Achtergrond

Leve de (on)betaalde zorgarbeid van de vrouw met migratieachtergrond

Marijn Sillis

COVID-19 benadrukt het nogmaals: zonder zorgarbeid stort onze samenleving in. Maar betaalde zorgarbeid gaat vaak samen met minimumlonen en slechte werkomstandigheden, en de onbetaalde blijft simpelweg onzichtbaar. Wie daar de dupe van is? De vrouw. Zeker als ze een migratieachtergrond heeft.

Zorgarbeid

© Kasia Kozakiewicz

Zorgarbeid

Verpleegkundigen, zorgpersoneel, poetshulpen: als u hen ontmoet, is de kans groot dat u op een vrouw botst. Ook niet-betaalde sociale zorgarbeid wordt vaker door vrouwen dan mannen verricht. Want wie kookt? Wie past op de kinderen? Wie regelt de (vrouwelijke) thuishulp voor de ouders? Elke statistiek toont het aan: vrouwen.

‘Ik heb vakantie genomen van mijn vaste job en ben fulltime verpleegster en psychologe.’

Vandaag, op Nationale Vrouwendag, wordt opnieuw aandacht gevraagd voor het thema. Maar, belangrijk: dan moeten we het over alle vrouwen hebben. Want zoals op de website van Kenniscentrum RoSa vzw te lezen staat: “Onderzoek wijst uit dat vrouwen met migratieachtergrond bovengemiddeld veel onbetaalde sociale en zorgarbeid verrichten.”

Zorg voor zussen

De Mechelse Zineb El Boussaadani (50) vertoeft momenteel in Marokko. Door COVID-19 viel de zorg voor Zinebs gehandicapte zus weg. “Eerst moest ik vanop 3000 kilometer afstand voor mijn ouders en gehandicapte zus zorgen. Nu ben ik in Marokko geraakt. Het was en is een nachtmerrie. Ik heb vakantie genomen van mijn vaste job en ben nu fulltime verpleegster en psychologe. Mijn zus kan niet voor zichzelf zorgen, mijn 84-jarige vader is bang.”

Studente Priscilla Keuppens (24) is alleenstaande mama van een dochtertje van drie. “Je moet zelf uitdokteren hoe je student en mama kan zijn. Nergens is laagdrempelige info beschikbaar. Elke keer moet je hulp vragen, waardoor je begint te twijfelen of je het wel kan combineren”, aldus Priscilla, die in haar jeugd al zorgtaken op zich nam. “Als kind moest ik alle brieven vertalen, omdat mijn mama, uit Sierra Leone, de taal niet kent. Maar ik heb vooral bewondering voor mijn zus, die op haar achtste al voor mij zorgde.”

Ook Eliel Bonsenge Emete (21) zorgt voor haar zes kleinere broers en zussen. Omdat haar ouders geen Nederlands kunnen, helpt zij iedereen met het huiswerk. “Ik doe ook veel huishoudelijke taken. Soms is dat lastig, maar ik ben wel blij dat ik nu zo zelfstandig ben. Als vrouw zorg opnemen voor familie zit ingebakken in onze Congolese cultuur.”

Discriminatie en andere drempels

Zorgarbeid en vrouwen met migratieachtergrond: het is een complex verhaal. Een factor die meespeelt, is sociaaleconomische klasse. Wie minder middelen heeft, kan zorgnoden minder uitbesteden. Toegang tot werk is dan een belangrijk gegeven. Vaak worden vrouwen met migratie-achtergrond doorgestuurd richting knelpuntenberoepen – naar de slecht betaalde zorgarbeid, dus. Als ze al werk vinden.

‘Vrouwen worden vaak doorgestuurd naar de slecht betaalde zorgarbeid.’

“Vrouwen met migratieachtergrond zijn oververtegenwoordigd in de groep mensen die specifieke drempels ervaren in de toegang tot betaalde arbeid’, zegt Fatma Arikoglu van Ella, het kenniscentrum gender en diversiteit. In 2015 en 2016 deed Ella onderzoek naar de link tussen gender, zorg en migratie en naar vrouwen met migratieachtergrond op de Vlaamse arbeidsmarkt.

“Discriminatie, racisme, seksisme, allerlei (gender)stereotiepen binnenshuis maar ook buitenshuis, het hoofddoekenverbod, de manier waarop onze arbeidsmarkt georganiseerd is – ‘eerst taal, dan werk’ – en ga zo maar door. Het zijn allemaal drempels. En vrouwen die geen betaalde arbeid kunnen verrichten, nemen – tussen aanhalingstekens – automatisch en vanzelfsprekend meer onbetaalde en onzichtbare arbeid op.”

Voorwaarde voor gastarbeiders

Er zijn verschillen tussen wie en waarom migreert, maar ook tussen generaties. Neem bijvoorbeeld de eerste generatie migrantenvrouwen. “Zij werden door de Belgische overheid aangemoedigd om mee te komen”, vertelt Amal Miri, onderzoekster aan het Centre for Research on Culture and Gender (UGent). De vrouwen werden volgens Miri gezien “als een broodnodige voorwaarde voor de gastarbeiders om productief te kunnen zijn”.

“Uit mijn onderzoek blijkt dat de eerste generatie Marokkaanse vrouwen heel wat zorg op zich hebben genomen. Onderzoek van collega Neslihan Dogan toont dat ook aan voor de Turkse vrouwen”, aldus Miri. “Er was vanuit politiek en industrie zeker de insteek dat zij hun mannen, de hardwerkende gastarbeiders, thuis moesten kunnen onderhouden. De mannen hadden een gezin en zorg nodig. Dat gold niet alleen voor de eigen mannen, maar ook voor de schoonbroers en vrienden.”

Het zijn hun dochters en kleindochters, die vandaag op de discriminatie botsen, waar Fatma Arikoglu het over heeft. “Maar het voordeel voor deze groep is dat ze ondertussen een redelijk groot netwerk hebben in ons land”, stelt Meryem Kanmaz van Furia vzw.​

Nieuwkomers zonder netwerk

Volgens Kanmaz, auteur en doctor in de sociale wetenschappen, is het belangrijk om stil te staan bij de nieuwkomers. “It takes a village to raise a child, wil het gezegde. En net dat netwerk hebben nieuwkomers hier niet”, aldus Kanmaz.

‘Vrouwen die de zorgarbeid niet meer kunnen of willen doen, besteden die uit aan andere vrouwen.’

Wie niet kan terugvallen op een netwerk, moet alle zorgarbeid op zich nemen. Daardoor blijft minder ruimte over voor betaald werk. Tenzij het werk doorgeschoven wordt naar weer iemand anders. “Dat heeft soms het cynische gevolg dat een deel van de zorg terechtkomt bij een bejaarde moeder of… de oudste dochter. Die op haar beurt weer minder tijd en energie heeft voor studies of werk. Dat terwijl mensen migreren om hun kinderen beter toekomst te geven.”

Het werk schuift vaak ook door naar wie het net iets moeilijker heeft. “Het is anekdotiek, maar toch: in Brussel kende ik vrouwen die op de kinderen van middenklasse-vrouwen pasten voor 10 euro per uur, en de oppas voor hun kinderen informeel uitbesteedden voor 3 euro per uur.”

De lange zorgketen

Wat Kanmaz met de Brusselse anekdotiek omschrijft, wordt in academische kringen ‘the care chain’, of zorgketting genoemd. Zorgarbeid wordt altijd opnieuw doorgeschoven. Vrouwen die de zorgarbeid niet meer kunnen of willen doen, besteden die uit aan andere vrouwen. In een lagere klasse. Vaak: migrantenvrouwen.

‘Een groot deel van onze arbeid laten we over aan de individuele vrouw.’

“Je ziet dat niet alleen in België, maar wereldwijd”, zegt Kanmaz. “Als een Filipijns meisje hier op kinderen komt passen, verschuift de zorgarbeid alleen maar. Want zij moet elders iemand betalen om haar eigen kinderen groot te brengen. Alleen lijkt niemand daar bij stil te staan.”

De basis van het probleem blijft telkens hetzelfde, aldus Kanmaz. “Het feit dat zorgarbeid in de ‘genderhoek’ blijft steken. Een groot en belangrijk deel van onze arbeid – het klaarstomen van kinderen voor onze economie, het zorgen voor wie uitgespuwd is door de arbeidsmarkt – laten we gewoon over aan de individuele vrouw. Het is een ‘vrouwending’, terwijl het natuurlijk een levensbelangrijke maatschappelijke opdracht is. Zolang we dat niet benoemen, zal er ook geen politieke oplossing komen.”

Witte emancipatie

De globale zorgketting hangt samen met wat socioloog Sara Farris ‘femonationalisme’ noemt. “Of de samenloop van nationalistische, neoliberale en wit feministische belangen”, vertelt Anna Vleeshouwers van kenniscentrum voor gender en feminisme RoSa. “Farris klaagt de contradictie aan waarbij vrouwen met een migratieachtergrond disproportioneel naar juist die sectoren worden geleid waarvan westerse vrouwen zich hebben willen emanciperen: de dienstensector en zorgarbeid.”

‘De valse tweedeling tussen geëmancipeerd en onderdrukt, maakt blind voor aanhoudende obstakels die alle vrouwen treffen.’

“Economische onafhankelijkheid werd een belangrijk speerpunt tijdens de tweede feministische golf, waarbij emancipatie gelijkgesteld werd aan – voltijdse – deelname aan de betaalde arbeidsmarkt”, vervolgt Vleeshouwers. “Het is in grote mate dankzij goedkope arbeid van vrouwen met migratieachtergrond dat dit westers, neoliberaal emancipatie-ideaal voor vele vrouwen uit de middenklasse mogelijk werd.”

Wat eens de materiële gelijkheid tussen mannen en vrouwen vormde, transformeerde zich volgens Farris geleidelijk aan in ongelijkheid tussen vrouwen onderling. “De ongelijkheid werd niet zozeer weggewerkt dan wel doorgeschoven: het hele idee van de zorgketting”, aldus Vleeshouwers, die evenwel wil waarschuwen voor valse tegenstellingen.

“Het is belangrijk om de ongelijkheid tussen vrouwen te benoemen. Maar de valse tweedeling tussen geëmancipeerd en onderdrukt, is typisch aan het femonationalistisch discours dat vrouwen verdeelt. Het maakt blind voor aanhoudende obstakels in gendergelijkheid die alle vrouwen treffen. Zo blijft de verdeling tussen zorgen en arbeid ook een ‘gegenderde’ ongelijkheid.”

Vrouwenmigratie? Prostitutie

Volgens het idee van de globale zorgketen is er een hele industrie ontwikkeld rond het uitbesteden van zorg. “Maar die wordt nauwelijks besproken en onderzocht”, verzucht Kanmaz. “Arbeidsmigratie wordt altijd gezien als iets mannelijks. Als vrouwenmigratie al onderzocht wordt, dan gaat het veelal over prostitutie en vrouwenhandel.”

‘Arbeidsmigratie wordt altijd gezien als iets mannelijks.’

Of in het kader van gezinshereniging. En daar speelt ook iets, waardoor vrouwen in een dienende rol geduwd worden, meent Amal Miri. “De wetgeving huwelijksmigratie legt sinds 2011 strengere voorwaarden op”, stelt de onderzoekster. “Zo moet een koppel noodgedwongen vijf jaar samen blijven om de echtheid van hun huwelijk te kunnen aantonen (dat is wel afhankelijk van enkele uitzonderingen en het feit of het verblijfsrecht van de partner (on)beperkt is, nvdr.). Pas dan kan de vrouw aanspraak maken op een langere verblijfsvergunning.”

“Zo ontstaat een sterk afhankelijke situatie en ongelijke machtsverhouding”, vervolgt Miri. “In mijn onderzoek zag ik dat vrouwen bijvoorbeeld extra hard hun best doen om te zorgen. Ze cijferen zichzelf weg – geen hobby’s, niet te veel weggaan – uit angst voor ruzie en op langere termijn een scheiding. Want dan riskeren ze teruggestuurd te worden.”

De luie migrantenvrouw

Wat er dan nog rest, zijn de vooroordelen. Want vrouwen met migratieachtergrond zijn goed genoeg om de zorgtaken over te nemen. Maar als ze door onbetaalde zorgarbeid of andere factoren hun weg in de reguliere arbeid niet vinden… “dan worden ze de luie migrantenvrouwen. Of zoals in officiële rapporteren staat: de inactieven”, aldus Kanmaz.

‘Het kwam niet door haar kinderen en de zorg dat ze geen werk had of wilde. Het was net het tegendeel.’

Sara Farris verwoordt het in een interview zo: “Het idee dat migranten onze jobs stelen, is heel mannelijk. Ik vraag me dan af: waar zitten de migrantenvrouwen? Wel, in de media worden zij niet zozeer gezien als mensen die werk afpakken, maar als gehoorzame passieve slachtoffers van hun eigen zogenaamd achterlijke culturen.”

Kanmaz deelt graag nog een laatste anekdote. “Voor het Minderhedenforum deed ik onderzoek naar armoede bij vrouwen met migratieachtergrond. In Limburg botste ik op een Belgisch-Turkse jongedame die in de focusgroep zat met haar baby. Na haar studies wilde ze niet meteen aan een gezin beginnen, vertelde ze. Ze wilde dingen ontdekken, werk vinden. Maar omdat ze elke sollicitatie opnieuw geweigerd werd, onder meer door haar hoofddoek, besloot ze om voor haar gezin te gaan. Het kwam niet door haar kinderen en de zorg dat ze geen werk had of wilde. Het was net het tegendeel.”

Fulltime huisvrouw?

Voor studente Eliel (21) klinkt het prima, fulltime huisvrouw zijn. “Ik studeer nu vooral omdat het in deze wereld best is om met twee te werken. Ik ben slim genoeg, dus kan ik even goed naar de universiteit gaan. Maar eerlijk: ik zou ook prima huisvrouw kunnen zijn.”

‘Elke vrouw moeten kunnen worden wat ze wil.’

“Mijn vriendinnen verklaren me soms voor gek als ik dat zeg, maar ik begrijp niet goed waarom. Elke vrouw moeten kunnen worden wat ze wil, maar ik vind het fijn als ik voor mijn man en kinderen zou kunnen zorgen. Het siert een vrouw ook als ze die talenten heeft, vind ik.”

De 24-jarige Priscilla ziet dat ietwat anders. “Ik ben blij dat ik door mijn opvoeding zo zelfstandig geworden ben”, vertelt ze. “Mijn eigen dochter wil ik dat ook leren. Maar als ik een zoontje zou krijgen, zou hij evenveel moeten doen als mijn dochter. In de cultuur van mijn mama wordt gefocust op de zorg door dochters, mijn papa is daar losser in. Ik wil het beste van die twee werelden combineren.”

Onbetaalbare moeders

De Mechelse Zineb vond ondertussen hulp voor haar gehandicapte zus en bejaarde ouders. “We moeten nu nadenken over de toekomst van onze ouders en mijn zus. Maar daarvoor kijken de broers naar mijn zus en mij. Terwijl het een taak is van ons allemaal. Ik sta er dus op dat iedereen, hoe klein ook, zijn bijdrage levert aan de kosten voor de vrouw die de zorg voor hen zal opnemen.”

Je leest het inderdaad goed: de vrouw. “Ik vond een meisje uit een arme familie”, klinkt het. “Maar ik maak er uiteraard wel een punt van dat het werk correct verloopt, dat ze goed betaald wordt, een goede telefoon krijgt en een beroep kan leren. Zodat ook zij een stap vooruit kan zetten.”

Zelf zal de Mechelse ook regelmatig terugkeren naar Marokko. “Dat is mijn plicht, vind ik. Mijn ouders hebben niet dezelfde kansen gekregen als ik. Dankzij hen heb ik de wereld gezien, gestudeerd, leid ik een goed leven in België. Nu is het aan mij om hun laatste jaren gemakkelijker te maken.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.