Achtergrond

Jongeren en politie in gesprek: ‘Dat jongeren ook bang zijn, is voor mij een eyeopener’

Mattias De Backer

Stedelijke jongeren en de politie zijn niet altijd de beste vrienden. Jongerenorganisatie Jeugd en Stad (JES) bracht beide partijen bij elkaar om samen met professionele bemiddelaars te werken aan wederzijds begrip. Criminoloog Mattias De Backer (Vrije Universiteit Brussel) onderzocht of die dialoog werkt.

politie

© Unsplash / G-R Mottez

Gespannen relatie

Jongeren die in stedelijke buurten met grote maatschappelijke uitdagingen opgroeien, komen veel vaker dan hun leeftijdsgenoten in contact met politie. Ze voelen zich geviseerd en vinden dat te laks wordt gereageerd op racisme en overdreven geweld binnen het politiekorps.

‘Waarom zou ik reageren bij zo’n racisme? We zijn daarmee opgegroeid.’

Ook agenten zijn regelmatig slachtoffer van geweld. Ook zij leggen straffeloosheid op tafel, maar ze zien dat dan wel heel anders. Voor hen is net justitie te laks en zijn opgepakte jongeren te snel weer op vrije voeten.

Relatie onderzocht

Naar aanleiding van een oproep van Vlaams minister van Jeugd Benjamin Dalle (CD&V) zette jeugdorganisatie Jeugd en Stad (JES) een project op om de relatie tussen jongeren en politie te verbeteren. Het project behelsde onder meer een beleidsparticipatietraject, vormingsmomenten voor politiemensen, het opstarten van jeugdoverlegplatformen en het samenbrengen van belangrijke eerstelijnsprofessionals bij politie, jeugdwerk en stadsdiensten.

Daarnaast werden, onder begeleiding van professionele bemiddelaars van Alba vzw en Moderator vzw, Brusselse en Antwerpse jongeren en politiemensen rond de tafel gezet om naar elkaar te luisteren.

In binnen– en buitenland werden al enkele gelijkaardige projecten opgezet, maar ze werden zelden wetenschappelijk opgevolgd. Daardoor bleef onduidelijk of de projecten impact hadden op de relatie tussen beide groepen.

De dialoogtrajecten

Het organiseren van zo’n dialoog is geen proces dat altijd op dezelfde manier verloopt. Elke lokale context is anders. Persoonlijke en werkrelaties tussen professionals op het terrein verschillen van plek tot plek.

Wat wel terugkeert: de bevestiging van het belang om met elkaar in gesprek te gaan. Want alle partijen vinden het belangrijk om te vertellen over de sporen die confrontaties tussen jongeren en politie nalaten.

Onderbelicht racisme

Beklijvend is het moment waarop de jongeren vertellen hoe vaak ze slachtoffer zijn van racisme. Op school, op straat, in de winkel of op het openbaar vervoer. Politiemensen schrikken van de frequentie van racistische voorvallen: “Ik wist wel dat zoiets gebeurde, maar echt niet dat het zo vaak gebeurde.”

Meryem, een van de jongeren, reageert nuchter: “Waarom zou ik reageren bij zo’n racisme? We zijn daarmee opgegroeid.”Om privacyredenen gebruiken we in deze bijdrage schuilnamen.

Agressief of bang?

Jongeren luisteren geboeid naar de politiemensen. Ze krijgen een beter zicht op de moeilijke omstandigheden waarin de agenten soms moeten werken. Maar als de jongeren vervolgens zelf vertellen hoe ze een politieoptreden ervaren, wordt het stil rond de tafel.

Mehmed vertelt dat hij als kind een positief beeld had van de politie. Maar dat verandert helemaal nadat hij enkele keren hardhandig werd aangehouden: “Ik moest tegen de muur gaan staan, handen op de rug, mijn armen werden vastgehouden. Ik had geen idee waarom. Ik schrok me rot. De omgeving bekijkt je alsof je een crimineel bent. Als ik vroeg waarom dit allemaal gebeurde, werd ik brutaal genoemd. Sindsdien ben ik bang als ik een politiecombi voorbij zie rijden. Ik ben op mijn hoede voor politiemensen.”

Ik ben op mijn hoede voor politiemensen.

Jongeren vertellen over een recent buurtfeest waarbij de politie optrad met veel machtsvertoon omdat er iemand met een wapen zou rondlopen. De aanwezige kinderen waren enorm onder de indruk.

Yassin vertelt dat hij voor zijn eigen veiligheid elke interventie filmt. Anderen vullen aan hoe angstaanjagend ze identiteitscontroles vinden: “Met vuurwapens in de buurt, weet je nooit wat er kan gebeuren.” Agente Elke schrikt bij de angst waarover jongeren spreken: “Tijdens een controle geven jongeren ons vaak brutaal en agressief weerwoord. Dat ze ook bang zijn, is voor mij een eyeopener.”

Omstreden uniform

Het relaas van de jongeren over wat ze meemaakten en hoe ze zich daarbij voelden, geeft politiemensen meer inzicht in hoe hun acties overkomen. Soms gaat het over kleine dingen. Zo stonden sommige agenten er niet bij stil dat hun houding, met de duimen achter het kogelvrije vest, door jongeren als erg intimiderend wordt ervaren.

‘Met vuurwapens in de buurt, weet je nooit wat er kan gebeuren.’

Ook het politie-uniform is een erg omstreden onderwerp. Voor de agenten is dat uniform belangrijk: het geeft een zichtbare status, het hoort bij de job en is een bron van trots en beroepseer. Jongeren zien dat anders en gaan liever in gesprek met ‘gewone’ politiemensen in ‘gewone’ kleren. “Blijkbaar werkt ons uniform soms als een rode lap op een stier”, vat agente Fien samen.

Sereen of geladen gesprek?

Niet elk verhaal of getuigenis is negatief. Zo vertelde een jongere hoe een goed politieoptreden voorkwam dat een viering na een WK-voetbalmatch escaleerde. Een leeftijdsgenoot voegt daar meteen aan toe: “Ik ken meer goede agenten dan slechte.” Het deed de politiemensen zichtbaar deugd om dit te horen.

‘Ik ken meer goede agenten dan slechte.’

Een ander gesprek gaat een heel andere richting uit. Hier hadden veel jonge deelnemers zeer negatieve ervaringen met de politie. Geëmotioneerde jongeren vuurden een salvo van kritische vragen af aan het adres van politie. De agenten Ilias en Imade verdedigden zich tegenover deze aanklachten. Ze luisterden geduldig, erkenden dat niet alles foutloos loopt en gaven het advies om in de geschetste gevallen klacht in te dienen: “Doe je dat niet, dan weten ook wij van niets en zal er nooit iets veranderen.” De professionaliteit van deze agenten redde de sereniteit van het gesprek.

Het belang van vertrouwen

Hoewel enkele studies uit het buitenland erop wijzen dat dialoog tussen jongeren en de politie leidt tot toegenomen begrip en respect, is dat niet altijd zo. Sommige jongeren of politiemensen hebben vooraf hun standpunt al ingenomen. Zoals een deelnemer van een groepsgesprek het achteraf samenvatte: “Wat er werd gezegd, maakt weinig verschil. Ik voel nog steeds haat.”

Op plaatsen waar de relatie tussen jongeren en politie moeilijk verloopt, is er vaak meer aan de hand. Dan is er ook te weinig vertrouwen bij jeugdwerkers of de lokale overheid en plooit iedereen zich terug op het eigen terrein.

‘Op plaatsen waar de relatie tussen jongeren en politie moeilijk verloopt, is er vaak meer aan de hand.’

Politiemensen hebben geen vertrouwen in jeugdwerkers die voor hen ‘aan de andere kant’ staan. Jeugdwerkers hebben dan weer vaak zelf persoonlijke ervaringen met onrechtvaardig of gewelddadig politieoptreden.

Bemiddelen bij gebrek aan vertrouwen

In deze context van uitgesproken wantrouwen is het moeilijk om een respectvolle dialoog op gang te brengen. Een geschiedenis van incidenten en wantrouwen kan je niet doen kantelen met één gespreksmoment.

In een ideaal scenario bereid je de dialoog tussen jongeren en politiemensen voor, samen met alle betrokken partijen. Dat geeft iedereen het gevoel dat naar hun gevoeligheden en twijfels geluisterd wordt en versterkt het gedeeld eigenaarschap van dit project.

Maar de realiteit volgt zelden een ideaal scenario. In een setting zonder vertrouwen tussen de belangrijkste spelers kunnen bemiddelaars niet anders dan ad hoc te werk te gaan. Zij moeten inspelen op kansen die zich aandienen, aangezien bij elke groep obstakels opduiken en er overal gewerkt moet worden aan vertrouwen. De bemiddelaars moeten met andere woorden flexibel zijn en improviseren.

Gaandeweg bouwen

Maar als die kansen gegrepen worden, heeft dat impact voor de toekomst. Waar vertrouwen ontbreekt, kan vertrouwen gaandeweg opnieuw opgebouwd worden.

Belangrijk is  de meerzijdig partijdige aanpak van de professionele bemiddelaar. Die kan zich positioneren als neutrale derde die de ervaringen van iedereen ernstig neemt. Zij brengt mensen met een heel verschillend perspectief en belang toch samen en laat hen op een constructieve manier met elkaar praten.

‘Waar vertrouwen ontbreekt, kan vertrouwen gaandeweg opnieuw opgebouwd worden.’

Veel gewicht rust op hun schouders. Zo werd vanaf de start van een gesprek duidelijk dat de relaties tussen jongeren en politie onder hoogspanning stonden. De bemiddelaar besliste meteen om het over een andere boeg te gooien. Elke partij kreeg een kwartier om zichzelf voor te stellen, zonder dat er een vraag gesteld kon worden. Dat iedereen gedwongen werd om eerst naar elkaar te luisteren, was een belangrijke stap op weg naar meer wederzijds begrip en respect.

Enkel believers rond de tafel?

Dialoogtrajecten en herstelgerichte gesprekken hebben impact. Onder begeleiding van een bemiddelaar kunnen deelnemers met uiteenlopende ervaringen en emoties respectvol met elkaar in gesprek gaan. In veel gevallen mondt dat uit in meer empathie en nuance. Scherpe meningen worden bijgestuurd.

Maar er is een maar. Iedereen nam vrijwillig deel aan deze gesprekken. Vaak volgt dan de kritiek dat je enkel een selecte groep van believers rond de tafel krijgt: wie gelooft in het nut van dialoog en wie al positief en begripvol staat tegenover elkaar.

Daar valt wat voor te zeggen: ook in dit project blijkt dat jongeren en politie met extreem negatieve opinies over de ander niet deelnemen. En waar we hen toch mee rond de tafel kregen, gingen gesprekken de foute kant uit. In plaats van begrip en empathie leidde het gesprek tot verdere polarisering.

Olievlek

Kan dit project impact hebben? Met herstelgerichte dialoogtrajecten moet gemikt worden op een olievlekeffect: deelnemers delen hun positieve ervaringen met collega’s en naasten.

Dat vuur moet je warm houden: dialoogtrajecten zijn geen one-shot maar moeten systematisch aangeboden worden. Als steeds meer jongeren en politiemensen hun ervaringen kunnen uitwisselen, zullen positieve effecten blijvend zijn. Alvast in Antwerpen werd bij het afronden van het project aangegeven door het politiekorps dat er een verderzetting van het project zou komen.

Tot slot moet ook ingezet worden op het verbeteren van de relatie tussen organisaties die handelen in het belang van jongeren, stadsdiensten en politiemensen. Deze relatie heeft een grote impact op het mogelijk maken van dialoog tussen jongeren en politie.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.