Waarom persoonsgerichte zorg?
Persoonsgerichte zorg heeft positieve effecten op zowel de zorgvrager als de zorgverlener. Zorgvragers zijn beter geïnformeerd, hebben meer controle over hun dagbesteding en zijn meer betrokken bij keuzes die gemaakt moeten worden. Voor de zorgverleners zijn er positieve effecten op de werktevredenheid, emotionele uitputting en persoonlijke voldoening.Onderzoekers aan de Karel de Grote Hogeschool Antwerpen voerden interdisciplinair praktijkgericht onderzoek naar de bouwstenen van persoonsgerichte zorg. Dit onderzoek resulteerde in een inspiratiebrochure, waar deze bijdrage op gebaseerd is.
Toch wordt nog niet overal persoonsgericht gehandeld. Hoe komt dit? Persoonsgerichte zorg is ogenschijnlijk in handen van de medewerker, maar die is afhankelijk van de organisatie.
‘Persoonsgerichte zorg heeft positieve effecten op zowel de zorgvrager als de zorgverlener.’
Als een oudere bijvoorbeeld slecht ter been is en graag naar de cafetaria gaat, maar er is geen rolstoel voorzien, dan wordt het moeilijk. Of als een kind graag buiten speelt, maar er is niet genoeg begeleiding om de groep te splitsen, dan lukt het niet.
Drie voorbeelden
Of het nu gaat om ouderenzorg, kindzorg, jeugdhulp of sociaal werk, telkens staan drie componenten centraal in persoonsgerichte zorg: de persoon achter de zorgvrager leren kennen, bouwen aan een relatie en samen beslissingen nemen.
Hoe zien die componenten eruit in de praktijk? We nemen je mee naar het dagverzorgingscentrum van Paul, het kinderdagverblijf van Safia en het woonzorgcentrum van Jozef.Dit zijn schuilnamen.
De persoon achter de zorgvrager leren kennen
Voor Vera werd het stilaan te vermoeiend om haar echtgenoot Paul die dementie heeft 24 uur op 24 thuis te verzorgen. De verantwoordelijke van het dagverzorgingscentrum kwam bij hen langs voor een praatje. Ze stelde de werking voor en was heel vriendelijk.
‘Vera vertelde dat ze zich schuldig voelde.’
“Ze ging heel gewoon met Paul om”, herinnert Vera zich. Vera en Paul vertelden over de hobby’s van Paul. Vroeger ging hij naar de tekenacademie. Paul toonde een paar tekeningen.
Nadien volgde een individueel gesprek met Vera in het dagcentrum. Daar kon ze in alle rust haar vragen stellen. De verantwoordelijke polste naar haar gevoelens. Vera vertelde dat ze zich schuldig voelde dat ze Paul niet meer voortdurend thuis kon verzorgen.
Grote stap
Vera vond de stap naar het dagverzorgingscentrum groot, zowel voor zichzelf als voor Paul. De verantwoordelijke stelde voor om Paul één dag naar het centrum te laten komen en daarna te evalueren.
Met één dag beginnen, klonk goed in de oren van Vera. De verantwoordelijke stelde voor dat Paul zijn tekengerei zou meebrengen. Dat haalde Vera over de streep: “In het begin deed ik het meer voor hem. Ik wou goed doen voor hem. Zijn verzorgster tekent ook graag. Zij is direct met Paul beginnen tekenen.”
‘Ik wou goed doen voor hem.’
Intussen gaat Paul vijf dagen per week naar het centrum. Vera vertelt: “Na een tijd zei de verzorgster dat het tekenen niet meer goed ging. De fijne motoriek ging achteruit. Paul was er met zijn gedachten niet meer zo bij.”
Ze stapten over naar een spel met kleuren. “Daar kan hij een paar uur mee bezig zijn, vertelden ze me. Ik zie het ook als ik hem ’s avonds ophaal. Dan drink ik eerst een tasje koffie. Zo kan ik zien waar hij mee bezig is. Dat vind ik plezant. Soms speelt hij het spel, soms is hij in de tuin. Soms is hij moe en doet hij een dutje.”
Holistische kijk op Paul en Vera
Wat leert deze casus ons over persoonsgerichte zorg? De zorgverlener heeft een brede of holistische kijk op zowel Paul, de zorgvrager, als Vera, de mantelzorger. In het gesprek peilt de zorgverlener naar de interesses van de man, maar ook naar de draagkracht en emotionele beleving van de vrouw.
Het huisbezoek geeft Vera de kans om de zorgverlener te leren kennen in de eigen, vertrouwde omgeving. Omgekeerd leert de zorgverlener de thuiscontext kennen. Dat kan een grote meerwaarde hebben.
‘De zorgverlener heeft aandacht voor de kwetsbaarheid van de man en de vrouw.’
De zorgverlener heeft aandacht voor de kwetsbaarheid van de man en de vrouw. Het aparte contactmoment met Vera biedt de zorgverlener de kans om persoonlijke behoeften te leren kennen en daarop in te spelen.
Het feit dat de zorgverlener oor en oog heeft voor de beleving van Vera bleek cruciaal. Bij mantelzorgers of ouders van kinderen in de kinderopvang steken vaak schuldgevoelens of ongerustheid de kop op. Het is belangrijk om hier empathisch mee om te gaan.
Tijdens zijn verblijf in de dagopvang veranderen de mogelijkheden van de man. De zorgverlener blijft aandacht hebben voor zijn individuele mogelijkheden: wat kan nog wel en wat maakt hem gelukkig? Vera kan bij haar tas koffie kennismaken met de bezigheden van haar man in de opvang. Daarmee spelen de zorgverleners in op een individuele behoefte van Vera om te zien wat haar man doet.
Bouwen aan een relatie
Bouwen aan een relatie is een andere belangrijke component van persoonsgerichte zorg.
We gaan op bezoek bij een kinderdagverblijf dat hier veel oog voor heeft. Keukenmedewerkster Jasmina vertelt over hun jaarlijks feest voor de ouders en kinderen. “Wij leren dan de ouders beter kennen. Iedereen brengt eten mee. Het is ook de bedoeling dat de ouders elkaar onderling beter leren kennen.”
Vooraf sprak Jasmina de ouders aan om te vragen wie een gerecht wilde meebrengen. “De coördinator had op een teamvergadering gezegd dat niet alle ouders zich snel uitgenodigd zouden voelen. Als je probeert om ouders eten te laten maken, voelen ze zich al meer bij de groep. Maar net omdat je dat doet, maak je het ook moeilijker voor zij die geen gerecht meebrengen.”
‘We moesten zelf dingen doen om ouders een goed gevoel te geven tijdens het feest.’
“We moesten zelf dingen doen om ouders een goed gevoel te geven tijdens het feest. De ouders beginnen niet allemaal vanzelf te praten met ons of met de andere ouders. Sommige ouders kennen elkaar al, anderen hebben nog maar weinig contact gehad.”
Daar vonden Jasmina en haar collega’s iets op. “Aan het begin van het feest kregen alle ouders een foto van hun kind met één ander kind. De ouders moesten op zoek gaan naar de ouders van dat kind. Als ze elkaar vonden, konden ze poseren voor een foto in een professioneel ingerichte fotohoek. Die foto’s hangen nu in de opvang.”
Enorm geapprecieerd
Jasmina vertelt dat ze ook aandacht hadden voor Yousra, een alleenstaande mama. Haar jongste kind, Safia, komt naar de opvang. Daarnaast heeft ze ook nog een dochter van vijf jaar die in een rolstoel zit, Ikram.
“We spraken af dat een van de begeleiders tijdens het feest naast Ikram zou zitten en haar eten en drinken zou geven. Daardoor kon mama Yousra makkelijker met andere ouders praten. Ze genoot er enorm van. En ook de begeleidster spreekt er nu nog over dat ze Yousra zo’n gezellige dag kon bezorgen.”
Verbinding maken
Een feest klinkt verbindend door zijn opzet, een ideale manier om aan relaties te bouwen. Toch gaat het er vooral om wat je doet tijdens het feest en welke acties je bewust onderneemt om te verbinden. Dit verhaal toont hoe je verbinding kan maken met een ouder en tegelijk de ouder kan ondersteunen om verbinding te maken met anderen.
‘Een feest klinkt verbindend. Toch gaat het er vooral om wat je doet tijdens het feest.’
De begeleidsters willen Yousra een goed gevoel geven. Ze tonen dat ze begaan zijn, ook tijdens het feest. Yousra’s zware opdracht wordt gezien. Het team krijgt er zelf ook een goed gevoel van. Zeker de begeleidster die Ikram persoonlijk bijstond, kan trots zijn op wat ze kon betekenen. Door haar rol werd er tijd gemaakt en voelde de mama zich welkom. Dergelijk initiatief maakt het mogelijk dat een ouder een hechte band kan ervaren met een individuele begeleider en vertrouwen opbouwt met de hele dienst.
Ook de foto’s werkten verbindend, ook voor ouders die anders wat meer op de achtergrond blijven. Begeleiders maakten op een speelse manier tijd om met ouders een praatje te maken, te vertellen over de activiteiten in de opvang, de beleving van de kinderen en henzelf. Ze kregen beiden de gelegenheid om empathie en waardering te tonen. Door elkaar een beetje beter te leren kennen op een informele manier, kon van beide kanten vertrouwen groeien.
Partner in beslissingen
De derde belangrijke component in persoonsgerichte zorg is samen beslissingen nemen.
Dat illustreert het voorbeeld van Jozef, die in een woonzorgcentrum verblijft, goed. “Ik ben hier toegekomen met een paar kleine meubeltjes van mezelf, mijn platenspeler en tien platen. De rest van mijn collectie staat op de zolder van mijn huis. Wel meer dan driehonderd platen.”
“Wij gaan hier regelmatig op de koffie bij de directeur. Op een keer vertelde ik over mijn platencollectie. Daar moeten we iets mee doen, zei de directeur. ‘Ik ga de animatoren vragen om eens langs jouw huis te rijden, dertig platen mee te brengen en binnen een paar maanden kunnen ze dertig andere halen.’”
‘Wij gaan regelmatig op de koffie bij de directeur.’
“Ik heb de directeur gezegd dat ik liever had dat hij die platen zou ophalen. Ik ken die animatoren namelijk niet zo goed. Hij heeft dat dan gedaan voor mij. Hij zei: ‘Als ik vijfentachtig ben, zou ik ook naar mijn platen willen luisteren en geen bingo willen spelen!’ Wij hebben toen eens goed gelachen.”
“Ondertussen zijn we al zo ver dat de animatoren op zondag tijdens het eten altijd Wagner of Bach laten horen. Er zijn verzorgsters die al gezegd hebben dat ze het ook mooi vinden. Ze vragen dan welke muziek het is. Aan de nieuwe bewoners leg ik uit dat er op zondag tijdens het eten klassieke muziek is.”
Eigen sleutel
Jozef vertelt verder over zijn verblijf: “In het begin waste ik mezelf nog. Alle medewerkers stimuleerden me om dat zo lang mogelijk vol te houden. Maar dat kost mij te veel moeite, dus nu wassen de verzorgers mij.”
“En als je naar buiten gaat, dan heb je je eigen sleutel om je deur mee vast te doen. Dan kan er niemand binnen. De poetsdienst komt alleen als ik er zelf ben, of je moet het laten weten als je wil dat ze komen als je niet thuis bent.”
“Over sommige dingen is niet zo gemakkelijk om uw goesting te krijgen”, vertelt Jozef. Zo vindt hij het warm water uit de kraan niet warm genoeg om zich te scheren. “Ik deed dat altijd met gekookt water. Een verzorgster vertelde dat er in de keuken een waterkoker was, waarmee dat wel kon. Maar een andere verzorgster zei: ‘Als ze hier allemaal zo gaan beginnen… Dat kunnen we niet voor iedereen doen.”
‘Over sommige dingen is niet zo gemakkelijk om uw goesting te krijgen.’
De directeur zei tegen Jozef: “Er zijn ook bewoners die zich zouden verbranden. Dat gevaar bestaat ook bij jou.” De hoofdverpleegkundige vroeg Jozef nog hoe graag hij dit echt wilde. Het multidisciplinair team zal er vervolgens over beslissen. “Toen de directeur zei dat ze dat gingen doen, moesten ze me wel eerst uitleggen wat dat was, hoor.”
Expert in wat ‘goed’ is voor hem
Het woonzorgcentrum maakt Jozefs kennis van klassieke muziek zichtbaar. Als zorgverlener, ook als directeur, kan je een zorgvrager aanspreken als expert in wat voor hem ‘goed’ is.
Je kan samen praten over probleem en oplossing. Is het probleem dat ik zie ook een probleem voor jou? Is de oplossing die ik zie ook een oplossing voor jou?
‘Je kan samen praten over een probleem en een oplossing.’
Ook de rol die de zorgvrager kan opnemen in relatie tot andere bewoners wordt gezien. Via dialoog worden nieuwe kansen gecreëerd. Zorgverleners blijven sleutelen.
In dit woonzorgcentrum hebben bewoners hun eigen sleutel en blijven ze de baas over hun eigen kamer. Zorgverleners zorgen ervoor dat er keuzemogelijkheden zijn, zoals poetsen als je er wel of niet bent.
De zorgverleners zijn transparant en informeren zorgvragers over verschillende mogelijkheden en over beslissingsprocedures. De waterkoker en het gebruik van heet water is daar een mooi voorbeeld van. De directeur zet een stapje verder: hij reflecteert samen over drempels die er zijn, over de betekenis die een zorgvrager ergens aan hecht alvorens ‘ja’ of ‘nee’ te zeggen.
Drie elementen samen
De drie elementen van persoonsgerichte zorg hangen samen. Om de behoeften en wensen van iemand te leren kennen, is het noodzakelijk dat een zorgverlener actief luistert en vertrouwen opbouwt. Dat kan eenvoudig zijn: een babbeltje slaan is een belangrijke eerste stap om te komen tot een praktijk van samen beslissen.
De bovenstaande voorbeelden concentreren zich op één element van persoonsgerichte zorg maar de andere elementen zijn niet weg te denken. Juist die aanwezigheid van alle componenten en hun onderlinge verwevenheid maken deze casussen tot goede praktijken van persoonsgerichte zorg.
Reacties [2]
zou inderdaad zo moeten jammer genoeg word er zo weinig geluisterd, ik vraag al enkele jaren voor huidhoudhulp met auto zodat ik eens meekan om boodschappen te doen, waarom is dat zo moeilijk?
Geachte, is er een toegankelijk standaard werk (boek) rond persoonsgerichte zorg in de residentiële ouderenzorg? Kan u mij de titel bezorgen?
Dank!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies