buurtstewards zijn keihard aan het werk om voor die gezinnen een dak en minimaal comfort te voorzien. Politici trachten een tijdelijk antwoord te bieden. Is dat de kindvriendelijke stad?
Kindvriendelijk
Gent kreeg onlangs het label ‘kindvriendelijke stad’. De Vlaamse Vereniging van Jeugddiensten erkent met het label “steden en gemeenten die streven naar de realisatie van alle rechten van het kind zoals omschreven in het Kinderrechtenverdrag. De doelgroep van dit verdrag zijn kinderen en jongeren tot achttien jaar”. Steden en gemeenten stimuleren om een breed lokaal jeugdbeleid te voeren dat gebaseerd is op kinderrechten is een goede zaak. Maar wat met de grondrechten van kinderen en jongeren die opgroeien in precaire leefomstandigheden?
‘Het label ‘kindvriendelijke stad’ is eerbaar maar het faalt in de praktijk.’
Het label ‘kindvriendelijke stad’ is eerbaar, kan als hefboom werken maar het faalt in de praktijk als we geen structureel en gelaagd antwoord vinden voor die kwetsbare gezinnen met kinderen. Als we falen om elementaire mensenrechten voor kinderen en ouders te verwezenlijken, is kindvriendelijkheid een rad voor de ogen in een stad waar zeer kwetsbare kinderen vooral blauwe plekken oplopen. Dat belooft voor hun toekomst en voor die van de stad.
Vooraleer we meteen de boodschap “Als je het beter kunt, zeg dan hoe dit op te lossen” horen, doen we enkele voorstellen. Die voorstellen stonden grotendeels al vermeld in het rapport ‘Evaluatie ‘Emmaüsproject’: Housing first als sociale innovatie voor groepen in de marges van de stad‘.
Enkele Gentse beleidsmakers namen de signalen serieus, anderen legden het rapport naast zich neer. Het moet gezegd, er zijn stappen vooruitgezet, zeker met het project ‘Leegstand’ en de nieuwe beleidsnota ‘Intra-Europese Migratie’. Toch vinden we dat die niet ver genoeg gaan, daarom deze extra concrete input. Onze voorstellen sluiten aan op het Kinderrechtenverdrag, dat spreekt over rechten op verschillende niveaus. Hierbij gebruikt men de drie p’s als kapstok om verschillende rechten van kinderen in te delen: protection, provision en participation. Die drie p’s moeten in relatie tot elkaar worden bekeken.
Wat te doen?
Een eerste opdracht voor CAW Oost-Vlaanderen. Open de nachtopvang in Gent voor 21u ’s avonds, zeker voor gezinnen met kinderen. Richt de nachtopvang ook anders in. Stem af met scholen, huistaakbegeleiders en jeugdwelzijnswerk om na schooltijd kinderen op te vangen en beter te begeleiden (protection en provision). Het is duidelijk dat de huidige nachtopvang die beperkt is tot ‘bed, bad, brood’ hieraan niet voldoet. Niet alleen het late openingsuur, maar ook het feit dat gezinnen maar vijf op veertien dagen toegang krijgen, is een enorm probleem.
‘Leeggoed toont hoe je flexibel omspringt met leegstaande woningen.’
Aan de sociale huisvestingsmaatschappijen WoninGent en De Vlaamse Haard: ga in Brussel kijken naar het solidair woonproject ‘Leeggoed’. De Elsense huisvestingsmaatschappij heeft er samen met Samenlevingsopbouw Brussel, Jeugd en Stad, Pigment en Bij Ons- Chez Nous leegstaande sociale woningen omgevormd tot solidair wonen, inclusief klusjes door bewoners. Op die manier krijgen verschillende gezinnen en burgers met precaire papieren de garantie van stabiliteit en een kans tot sociale stijging. Leeggoed toont hoe je flexibel omspringt met leegstaande woningen. Dergelijk participatief solidair woonproject zou ook Gent kunnen uitwerken (participation & provision).
Housing First
In Gent is er het project ‘Leegstand’ van WoningGent, stad, OCMW en CAW. Dit is een stap in de goede richting. ‘Leegstand’ is een ‘housing-led’ benadering waar men vertrekt vanuit ‘het recht op wonen’, tegen sterk verlaagde huur.Hermans, K. (2012), Bouwstenen voor een Vlaams actieplan tegen dak‐ en thuisloosheid. Inspiratie uit Nederland, Finland en Schotland, Leuven, LUCAS – KULeuven.Bouw dit alternatief woonproject op een gelaagde manier uit voor verschillende gezinnen, ook voor gezinnen die geen huur kunnen betalen. Huur betalen, betekent immers een inkomen hebben, en dat is niet voor iedereen haalbaar. Daarnaast moet er ruimte zijn voor een ‘housing first-aanpak’, zonder veel financiële drempels en met begeleiding. Housing-led en housing first vragen een goede omkadering, met voldoende ruimte voor participatie van bewoners.
‘Er wordt in Gent veel gepraat ‘over’ deze gezinnen, maar hun leefwereld is ongekend.’
Zorg voor ‘professionals’ die herkenbaar zijn voor de mensen en op een heel flexibele manier hulp bieden (provision). Dit kan alleen als er voldoende aansluiting bestaat op de leefrealiteit van deze gezinnen. Enkel in de interactie komt men toe aan zorg op maat (participation). Belangrijk is in te zetten op de grondhouding en ondersteuning van professionals. We trappen een open deur in, maar de hulpverlening is niet goed aangepast aan de superdiverse realiteit. De leefwereld van dakloze gezinnen met kinderen is een zwart gat. En dat uit zich in gebrekkige en onaangepaste hulpverlening. Daarnaast maakt extra ondersteuning dat er minder ‘onder de radar’ blijft en dus risico’s afnemen. Bovendien speelt men sneller in op reële noden die geen uitstel toelaten (protection en provision).
Het is enkel door oplossingen aan te passen aan de noden en behoeften van de gezinnen, en dus te luisteren naar deze gezinnen, dat het project slaagkans heeft. Er wordt in Gent veel gepraat ‘over’ deze gezinnen, maar hun leefwereld is ongekend door reguliere hulpverleners. Er is nood aan betrouwbare trajectbegeleiders die vanuit een nabijheidsaanpak aansluiten bij de gezinnen, en mee kunnen zoeken naar een gepast antwoord.
Burgerschap als praktijk
Die meer doordachte en omkaderde aanpak, zorgt ervoor dat deze groep burgers erkend worden als ‘deelnemers’. Ze kunnen deelachtig worden in deze stad. We verwijzen naar BiestaBiesta, G. (2011), Learning democracy in school and society. Education, lifelong learning and the politics of citizenship, Rotterdam, Sense Publishers.en Lawy en Biesta (2006)Lawy, R. en Biesta, G. (2006), Citizenship-as-practice: the educational implication of an inclusive and relational understanding of citizenship, British Journal of Educational Studies, 54(1), 34-50. die naast ‘burgerschapsstatus’ en ‘politiek burgerschap’, ook verwijzen naar sociaal burgerschap en burgerschap als praktijk. Hiermee bedoelen ze vooral een situatie waarin (minderheids)groepen kunnen en mogen deel uitmaken van de sociale netwerken en praktijken die zich afspelen in de samenleving. Hier ligt het accent op “er mogen zijn”.De Visscher, S. en Reynaert, D. (2013), Kinderen en jongeren als medeburgers in een duurzame en leefbare stad. Visietekst ter voorbereiding van de ontwikkeling van een kindfocus binnen de stadsmonitor, Gent, Hogeschool Gent.Sociaal en politiek burgerschap complementeren elkaar in het medeburgerschap van kinderen, jongeren en hun ouders in de stedelijke samenleving.
‘Een omkadering met ruimte voor participatie maakt het verschil tussen slagen en falen.’
Terug naar het project ‘Leegstand’. We vrezen dat CAW Oost-Vlaanderen dit project teveel alleen moet dragen. De hulpverlening en omkadering worden nu afgewenteld op de aanmelder van het gezin of op de ontoereikende hulp bij het CAW. Als er geen gezamenlijke engagementen worden opgenomen, is er geen sprake van hulp op maat. Bovendien moet de hulp enorm flexibel zijn om het tempo van het gezin te volgen. Nu kan dat niet. Men moet voldoende back-up hebben om onmiddellijke bepaalde basisnoden te lenigen. Nu is het al te vaak zo dat net op die heel precaire momenten niemand dit engagement opneemt. De noden worden dan enkel en alleen door de mensen gedragen. Een goede omkadering met ruimte voor participatie maakt het verschil tussen slagen en falen.
Rondetafel
Het is dringend tijd voor een Gentse rondetafel over dakloosheid, eventueel als vervolg op de recente dialoogdag van het OCMW. Geef alle betrokken actoren aan die tafel een plaats: hulpverleners, scholen en brugfiguren, vrijwilligers, caritatief initiatief en wijkgezondheidscentra. Naast institutioneel verankerde hulpverleners zijn ook informele professionals belangrijk in een aanpak die gebaseerd is op nabijheid. Niettegenstaande de oproep van Daniël Termont in 2010 om dakloze Roma-gezinnen niet te helpen, weet iedereen die betrokken is dat zonder informele professionals deze mensen een grimmige toekomst te wachten staat.
De beleidsnota ‘Intra-Europese Migratie’ van de stad Gent, die goedgekeurd is door het voltallige college, is beloftevol. Laten we deze nota gebruiken als hefboom voor de uitbouw van een goede omkadering, het creëren van een gedragen visie en duidelijke afspraken tussen alle actoren. Introduceer laagdrempelige trajectbegeleiders die kunnen en mogen opkomen voor de mensen waarmee ze werken. Zij kunnen expertise verwerven door heel sterk leefwereldgericht te werken.Naert, J. en Colle, P. (2014), Waar gaan ze naartoe? Trajectbegeleiding van jongeren in een risicomaatschappij, Tielt, LannooCampusEr is een prangende nood aan sociale innovatie inzake nieuwe woon- en zorgexperimenten. We staan in deze allemaal in onze kinderschoenen. Maar er is voldoende goodwill aanwezig. Stadsdiensten als de integratiedienst, buurtstewards en straathoekwerk trekken sterk aan de kar.
Een stad voor iedereen
Het stadsbestuur wil van Gent een stad maken voor iedereen. Dat is mooi. Om dat te bereiken zijn er wel nog wat stappen te zetten. Alle middelen voor ontruiming, repressie en overlast kan Gent beter inzetten als hefboom voor sociale stijging. Overheid en middenveld moeten voor de meest kwetsbare gezinnen sneller en gepaster hulp voorzien. Als we stappen vooruit zetten voor de ouders, dan zetten we ook stappen vooruit inzake kindvriendelijkheid.
‘Het stadsbestuur wil van Gent een stad maken voor iedereen.’
En dan terug naar het door de Gentse N-VA gecontesteerde anti-discriminatieplan. Romaburgers en zeker gezinnen in precaire leefomstandigheden ondergaan discriminatie op de woon en- arbeidsmarkt harder dan welke groep ook. Dit anti-discriminatieplan is wel degelijk een hefboom opdat mensen met migratieroots, en zeker ook dakloze gezinnen met kinderen, een kans krijgen in deze stad. Dakloosheid is een samenlevingsprobleem. Laten we het dan ook zo benoemen en aanpakken vanuit het recht op wonen. Niet discrimineren start met het inzicht dat de ander ‘ons’ betreft.
Beleidsmakers handelen te weinig, te laat en met teveel vallen en opstaan. Maar door vanuit het middenveld meermaals hard op tafel te kloppen, neemt men uiteindelijk wel heel concrete stappen. Datzelfde middenveld staat samen met vrijwilligers klaar om verder aan weg van de superdiverse stad te timmeren.
Reacties [5]
Elke hoge stadsfunctionaris die verbaasd doet over het feit dat er in het Gentse kinderen op straat slapen, is ofwel naïef, ofwel boudweg aan het liegen.
Ik was de laatste 4 jaar getuige van meer dan twintig uithuiszettingen, soms met tientallen kinderen tegelijk.
Voor autochtonen (is die term al begraven?) werd vaak een sociale woning geregeld via versnelde toewijs, zeker als de media meekeek. Voor bruine kindjes was dit minder evident. Voor sans papiers: onmogelijk.
Opvang dan maar?
Publiek geheim: de voorbije winter – vooral in januari – werden gemiddeld tot drie mensen per nacht geweigerd aan de deur van de daklozenopvang.
Op 15 maart sloot de winteropvang opnieuw, zoals altijd gevolgd door nog een paar weken nachtvorst.
Buiten de winter hebben daklozen slechts “recht” op 5 nachten opvang om de 14 dagen. De rest moeten ze kraken, op straat slapen, of bij een miljonairsvriend op de sofa.
En inderdaad: de nachtopvang opent pas om 21u de deuren, ondanks herhaalde smeekbedes van welzijnswerkers om dit te vervroegen.
In 2014 in Gent waren er 768 uithuiszettingen.
Leegstandsbestrijding dan maar?
De leegstandslijst 2014 telt 288 adressen.
Het aantal particuliere leegstaande panden wordt grofweg geschat op 1000.
Dat maakt een verschil van 712 ongetaxeerde, leegstaande panden.
Indien die lijst hét middel is om leegstandstaks te heffen en zo de verkrotting te bestrijden, dan is ze volstrekt ontoereikend.
Daarnaast: 1000 leegstaande sociale woningen en 9000 mensen op de wachtlijst.
Bij nieuwe prestigeprojecten zoals Dok Noord wordt er 13 % sociaal beloofd. Streefcijfer in het bestuursakkoord was nochtans 20 %.
Kraken dan maar?
Een criminalisering van krakers, een bemoeilijking van gegevensverstrekking op het kadaster, een volstrekt illegale weigering van het stadsbestuur om domicilie toe te kennen aan krakers….
Het is koud slapen in de blauwe schijn van de Ghelamco.
Geachte Koen Van de moortel,
Wat heeft dat ermee te maken ? Zeg maar tegen die kinderen die het al moeilijk hebben dat ze niet meer welkom zijn vanwege hun religie. Doe maar , maar kom dan ook niet klagen dat ze ooit terugkeren naar Vlaanderen als strijders en groot gelijk hebben ze. Want de politiek heeft de moed niet om er iets aan te doen. Ik hoop dat u nog goed kan slapen ? Misschien staat er morgen zo een strijder naast uw bed. Bij mij hoef je niet te komen klagen. Wie een zwaard zaait oogst oorlog, maar wie liefde zaait oogst vrede. Ik wens u uit de grond van mijn hart een zalig pasen.
groetjes,
Vervaet Johan
Beste bezorgde medemensen
Als directeur van Dienst Wonen van Stad Gent kan ik u bevestigen dat tal van diensten even bekommerd zijn als u. Wij zaten deze namiddag nog samen, ook met de vertegenwoordigers van schepenen en burgemeester, om structurele oplossingen te bedenken. De complexiteit heeft zelfs mij naar adem doen happen. Omdat ik nieuwe dingen hoorde? Neen. Omdat de behoefte aan wonen zoveel sneller toeneemt dan dat wij voor oplossingen kunnen zorgen. Naast de behoeften van nog zoveel andere Gentenaren.
Inzake multi-aanpak ken ik geen grotere uitdaging dan deze. Hoe kunnen mensen hier een leven opbouwen als hun papieren zo onzeker zijn? Hoe kunnen ze wonen als ze geen inkomen hebben?
Hoe kunnen ze werken als ze niet aanvaard worden, om welke reden dan ook?
We werken eraan. Het is nog onzichtbaar en misschien te weinig te laat.
Toch blijven we erin geloven. Omdat elk gezin recht heeft op behoorlijke huisvesting.
Hilde Reynvoet, Gent
Wat heeft Pegida daar nu ineens weer mee te maken??? Dat is alleen tegen de islamisering, niet persé tegen het opvangen van vluchtelingen e.d.
Beste onderzoekers,
Ik ben blij dat er mensen zijn die de problemen bij de sociaal zwakkere willen en kunnen aanklagen. In jullie nota wordt er gesproken over mensen die laagdrempelig kunnen werken. Ooit al gehoord over de presentiemethode van Baart ? Eerst eens goed kunnen luisteren naar de problemen van die mensen. De oplossingen volgen later wel. Het jammere aan jullie verhaal is dat kinderen buiten moeten leven en of buiten slapen. Ik ben gewoon woedend en teleurgesteld, leven we wel in een welvaartsstaat om maar te zwijgen over onze beschaving. Jullie nota heb ik gevonden via de blog van Tina Theunynck. Tina is een collega van mijn vrouw in Nieuwe Bosch. Ook wil ik jullie mededelen dat ik na het lezen van Tina’s stuk ik een mail heb gestuurd naar Termont. Zijn reactie is er een van ongeloof en hij beziet dit als een politiek maneuver. Ik zal nooit een politiek spelletje spelen als het over kinderen gaan. Het grootste goed van ons allemaal. Kinderen zijn de toekomst en als we die al verwaarlozen, ja dan ziet het er slecht uit voor de toekomst. Beste onderzoekers mag ik jullie ook een gunst vragen ? Zouden jullie ook geen mail naar Termont kunnen sturen met jullie bevindingen en hem zeggen waar er kinderen leven die dakloos zijn. Kan je ook vragen of hij de Pegida betoging van 13 april in gent nog wil verbieden.
Mag ik jullie alvast bedanken om mijn te lezen en ook om wat jullie doen voor de sociaal zwakkere.
Vele sociale groeten,
Vervaet Johan
Zeker lezen
Aan Bart De Wever, de leider van het land
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies