Verregaande digitalisering
Er verandert heel wat bij VDAB. Online inschrijving wordt de standaard, het digitale dossier van de werkzoekenden wordt vernieuwd, werkzoekenden krijgen computergestuurde jobsuggesties op basis van wat anderen met een gelijkaardig profiel interessant vinden…
VDAB stelt dat werkzoekenden alle tools in handen krijgen om 24/7 hun loopbaan te sturen, waar en wanneer ze maar willen.
‘Verregaande digitalisering is niet zonder risico.’
De verregaande digitalisering is een bewuste beleidskeuze van de Vlaamse overheid. Maar dat is niet zonder risico. Een studie van de Gezinsbond en de SERV stelde eerder al dat een radicaal digitaal verhaal zonder bijsturingen de kloof tussen hogere en lagere sociale klassen verdiept.
Die kloof is er vandaag al: 14% van de Belgen heeft geen toegang tot een computer of het internet. Zelfs met toegang tot computer of smartphone, is er een groot verschil tussen wie wel en wie niet met digitale toepassingen kan werken. Eén op vijf Belgen kan geen e-mails versturen of informatie op het internet zoeken en vinden. Met een uitdieping van die kloof wint niemand.
Geen goed nieuws
VDAB voorziet in het nieuwe plan flankerende maatregelen voor mensen met beperkte digitale vaardigheden en anderstaligen. Dankzij het vernieuwde model krijgen bemiddelaars meer tijd voor kwetsbare en zwakkere groepen, luidt het.
Dat klinkt genereus, maar het is momenteel nog erg onduidelijk over welke flankerende maatregelen het gaat. Daarnaast is er geen enkele garantie dat de vrijgekomen tijd weldegelijk geïnvesteerd zal worden in de meest kwetsbare groepen. In dit licht is digitalisering van de dienstverlening geen goed nieuws.
We stellen vast dat VDAB een grote groep kwetsbare werkzoekenden nu al niet bereikt. Het is niet duidelijk hoe VDAB ervoor zal zorgen dat deze mensen in de vernieuwde dienstverlening wel zullen bereikt worden. Dat is op zijn minst problematisch.
Hoge drempel
Voortaan wordt iedereen aangemoedigd om zich digitaal bij de VDAB in te schrijven. Contact leggen via e-mail, website, applicaties en de servicelijn blijft een hoge drempel voor kwetsbare werkzoekenden.
‘Mensen hebben thuis geen internet.’
Vaak hebben mensen enkel een e-mailadres voor toepassingen zoals ‘Mijn Loopbaan’. Verder doen ze er weinig mee. Omdat ze thuis geen internet of computer hebben of gewoon omdat ze de mailbox niet kunnen gebruiken.
Bovendien zijn andere kanalen waarin VDAB fors investeert, zoals de servicelijn, nu al weinig gekend of vertrouwd bij kwetsbare werkzoekenden. Die servicelijn of mailcontacten lopen momenteel allesbehalve vlot. De contacten zijn niet op maat van kwetsbare werkzoekenden. Worden de verhoopte effecten van deze kanalen wel juist ingeschat?
Werkwinkels
Wie zich niet digitaal kan inschrijven, mag nog altijd hulp vragen in de Werkwinkels. VDAB belooft een uitgebreid netwerk aan locaties waar je zomaar kan binnenwandelen. Er zou tijd en ruimte zijn voor intensieve gesprekken met een persoonlijke bemiddelaar.
‘Werkwinkels zijn vandaag vooral toegankelijk op afspraak.’
De huidige Werkwinkels zijn vandaag op veel plaatsen beperkt tot zitdagen of contactpunten, die vooral toegankelijk zijn op afspraak. Er is weinig informatie te vinden over de contactpunten en hun openingsuren.
Kluwen van Mijn Loopbaan
Een ander paradepaardje is het vernieuwde digitale dossier ‘Mijn Loopbaan’ van elke werkzoekende. Voor de meest kwetsbare werkzoekenden is het dossier allerminst gebruiksvriendelijk. Daarvoor is vaak begeleiding op maat nodig. Nu al zien we dat sommige werkzoekenden nooit in staat zullen zijn om het zelfstandig te gebruiken.
De opleiding die VDAB voorziet om ‘Mijn Loopbaan’ in de vingers te krijgen, is vandaag al geen makkelijk verhaal voor werkzoekenden. De locatie waar de opleiding doorgaat, is vaak slecht bereikbaar met het openbaar vervoer. Bijkomende kosten die gepaard gaan aan het volgen van deze extra opleiding, zoals kinderopvang of vervoer, zorgen voor een extra drempel voor kwetsbare werkzoekenden.
Surfgedrag in kaart brengen
Deze hervorming past in de strategie van de VDAB om via digitale data een indicatie te krijgen van het zoekgedrag van werkzoekenden. Het surfgedrag in kaart brengen is absoluut niet voldoende om vacatures op maat te bezorgen. Een beoordeling van de werkzoekende laat zich niet vangen in kwantitatieve algoritmes, maar vraagt een kwalitatieve analyse: een gesprek en een luisterend oor.
Met deze digitale versnelling pakt de VDAB ook grondig de face-to-face dienstverlening aan. Daarvoor organiseert ze zich voortaan in zeven sectoren. Voor werkzoekenden die wat verder van de arbeidsmarkt af staan, wordt de expertise gebundeld in een sector ‘intensieve dienstverlening’. De focus ligt op het wegwerken van drempels en de klant stap voor stap versterken.
‘Een kwalitatieve analyse vraagt om een luisterend oor.’
Dat er oog is voor de groep die nood heeft aan intensieve dienstverlening is uiteraard toe te juichen, maar de concrete invulling is vandaag een groot vraagteken. Er zijn vooralsnog geen aanwijzingen dat er extra geïnvesteerd zou worden in deze sector, bovenop de bestaande dienstverlening. Als iemand werk zoekt als poetshulp, klusjesman of magazijnier, is het raden in welke sector hij terecht komt. Of nog: hoe zal de overgang van de ene sector naar de andere verlopen?
Het gevaar ontstaat dat mensen van het kastje naar de muur gestuurd worden en nergens nog hun hele verhaal kwijt kunnen.
Gemiste kans
Samenlevingsopbouw en het Netwerk tegen Armoede verzetten zich niet tegen het principe van digitalisering op zich. Digitalisering kan wel degelijk helpen om drempels weg te werken voor kwetsbare groepen. Maar dan moet er veel meer begeleiding op maat zijn. In de nieuwe VDAB-strategie is dat allesbehalve gegarandeerd.
Naast enkele positieve zitten er vooral veel problematische ingrepen in de vernieuwde dienstverlening. Bovenal zitten Samenlevingsopbouw en het Netwerk tegen Armoede met veel vragen, maar weinig antwoorden.
‘We zitten met veel vragen.’
Het lijkt alsof de VDAB het zelf nog niet goed weet en dat is op zijn minst problematisch bij wat men bestempelt als de grootste hervorming in jaren.
Een hervorming van de diensten die werkzoekenden begeleiden naar werk, had de stem van mensen in die kwetsbare posities goed kunnen gebruiken. Dat is een gemiste kans. Wij werken dag in dag uit met mensen in een kwetsbare positie.
VDAB was beter proactief aan de slag gegaan met onze expertise bij het uittekenen van de hervorming. Bijsturen zal veel energie vragen van alle betrokkenen.
Toch willen we vanuit de noden en behoeften van de meest kwetsbaren mee nadenken hoe de nieuwe dienstverlening best wordt herschikt. Zo is de vernieuwde zoektocht naar werk ook voor hen een verbetering.
Reacties [3]
Ik sluit me helemaal aan bij Inge. Ter aanvulling signaleer ik dat snelle digitalisering ook een probleem is in het onderwijs. Ik heb een recente ervaring daarvan tijdens ouderoverleg in een school. Leraren en CLB-medewerkers waren overtuigd dat het smartschool-systeem de beste en vlotste manier is voor opvolging van de leerlingen door zowel ouders als leraren en voor communicatie tussen ouders en leraren. Meerdere ouders gaven echter aan dat zij nooit gebruik maken van het smartschool-systeem omdat ze ofwel geen computer hebben of er onwennig tegenover staan.
Als er een artikel wordt gepubliceerd over de ‘digitale’ kloof heeft men het steeds over mensen die ‘geen toegang’ hebben tot internet, mensen die zich geen computer of smartphone ‘kunnen’ aanschaffen of die niet ‘vlot kunnen werken’ met de nieuwe tools. Alsof het vanzelfsprekend is dat de hele bevolking ‘happig’ is om in de digitale ontwikkelingen in te stappen. Men vergeet hierbij m.i. een ‘categorie’ mensen: deze die wel ‘toegang hebben tot’ maar Niet digitaal wensen te communiceren met bedrijven en overheden. Mensen die het internet recreatief gebruiken maar hun bankzaken, aankopen en communicatie in het algemeen – nog steeds – op een persoonlijke manier wensen af te handelen. M.a.w. in een kantoor, (lokaal) bestuur, loket of winkel. Mensen die nog steeds geloven dat persoonlijk contact productief is. Op zovele vlakken. Mensen die zich niet verplicht wensen te voelen om naast de beroepsbezigheden aan een scherm of een apparaat ‘vast te zitten’. Het moet een optie…
Ik deel jullie visie op digitalisering omwille van digitalisering en de gevolgen die dat heeft voor bepaalde groepen. Alhoewel men bij de VDAB graag hulpverlenersjargon gebruikt, is het de facto natuurlijk geen hulpverleningsorganisatie. Structureel werken en samenwerken met andere dan werkgevers is geen deel van hun visie. Signalering van bepaalde tendensen uit de ervaringen van werkzoekenden ontbreekt helemaal, ook bij hun partners.
Na zelf eens een infosessie gevolgd te hebben en uit gesprekken lijkt de niewe aanpak toch eerder gericht op het gemak van controle en mogelijke sanctionering. Op het strengere sanctioneringsbeleid wordt tijdens infosessies ook duidelijk gewezen.
De kraan wordt verder opengedraaid, meer dweilen voor de hulpverlening.
En puur vanuit digitalisering bekeken: als je her en der opleiding moet voorzien om je onlinetool te gebruiken, is dat dan al geen designfout?
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies