Armoedebewustzijn
De Israëlische professor Michal Krumer-Nevo introduceerde met haar ‘Armoedebewust Paradigma’ een nieuw kader voor sociale professionals die werken met mensen in armoede. In 2016 nam het Israëlische ministerie van Welzijn het paradigma over als leidend model voor al haar sociale diensten.
Nu reist de sociaalwerkonderzoeker de wereld rond met een pleidooi voor een radicale omslag in onze kijk op armoede. Ook de Faculteit Sociale Wetenschappen van de Universiteit Antwerpen nodigde haar uit voor een lezing. Sociaal.Net sprak met de bevlogen professor.
‘Ik merkte dat veel interventies van sociaal werkers bij mensen in armoede geen zin hadden.’
“Ik merkte dat veel interventies van sociaal werkers bij mensen in armoede geen zin hadden”, herinnert Krumer-Nevo zich de aanleiding voor het paradigma. “Het viel me op dat sociaal werkers en mensen in armoede op een heel andere manier praten over armoede.”
Veel sociaal werkers hebben de neiging om mensen zelf de schuld te geven voor hun situatie, aldus Krumer-Nevo. “Terwijl mensen in armoede net wijzen op systeemfouten die hen in armoede houden.”
Nieuwe taal
Krumer-Nevo ging op zoek naar nieuwe taal om over armoede te praten. “Taal waar professionals zich in kunnen vinden, maar die veel dichter staat bij de kijk van mensen in armoede. Die nieuwe concepten moeten voor een radicale omslag zorgen in de sociaalwerkpraktijk. We moeten de focus verleggen van mensen in armoede naar de structuren.”
Om te beginnen is armoede een schending van de mensenrechten, zegt het paradigma. “Die schending zie je binnen grotere structuren zoals onderwijs, gezondheid en huisvesting. Maar mensen in armoede ervaren ook rechtenschendingen op interpersoonlijk niveau, tussen mensen onderling.”
Verzet tegen armoede
Een ander belangrijk element in het kader van Krumer-Nevo is de strijd die mensen voeren tegen armoede.
‘Duw of trek mensen niet in een bepaalde richting, maar sta naast hen.’
“Mensen in armoede haten armoede. Ze vechten ertegen, maar verliezen dat gevecht. Daarom denken veel professionals dat ze niet proberen, maar dat klopt niet. Als een sociaal werker mij zegt: ‘Deze familie is niet gemotiveerd om te veranderen’, kaats ik de bal terug: ‘Ben jij wel genoeg gemotiveerd om met deze familie te werken?’”
Soms verzetten mensen in armoede zich tegen armoede op manieren die professionals of het brede publiek niet graag zien, zegt de professor. “Ze kiezen er bijvoorbeeld voor om in het zwart te werken. Ook al keuren sociaal werkers de wijze van verzet af, toch is het belangrijk dat ze erkennen dat mensen hun best doen om de impact van armoede op hun leven te minimaliseren.”
Ga in relatie
Voor sociaal werkers is het ook essentieel dat ze nauwe relaties aangaan met mensen in armoede. “Zo kan er een goede reden zijn waarom iemand geen werk heeft. Dat betekent niet dat die persoon passief is. Maar mensen zullen je pas vertellen wat er echt aan de hand is als er wederzijds vertrouwen is. Daarom is een sterke relatie zo belangrijk.”
Vandaar haar pleidooi om zij aan zij te staan met mensen die leven in armoede. “Duw of trek mensen niet in een bepaalde richting, maar sta naast hen. Zeg dus niet: ‘Dit is jouw probleem en zo moeten we het oplossen’. Maar zeg: ‘Ik zie dat je van alles doet om je situatie te verbeteren, maar dat je daar helaas niet in slaagt. Hoe kan ik jou helpen om er wel in te slagen?’”
Zijn mensen in armoede dan zelf de beste experts om uit die armoede te geraken?
“Ze zijn experts, maar sociaal werkers zijn dat uiteraard ook. Ze vullen elkaar aan. Sociaal werkers zien cliënten vanop een bepaalde afstand, waardoor ze op dingen kunnen wijzen waar cliënten zich niet bewust van zijn. Maar mensen in armoede hebben ook veel kennis. Ze begrijpen heel goed wat de systeemfouten zijn, terwijl wij die niet altijd zien.”
Geef eens een voorbeeld.
“Ik sprak een vrouw met vijf kinderen. De jongste was zes maanden oud. De moeder vertelde dat armoede haar depressief maakte en dat ze ervan droomde dat haar kinderen een beter leven zouden hebben. Maar ze had geen job. Ik trapte zelf in de val en zag haar als een stereotype, passieve bijstandsmoeder. Ik vroeg of ze er al aan gedacht had om werk te zoeken. Natuurlijk had ze dat al overwogen, zei ze, maar ze wachtte nog tot haar jongste kind wat ouder was.”
‘Deze vrouw herinnerde mij eraan dat het een onomstotelijke waarheid is: mensen verzetten zich tegen armoede. Je moet alleen zien te achterhalen hoe.’
“Ik zat vast in een conservatieve kijk op mensen in armoede en geloofde haar niet. Had ze er al aan gedacht had om haar jongste naar de kinderopvang te sturen? Ja, natuurlijk, ook dat had ze gedaan. Maar een baby in de crèche is regelmatig ziek, waardoor ze als dagloner die dagen niet zou kunnen werken. De kinderopvang moet ze echter vooruitbetalen. Is je kind ziek, krijg je geen geld terug. Ben je herhaaldelijk afwezig op het werk, dan kan je ontslagen worden.”
“De vrouw had vroeger schulden en wilde dat nooit meer meemaken. Niet gaan werken was voor haar een manier om dit te voorkomen. Ik was zogezegd de expert in armoede, maar had niet stilgestaan bij de link tussen dagloners en de kinderopvang. Deze vrouw herinnerde mij aan een onomstotelijke waarheid: mensen verzetten zich tegen armoede. Je moet alleen zien te achterhalen hoe.”
Je benadrukt ook dat mensen in armoede slachtoffer zijn van micro-agressies.
“Armoede is een schending van het recht op respect. Neem nu hoe ik met die moeder sprak. Ik dacht dat ik meer begreep over haar leven dan zijzelf. Ik velde een oordeel.”
‘Mensen in armoede worden behandeld alsof ze minderwaardig zijn.’
“Mensen in armoede maken dit dagelijks mee: ze worden behandeld alsof ze minderwaardig zijn. Ze worden niet gezien als volwaardig mens met dromen, kennis en inspiratie. Steeds weer ervaren ze micro-agressies en vernederingen. Ook van sociale professionals.”
Staan dit soort micro-agressies niet in de weg van de noodzakelijke vertrouwensband tussen professional en cliënt?
“Uiteraard staan deze in de weg. Je kan als professional niet verwachten dat het vertrouwen er vanaf dag één is. Je moet dat verdienen. Dat heeft tijd nodig. Je zal aan het vertrouwen moeten werken. Daarom moeten sociaal werkers hun rol ook serieus nemen. Ze moeten heel delicaat omgaan met mensen, naar hen luisteren en hen ernstig nemen. Vertrouwen werkt trouwens in beide richtingen. Ook jij als professional zal mensen niet meteen vertrouwen en moet daaraan werken.”
Waarom is het zo belangrijk dat professionals de dagelijkse strijd erkennen van mensen die in armoede leven?
“De strijd erkennen is de basis van je interventie. Pas als je begrijpt waarom mensen doen wat ze doen, en wat ze eigenlijk willen bereiken, kan je hen helpen.”
“Neem terug de vrouw waarover ik het eerder had. Als ik dacht dat ze niet gemotiveerd was om te werken, zou ik haar naar een workshop sturen rond motivatie. Ze zou niet gaan, want het is geen antwoord op haar probleem. Omdat ze niet meewerkt, word ik bevestigd in mijn vooroordeel. Het is een vicieuze cirkel.”
‘De strijd van mensen erkennen is de basis van je interventie.’
“Maar nu ik begrijp hoe ze redeneert, kan ik samen met haar nadenken over oplossingen. Ze wil wel werken, maar wil geen schulden en heeft geen alternatieve opvang als haar baby ziek is. Hoe vinden we daar een antwoord op? Daarnaast kan je ook iets aan de grond van het probleem doen: het beleid bewustmaken dat vooruitbetaling van kinderopvang voor sommige mensen moeilijk is.”
Eigenlijk zeg je dat we te weinig luisteren naar mensen in armoede?
“We geven mensen wel een stem, maar het is vaak een vorm van ‘tokenism’: we laten hen plichtsbewust en symbolisch aan het woord, maar echt luisteren doen we niet. We behandelen wat ze zeggen vaak als nonsens. We veronderstellen dat ze allerlei meningen hebben, maar dat ze het leven niet echt begrijpen.”
“In elke ontmoeting met mensen in armoede moet je in je achterhoofd houden dat ze deskundig zijn. Daarom heb ik het in plaats van ‘stem’ liever over de ‘kennis’ van mensen in armoede. Met kennis kan je in dialoog treden. Er zit theorie achter. Je moet er diep induiken om het te begrijpen.”
“Een Franse armoedeactiviste zei me ooit: ‘Ik werd al jaren aan het woord gelaten, maar de eerste keer dat ik voelde dat mensen echt luisterden, was toen ze met me in discussie gingen.’”
Je geeft vaak trainingen aan professionals over je armoedebewust sociaal werk. Springen sociaal werkers altijd meteen mee op de kar?
“Nee, natuurlijk niet. Maar dat maakt het interessant. Sociaal werkers zijn het gewoon om interventies op een bepaalde manier aan te pakken. Tegelijk zijn ze heel gefrustreerd, want ze slagen vaak niet in hun opzet. Hun paradigma brengt hen niet dichter bij de mensen, al zit de motivatie wel goed: ze willen als professional het verschil maken en een helpende relatie opbouwen.”
Kan zo’n training uiteindelijk professionals echt veranderen?
“In Israël hebben we meer dan duizend sociaal werkers getraind in dit armoedebewust sociaal werk. Evaluatiestudies wijzen erop dat dit de manier van denken echt veranderde. Ook in de praktijk zien we impact.”
‘Meer dan duizend sociaal werkers werden getraind in armoedebewust sociaal werk. Het veranderde echt de manier van denken.’
“Ik zal een voorbeeld geven, maar je kan er nog veel meer vinden in studies. Een cliënt was in het kantoor van de sociale dienst beginnen roepen tegen een sociaal werker. Volgens de regels moet bij een geval van verbale agressie de persoon het gebouw verlaten. Vervolgens volgt er een klacht bij de politie.”
“Het team had het voorval besproken en besloot om geen klacht neer te leggen. Ze erkenden dat ook de sociaal werker een aandeel had in de situatie: ze had iets gezegd dat ze niet had mogen zeggen. De sociaal werker heeft dit tegenover de cliënt erkend, waarop de cliënt zich ook oprecht excuseerde. Zo kon de situatie afgesloten worden.”
Wat je voorstelt vraagt tijd en ruimte die sociale professionals nu vaak niet hebben.
“Dat is juist, maar in Israël had de invoering ook impact op het organisatiemodel van de sociale diensten. Elke lokale sociale dienst heeft sociaal werkers in dienst die gespecialiseerd zijn in rechten verkennen. Vele duizenden cliënten werden intussen bereikt via specifieke armoedebewuste programma’s. De sociaal werkers in deze programma’s hebben minder caseload en beschikken over een flexibel budget om mensen te helpen. Intussen is de implementatie uitgebreid naar andere beleidsdomeinen zoals justitie, gezondheidszorg en onderwijs.
‘Sociaal werkers hebben minder caseload.’
“De nieuwe aanpak veranderde ook veel op vlak van schuldhulpverlening. Het besef groeide dat schulden niet enkel een gevolg zijn van slechte budgetplanning, maar ook van te lage inkomens.”
“Zo deed een man die schulden had, beroep op rechtshulp. Hij vertelde de advocate dat hij geen werk kon vinden, maar om in een schuldafbouwplan te kunnen stappen, moet je een job hebben. De advocate had net onze training gevolgd. In plaats van gewoon te zeggen: ‘Als je geen werk hebt, kan ik je niet helpen’ vroeg ze naar de reden waarom hij geen job vindt.”
“De man zocht werk als magazijnier. Hij geraakte bij een bedrijf door de selecties, maar op het einde vroegen ze hem of hij schulden had. Toen hij eerlijk was, wilden ze hem de job niet geven. De schulden waren volgens de werkgever een indicatie dat ze hem niet konden vertrouwen. Uiteindelijk besloot de advocaat te procederen tegen het bedrijf en won. Het zorgde voor een precedent: nu mogen werkgevers niet meer vragen of sollicitanten schulden hebben.”
We kunnen er niet om heen. Sociaal werkers moeten zij aan zij staan met mensen in armoede maar wat betekent dat in Israël waar ook de Palestijnse bevolking zeer arm is?
“In hun dagelijkse job werken sociaal werkers in Israël vaak met Palestijnen die Israëlisch staatsburgers zijn. Het gaat om 20 procent van de bevolking. Samen met de ultraorthodoxe joden vormen ze de grootste groep mensen in armoede. Veel sociaal werkers werken dus dagelijks met Israëlische Palestijnen.”
“De situatie is anders wat betreft de Palestijnen in de bezette gebieden. Als sociaal werkers hebben we een morele verplichting om stil te staan bij onrecht. Het conflict met Palestina is een sterk onrecht waarbij Israël betrokken is. Maar ook al hebben we een morele verantwoordelijkheid, als sociaal werker hebben we geen echte macht omdat Israël geen sociale diensten voorziet voor Palestijnen in de bezette gebieden.”
Sinds enkele maanden heeft Israël een extreemrechtse regering. Demonstranten vrezen dat de regering de democratie zal uithollen. Ben je bang dat je werk wordt teruggeschroefd?
“Ik maak me zorgen. Vroeger had ik nauwe banden met de overheid en werd ik regelmatig om advies gevraagd. Nu ken ik er niemand meer. Ik weet dus niet wat ik mag verwachten. De minister van Welzijn is ultraorthodox. Dit is een heel arme bevolkingsgroep dus er is een kans dat hij een sterk armoedebeleid zal voeren, maar het is koffiedik kijken.”
“De interesse voor het armoedebewust paradigma is beetje bij beetje gegroeid. Het was een proces van vele jaren. Het groeide zowel van onderuit, omdat sociaal werkers erin geloofden, als van boven, omdat mensen van het ministerie er interesse in hadden. Maar het is niet in steen gebeiteld. De wereld evolueert in zo’n gekke richting.”
Reacties [3]
Zeer merkwaardig dat men na 20 jaar armoedecreet in Vlaanderen dut blijkbaar zeer innovatief denken, kijken, benaderen van mensen in armoedesituaties vind!!
Tijd voor zelfreflectie, terreinreflectie, organisatiesreflecties en beleidsreflecties aangezien onze Minister van onderwijs dit net niet belangrijk blikt te vinden door de opleiding af te schaffen terwijl er wel degelijk alternatief mogelijk is om kruis opleiding te organiseren waar toekomstige sociaal werkers en mensen met armoedervaringen samen opleiding volgen en zo vanuit daar al kennis delen en samen later als gelijkwaardige collega’s kunnen samenwerken !
Zeer interessante visie op armoede.wij kunnen als vrijwilliger van Welzijnsschakel samenvloeiing Dendermonde heel veel leren uit deze uiteenzetting, bedankt
Ik had het voorrecht een 3 daagse opleiding te kunnen volgen bij deze ‘ grande dame’. Verfrissend en uitdagend hoe zij kaders aanbiedt voor de essentie van het echte sociaal werk. Lezen dat boek !
Zeker lezen
‘Brenda Froyen beïnvloedde me sterk. Nog steeds voel ik haar meekijken over mijn schouder’
‘Een sterk team trekt niet altijd aan hetzelfde zeel’
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies