Achtergrond

Dubbelinterview: ‘We hebben te lang niets gedaan aan het personeelstekort in zorg en welzijn’

Nico Bogaerts

De wereld van zorg en welzijn heeft turbulente jaren achter de rug: corona, wachtlijsten en een groot personeelstekort. Daarbovenop komt een dreigende vergrijzingsgolf. Het zijn cruciale thema’s voor de verkiezingen, al blijkt uit de campagne dat weinig mensen hier echt van wakker liggen. We vroegen aan Karin Van Mossevelde (i-mens) en Margot Cloet (Zorgnet-Icuro) hoe dat komt. Wat staat ons te doen zodat zorg en welzijn niet kopje onder gaan?

Margot Cloet (Zorgnet-Icuro) en Karin Van Mossevelde (i-mens)

© ID / Sien Verstraeten

Turbulente jaren

De afgelopen vier jaren waren op zijn minst gezegd heftig. Corona heeft hard huisgehouden in zorg en welzijn. We zijn op vier jaar tijd geëvolueerd van een dagelijks applaus voor de zorg naar een gigantisch crisisgevoel: hoge werkdruk, groot personeelstekort, betaalbaarheid die onder druk staat en een financieringsmodel dat bijna kapseist.

‘We stevenen af op een zorgcrash. Het crisisgevoel overheerst.’

Dat crisisgevoel duikt op bij huisartsen, ziekenhuizen en thuisverpleging. Maar dezelfde signalen hoor je ook in de gezinszorg, kinderopvang, ouderenzorg, jeugdhulp, geestelijke gezondheidszorg, gehandicaptenzorg en bij de OCMW’s.

Daarbovenop komt een enorme vergrijzingsgolf. “Tegen 2040 zijn er 25 procent meer mensen met pensioen dan nu.”De kloof tussen zorgvraag en zorgaanbod zal alleen maar groter worden. Volgens minister van Volksgezondheid Frank Vandenbroucke (Vooruit) staan we voor tien jaar stress in zorg en welzijn. Naargelang met wie je praat, stevenen we af op een tijdbom, zorgcrash of tsunami…

In tegenstelling tot wat je zou verwachten, is er bij politici en burgers een gebrek aan urgentie. Het thema leeft niet, tenzij kranten of tv ergens een incident oppikken. Zorg en welzijn komen, op één uitzondering na, weinig aan bod in de verschillende stemtesten. Bij een bevraging bij burgers scoorde het ook laag als verkiezingsthema. Migratie en koopkracht staan nu bovenaan, kort na de coronacrisis was dit nog onze gezondheidszorg.

Twee vrouwen met macht en gezag

Wat is er ondertussen gebeurd? En wat staat ons te doen zodat we niet kopje onder gaan? Wij gingen in gesprek met twee vrouwen met macht en gezag in de wereld van zorg en welzijn.

Margot Cloet is gedelegeerd bestuurder van Zorgnet-Icuro, de koepelorganisatie van ziekenhuizen, woonzorgcentra en geestelijke gezondheidszorg. Ruim 775 organisaties zijn lid, samen tellen ze bijna 140.000 zorgmedewerkers. Karin Van Mossevelde is algemeen directeur van thuiszorgorganisatie i-mens. Zij hebben meer dan 11.000 medewerkers in de thuisverpleging, poetshulp, gezinszorg, kinderopvang, jeugdhulp en woonzorgcentra. Twee bazen van twee heel grote organisaties dus.

Cloet en Van Mossevelde zijn het opvallend vaak eens. Geen van beide is ook vies van een stevige quote of politieke uitspraak. Die sympathieke rebelsheid hebben ze overgehouden aan hun tijd op ministeriële kabinetten. Van Mossevelde was (adjunct-)kabinetschef bij verschillende socialistische ministers. Cloet heeft jarenlang gewerkt voor voormalig Vlaams minister van Welzijn Jo Vandeurzen (CD&V).

Politiek

Vanuit die achtergrond zijn ze goed geplaatst om het belang van de komende verkiezingen in te schatten. Ze winden er geen doekjes om: dat belang is ontzettend groot. “We zijn als samenleving niet voorbereid op de demografische evolutie die eraan komt. Ik hoop dat er na de verkiezingen politieke leiders opstaan met durf en een langetermijnvisie. De analyses liggen klaar, het is aan de politiek om die om te zetten in werkbare recepten”, aldus Cloet.

‘Ik hoop dat we politici verkiezen met een hart voor zorg en welzijn.’

Ze hoopt ook dat we politici verkiezen met een hart voor zorg en welzijn. Dat we geen minister krijgen die ons louter ziet als subsidievreters. “Er is een groot verschil tussen een hart voor de zorg of hard voor de zorg”, vult Van Mossevelde mooi aan. “Dat klinkt misschien melig, maar het zal na 9 juni een wereld van verschil maken.”

“Je doet aan politiek omdat je gelooft in de maakbaarheid van de samenleving en impact wil hebben. Wel: in zorg en welzijn kan je impact hebben”, gaat de algemeen directeur van i-mens verder. “Maar dan moet je stoppen met praten over besparingen. Er zijn vandaag politieke partijen die 11,8 miljard euro willen besparen in de sociale zekerheid en dus ook in de gezondheidszorg. Hoe durven ze?”

Margot Cloet vult aan: “Het is investeren of mensen in de kou laten staan. Door te besparen op werklozen of langdurig zieken zal de gezondheidsongelijkheid alleen maar toenemen. Op lange termijn kost ons dat veel meer geld omdat het de gezondheidskosten van die groep omhoogdrijft. Als elke vorm van solidariteit verdwijnt dan riskeren we een gezondheidszorg met twee snelheden.”

Karin Van Mossevelde

Karin Van Mossevelde: “Er zijn vandaag politieke partijen die 11,8 miljard euro willen besparen in de sociale zekerheid. Hoe durven ze?”

© ID / Sien Verstraeten

Crisissen zijn kansen

Dat zorg en welzijn in de schaduw staan, vinden beiden onbegrijpelijk en onrustwekkend. Cloet is scherp: “Er is in de samenleving weinig aandacht voor de uitdagingen in de zorg. Zorg is een consumptiegoed geworden. Mensen vinden dat ze overal recht op hebben. De toegankelijkheid van het zorgsysteem is een grote troef, maar we gaan dat niet kunnen volhouden.”

‘Iedereen zal met het zorgtekort worden geconfronteerd.’

Van Mossevelde voegt daar enig cynisme aan toe: “Iedereen is met zijn gezondheid bezig. Wat wensen we elkaar toe op 1 januari? Een goede gezondheid! Alleen zien mensen hun gezondheid steeds meer als iets individueel, terwijl het per definitie een collectief goed is. Die individualisering betekent dat ons systeem pas echt zal veranderen als mensen geen zorg meer vinden voor moeder, vader of kind. Iedereen zal met het zorgtekort worden geconfronteerd. Ik vrees dat politici tot dan wachten om in te grijpen.”

Vergrijzing

Nochtans hebben we die tijd niet. De vergrijzingsgolf is enorm. “Met 7.000 extra bedden in de woonzorgcentra komen we er niet”, begint Van Mossevelde. “Het aantal 80-plussers gaat verdubbelen tegen 2050. 80 procent zal in het eigen huis blijven wonen, sommigen alleen, anderen met hun partner. Deze groep zal poetshulp, gezinszorg en thuisverpleging nodig hebben. Er is een shift nodig naar meer zorg aan huis. Alleen is geen enkele programmatienorm aangepast voor wat er op ons afkomt.”

‘Voor de zwaarst zorgbehoevenden zal er altijd 24-uur residentiële opvang nodig zijn.’

“Ik zie dezelfde passiviteit op vlak van wonen”, vervolgt Van Mossevelde. “Waarom fiksen we geen bouwpakket waarmee we elke woning snel kunnen aanpassen zodat mensen langer thuis kunnen blijven en minder risico lopen om bijvoorbeeld te vallen?” Cloet: “Het is een én-én-verhaal: thuiszorg, alternatieve woonzorgvormen, meer assistentiewoningen… Voor de zwaarst zorgbehoevenden zal er ook altijd een vorm van 24-uur residentiële opvang nodig zijn.”

Kortom: om een antwoord te bieden op de vergrijzing is een systeemverandering nodig. Zonder hervormingen zal ons zorgsysteem het niet trekken. Kunnen we zorgverleners anders inzetten? Hoe ver gaat de vrije keuze van de burger? Keuzes dringen zich op, maar kiezen is ook verliezen.

Sommige keuzes worden vandaag al gemaakt. “Een patiënt die verwacht dat hij nog elke dag zal gedoucht worden door een professioneel zorgverlener, is aan het verkeerde adres. Dat gaat niet meer”, maakt Van Mossevelde duidelijk. “Tornen aan de keuzevrijheid van mensen is een groot taboe”, bevestigt Cloet, “terwijl er de facto nu al weinig keuzevrijheid meer is. In de woonzorgcentra zijn er terug wachtlijsten. Bij heel wat huisartsen en tandartsen is er een patiëntenstop.”

Kiezen is verliezen

Wat is het meest dringend? Zijn er quick wins? Cloet: “Aan de demografische evolutie kunnen we niks veranderen, daarmee moeten we omgaan. Meer geld investeren is absoluut nodig, maar we moeten ook hervormen. Cruciale vraag: hoe gaan we beter samenwerken? Hoe gaan we onze mensen en middelen zo goed mogelijk inzetten?”

‘Prestatiefinanciering stimuleert overconsumptie en zet een rem op samenwerking. Dit is niet houdbaar.’

“We moeten daarbij ook naar onszelf kijken. Beroepsgroepen voelen zich snel bedreigd. Waarom mag een apotheker niet vaccineren? Of heel dat oeverloze debat over wat een verpleegkundige wel of niet mag doen. Het is vermoeiend en conservatief, terwijl er voor iedereen werk genoeg zal zijn.”

Ook Van Mossevelde vindt dat we moeten hervormen. Zij kijkt in eerste instantie naar het financieringsmodel van de zorg. Nu zijn al onze pijlen gericht op de individuele prestaties van zorgverleners. “Eigenlijk zijn we de sector van ‘de ene zijn dood is de andere zijn brood’. In de verpleging, bij artsen, maar ook in de gezinszorg is het uurtje factuurtje. Hoe meer prestaties je levert, hoe hoger je inkomsten. Prestatiefinanciering stimuleert overconsumptie en zet een rem op samenwerking. Dit is niet houdbaar.”

Margot Cloet

Margot Cloet: “Beroepsgroepen voelen zich snel bedreigd. Waarom mag een apotheker niet vaccineren?”

© ID / Sien Verstraeten

Hub voor welzijn en gezondheid

Het kan anders, maar dan moet je buiten de lijntjes durven kleuren. Margot Cloet geeft een voorbeeld: “In een groot woonzorgcentrum passeren nu tot zeventig verschillende huisartsen. Stop daarmee. Waarom zorgen we zoals in Nederland niet voor een verpleeghuisarts? Of haal een geriater naar het woonzorgcentrum. Dan vermijden we hopelijk die situaties waarin bewoners van woonzorgcentra op het einde van hun leven nog mordicus naar een ziekenhuis worden verplaatst voor een ingreep.”

Er volgen nog voorbeelden: “Door het tekort aan huisartsen belanden veel mensen onnodig op spoed. Laat ons zo snel mogelijk alle huisartsenwachtposten aan de ziekenhuizen verbinden. ‘Hospitalocentrisme’, roept men dan. Maar nee, dat is gewoon onze gezondheidszorg efficiënter organiseren.”

‘Laten we lokale dienstencentra, woonzorgcentra en dagverzorgingscentra omturnen tot buurtzorghuizen.’

In haar memorandum pleit i-mens voor meer buurtzorghuizen als antwoord. Een soort hub voor welzijn en gezondheid. “Huisartsen kwamen vroeger aan huis, maar dat is nu quasi niet meer haalbaar. Nu komt de patiënt tot bij de huisarts. Om het schaarse zorgpersoneel met zoveel mogelijk impact te laten werken, zullen we ook delen van de thuiszorg moeten clusteren op wijkniveau. We moeten dus nadenken over collectieve manieren van zorgverlening, in de nabijheid van mensen.”

“Laten we lokale dienstencentra, woonzorgcentra en dagverzorgingscentra omturnen tot buurtzorghuizen. Maak een plek waar een huisarts, een kinesist, een verpleegkundige, een eerstelijnspsycholoog en een maatschappelijk werker samenwerken en waar buurtbewoners gemakkelijk naar toe kunnen. Je ziet dit nu opduiken in Scandinavië. Dit idee is ook snel implementeerbaar.”

Vanzelfsprekend?

Wat Cloet en Van Mossevelde voorstellen, lijkt niet heel moeilijk te realiseren. Het zijn bijna vanzelfsprekendheden. Toch lukt het niet. “Dat komt omdat de overheid die ingrepen niet faciliteert. Integendeel, de overheid staat zelfs op de rem”, reageert Van Mossevelde fel.

“Met i-mens experimenteren wij momenteel met spraaktechnologie om de administratieve last naar beneden te halen. Zorgverleners moeten elke handeling die ze doen registreren. Iedereen zit op of achter een scherm te tikken. Dankzij spraaktechnologie kan zo’n verslag gewoon gedicteerd worden. Dat scheelt een pak tijd, die we kunnen teruggeven aan klanten. Wij krijgen daarvoor Europese subsidies, maar eigenlijk is dit geen opdracht voor een individuele zorgorganisatie. De overheid zou dit moeten opnemen, en meteen voor de hele sector. Dat zou succesvolle experimenten ook schaalbaar maken. Nu blijven te veel experimenten one-shots.”

Blijft een weinig performante overheid niet buiten schot omdat zorg- en welzijnskoepels te braaf zijn? Cloet pareert onmiddellijk: “Ik denk niet dat politici ons percipiëren als te braaf. Ze vinden ons vervelend. We schoppen te veel tegen schenen. De politiek verwijt ons ook te veel doemdenken.” 

Margot Cloet (Zorgnet-Icuro)

Margot Cloet: “Ik denk niet dat politici ons percipiëren als te braaf. Ze vinden ons vervelend. We schoppen te veel tegen schenen.”

© ID / Sien Verstraeten

Personeelstekort

Over doemdenken gesproken. De crisis maakt dat het beeld over werken in zorg en welzijn negatief is. Hoge werkdruk, zorgprofessionals die de job verlaten, kwaliteit die onder druk staat, afdelingen en leefgroepen die sluiten. Wie wil er in zo’n sector werken?

“Het personeelstekort is hét grote probleem”, zegt Van Mossevelde. “Maar het is ook een gecreëerd probleem. We hebben te lang niets gedaan aan het personeelstekort. Arbeidsmarktspecialisten hebben dat tien jaar geleden al aangekondigd. Twee jaren corona kunnen als excuus dienen, maar de acht andere jaren is er niets gebeurd.”

‘Het personeelstekort is tien jaar geleden al aangekondigd. Twee jaren corona kunnen als excuus dienen, maar de acht andere jaren is er niets gebeurd.’

Terwijl er veel had kunnen gebeuren, volgens de baas van i-mens. “We hadden meer kunnen inzetten op competenties en taakdifferentiatie dan op diploma’s. We hadden werk kunnen maken van een echt mantelzorgbeleid. We hadden gecontroleerde migratie kunnen invoeren. We hadden kunnen praten over het toelaten van overuren op vrijwillige basis en meer flexibiliteit. We hadden werk kunnen maken van minder administratieve rompslomp. Alleen hebben we het niet gedaan.”

Cloet vult aan: “Het klopt dat er meer had kunnen gebeuren. Er is in Vlaanderen en Brussel een grote groep competente vrouwen met een migratieachtergrond die nu niet werken. Mits goede begeleiding zouden we een deel van hen relatief snel kunnen inzetten. Het is alleszins interessanter dan zorgmedewerkers uit India te halen.”

Technologie als uitweg

Ook als het gaat over personeelstekort kijkt Van Mossevelde naar technologie als belangrijk puzzelstuk.

“Een zorgmedewerker kan perfect ‘s morgens binnenkomen in een huiskamer en aan de klant zeggen dat hij doorheen de dag voldoende water moet drinken. Maar veel mensen vergeten dat en wij kunnen niet overal drie keer per dag aanbellen. Wat we wel kunnen is digitaal binnenkomen bij die klant, via een aangepaste tablet en een beeldzorggesprek. Op dezelfde manier kunnen ook alarmsystemen, digitale meetinstrumenten en slimme sensoren een verschil maken. We moeten echt volop de kaart trekken van digitalisering.”

Of de zorg daardoor niet onpersoonlijk wordt? “Helemaal niet. We hebben onze coöperatieve zorgcentrale Z-Plus opgericht om rond nieuwe technologie het gaspedaal in te drukken. Wij pleiten voor hybride zorg: menselijke zorg ondersteund door technologie. Technologie maakt de zorg menselijker omdat ze opnieuw ruimte maakt voor contact tussen mensen. Net dat is waarom mensen kiezen voor een job in zorg en welzijn.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.