Geen taboes
Rofaida komt wat verlegen over, maar zodra ze begint te spreken, durft ze zeggen waar het op staat. Ook, of al helemaal, als het gaat om een gevoelig onderwerp als mentaal welzijn. Voor haar geen taboes.
‘Ik mis altijd de tekens dat het niet goed met me gaat.’
En dat terwijl ze de afgelopen jaren een woelig parcours doorliep. Ze stopte met haar opleiding verzorging, ging in therapie, studeerde een jaar grafische vormgeving, en is nu bezig met een opleiding jeugd- en gehandicaptenzorg in het volwassenonderwijs. “Uiteindelijk hoop ik mental health coach te worden.”
Waarom vind je het zo belangrijk om over mentale gezondheid te praten?
“Ik heb gemerkt hoe belangrijk mental health is. Na een moeilijke periode moest ik stoppen met school. Ik voelde me er altijd slecht en bleef vooral gaan omdat ik school belangrijk vind.”
“Ondertussen weet ik dat ik dingen te lang voor mezelf houd. Er zijn eigenlijk al snel tekens dat het niet goed met me gaat, maar ik mis ze altijd. Dat stapelt op en uiteindelijk: boem. Dan ontplof ik. Op school gebeurde dat ook.”
Wat gebeurde er dan precies?
“Soms moest ik in de les plots huilen. Mijn ademhaling ging sneller, ik kreeg het benauwd… Eén keer heb ik een grote breakdown gehad. Ik moest huilen en begon, vanuit onmacht, op tafel te slaan. Ik weet niet meer waarom ik dat deed, ik heb er echt spijt van.”
‘Ik moest mezelf moed inpraten om te blijven doorgaan.’
“Ze hebben me dan uit de klas gehaald en in een apart lokaal gezet. Ik dacht: ze zullen nog wel met me komen praten. Maar ze hebben me daar gewoon laten zitten. Dat vind ik echt triest als ik er nu aan terugdenk. Dat was een duidelijk signaal dat het niet goed met me ging, daar hadden ze op kunnen inspelen.”
Uiteindelijk ben je met school gestopt.
“Het ging al een hele tijd niet goed. Ik durfde niet meer op stage want ook daar voelde ik me slecht. Hoe hard ik ook mijn best deed, mijn evaluaties waren nooit goed. Ik moest mezelf echt moed inpraten om te blijven doorgaan.”
“De studiebegeleiders hebben toen een gesprek met mijn moeder gevraagd. Ik vond dat heel vreemd. Waarom moesten ze ineens mijn mama spreken? Ze zeiden dat ze zagen dat het niet goed met me ging. Ik was wel blij dat ze het opmerkten, maar het kwam helaas te laat. Van het een kwam het ander. Ik stopte met school en ging naar de psycholoog. Mijn terugkeer naar school werd steeds uitgesteld.”
Vond je het moeilijk om over je gevoelens te praten?
“Nee. Ik zeg niet dat het altijd makkelijk is, maar ik wil niet zo iemand zijn die mental health als taboe ziet. Ik doorbreek graag taboes. Ik wil dat mensen weten dat ze rond dat onderwerp bij mij terecht kunnen. Dat ik iemand ben die daarin gelooft.”
Heeft de therapie je geholpen?
“Het heeft dingen duidelijker gemaakt. Er hing een heel grote boze wolk boven me en ik wist niet wat er aan de hand was. Ik had jarenlang dingen opgekropt. Al mijn problemen hingen meer samen dan ik dacht.”
‘Al mijn problemen hingen meer samen dan ik dacht.’
“Ondertussen ga ik niet meer naar de psycholoog. Na een tijdje had ze geen oplossing meer voor me. Ze stelde voor dat ik naar de psychiater kon gaan om te bekijken of er niet ook iets in mijn hersenen aan de hand was. Maar dat zag ik niet zitten.”
“Ik was bang dat de psychiater medicatie zou voorschrijven. Ik was bang voor bijwerkingen, daar komt wel wat bij kijken. En ik had het gevoel dat ik nog niet alles had geprobeerd. Ik wilde echt aan de slag gaan met mezelf en mijn persoonlijke groei.”
Voelde je je op school begrepen?
“Ergens wel, maar er zijn ook dingen gezegd die bij mij in het verkeerde keelgat zijn geschoten. Zo was er een leerkracht die zei dat ze me moeilijk anders kon behandelen dan de rest. Dat was ook niet per se nodig. Ik wilde gewoon alles opschrijven waar ik het lastig mee had in de klas en dat vond ze al te ver gaan.”
‘Ik wil niet anders behandeld worden maar je moet wel rekening met me houden.’
“Dus nee, ik wilde niet anders behandeld worden. Maar je moet wel rekening met me houden als individu. Een klasgenoot die een fysieke beperking heeft, daar houd je ook rekening mee. Waarom dan niet met mij?”
“Er was wel een leerlingenbegeleidster, ik mis haar echt, die enorm haar best deed om te helpen. Ook was er een leerkracht die eenmalig een klasgesprek organiseerde waarin we over onze, of vooral mijn, gevoelens moesten praten. Dat bedoelde ze goed, maar ik voelde me niet op mijn gemak om zo open over mijn emoties te spreken. De hele klas staarde me aan, wachtend op wat ik zou delen. Een klasgenoot sprak me zelfs moed in, dat was wel lief.”
Wat vonden je vrienden en familie ervan?
“Ik had op school niet zo veel vrienden. Er waren momenten dat ik op de speelplaats gewoon alleen zat. Achteraf denk ik dat mijn klasgenoten gewoon niet zo goed bij me pasten en dat ik het ook wel prima vind om alleen te zijn. Daar is eigenlijk niks mis mee. Nog zo’n taboe.”
‘Er zijn ook families waar ze zeggen: “De psycholoog is veel te duur, steek die 50 euro liever in je zak.”’
“Mijn familie vond het in het begin moeilijk. Ze maakten zich echt zorgen en ik merkte dat ze het achter mijn rug over me hadden. Maar uiteindelijk kan ik het er zelfs met mijn oma over hebben. Ik merkte wel dat dat iets nieuws voor haar was, ze is van een andere generatie, maar ze wil vooral graag weten hoe het met me gaat.”
“Ook mijn mama zegt dat ze door mij meer over mentaal welzijn praat. En ze heeft me altijd gesteund om naar de psycholoog te gaan. Dat doet me wel wat, want ik weet dat er ook families zijn waar ze zeggen: ‘De psycholoog is veel te duur, steek die 50 euro liever in je zak.’”
Ondertussen volg je coaching bij Young FENIX, hoe is dat?
“Het voelt bij Young FENIX als een tweede thuis, ik word omringd door leuke mensen. Maar ik kom er natuurlijk om het over moeilijke dingen te hebben, dus het is tegelijkertijd leuk en confronterend om er te zijn.”
“Ik heb wekelijks gesprekken met mijn mental health coach. Of ja, coaches, want ik heb er twee, een man en een vrouw. Die combinatie werkt voor mij heel goed. Sommige dingen zeg ik makkelijker tegen een vrouw. Doordat ik bepaalde dingen heb meegemaakt, vind ik het soms moeilijk om open te zijn tegenover mannen. Dat vind ik wel jammer.”
“Naast die gesprekken heb ik ook al bokstherapie gedaan. Daar heb ik echt al mijn frustratie eruit kunnen gooien. Het voelde goed om iets te kunnen doen met mijn gevoelens. En ze denken praktisch met me mee: zij hebben me erop gewezen dat het volwassenonderwijs een optie was.”
Eerder dit jaar stond je tijdens de Mental Health Expo op het podium van zaal De Roma in Antwerpen. Knap dat je daar zo open je verhaal durfde vertellen.
“Ik was wel heel zenuwachtig, hoor. Maar toen ik daar eenmaal stond dacht ik: dit is mijn kans. Ik kan alles zeggen en mijn mening delen, zonder dat iemand me corrigeert of onderbreekt. Ik voelde me vrij. Kennelijk kon ik op begrip rekenen van het hele publiek, dat werd me achteraf verteld.”
“Ik denk dat veel moslima’s in de zaal zich herkenden in mijn verhaal over de hoofddoek en dat ik die op school moest afzetten. Vrouwen die een hoofddoek dragen worden vaak als slachtoffers weggezet. Je moest eens weten hoe veel commentaar we krijgen. Er wordt op vrouwen gespuugd, hoofddoeken worden afgetrokken… Waarom zou je zulke risico’s nemen als je die hoofddoek zelf niet wil dragen?”
Kun je uitleggen waarom het uitdoen van je hoofddoek op school je zo raakte?
“Het was mijn laatste beetje steun. Ik voelde me op school al zo slecht. Na een lange dag was ik echt blij dat ik die weer aan mocht. Ik snap niet zo goed waarom mensen zich daar zo druk om maken. Ik bedek mijn brein daar niet mee ofzo.”
‘Als je thuis problemen hebt en je mag op school ook niet jezelf zijn, waar kun je dat dan wel?’
“Ik denk ook: laat iemand gewoon zijn wie die wil zijn, ongeacht religie. Een link met je religie kan net voor steun zorgen, een soort thuishaven zijn. Stel dat je thuis veel problemen hebt en je mag op school ook niet jezelf zijn, waar kun je dat dan wel?”
Welk advies zou je willen geven aan andere jongeren die op mentale problemen botsen?
“Maak het bespreekbaar, vooral voor jezelf. Je mag er zijn, je gevoelens mogen er zijn, je gedachten ook. En als je het gevoel hebt dat je eraan wil werken, doe dat dan ook, geef jezelf die ruimte. Zorg dat je jezelf goed kent, dat je weet wat je triggert en ook waar je rustig van wordt. Je leeft maar één keer, dus waarom zou je niet werken aan jezelf?”
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies