Belang van de relatie
De oude Grieken en Romeinen wisten het al: je kan maar helpen als de relatie tussen hulpverlener en hulpvrager goed zit. De Griekse medicus Hippocrates wees erop hoe belangrijk het is om zieke patiënten op een respectvolle en vriendelijke wijze te bejegenen.Horvath, A. (2018), Research on the alliance: Knowledge in search of a theory, Psychotherapy Research, 28(4), p. 499-516.
Om in dialoog te gaan, moeten we mildheid en betrokkenheid tonen voor de patiënt en de symptomen van zijn ziekte. Die dialoog stelt artsen in staat om een correcte diagnose te stellen en een accurate behandeling op te starten.
‘De relatie is de hoeksteen van alle helpende beroepen.’
Doorheen de tijd groeide die professionele relatie uit tot de hoeksteen in de praktijk van alle helpende beroepen.
Ook in de sociaalwerkliteratuur is er een overweldigende en duurzame consensus over het belang van de relatie tussen werker en cliënt.Blom, B. (2002), ‘The social worker-client relationship: a Sartrean approach’, European Journal of Social Work, 5(3), 277-285; Knei-Paz, C. (2009), ‘The Central Role of the Therapeutic Bond in a Social Agency Setting. Client‘s and Social Workers’ Perceptions’, Journal of Social Work, 9(2), 178-198; Alexander, C. and Charles, G. (2009), ‘Caring, Mutuality and Reciprocity in Social Worker-Client Relationships, Rethinking Principles of Practice’, Journal of Social Work, 9(1), 5-22; Payne, M. (2014), Modern Social Work Theory, Basingstoke: Palgrave MacMillan.Zelfs in tijden waarin sociaal werkers voortdurend geconfronteerd worden met vragen over de effectiviteit en efficiëntie van hun interventies, blijven ze de kwaliteit van hun professionele relatie belangrijker vinden dan het methodisch arsenaal dat ze inzetten.Perlinski, M., Blom, B. and Morén, S. (2012), ‘Getting a sense of the client: Working methods in the personal social services in Sweden’, Journal of Social Work, 13(5), 508-532.
Weinig kennis
Toch valt op dat er weinig kennis is over de ontmoetingen van sociaal werkers met hun cliënten.
Wat doen ze concreet om een professionele relatie met cliënten aan te gaan en in stand te houden? Sociaal werkers hechten veel belang aan de professionele relatie met cliënten. Maar ze zijn veel minder duidelijk over wat die relatie eigenlijk inhoudt en hoe zij in hun praktijk concreet in relatie gaan.
Sommigen omschrijven de professionele relatie als een intrinsieke waarde of een methode op zichzelf. Anderen benadrukken dan weer het belang van de relatie voor een goede en doelgerichte samenwerking met cliënten. Of ze beschouwen het als een middel om voldoende vertrouwen en veiligheid te creëren.Perlinski, M., Blom, B. and Morén, S. (2012), ‘Getting a sense of the client: Working methods in the personal social services in Sweden’, Journal of Social Work, 13(5), 508-532.
Een black box
Wat geldt voor het sociaal werk in het algemeen, is ook van toepassing voor een specifieke praktijk die benoemd wordt als ‘sociaal werk onder justitieel mandaat’. Denk hierbij bijvoorbeeld aan sociaal werk binnen de justitiehuizen. We hebben wel informatie over wat praktijkwerkers zeggen dat ze daar doen, maar op wat er zich in de praktijk daadwerkelijk afspeelt, hebben we minder zicht.
‘Er is weinig kennis over de ontmoetingen van sociaal werkers met cliënten.’
Eerder onderzoek in de justitiehuizen toonde al aan dat er discrepanties zijn tussen wat praktijkwerkers zeggen dat ze doen en wat er in de realiteit gebeurt.Bauwens, A. (2011), The Transformation of Offender Rehabilitation? Brussel, Vrije Universiteit Brussel, DoctoraatsthesisOok justitieassistenten werken vooral binnen de grenzen van een één-op-één ontmoeting met cliënten. Daardoor blijft die professionele relatie grotendeels een ‘black box’.
Een werkalliantie
Gaat het over de relatie tussen hulpverlener en patiënt, dan kent de psychotherapie een langere onderzoekstraditie. Die ontwikkelde verschillende concepten om deze relatie te omschrijven: werkrelatie, therapeutische relatie, help-alliantie, therapeutische alliantie en werkalliantie.
Vanuit deze achtergrond onderzocht ik de professionele relatie tussen justitieassistenten en cliënten. Daarbij koos ik voor het concept ‘werkalliantie’.Boxstaens, J. (2019), The working alliance in community supervision practice: a mixed-methods approach, Antwerpen, Universiteit Antwerpen, doctoraatsthesis.
Die werkalliantie bestaat uit drie onderling verweven elementen. Er is een overeenkomst over de doelstellingen van een veranderingsproces. Er is consensus over de taken die moeten uitgevoerd worden om deze doelstelling te bereiken. En er is een verbinding tussen cliënt en werker die de samenwerking tussen beiden faciliteert.Bordin, E. (1979), ‘The generalizability of the psychoanalytic concept of the working alliance’, Psychotherapy: Theory, Research and Practice, 16(3), 252-260.
Hoe komt die werkalliantie tussen justitieassistenten en cliënten tot stand? En hoe evolueert ze? Kunnen we de kwaliteit van de werkalliantie meten? En kunnen we ze dan ook beïnvloeden?
Een ander relatieconcept
Traditionele relatieconcepten gaan terug op het werk van Freud (1912) en Rogers (1957). Ze focussen vooral op de attitudes en het gedrag van de professional.Horvath, A. (2011), ‘Alliance in Common Factor Land: A view through the research lens’, Research in Psychotherapy, 14(1), 121-135.
Het concept werkalliantie zet de samenwerking tussen professional en cliënt centraal, in dit geval tussen de justitieassistent en zijn cliënt. Die laatste heeft dan ook een actieve rol in het opstarten van veranderingsprocessen.
‘De doelen bepalen de aard van de relatie.’
In de traditionele concepten is het tot stand brengen van een professionele relatie de eerste stap. De focus staat meteen op een warme vertrouwensrelatie, die nog geen rekening houdt met de context, specifieke doelstellingen of gebruikte methoden. In het concept werkalliantie ligt dat anders: de doelstellingen van een interventie bepalen de aard van de verbinding.
Toezien en ondersteunen
In sociaalwerkpraktijken onder justitieel mandaat is die professionele relatie nog complexer.
Justitieassistenten balanceren voortdurend tussen twee professionele rollen: toezicht houden en ondersteunen. Deze evenwichtsoefening moeten ze uitvoeren in een wisselende omgeving. Sedert hun ontstaan in de tweede helft van de jaren ’90 zijn de justitiehuizen voortdurend in hervorming.Boxstaens, J. (2016), ‘De weg naar een Vlaams decreet justitiehuizen: stemmen uit het werkveld’, Panopticon, 37(4), 260-274.
Voor dat werken in een gedwongen kader is er een nieuw model van werkalliantie.Menger, A. (2018), De werkalliantie in het gedwongen kader, Onderzocht bij het reclasseringstoezicht, Delft, Eburon.Dat onderscheidt vier kenmerken: overeenstemming over doelstellingen en taken, verbinding en vertrouwen, de helderheid van regels en voorschriften en… de stroefheid. We zoemen in op die kenmerken.
Duidelijke doelen en taken
In het sociaal werk onder justitieel mandaat zijn de doelstellingen grotendeels vooraf bepaald door bijvoorbeeld een gerechtelijke maatregel en de opgelegde voorwaarden. Daarom is het belangrijk om eerst een overeenstemming te bereiken over de doelstellingen en hoe die te bereiken.
De verbinding tussen justitieassistent en cliënt blijft belangrijk in functie van het bereiken van deze doelstellingen, maar is geen doel op zich. Meer nog: zonder dat justitieel mandaat is er geen professionele relatie tussen justitieassistenten en hun cliënten. Net daarom is het zeer belangrijk dat er duidelijkheid is over deze doelstellingen. En over de taken om die doelen te realiseren.
Verbinding en vertrouwen
Verbinding is er wanneer de sociale professional en zijn cliënt samenwerken, met wederzijds respect, appreciatie en vertrouwen. Zij verbinden zich doorheen het proces van toezicht en begeleiding. Ook met elkaar, als actoren in dit proces.
‘Vertrouwen is de kern van een goede samenwerking.’
Daarvoor moeten cliënten bereid zijn om hun noden en problemen openlijk te bediscussiëren. Van hun kant moeten professionals vertrouwen in de positieve intenties van cliënten. Dat vertrouwen is een kernelement van een succesvolle samenwerking in een gemandateerde context.
Om te komen tot een goede werkalliantie moeten verbinding en vertrouwen sterk genoeg zijn. Alleen zo kunnen beide partijen de extern opgelegde doelstellingen bereiken.
Heldere regels en voorschriften
Bovendien is het in een gemandateerde context belangrijk om helder te zijn over regels en voorschriften. Het kader moet duidelijk geschetst zijn. Dat gaat ondermeer over de wederzijdse verplichtingen.
De professional moet ook zijn dubbele rol verduidelijken: enerzijds de cliënt ondersteunen bij het reïntegratieproces en anderzijds de opgelegde voorwaarden controleren en er over rapporteren. De cliënt moet zich houden aan de opgelegde voorwaarden, zoals bijvoorbeeld gehoor geven aan de oproepen van de justitieassistent, een zinvolle dagbesteding uitbouwen, niet veranderen van woonplaats of job zonder voorafgaand overleg.
Die duidelijkheid heeft een grote impact op de kwaliteit van de werkalliantie.Skeem, J., Eno Louden, J., Polaschek, D. and Camp, J. (2007), ‘Assessing Relationship Quality in Mandated Community Treatment: Blending Care with Control, Psychological Assessment’, 19(4), 397-410.Het is belangrijk om, doorheen het proces van toezicht, de opgelegde voorwaarden consistent, maar tegelijkertijd flexibel en respectvol af te dwingen. Helder zijn over regels en voorschriften vermijdt dat er bij cliënten onrealistische verwachtingen ontstaan. En het werkt preventief tegen het ontwikkelen van een autoritaire communicatiestijl bij praktijkwerkers.
Stroefheid
In een gemandateerde context is er een zekere stroefheid in interactie tussen cliënten en sociale professionals. Dat kan een negatief effect hebben op de kwaliteit van de werkalliantie.
‘Richt weerstand zich op de praktijkwerker, dan komt een goede werkalliantie in het gedrang.’
Cliënten kunnen weerstand bieden tegen het onvrijwillige karakter van de relatie of moeite hebben met de opgelegde voorwaarden. Richt die weerstand zich op de persoon van de praktijkwerker, dan komt een goede werkalliantie in het gedrang.
Maar ook de praktijkwerker kan zorgen voor stroefheid, bijvoorbeeld door onvoldoende oog te hebben voor de noodzakelijke balans in de uitvoering van zijn dubbele professionele rol. Zo kan een rigide en eenzijdige focus op de controlerende taken, zorgen voor een kettingreactie. Wederzijdse stroefheid mondt dan uit in een eenzijdig punitieve aanpak.
Ook relevant voor de brede sociaalwerkpraktijk
Het concept werkalliantie biedt ook aanknopingspunten voor de bredere sociaalwerkpraktijk. Het sociaal werk in Vlaanderen is sterk beïnvloed door een traditionele invulling van de professionele relatie. Warmte, vertrouwen en authenticiteit gelden als een voldoende voorwaarde om te komen tot persoonlijke groei.
‘Het gaat niet alleen om persoonlijke groei.’
Die benadering botst op grenzen. We kunnen de relatie tussen sociale professional en cliënt niet herleiden tot een ‘vehicle for personal growth’.Rogers, C. (1957), ‘The Necessary and Sufficient Conditions of Therapeutic Personality Change’, Journal of Consulting Psychology, 21(2), 95-103.Zelfs in de meer individuele praktijkvormen gaat het niet enkel om het realiseren van persoonlijke groei. Sociaal werk ondersteunt ook de vorming van sociale netwerken. Of biedt praktische hulp- en dienstverlening of informatie.
Daarom doet het concept werkalliantie meer recht aan de complexe realiteit van het sociaal werk van vandaag.
Meer dan verbinden
De verbinding tussen sociaal werker en cliënt blijft essentieel.
‘De sociaalwerkpraktijk is altijd relationeel. Maar de manier om die relatie in te vullen kan heel verschillend zijn.’
Die verbinding moet sterk genoeg zijn om de samenwerking tot stand te brengen. En om taken uit te voeren die moeten leiden tot het realiseren van gezamenlijke doelstellingen. Warmte, respect, empathie en authenticiteit zijn attitudes van het traditionele relatiebegrip. Zij dragen bij tot het realiseren van die verbinding. Maar dat is niet voldoende om samen doelstellingen te bereiken.
Een warme, authentieke vertrouwensrelatie is zelfs niet altijd de noodzakelijke of wenselijke eerste stap. In het concept werkalliantie is het net de aard van de doelstellingen die de mate van verbinding bepaalt.
Open de black box
De sociaalwerkpraktijk is altijd relationeel. Maar de manier om die relatie in te vullen kan heel verschillend zijn.
Om aan de slag te gaan met zeer kwetsbare cliënten in de geestelijke gezondheidszorg is een sterke verbinding nodig. Die verbinding is anders bij een dienst maatschappelijk werk van de mutualiteit die burgers informeert over bestaande sociale voordelen. Het concept werkalliantie leent zich goed om de diversiteit van de werkpraktijk in beeld te brengen.
Sociale professionals zien hun relatie met cliënten terecht als de hoeksteen van hun praktijk. Ze benadrukken dit vaak als reactie op de tendens om de effectiviteit van interventies aan te tonen. Ze willen daarmee de instrumentalisering van het beroep tegengaan.
Het sociaal werk kan echter nog krachtiger uit de hoek komen, door duidelijk te maken wat deze relatie juist inhoudt, hoe ze tot stand komt en hoe ze evolueert doorheen de tijd. Het is dus belangrijk om de black box te openen. Het concept van de werkalliantie maakt de relationele kern van het sociaal werk zichtbaarder en sterker.
Reacties [1]
Sterk sociaal werk, Johan. Het begrip werkalliantie doet inderdaad veel beter recht aan de brede generalistische praktijk van de sociaal werker dan de klassieke vertrouwensrelatie die soms wat wollig wordt ingevuld of begrepen. In de methodieklessen spreek ik in het verlengde van Ad Snellen van een ‘functionele samenwerkingsrelatie’ en van de interactie als ‘de bedding waarbinnen probleemoplossing geschiedt’. Blij dat er ook in Vlaanderen wordt nagedacht over basisconcepten methodiek sociaal werk.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘Sociaal werk zal meer politiek worden’
Impact van migratie op mentaal welzijn: ‘Kinderen dragen littekens van hun ouders’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies