Boek

Let op je woorden

Politiek, taal en strijd

Ludo Serrien

Jan Blommaert is professor taal, cultuur en globalisering en directeur van het studiecentrum Babylon aan de universiteit van Tilburg. Bij ons is hij ook gekend als notoire uiterst linkse rakker. Beide kenmerken komen samen in dit boekje.

Veelzeggende woorden

Het boek vertrekt van de stelling dat woorden die we gebruiken nooit neutraal zijn. Wie woorden gebruikt, doet dit altijd vanuit een bepaalde positie. Daarom kijkt Blommaert naar de persoon achter de woorden. Wiens woord is dit en voor welke concrete realiteit wordt dat woord gebruikt? Elke uitspraak verraadt een bepaalde positie.

‘Elke uitspraak verraadt een bepaalde positie.’

Met dit uitgangspunt trekt hij ook van leer tegen de notie ‘de publieke opinie’. Die komt vaak neer op een niet-publieke opinie die publiek is gemaakt om te doen uitschijnen dat de bevolking het eens is over bijvoorbeeld ‘onze’ cultuur of ‘onze’ economie.

Herformuleren

Dat we altijd met en vanuit een bepaalde kleur spreken, lijkt op een open deur intrappen. Blommaert legt echter scherp de vinger op de wonde in het taalgebruik. Hoe vaak gaan we kritiekloos mee in bepaalde vormen van denken die uitgaan van een bepaalde ‘perceptie’ of ‘framing’?

Met perceptie en framing is niks mis, zegt Blommaert. Maar het komt er wel op aan om de visie die eronder schuilt, bloot te leggen. En dus bepaalde formuleringen te her-formuleren, te her-framen. Dat houdt het tegensprekelijk debat open. Iets wat vandaag al te vaak door het consensusdenken wordt dichtgeklapt.

Stroom vluchtelingen overspoelt ons

Genoeg theorie. Na 50 bladzijden in dit 164 pagina’s tellend boekje, geeft Blommaert ons enkele oefeningen mee. Die helpen om een dominant discours dat zich bedient van bepaalde woorden te her-formuleren. Je hoeft het daarbij niet eens te zijn met de herformuleringen van Blommaert die zijn neo-marxistische overtuiging maar moeilijk kan verbergen. Het is het doorprikken en herformuleren dat telt.

‘Het is het doorprikken dat telt.’

Enkele voorbeelden. Er zijn ‘werkgevers’ en ‘werknemers’. Schijnbaar is dat een relatie waarin de ene partij iets geeft en de andere iets ontvangt. Je kan dit ook omkeren en de ondernemingen definiëren als de eigenlijke klant op de arbeidsmarkt. Daar zit een heel verschillende visie achter.

Zo ook met negatief gekleurde begrippen als ‘loonlast’ of ‘loonhandicap’. Of bij de term ‘vluchtelingencrisis’. Want wiens crisis is dit eigenlijk? Worden we in ons bestaan bedreigd door de ‘stroom’ vluchtelingen die ons ‘overspoelt’? Of is de echte crisis dat duizenden mensen jarenlang in een precaire situatie zullen leven?

Of het discours over ‘actieve’ en ‘niet-actieve’ bevolkingsgroepen. Door een zeer enge definitie van ‘economisch actief zijn’ worden enorme bevolkingsgroepen simpelweg onzichtbaar gemaakt als economische actoren. Vandaag worden ook vele zaken, bijvoorbeeld gezondheidsrisico’s, gedefinieerd in termen van ‘economische kost’. Dat wijst op een onderliggend moreel discours dat bijvoorbeeld armoede en ouderdom herleidt tot individuele factoren. Zeg maar: het individueel schuldmodel.

Welzijnsjargon

Is dit boekje ook bruikbaar voor de lezers van Sociaal.Net? Het prikkelt zeker om in het weelderig gebruik van het welzijnsjargon het onderliggend discours bloot te leggen. Neem nu de zo vaak geciteerde term ‘vermaatschappelijking’. Wie bedoelt daar wàt mee? Midden in de twintigste eeuw was deze term vooral een oproep aan het adres van de overheid om meer zorgverantwoordelijkheid op zich te nemen. Vandaag wijst het eerder op een verschuiven van verantwoordelijkheid van de overheid naar de burger.Steyaert, J., (2014), ‘De meervoudigheid van vermaatschappelijking‘, De Gids, juni, 11-16.

‘Is dit boekje bruikbaar voor de lezers van Sociaal.Net?’

Zelfs juridische termen als ‘beroepsgeheim’ verbergen een onderliggend discours. Waarom zegt men vandaag zo vaak dat sociaal werkers ‘zich verschuilen achter hun beroepsgeheim’? Wat bedoelt men daar dan mee? En vergeet men dan niet dat het beroepsgeheim noodzakelijk is voor het vertrouwen van de burger in bepaalde beroepsuitoefenaars?

Waarom ruilden we ‘gehandicapten’ voor ‘personen met een beperking’? Wat is eigenlijk empowerment of ‘krachtgericht werken’? Vaak gaat het om woorden die zogenaamd een nieuw consensusdenken invoeren en het onderliggend discours en tegen-discours verhullen.

Dit boekje nodigt je uit om ook op Sociaal.Net het debat te blijven voeren, met oefeningen ‘her-formuleren’.

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.