Achtergrond

‘Bij palliatieve zorg worden sociaal werkers verengd tot administratief medewerkers’

Brent Taels, Kirsten Hermans, Anja Declercq

Sociaal werkers hebben heel wat te bieden bij het ondersteunen van palliatieve zorg. Toch stellen onderzoekers vast dat dit potentieel in de praktijk onderbenut blijft.

palliatieve zorg

© Pexels / Marcus Aurelius

Een trekkersrol

Palliatieve zorg wordt nog te vaak gezien als medische zorg, waarbij vooral pijnbestrijding in de laatste levensfase belangrijk is. Toch gaat palliatieve zorg veel breder. De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) definieert het als een vorm van zorgverlening waarbij zowel fysieke, psychologische, spirituele en sociale noden belangrijk zijn.

‘Palliatieve zorg wordt nog te vaak gezien als medische zorg.’

Dit was ook de oorspronkelijke idee van de beweging die palliatieve zorg in de jaren zestig en zeventig op de kaart zette. Toen trokken nota bene sociaal werkers aan de kar. Zo schreef de Britse arts, verpleegkundige en sociaal werker Cicely Saunders toen al dat niet enkel fysieke, maar ook sociale noden belangrijk zijn bij het levenseinde.

Geknipte figuren

Een levensbedreigende diagnose verandert niet alleen de wereld van wie die boodschap te horen krijgt, maar ook van iedereen rond die persoon.

Goede palliatieve zorg houdt dus rekening met de context van personen met een levensbedreigende ziekte. Sociaal werkers zijn hiervoor opgeleid. Ze kunnen een brugfunctie vervullen tussen cliënten, hun naasten, professionals in palliatieve zorg, vrijwilligers en andere betrokkenen.  Op die manier wordt ook het sociale luik van palliatieve zorg ingevuld.

Te weinig betrokken

Hoewel sociaal werkers heel goed het sociale luik van palliatieve zorg op zich kunnen nemen, somt de literatuur verschillende redenen op waarom dat niet lukt. Het thema ‘palliatieve zorg’ komt slechts beperkt aan bod in de opleidingen sociaal werk. Daardoor zijn palliatieve situaties een grote onbekende voor recent afgestudeerde sociaal werkers. Ook het feit dat de rol van het sociaal werk in palliatieve zorg onduidelijk omschreven is, geeft niet meteen wind in de zeilen.

Verder snoert het gemedicaliseerde palliatieve zorglandschap de handelingsruimte van sociaal werkers nog verder in. In de zorgvoorzieningen waar ze werken, hebben sociaal werkers vaak een hoge caseload. Er rest te weinig tijd om op een betekenisvolle manier met palliatieve zorg bezig te kunnen zijn.

Wat met de praktijk?

Stemt dat beeld uit de literatuur overeen met de praktijk?

Wij gingen na welke palliatieve zorgtaken sociaal werkers in Vlaanderen uitvoeren. We onderzochten bovendien of en hoe ze zich gewaardeerd voelen door andere zorgverleners bij de uitvoering van die taken.Sociaal werkers uit vijf organisatietypes (wijkgezondheidscentra, woonzorgcentra, diensten voor gezinszorg, diensten maatschappelijk werk van de mutualiteiten en sociale diensten van de ziekenhuizen) vulden een vragenlijst in. Vervolgens bespraken we de resultaten met sociaal werkers tijdens focusgroepen.

Sociaal werkers blijken al heel wat essentiële taken op te nemen in palliatieve zorg. Ze praten veel met cliënten en hun naasten over de gevolgen van een ernstige ziekte, bijvoorbeeld op praktisch, sociaal en financieel vlak. Ze brengen samen noden in beeld en zoeken naar oplossingen. Vanuit hun kennis van de sociale kaart begeleiden ze cliënten naar ondersteuning.

‘Het feit dat bij palliatieve zorg het takenpakket van sociaal werkers eerder beperkt blijft, heeft vooral te maken met redenen die buiten het bereik van de sociaal werker vallen.’

Maar er zijn ook taken die sociaal werkers in palliatieve zorg minder doen. Ze zijn minder actief bij vroegtijdige zorgplanning en het ondersteunen van naasten na het overlijden van de cliënt.

Het feit dat bij palliatieve zorg het takenpakket van sociaal werkers eerder beperkt blijft, heeft vooral te maken met redenen die buiten het bereik van de sociaal werker vallen. Zo verwachten andere professionals dat sociaal werkers vooral administratieve of doorverwijzende taken opnemen. Ze moeten er bijvoorbeeld voor zorgen dat het palliatief forfait of palliatief verlof in orde zijn of zorgen dat cliënten de weg naar andere hulpverleners vinden.

Graag bredere taakinvulling

Bij palliatieve zorg worden sociaal werkers verengd tot administratief medewerkers. Sociaal werkers kunnen zich niet vinden in die enge taakinvulling. Bij palliatieve zorg kunnen ze bijvoorbeeld ook zorgplannen opstellen en evalueren. Dankzij zo’n bredere taakinvulling kunnen ze het sociale luik van palliatieve zorg versterken.

‘Je krijgt het gevoel dat je niet meer met je cliënt bezig bent, maar met een nummer.’

Een sociaal werker van een woonzorgcentrum verwoordde dit als volgt: “Ik deed in het begin voornamelijk de administratie omdat het van je verwacht wordt. Maar op een bepaald moment krijg je het gevoel dat je niet meer met de cliënt bezig bent maar met een nummer. Ik ben dan zelf gaan kijken wat bijvoorbeeld zorgplanning allemaal inhoudt. Het belangrijkste is toch dat wij vanuit een kritische blik afvragen of we de cliënt wel centraal zetten?”

Een collega uit de thuiszorg linkt de verenging van het sociaal werk tot administratie aan het gevoerde beleid. “Een thuissituatie met eigen ogen kunnen zien is toch wat anders dan telefonisch contact. Het lijkt een algemene tendens dat de overheid beknibbelt op die huisbezoeken. Soms lijken maatschappelijk werkers in de thuiszorg meer op boekhouders.”

Sociale dienst is geen bloeddrukmeter

Andere sociaal werkers vertellen dat ze nazorg voor de naasten na het overlijden van cliënten graag willen opnemen, maar dit niet doen omdat het niet vergoed wordt.

‘Goed sociaal werk is tijdintensief.’

Ook bij palliatieve zorg is goed sociaal werk tijdintensief. Dat wordt door andere professionals vaak onderschat.“Artsen denken soms dat de sociale dienst zoals een bloeddrukmeter werkt waarbij alles op tien minuten gedaan is,”vertelde een sociaal werker van een ziekenhuis. “De sociale dienst is een schakel die alle mogelijkheden mee kan onderzoeken. Maar dan moet er ook voldoende ruimte zijn om hier mee over na te denken zodat alles past als een puzzel. Hier komt meer voorbereiding bij kijken dan drie keer per dag de bloeddruk opnemen.”

Waardering voor sociaal werk

Hoewel het belangrijk is dat sociaal werkers voldoende gewaardeerd worden door andere zorgverleners, is hier nog verbetering mogelijk. Die waardering hangt sterk af van de visie van organisaties op de rol van sociaal werk in palliatieve zorg.

Een sociaal werker uit een ziekenhuis vertelt daar het volgende over: “Op acute diensten moeten we vechten om het sociaal werk op de kaart te krijgen. Op andere diensten is er wel ruimte voor sociaal werk.” Een collega vult aan: “Op geriatrie ben ik als sociaal werker een even belangrijk teamlid als de kinesist en de ergotherapeut. Maar op acute diensten is dit niet zo. Daar wordt de rol van het sociaal werk echt verengd. De waardering die je voelt, is daar erg afhankelijk van.”

Visie op tafel

Waardering betekent trouwens niet automatisch dat er ook iets gedaan wordt met de visie van de sociaal werker. Volgens een sociaal werker uit een woonzorgcentrum hoeft de kijk van de sociaal werker niet altijd meegenomen te worden, maar is het wel belangrijk dat de sociaal werker zijn mening op tafel kan leggen.

“Wanneer ik mijn mening geef over bepaalde zaken, wordt dat niet altijd opgepikt. Dat hoeft natuurlijk niet altijd maar je moet toch proberen dat kritische naar boven te brengen. Ik denk dat de profilering van een maatschappelijk werker veel duidelijker moet zijn en dat we meer slagkracht moeten hebben. De woorden van een psycholoog of orthopedagoog zijn precies veel gewichtiger dan de mijne.”

Reacties [1]

  • Mathieu Rutten

    De rol van maatschappelijk werker, sociaal werker wzc, is ruimer dan paliatieve zorgen. De maatschappelijk werker van een wzc zorgt als lid van een therapeutisch team mee voor het welbehagen van de residenten. Belangrijk dat voor de resident alle rechten worden uitgeput, gezien belangrijk om zich geen zorgen te maken. Hij/zij kan samen met de collega’s uit de andere disciplines meewerken aan behandelingsplannen. Zij/hij is vaak de verbindingsman met de familie en kan mee helpen conflicten op te lossen. Hun rol is dan ook zeer cruciaal, van intake tot over de dood. Hij/zij dient hiervoor dan ook verloond te worden, dezelfde rechten als de andere leden van dit therapeutisch team.

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.