Opinie

Eerste 1000 dagen: ‘Opvoeding is opdracht voor hele samenleving’

Karlien Craps

Gezinsbeleid zet de focus op de eerste duizend dagen van een kind. Die keuze legt veel gewicht op de schouders van ouders. Toch is opvoeden een opdracht voor de hele samenleving. Karlien Craps (Home-Start Vlaanderen) vindt dat die collectieve dimensie vaak onderbelicht blijft.

Eerste 1000 dagen

© Unsplash / Jukan Tateisi

Anna

Anna is 19 en beviel eind vorig jaar van haar dochter. Thuis liep het niet vlot: het contact met haar ouders liep spaak, ze stopte met de middelbare school, ze zocht werk en ging zelfstandig wonen.

Tijdens haar zwangerschap kreeg Anna te horen dat ze niet in de studio kon blijven en ze kwam in een crisiswoning terecht. Haar vriend verblijft met tijdelijke verblijfsdocumenten in het land. Ze werd tijdens de zwangerschap regelmatig ziek wat leidde tot ontslag. Voor de jonge mama is het veel om te dragen. Ondertussen moet ze haar draai vinden in haar nieuwe rol als mama.

‘Sinds de zwangerschap kon Anna zich nooit meer ontspannen.’

Anna geeft aan dat haar dochtertje haar blij maakt, maar dat ze zich sinds de zwangerschap nooit meer echt kon ontspannen. Het OCMW en Kind en Gezin volgen het jonge gezin van dichtbij op. Wekelijks komt ook Liese op bezoek. Zij is vrijwillig medewerker van Home-Start, een vrijwilligersorganisatie die met gezinsondersteuning aan huis kwetsbare gezinnen ondersteunt.

Anna vertelt Liese hoe ze haar kraamperiode tot nu beleefde. Liese luistert en vertelt over haar eigen kraamtijd. Ze gaat samen met Anna op zoek naar kinderopvang en brengt Anna in contact met het Huis van het Kind en de ruilwinkel. Vier maanden na de geboorte van haar dochter start Anna met rijlessen. Ze denkt er ook aan om haar opleiding te voltooien via de centrale examencommissie. Liese bekijkt samen met Anna de mogelijkheden.

Schroom rond preventie

Home-Startvrijwilligers zoals Liese bieden sociale en opvoedkundige steun aan gezinnen met jonge kinderen. Via wekelijkse huisbezoeken werken ze aan de eigenwaarde, de vaardigheden en het zelfvertrouwen van ouders en kinderen.

Een belangrijk element is verbinding zoeken tussen het gezin en de samenleving. Door de zelfredzaamheid en het netwerk van ouders te vergroten, leren ze veelvoorkomende vragen en problemen die bij opvoeden en opgroeien horen, in perspectief te plaatsen en stapsgewijs zelf op te lossen.

‘We reageren meestal pas na een escalatie.’

Door steun te introduceren en faciliteren in het gezin, komt de druk minder exclusief op de ouders te liggen. Denk bijvoorbeeld aan buren die kunnen inspringen of kinderen die wekelijks een halve dag naar de jeugdbeweging gaan.

Zo wordt vermeden dat alledaagse problemen onoverkomelijke obstakels worden die crisiszorg of andere ingrijpende hulpverlening vragen. Een sterke preventieve en omgevingsgerichte aanpak dus, en dat al tijdens de eerste 1000 dagen.

Preventieve ondersteuning ligt helaas niet voor de hand. We reageren meestal pas na een escalatie of wanneer er al een complex kluwen van problemen is. Home-Start wordt vaak ingeschakeld nadat gezinnen al een aantal keer aan de alarmbel trokken, of nadat hulptrajecten afgerond of stopgezet werden.

Een brede ondersteuning

De opvoeding van en de zorg voor de kinderen is voor Home-Start de toegang tot het gezin, maar de aanpak is breed, integraal en vooral stressreducerend.

Ook ouders die onder druk staan, hebben dromen voor de toekomst van hun kinderen. Maar het ontbreekt hen aan ruimte, middelen en ondersteuning om verdere stappen te zetten of concrete initiatieven te nemen. Creatieve oplossingen zoeken voor het huishouden en de opvoeding van kinderen, is dan erg moeilijk. Ouders voelen zich vaak machteloos.

Doordat vrijwilligers wekelijks aanwezig zijn in het gezin en samen activiteiten ondernemen, ontstaat er een vertrouwensrelatie. De vrijwilligers gaan best ver. Denk aan koppels begeleiden bij de zwangerschapsconsultatie, alleenstaande mama’s bijstaan tijdens de bevalling, kinderen laten kennismaken met een jeugdbeweging of sportclub, helpen met de administratie of zoektocht naar werk of ouders begeleiden in hun zoektocht naar betaalbare kinderopvang in de buurt.

Morsige karakter

Vrijwilligers zijn echter geen hulpverleners. Complexe gezinssituaties vragen expertise en samenwerking tussen formele en informele hulp. Tegelijk moeten we ons behoeden voor een ‘overprofessionaliseren’ van informele ondersteuning zoals die van Home-Startvrijwilligers. Want het is net dat informele, wat morsige karakter dat heel wat ouders over de streep trekt om de vrijwilliger binnen te laten in hun leven.

‘We moeten ons behoeden voor ‘overprofessionaliseren’.’

Bijspringen bij het opvoeden, meedraaien in het gezinsleven, ouders en kinderen hun weg laten vinden in de samenleving staan centraal bij vrijwillige gezinsondersteuning. Dat betekent dat gezinsondersteuners zich moeten verdiepen in wat betrokken opvoeden eigenlijk inhoudt, voor henzelf en voor de gezinnen waar ze langs gaan.

Een groot deel van de opvoeding en het gezinsleven onttrekt zich echter aan de blik en de invloed van gezinsondersteuners. Startende, wat idealistische vrijwilligers proberen soms nog de persoonlijkheid van ouder of kind te veranderen of de ouder-kindinteracties te modelleren naar de heersende ideeën over goed ouderschap.

Meer ervaren gezinsondersteuners begrijpen dat ondersteunen in de eerste plaats ‘meelopen’ is: nabij zijn. En tijdens het meelopen ontzag tonen voor de achtergrond, geschiedenis en context van mensen. Ze bieden tegenwicht tegen wat er is misgelopen of nog fout kan gaan. Het is per definitie een langdurig proces.

Door gezinnen te informeren, bevestigen en aanhoudend te steunen en motiveren, worden ouders weer in hun kracht gezet. Er wordt een veilige en stimulerende omgeving gecreëerd voor ouder en kind.

Ouders aan het roer

Home-Startvrijwilligers engageren zich om minstens een jaar lang wekelijks enkele uren bij het gezin langs te gaan en handelen vanuit hun ‘gewone’ menselijke kwaliteiten: positieve betrokkenheid, presentie, luisterend, respect en waardering. Het engagement is niet vrijblijvend: inzetten op vertrouwen en informeel contact is cruciaal en dat vraagt een volgehouden inzet en tijd.

De regie blijft echter bij het gezin: zij bepalen het tempo. De vragen van ouders komen op de eerste plaats. Als de ouders erom vragen, vangt de gezinsondersteuner mee de kinderen op. Als de ouders erom vragen, wordt er gekeken naar briefwisseling met de school.

Gezinsondersteuners ondernemen zelden of nooit uit eigen beweging pogingen om de opvoedingsstijl systematisch en planmatig te veranderen. Toch kan Home-Start, net als andere initiatieven van mobiele gezinsondersteuning, positieve effecten voorleggen. Heel wat gezinnen gaan op persoonlijk, schools en maatschappelijk vlak op lange termijn op vooruit.

Het weven van een netwerk

Verbinding voelen met anderen en met de samenleving is cruciaal. Dat geldt voor iedereen en zeker voor gezinnen met jonge kinderen in een kwetsbare situatie. Ze leven vaak geïsoleerd en kunnen onvoldoende terugvallen op een netwerk dat praktische en emotionele steun biedt.

‘Verbinding voelen met de samenleving is cruciaal.’

Een sterk netwerk functioneert als beschermende factor voor gezinnen, maakt ouders zelfzekerder en gezinnen weerbaarder. Ouders kunnen steunen op mensen in de buurt als ze het moeilijk hebben, maar zelf ook betekenisvol zijn voor anderen.

Gaandeweg verbreedt de omgeving rond een kind en daarmee ook het beeld op de wereld: door interactie met anderen, door nieuwe competenties te zien en te leren, door in dialoog te gaan of andere manieren van onderhandelen te ontdekken, door te ervaren welke impact bepaald gedrag op de omgeving kan hebben.

It takes a village to raise a child

Steun aan gezinnen moet dus niet noodzakelijk of alleen bij beroepskrachten worden gezocht: vrijwilligers, familie en burgers vervullen hier een belangrijke rol. En deze steun hoeft zich niet alleen in het nabije netwerk van een gezin te manifesteren. Het stopt ook niet na de eerste duizend dagen. Ook in de verdere levensloop of bij latere transitiemomenten is kunnen terugvallen op een steunende omgeving essentieel.

Die veilige en stimulerende omgeving voor kinderen en ouders wordt mee gevormd door een hele reeks aan factoren. Denk aan een kindvriendelijk ingerichte gemeente, gezonde huisvesting, voldoende kinderopvang, toegankelijk onderwijs en gezinsvriendelijke werkgevers.

Ook essentieel: toegankelijke maatschappelijke voorzieningen, juridische bescherming voor wie er de meeste nood aan heeft, overheden die investeren in preventie en zorg en naar structurele oorzaken van ongelijkheid kijken, de waardering voor zorgberoepen, voorzieningen die de kindreflex maken en een middenveld dat een gezinsondersteunend aanbod uitwerkt.

Al deze zaken hebben een impact op het gezin en schrijven mee het verhaal van het kind. Ze vormen de ‘village’ rond het kind. De veilige context, de ruimte en steun voor ouders om te zorgen en hun identiteit als ouder te ontwikkelen. En de ruimte en steun voor kinderen om te leren en te groeien.

Een opdracht voor de hele samenleving

Vandaag blijft deze collectieve dimensie nog vaak onderbelicht.

Hoe zorgen wij als samenleving voor onze kinderen? Hoe benaderen wij ouders in een kwetsbare situatie? Zien we hun kwetsbaarheid en spreken we hen aan in hun waardigheid? Tijdens, maar evenzeer na de eerste duizend dagen? Hoe zorgen wij er als samenleving voor dat alle ouders hun kinderen kunnen laten opgroeien in waardige omstandigheden en op een plek die kansen biedt?

‘Iedereen moet een sterkere gezinsreflex maken.’

Die verantwoordelijkheid kan je niet alleen bij de ouders leggen, het is een opdracht voor de hele samenleving. Die samenleving heeft er trouwens ook baat bij dat elk kind zijn potentieel kan ontwikkelen en benutten.

Iedereen moet dus een sterkere gezinsreflex maken. Pasgeborenen verdienen vanaf dag één de boodschap: “Jij bent welkom en naast je ouders zijn er nog een heleboel liefdevolle volwassenen die jou de moeite waard vinden.” Ook de jonge ouders worden in hun waarde aangesproken en aangemoedigd in hun ouderschap: “Dit draag je niet alleen, de eerste duizend dagen niet en ook niet de vele duizenden dagen nadien.”

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.

Strijdschrift

De eerste 1000 dagen

Philippe Noens & Stefan Ramaekers (Red.)

Interactie Academie | 2024Meer info