Achtergrond

Kleur, cultuur en klasse zijn blinde vlekken in onze gezondheidszorg

Marijn Sillis

Is onze gezondheidszorg vrij van vooroordelen en racisme? Verschillende onderzoekers, een huisarts en student geneeskunde gingen met Sociaal.Net in gesprek. “Patiënten vermelden discriminatie meestal niet expliciet, maar ze voelen wel aan wanneer ze anders behandeld worden.”

racisme in de zorg

© Unsplash / Ahskan Forouzani

Kwalitatieve gezondheidszorg voor iedereen?

Geen beter land om ziek te worden dan België, zo luidt het vaak. Onze gezondheidszorg wordt – geheel terecht – geprezen voor zijn kwaliteit. Al zijn er ook weerhaken, die minder vaak belicht worden. Over de toegang tot onze zorg bijvoorbeeld.

‘In de Verenigde Staten toont onderzoek dat mensen van kleur benadeeld worden in het zorgsysteem.’

Zoals op de website van het RIZIV te lezen valt: “De toegang tot onze gezondheidszorg is in zijn geheel relatief goed, maar de ongelijkheden tussen sociaaleconomische groepen blijven groot. Ze zijn de afgelopen tien jaar zelfs toegenomen.”

Net omdat het niveau in ons land zo hoog ligt, wordt die ongelijke toegang wel eens vergeten. Om dezelfde reden worden ook andere lastige vragen niet snel gesteld. Bijvoorbeeld: als de toegang er wel is, krijgt iedereen dan dezelfde kwalitatieve zorg?

In de Verenigde Staten toont onderzoek aan dat mensen van kleur benadeeld worden in het zorgsysteem. Maar bij ons wordt dat thema veel minder besproken. Op de arbeids- en woningmarkt en in het onderwijs maken onderzoekers gewag van discriminatie. In de zorgsector is dat veel minder het geval. Is er dan geen sprake van ongelijkheid of hebben we het er liever niet over?

Minder tijd en verantwoordelijkheid

In ons land komt het onderzoek rond het thema pas de laatste jaren echt op gang. Zo getuigde gerontologe Saloua Berdai Chaouni op Sociaal.Net over de ontoegankelijkheid van de ouderenzorg voor mensen met migratieroots: “Mensen met Marokkaanse of Turkse roots worden vaak gereduceerd tot hun anders-zijn.”

In Franstalig België toonde postdoctoraal onderzoeker Brice Lepièce (UC Louvain) aan dat huisartsen, wanneer ze onder tijdsdruk staan, minder tijd besteden aan de medische geschiedenis van patiënten met een migratieachtergrond. Die patiënten krijgen ook sneller medicijnen voorgeschreven.

Onderzoekers Marie Dauvrin en Vincent Lorant, eveneens van UC Louvain, kwamen tot de conclusie dat zorgprofessionals het niet als hun “verantwoordelijkheid zien om zich aan te passen aan etnische diversiteit.” Het gevolg: professionals die die verantwoordelijkheid niet voelen “zijn minder geneigd om zich betrokken te voelen bij cultuursensitieve gezondheidszorg.”

Onderschatting van depressie

Een laatste voorbeeld uit recent wetenschappelijk onderzoek: de Mind the Gate’-studie van onderzoeksgroep Health and Demographic Research Universiteit Gent. Daar vroegen ze zich af hoe het komt dat mensen met een migratieachtergrond ondervertegenwoordigd zijn in de geestelijke gezondheidszorg, hoewel zij gemiddeld genomen een slechtere mentale gezondheid hebben.

“Er wordt dan doorgaans gekeken naar de patiënt”, zegt postdoctoraal onderzoeker Melissa Ceuterick (UGent). “Zijn hun gezondheidsvaardigheden minder, zijn er culturele drempels, speelt de taalbarrière een rol? Maar wij willen dynamieken aan de aanbodzijde in kaart te brengen.”

‘Bij de Belgisch-Marokkaanse patiënt werden de depressieve gevoelens als minder erg beschouwd.’

Dus onderzochten Ceuterick en haar collega’s het gedrag van huisartsen. Ze toonden 404 huisartsen drie personages met hetzelfde verhaal van depressie. De eerste acteur was een Belgische patiënt, de tweede acteur was een Belgisch-Marokkaanse patiënt, de derde acteur een Syrische nieuwkomer in zijn asielprocedure.

“We zagen verschillen tussen de beoordeling van patiënten”, aldus Ceuterick. “Bij de Belgisch-Marokkaanse patiënt werden de depressieve gevoelens als minder erg beschouwd. Daardoor werd de patiënt als minder betrouwbaar beoordeeld. Ook de therapietrouw van deze patiënt werd significant lager ingeschat.”

“De resultaten tonen ook dat artsen minder optimistisch waren over de effectiviteit van de behandeling van de patiënt in asielprocedure”, gaat Ceuterick verder. “Tot slot werd de Belgische patiënt vaker doorgestuurd naar zelfstandige psychologen en psychiaters, terwijl de twee andere patiënten sneller werden verwezen naar sociale instanties zoals het OCMW en het Centrum Algemeen Welzijnswerk (CAW).”

gezondheidszorg

Onderzoeker en huisarts Hakki Demirkapu: “Als de dokter onder tijdsdruk staat, dan zijn mensen die het moeilijker hebben daar als eerste het slachtoffer van.” (Foto is illustratief.)

© Unsplash / Magdiel Lagos

Een tweede opinie

Melissa Ceuterick en haar collega’s vermijden liever beladen woorden als racisme en discriminatie. Daar hoedt ook Hakki Demirkapu zich voor. Demirkapu staat met een been in het onderzoek en een been in de praktijk. Hij onderzoekt aan de Vrije Universiteit Brussel (VUB) vroegtijdige zorgplanning voor ouderen met een migratieachtergrond maar is ook huisarts in Schaarbeek.

‘Veel mensen in ons land voelen zich niet altijd gehoord.’

In zijn praktijk heeft dokter Demirkapu een uiterst divers publiek. Hij voelt aan dat er dingen fout lopen. “Weet je wat me het meeste frustreert? Als patiënten met migratieachtergrond aangeven dat ze een second opinion willen van een dokter in hun land van herkomst.”

Demirkapu respecteert de keuze van zijn patiënten, maar gelooft niet dat er in pakweg Turkije of Marokko per se betere dokters huizen. “Het geeft vooral aan dat mensen zich in ons land niet altijd gehoord voelen”, aldus de arts. “Zorgverleners hebben een eigen referentiekader en vergeten vaak dat de patiënt ook zijn kader heeft, een andere cultuur of geloof. Het kader van de zorgverlener is de norm, waardoor respect voor de patiënt soms achterwege blijft.”

Anders zijn

Demirkapu kan voorbeelden geven van patiënten die in ziekenhuizen niet gehoord worden omdat ze de taal niet goed machtig zijn. Van mensen die uitgelachen worden omdat ze vragen hebben over kruiden uit hun thuisland of hun geloof betrekken in het gesprek.

Maar dat zijn de opzichtige voorbeelden, en die zijn heus niet het enige probleem. Vaak gaat het over een veel subtielere vorm van niet gehoord worden.

‘Patiënten vermelden discriminatie meestal niet expliciet, maar ze voelen wel aan wanneer ze anders behandeld worden.’

“Patiënten vermelden vooroordelen of discriminatie meestal niet expliciet, maar ze voelen wel aan wanneer ze door hun anders-zijn anders behandeld worden”, aldus Demirkapu. “Dan zeggen ze: in het ziekenhuis was weinig aandacht voor mijn verhaal. Of: ik voelde dat ik niet gehoord werd door de specialist. Mensen zijn ook niet dom, hé. Je voelt wanneer de hulpverlener tegenover jou vanuit een theoretisch kader aan de slag is, zonder feeling, en die feeling ook niet aan de dag wil leggen.”

Demirkapu ervaart in de praktijk wat onderzoeker Brian Lepièce bevestigd zag in zijn onderzoek. “Als de dokter onder tijdsdruk staat, dan zijn mensen die het moeilijker hebben daar als eerste het slachtoffer van. Om die reden werken wij in onze praktijk met een forfaitair systeem. We moeten niet binnen een kwartiertje klaar zijn. Als iemand een tolk nodig heeft, dan blokkeren we twee consultaties in de agenda en zorgen we voor een videotolk”, zegt Demirkapu.

Preventieve gezondheidszorg

Dat forfaitaire systeem heeft nog een ander voordeel: het kan zich beter richten op preventie. Want ook dat is een probleem in onze gezondheidszorg. We zijn in België goed in genezen, maar veel minder in voorkomen. De hoogopgeleide, witte burger lijdt daar het minst onder. Terwijl alle anderen veel meer moeite hebben om de gezonde weg te volgen.

‘We zijn in België goed in genezen, maar veel minder in voorkomen. De hoogopgeleide, witte burger lijdt daar het minst onder.’

“In onze wachtzaal ligt het vol met brochures van gezondheidsinstellingen”, zegt Demirkapu. “Maar ze bereiken amper een patiënt. Onder meer omdat het allemaal veel te complex neergeschreven staat.”

“We hebben de fout ooit zelf gemaakt, bij een uitnodiging voor het griepvaccin. De patiënten kwamen plots bij me aankloppen: ‘Dokter, ik heb een brief gekregen van jullie, maar wat moet ik er mee doen?’ Er wordt heel weinig rekening gehouden met mensen die medisch minder geletterd zijn, of ze nu van kleur zijn of niet.”

Demirkapu vraagt bij wijze van voorbeeld of we de cijfers van borstkankerscreeningen in Brussel kennen. “Die zijn belachelijk laag”, zucht de dokter. “In ons centrum spreken we alle patiënten die in aanmerking komen voor de screening persoonlijk aan. Hetzelfde voor bijvoorbeeld het uitstrijkje van de baarmoederhals. Patiënt na patiënt gaan we na of ze zich melden voor preventieve onderzoeken. We leggen uit waarom die screenings zo belangrijk zijn.”

blinde vlekken in onze gezondheidszorg

Geneeskunde-student Serhat Yildirim: “Diversiteit komt in onze cursussen weinig aan bod. Tenzij in de stereotiepe zin. Als het gaat over seksuele overdraagbare aandoeningen, duiken plots wel beelden van zwarte patiënten op.” (Foto is illustratief.)

© Unsplash / SJ OBJIO

Divers personeel

Dokter Demirkapu kan moeilijk begrijpen dat die preventieve geneeskunde zo slecht vorm krijgt, en dat daarbij zo weinig rekening gehouden wordt met de diversiteit van onze samenleving.

‘Op vlak van diversiteit zal weinig veranderen als het personeel niet diverser wordt.’

“In beleidsteksten van ziekenhuizen komt het woordje diversiteit vaak terug. Maar in de praktijk zie je hoogstens een eenmalige opleiding”, aldus Demirkapu. “Op vlak van diversiteit zal weinig veranderen  als het personeel niet diverser wordt en het personeelsbeleid niet verandert.”

Als een ziekenhuis zegt dat het zijn best doet, gaat Demirkapu altijd even na of er bij anderstalige patiënten de tijd genomen wordt om een tolk in te schakelen. “Is dat niet het geval: dan weet ik genoeg”, stelt Demirkapu.

“Een ander voorbeeld: als je als ziekenhuis toch zo bekommerd bent om diversiteit en oprecht openstaat voor iedereen: waarom zou je je zorgverleners dan verbieden een hoofddoek te dragen? Ik kan dat moeilijk vatten. Je personeel moet toch een weerspiegeling zijn van je patiënten?”

Jan en Piet

Ook het onderwijs moet beter, meent Demirkapu. Het begint al bij de opleiding: “Als elke casus over Jan en Piet gaat, ga je ook geloven dat je telkens Jan en Piet tegenover jou zal krijgen. Dan sta je niet stil bij de diversiteit van je patiënten.”

‘Er wordt te makkelijk vanuit gegaan dat iedereen dezelfde gezondheidsvaardigheden heeft.’

Die diversiteit kan zich vertalen in andere ziektebeelden – “bijvoorbeeld tropische ziekten of Middellandse Zeekoorts” – maar evengoed in andere opvattingen of gewoontes. “Een voorbeeld: niet iedereen kijkt op dezelfde manier naar medicatie. Sommige patiënten vinden onderhoudsmedicatie bij astma nutteloos, omdat ze alleen medicijnen die snel werken als nuttig beschouwen.”

Je ziet het ook bij diabetes, zegt Demirkapu. “In een cursus over diabetes kan je studenten geneeskunde makkelijk vertellen wat de oplossing is: medicatie, bewegen en gezonder eten. Maar ik zie patiënten die niet snappen hoe belangrijk die beweging of die voeding is.”

“Op een controle-afspraak wordt de specialist dan kwaad: ‘Heb je niet geluisterd?! Ik had toch gezegd dat je elke dag je pillen moet nemen en dat je moet bewegen en gezond eten!’ Maar dan denk ik: ‘Heb je ooit voldoende de tijd genomen om het grondig uit te leggen?’”

Er wordt te makkelijk vanuit gegaan dat iedereen dezelfde gezondheidsvaardigheden heeft, terwijl dat allerminst zo is. “In de cursus moet je bij diabetes dus niet alleen de oplossing vermelden, maar er ook op wijzen dat niet alle mensen hetzelfde naar een ziekte kijken”, besluit Demirkapu.

Allergie bij een zwarte huid

Wat ons onderwijs betreft, krijgt Hakki Demirkapu gelijk van zijn toekomstige collega Serhat Yildirim, die in zijn vijfde jaar geneeskunde zit.

“Vraag me niet hoe een allergische reactie met roodhuid of een tekenbeet eruit ziet bij iemand met een zwarte huidskleur”, vertelt Yildirim. “Diversiteit komt in onze cursussen weinig aan bod. Tenzij in de stereotiepe zin. Als het gaat over seksuele overdraagbare aandoeningen, wordt wel verwezen naar andere landen en duiken plots wel beelden van zwarte patiënten op.”

‘Wie in Vlaanderen slaagt voor het toelatingsexamen geneeskunde, heeft een zeer vergelijkbare sociaal-economische en culturele achtergrond.’

Yildirim is blij dat er in Gent een studentenvereniging opstaat die zich met het thema bezighoudt: Afromedica. Een van de oprichters, Bella Manirambona, liet in De Standaard optekenen: “Het aantal studenten van kleur in medische studierichtingen is nog altijd op één hand te tellen. Op de campus vonden we ­elkaar dus snel.”

Onderzoek toont dat ook aan: wie in Vlaanderen slaagt voor het toelatingsexamen geneeskunde, heeft een zeer vergelijkbare sociaal-economische, taalkundige en culturele achtergrond.

“Dit verhaal begint inderdaad in opleiding en de beperkte diversiteit van vaak geprivilegieerde studenten”, zegt Yildirim. “Vervolgens krijgt dat een vervolg in de zorg, waar niet-diverse artsen hun patiënt bekijken en benaderen vanuit het eigen referentiekader. Dat heeft – bewust of onbewust – impact op de relatie tussen arts en patiënt. Uiteraard geloof ik dat veel artsen het oprecht goed bedoelen, maar soms is het complexer dan het lijkt, door verschil in cultuur, religie en taal.”

Blinde vlekken opsporen

Bij onze Nederlandse collega’s van Sociale Vraagstukken vatte onderzoekster Alana Helberg-Proctor het als volgt samen: “Oog voor inclusie en diversiteit in de zorg is nodig. Maar tegelijkertijd is het complex en kan het ook problematisch zijn.”

Helberg-Proctor doet momenteel onderzoek aan de KU Leuven: “Willen we in wetenschappelijk onderzoek, technologische ontwikkeling en alledaagse zorg echt rekening houden met diversiteit en inclusie, dan moeten we focussen op wat er achter verschillen zit en waarom die relevant zijn. Het is daarbij essentieel om kritisch te reflecteren over concepten zoals ras en etniciteit, maar ook over ons eigen denken over verschil.”

We moeten oog hebben voor racisme en discriminatie, meent Helberg-Proctor, maar ons ook afvragen hoe we omgaan met diversiteit in het algemeen. Van sociale klasse over gender tot migratiegeschiedenis. “We mogen geen schroom hebben om blinde vlekken te identificeren.”

Complexiteit

Complexiteit is het kernwoord. Er is een verschil tussen racisme, discriminatie en blinde vlekken. Er is een onderscheid tussen alledaags en institutioneel racisme. Verstoorde arts-patiëntrelaties kunnen voortkomen uit taalproblemen of culturele barrières maar even goed uit socio-economische verschillen, onzichtbare drempels en vooroordelen.

Soms is er overlap tussen migratieachtergrond en sociaal-economische klasse, zoals uit de praktijkvoorbeelden van Hakki Demirkapu blijkt. Maar die praktijk komt veel te weinig aan bod in de opleidingen, zoals Serhat Yildirim vertelt. Tegelijkertijd schiet het eerder beperkte onderzoek nog alle kanten uit. We zijn er dus nog niet. Verre van zelfs. Maar stap één is beseffen en benoemen dat er in onze gezondheidszorg blinde vlekken zijn. Stap twee is er ook iets mee te doen.

Reacties [1]

  • Ann Troonbeeckx

    We kunnen ook proberen om het anders aan te voelen : Vanuit je eigen referentiekader de andere meer respecteren… zoals je jezelf respecteert.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.