Paradigmashift
In onze ijver om hulpverlening kwalitatief en humaan te organiseren, is het afbouwen van dwangmaatregelen essentieel. Hiervoor is een paradigmashift onontbeerlijk.
De organisatie van zorg moet een verschuiving maken van een medisch-technisch model naar een klinisch-ethisch model. Daarin staat de kwaliteit van de therapeutische relatie centraal.
‘Een paradigmashift is onontbeerlijk.’
Een aantal therapeutische projecten geven al gehoor aan de steeds luidere roep om een meer menselijke hulpverlening. Toch zijn er enkele zorgwekkende tendensen die we willen aankaarten. Ze bemoeilijken een positieve evolutie en zetten de kracht van de therapeutische relatie op losse schroeven.
Dwang
De toepassing van dwangmaatregelen betekent een forse inbreuk op de therapeutische relatie. Dwang kan zelfs traumatiserend zijn.
Het Kollectief Zonder Dwang ijvert voor een wettelijk verbod op isolatie en fixatie voor kinderen onder zestien jaar. Onder andere Noorwegen leert ons dat een verbod mogelijk is en een belangrijke incentive tot verandering is.Verhaeghe, T. en Bazan, A. (2017), ‘Dwang mag nooit een noodzaak zijn. Kinder- en jeugdpsychiatrie onder de loep’, Sociaal.Net, 28 november 2017.
Accreditatie
Steeds meer zorginstellingen kiezen, vaak tegen de wil van de hulpverleners, om zich te laten accrediteren. Hierbij komt een bedrijf over de vloer die tegen betaling de zorgkwaliteit inspecteert. Meetbaarheid, controle en maximale veiligheid staan daarbij centraal.
De verhoogde inzet op veiligheid en risicominimalisatie maakt het net moeilijker om in de therapeutische relatie te investeren. Paradoxaal leidt die inzet dikwijls tot meer dwangmaatregelen zoals collocaties, opsluitingen of afzonderingen. Bovendien brengt het een significante toename van administratieve taken met zich mee, ten koste van zorg.
Accreditatie creëert spanningen op de werkvloer. Zorgen voor een ander vereist creativiteit, verantwoord risico’s nemen, zorg op maat en regelluwte. Allemaal zaken die haaks staan op de filosofie die accreditatiefirma’s hanteren.
Het is onverstandig de roep van hulpverleners dat ze hierdoor in een zogenaamde morele nood geraken te negeren. Morele nood ontstaat als iemand, gedwongen door institutionele regels, moet handelen tegen zijn eigen waarden.
Specialisatie
De idee dat meer specialistische zorg leidt tot betere hulp, vindt zijn weg vanuit de medische sector naar de psychische hulpverlening. Steeds vaker voorziet men zorg voor een bepaalde, welomschreven doelgroep.
‘Meer specialisatie veroorzaakt uitsluiting.’
In de praktijk betekent dit dat mensen met meervoudige of complexe problemen geweerd worden uit de welomschreven zorgpaden. Denk bijvoorbeeld aan agressie en psychose, mentale beperking of middelenmisbruik.
We moeten ons dus afvragen of de klinische realiteit zich leent tot het specialistische hokjesdenken. Meer specialisatie veroorzaakt een toenemende uitsluiting van mensen die zorg nodig hebben.
Zorgcontinuïteit
Deze specialisering heeft daarnaast gevolgen voor de zorgcontinuïteit. Specialistische zorg zet namelijk in op kortdurende therapeutische interventies. Patiënten worden in ijltempo doorgespeeld en krijgen amper de kans om een degelijke therapeutische relatie met iemand uit te bouwen.
‘Patiënten worden in ijltempo doorgespeeld.’
De tijd krijgen om mensen over te dragen, mensen de tijd geven om bij de andere hulpverlener aan te haken alvorens de vorige los te laten, is essentieel om van zorgcontinuïteit te kunnen spreken. Bij de vele hervormingen rond getrapte zorg ontbreekt de investering in zorgcontinuïteit.
Artikel 107
In het kader van de vermaatschappelijking van de zorg wordt ingezet op de afbouw van psychiatrische bedden. Afbouw van bedden kan indien we voldoende andere initiatieven oprichten en daar ten volle in investeren.
Het is riskant dat de vrijgekomen middelen niet altijd worden ingezet voor gedegen ambulante projecten. Deze zijn nochtans cruciaal om deze afbouw maatschappelijk mogelijk te maken. Het gaat om mensen die net nood hebben aan onder meer laagdrempelige dagcentra en recovery houses.
‘Een toegankelijk zorgaanbod is essentieel.’
Een toegankelijk en goed uitgebouwd zorgaanbod is essentieel om mensen blijvend een therapeutische relatie aan te kunnen bieden. Er zijn investeringen nodig om de vermaatschappelijking van zorg kwalitatief te versterken.
Kosteloos
Het Kollectief reikt de hand naar hulpverleners, patiënten en beleid om in gesprek te gaan over hoe we deze uitdagingen het hoofd kunnen bieden. We zijn er van overtuigd dat deze kwalijke evoluties de uitbouw van een degelijke zorg voor kwetsbare mensen afremmen.
Inzetten op een paradigmashift is kosteloos en moet ondersteund worden zodat we in de verdere dialoog kunnen inschatten welke investeringen nodig zijn.
Reacties [1]
Men zegge het voort!!!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies