Lerende gemeenschap
We zijn een lerende gemeenschap. Reflectie is een belangrijke hefboom. We onderzoeken de toestand van onze wereld, zoals ze haar sporen achterlaat in onze wijken en doordringt in onze levensverhalen. We zijn op zoek naar bronnen van veerkracht, voor onszelf, maar ook voor anderen, voor de hele samenleving.
‘We zoeken naar bronnen van veerkracht.’
Met ons project ‘Rise up’ sluiten we aan bij enkele aandachtspunten voor het Brusselse jeugdwerk. Het gaat om religie (R), identiteitsvorming (I), en sociaal-economische verbetering (SE). ‘Up’ verwijst naar ervaringsleren in de bergen, naar blootstelling aan de natuurelementen en onszelf. In Rise up zit ook het beeld van heropstaan. Want rechtveren, vinden we belangrijk.
We stappen
We blijven niet op onze stoelen zitten, maar we reizen. We laten ons omringen door natuur en cultuur. Samen met een jeugdwerker en een onderzoeker leren we door ervaring en reflectie. Elk van ons is volwaardig onderzoeker. We onderzoeken om te veranderen en we veranderen om verder te kunnen onderzoeken.Deze tekst is geschreven op basis van gedeelde ervaringen en aan de hand van vier lange audio-opnames van groepsgesprekken. De jeugdwerker en onderzoeker bewerkten het geheel, lieten de inhoud van de tekst door het collectief nalezen en goedkeuren. Alle getuigenissen, citaten en digitale verhalen zijn geanonimiseerd.
Onderzoek heeft een denkkader nodig. We kozen drie sleutelthema’s: transitie, kwetsbaarheid en veerkracht. Samen vormen ze de bril waarmee we naar de wereld kijken. In deze bijdrage kleuren we deze thema’s verder in. Dat doen we met een reiservaring en via persoonlijke levensverhalen.
Istanbul
We namen afstand om onze wereld beter te begrijpen. We trokken naar Istanbul, eigentijdse stad op het kruispunt van verschillende culturen.
Istanbul verteert een indrukwekkende demografische explosie. De grote verkeersaders, de alomtegenwoordigheid van reclame, de stroom van mensen die vertrekken of terugkeren van hun werk, de hypermoderne en hyperefficiënte organisatie van het openbaar vervoer: het zijn tekens van een stad die zich laaft aan economische groei en zich onderwerpt aan de wetten van kapitaal en consumptie.
‘We namen afstand om onze wereld beter te begrijpen.’
Ook haar culturele en religieuze diversiteit springt in het oog. Minirokjes en piercings mengen zich met hoofddoeken en Nikabs. Niemand lijkt zich daaraan te storen.
Brussel
Tijdens onze gesprekken ‘s avonds, drong zich de onvermijdelijke vergelijking met onze hoofdstad op. Ook Brussel wordt beheerst door demografische verschuivingen. Net als in Istanbul staan die verschuivingen niet los van economische transities. En die transities creëren op hun beurt culturele verschuivingen.
De jeugdwerker vertelt zijn persoonlijke familiegeschiedenis. Na de Tweede Wereldoorlog verlaat vader Hamid zijn familie in Marokko en komt naar België om te werken. Niet veel later volgt de familie zijn spoor. Maar dan sputtert de economische motor. De migranten blijven achter in de Brusselse wijken.
Een getuigenis van transitie, van ups en downs. Van hoe economische groei en economisch verval gepaard gaan met demografische transities. Tijdens de bloeiperiode migreren arbeiders naar Brusselse kanaalwijken. Nadien volgt de massale stadsvlucht. Enkel wie niet weg kan, blijft. Kanaalwijken worden vastgezet in het beeld van ‘vreemde’ monoculturele getto’s.
Arm en superdivers
Vandaag lopen de in de steekgelaten kanaalwijken weer vol. Nieuwe migratie uit zwart Afrika, Oost-Europa en Zuid-Amerika kleuren het straatbeeld. De bevolking neemt toe en verjongt. De kanaalwijken blijven arm, maar zijn nu superdivers. Meer dan 140 nationaliteiten leven er samen.
‘Brussel kent een onoverzienbare culturele transitie.’
Net als in Istanbul schuren in de kanaalzone verschillende netwerken en levensstijlen tegen elkaar aan. Ook Brussel kent een onoverzienbare culturele transitie.
Vijandig ghetto
In die dichtbevolke, superdiverse, gestigmatiseerde Brusselse kanaalwijken leven wij. In onze straten, op onze pleinen en in onze scholen tonen demografische, economische en culturele transities hun afdruk.
In onze gemeenten is het economisch verval zichtbaar: verwaarloosde parken, vuile straten, verkrotte woningen, leegstaande fabrieken en afgeleefde hoogbouw. Industriële teloorgang is hier nog steeds voelbaar: hoge werkloosheid, grijze en zwarte economie, precaire toegang tot een stabiel inkomen.
‘De samenleving ziet ons als een vijandig ghetto.’
In onze wijken komen nieuwe migranten aan, wordt de garage aan de overkant een pinksterkerk, komen de alleenstaande buurvrouw en haar kinderen uit Oekraïne. Toch houdt de samenleving ons nog steeds gevangen in het beeld van een vijandig getto. Politie patrouilleert en fouilleert. Dagelijks worden we geconfronteerd met politiegeweld, vuistslagen, uit de lucht gegrepen verdachtmakingen en beschuldigingen.
Vuilbakscholen
In onze scholen snijdt de sociale ongelijkheid het scherpst. In Ukkel, Oudergem en Watermaal-Bosvoorde vind je de scholen voor de rijken. In Vorst, Molenbeek, Schaarbeek en Sint-Joost worden de scholen vaak vuilbakscholen genoemd. Hier heeft het technisch en beroepsonderwijs veel aan eigenwaarde en kwaliteit ingeboet: watervallogica, overvolle klassen en gedemotiveerde leerkrachten.
Sommigen van ons komen in ‘goede’ scholen terecht. Maar ook daar voelen we ons ongelijk behandeld. Daar zitten we in een overvolle, aparte klas van ‘vreemdelingen’. Een van ons onderging die ervaring. Hij miste betrokkenheid van leerkrachten. En gaf op.
Grofgebekte politici
De negatieve beeldvorming rond onze leefwereld sleuren we mee. Die laatste verspreidt zich vandaag via sociale media en stroomt onze smartphones binnen. Dagelijks belagen tweets van grofgebekte politici onze wijken. We lezen: pas jullie aan, of keer terug, want jullie horen er niet zomaar bij.
‘Tweets van grofgebekte politici belagen onze wijken.’
Die boodschappen krijgen we al decennia te horen, maar door de online wereld klinkt dit verhaal massaal en schaamteloos. De tweets rijten kwetsuren open.
Kwetsuren van de ziel
Over die kwetsuren willen we meer weten. Welke zijn ze en hoe lopen ze door onze levensverhalen? Hoe kunnen we ze aanvaarden en hoe komen we ze te boven?
We vonden een theorie die vijf kwetsuren van de ziel onderscheidt: afwijzing, verwaarlozing, vernedering, verraad en onrechtvaardigheid.Bourbeau, L. (2013), Les cinq blessures de l’âme qui empêchent d’être soi-même, Pocket.Deze kwetsuren zijn existentieel omdat ze ons bedreigen in wie we zijn. Wie bijvoorbeeld afgewezen wordt, is miskend in zijn verlangen naar liefde en erkenning.
‘Over die kwetsuren willen we meer weten.’
Daar ligt de voedingsbodem van gevoelens van onrecht, verontwaardiging en woede. Wie zwaar getroffen is door zo’n kwetsuur, ontwikkelt vaak een pathologische angst. Hij ontloopt die kwetsuren of verbergt ze met maskers.
Het kwam hard aan
De theorie bood houvast tijdens onze gesprekken. Levensverhalen schenen nu in een nieuw licht. Schoolfrustraties werden verteld als verhalen van verlatenheid. Verhalen van politiegeweld gaan over vernedering.
‘Verhalen van politioneel geweld gaan over vernedering.’
Een van ons vertelde hoe hij in de periode van de aanslagen uit de klas gehaald werd. Hij moest van de directeur zijn baard inkorten. Ze vroegen welke moskee hij bezocht en of een ‘ronselaar’ hem al benaderd had.
Het verhaal kwam aan. Het maakte heel wat bij ons los: onmacht en verontwaardiging over de afwijzing van de eigen identiteit. Maar ook een verlangen om te begrijpen. De verteller werd uitgedaagd om dieper in zichzelf te graven, om te pakken te krijgen welke kwetsuren dit voorval had teweeggebracht.
Veerkracht als antwoord
Hoe moeten we met die kwetsuren omgaan? Hoe voorkomen dat we erin verstrikt geraken, dat we ons wentelen in een slachtofferrol? Hoe vermijden we dat we plots beslissen om alle bruggen met een vijandige samenleving op te blazen?
Die vragen brachten ons bij het sleutelthema van het onderzoek: veerkracht. De jeugdwerkers legden ons een scherpe hypothese voor: Onze samenleving mist veerkracht. Ze slaagt er onvoldoende in om transities en diepe, collectieve kwetsuren constructief te beantwoorden.
‘Onze samenleving mist veerkracht.’
Op deze hypothese entten we de gezamenlijke doelstelling van ons collectief: Rise up, veerkracht onderzoeken, mobiliseren en anderen tot veerkracht inspireren. Met die doelstelling veren we recht, wij jonge Brusselaars en Belgen die zo vaak gelabeld zijn met onze vreemde oorsprong, met ons migratieverleden en de ‘moeilijke’ wijken waarin we leven.
Groots maar kwetsbaar
Maar wat is veerkracht? In Istanbul, tijdens een bezoek aan het historische deel van de stad, botsten we op een sterk beeld. Op de binnenplaats van het museum voor Islamkunst trok een oude gigantische boom de aandacht. Opvallend was de dikke, verscheurde stam die binnenin helemaal was uitgehold. Het leek alsof de boom gegroeid was rond die gapende scheur.
‘Een gigantische boom trok de aandacht.’
Onmiddellijk begrepen we het: de boom was een levensboom. Hij belichaamde het wezen van veerkracht. Zijn diepe holte binnenin verhindert hem niet om een prachtige, majestueuze vorm te bezitten. De gapende kwetsuur markeert zijn grootsheid. De boom verbergt ook zijn kwetsuur. Hij nodigt de toeschouwer uit om dichterbij te komen. Hij legt zijn moeilijke ontwikkeling en geschiedenis van groeipijnen bloot.
Verbeeldende kracht
De diepe verankering van de wortels is treffend. Ook wij, Molenbeekse jongeren, hebben aarding in de samenleving nodig om te groeien. De stam en takken die naar de hemel toereiken, spreken onze ambities aan om onszelf te overstijgen.
‘Hoe een waardig bestaan bouwen rond pijnlijke herinneringen?’
De levensboom helpt ons de juiste vragen te stellen: Wat betekent het om ten volle je potentieel als mens te beleven ondanks de kwetsuren die je mens-zijn van binnenuit bedreigen? Wat maakt je tot mens en wie of wat kan dat verstoren? En hoe bouw je een waardig bestaan op rond pijnlijke herinneringen van afwijzing, vernedering en verlatenheid?
Zelfreflectie
Tijdens de talrijke gesprekken op de Istanbulreis kwamen we onszelf tegen. We ontdekten samen de kostbaarheid van zelfreflectie. Dat vermogen is een belangrijk aspect van ons menszijn: het is het vermogen om met zichzelf in dialoog te gaan, om zich geconcentreerd op zichzelf terug te buigen: aandachtig, intens, gecentreerd.
Zelfreflectie is ook ons innerlijk kompas. Het helpt onze kwetsuren te identificeren, ons diepste aspiraties op te sturen, maar ook onze tomeloze verlangens bij te sturen.
Jihad
In de religie die het merendeel van ons collectief belijdt, verbinden we dit vermogen tot zelfreflectie met een innerlijke strijd. Dat woordje heet Jihad en is ondertussen een taboe-woord geworden. Onwetendheid, islamofobie, angst voor radicalisering en het trauma van de aanslagen hebben het woord besmet.
‘Jihad is ondertussen een taboe-woord geworden.’
Maar voor de moslims uit ons collectief verwijst Jihad naar het kloppende hart van veerkracht. Het woord roept ons op om onze driften, onze eindeloze verlangens en passies in beheer te nemen. Zonder deze eerlijke introspectie, in stilte of in een echt gesprek met een naaste, worden we door onze verlangens geregeerd, door tomeloze hunkering naar erkenning, door een uitzichtloze vlucht in genotsmiddelen, of ziekelijke controledrift. Dat naar binnen kijken is een dagelijkse strijd. Ze voeren, is veerkracht ontwikkelen.
Reservoirs van veerkracht
Veerkracht heeft ook voeding nodig. Het bezoek aan ondergrondse Romeinse citernen leverde weer een indrukwekkend beeld op.
We vroegen ons af: Waar liggen de reservoirs van onze veerkracht? Er is vooreerst ons lichaam, onze spierkracht, wendbaarheid en alles wat ons lichaam nodigt heeft om zich in stand te houden. Maar er zijn ook vriendschappen, liefdes, gezinnen en families die zorgen voor geborgenheid en veiligheid.
Het is belangrijk om onze ondergrondse reservoirs te leren kennen, om hun waterpeil geregeld op te meten en spaarzaam te variëren in het gebruik ervan. Veerkrachtig jezelf ontwikkelen met en rond je kwetsuren vraagt immers veel energie.
Collectieve veerkracht
Veerkracht is ook een collectief gebeuren. Een samenleving is veerkrachtig wanneer ze met haar structuren en collectieve rituelen in staat is te omarmen, ondanks de dreiging van onzekerheid, afwijzing, verraad, vernedering, verlatenheid en onrecht.
‘Een samenleving toont veerkracht wanneer ze kwetsuren onder ogen ziet.’
Een samenleving toont haar veerkracht wanneer ze niet van haar pijnlijk verleden wegloopt, maar wanneer ze haar transities en kwetsuren onder ogen ziet en haar collectieve trauma’s verwerkt. Dat is vandaag een grote uitdaging. Want we zijn geneigd om de donkere spiegels en kwetsuren van de samenleving te ontvluchten.
Ook de samenleving heeft reservoirs, bronnen van veerkracht nodig. Dat zijn aangename publieke ruimtes, bossen, parken, landschappen, plekken waar je helemaal jezelf kan zijn. Vrijplaatsen van vriendschap, momenten van rust, privacy, intimiteit.
Die bronnen hebben we nodig om onze kwetsuren onder ogen te zien en om onze verlangens te heroriënteren.
Religie
Religie is de meest betwijfelde bron van collectieve veerkracht. De plaats van religie in onze samenleving is in volle transitie. Zowel religies als de weerzin ervoor worden schaamteloos gebruikt voor politieke doeleinden. En in religies komen vele collectieve kwetsuren en angsten samen: angst voor verdrukking, onderwerping, maar ook angst om een authentieke beleving van de eigen godsdienst te verliezen.
Ondanks die kwetsuren blijft het de moeite waard om onbevangen de reservoirs van religieuze en spirituele tradities te verkennen. Want spirituele veerkracht is iets wat ons overstijgt, voorbij onze eigen kunnen en willen.
Deur gaat open
De jeugdwerker getuigde van zo’n spirituele ervaring. We bezochten in Istanbul de blauwe Moskee, een parel van religieuze bouwkunst en trekpleister voor gelovigen. Daar vond een bijzondere ontmoeting plaats met een Toeareg, lid van een berberstam.
“Samenleven, dat is niet enkel samen eten en samen discussiëren, dat is ook iets heel dieps. Ik heb misschien één minuut met de man gedeeld, maar ik zal hem nooit vergeten, want er was connectie. Ook al kende ik de man niet persoonlijk, toch kende ik hem, want hij is mijn broer, Moslim of niet. De simpele woorden ‘Salam Alaikum’ opent een immense deur. Het was alsof ik de man al altijd kende. Op dat moment voelde ik mij niet beoordeeld, als een Moslimterrorist. Op dat moment was ik mijn unieke zelf. Op het einde van ons leven zien we tal van herinneringsbeelden voor ons voorbij flitsen. De ontmoeting met de Toeareg is voor mij zo’n beeld.”
Reacties [1]
Hartverwarmend. Dialoog, gebaseerd op zelfreflectie als basis voor verzoening. Geen beschuldigingen, geen vingerwijzingen, maar een authentieke ik-boodschap in het zoeken naar een inclusievere samenleving. Een opsteker.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies