Alarmerend warme zomers
De zomer van 2022 was er een van puffen en zweten. We moeten er trouwens aan wennen: de alarmerend warme en droge zomers zijn het nieuwe normaal. Klimatologen kijken er niet van op. “Het verband met de klimaatverandering is heel duidelijk”, liet klimaatwetenschapper Wim Thiery (VUB) optekenen in De Morgen.
“Als het over de opwarming van de aarde gaat,” hoor je wel eens zeggen, “zitten we allemaal in hetzelfde schuitje”. Alleen is het de vraag of deze boutade wel klopt. Zo bleek uit een data-analyse van De Tijd dat hittegolven zwaarder wegen in steden dan op het platteland.
‘Ook het klimaatvraagstuk is een probleem van ongelijkheid.’
Maar ook binnen de stad zijn de verschillen tussen de heetste en koelste buurten aanzienlijk. Daarbij worden de heetste buurten gekenmerkt door een lager gemiddeld inkomen, meer inwoners met buitenlandse wortels en een verouderd patrimonium.
Zoals zoveel kwesties is ook het klimaatvraagstuk een probleem van ongelijkheid dat mensen aan de onderkant van de maatschappelijke ladder veel harder treft.
Minder verantwoordelijkheid
In het essay ‘Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden’ leggen professor Wim Van Lancker en onderzoeker Adeline Otto, allebei verbonden aan de KU Leuven, uit hoe mensen in armoede en uit de lagere middenklasse minder aan het klimaatprobleem bijdragen. Wie minder inkomen heeft, heeft minder geld om te consumeren en zorgt dus automatisch voor minder CO2-uitstoot.
Een ongemakkelijke waarheid: “Als economische klasse zijn de klimaatactivisten – die vaker uit welgestelde groepen komen – veel meer verantwoordelijk voor de klimaatverandering dan de gele hesjes, die vaker uit de lagere inkomensgroepen komen.”
‘Klimaatactivisten zijn veel meer verantwoordelijk voor de klimaatverandering dan de gele hesjes.’
Bovendien genieten vooral de meer gegoede groepen van de klimaatmaatregelen die vandaag genomen worden. Ondanks alle subsidies, heeft niet iedereen de middelen of de plaats om zonnepanelen te leggen of een warmtepomp te plaatsen.
Niet ieders stem telt
Om misverstanden te vermijden: dat wil niet zeggen dat mensen aan de onderkant van de maatschappelijke ladder de natuur en het klimaat naar de verdoemenis wensen. Dat doen ze niet. Ook zij maken zich zorgen. Alleen wordt er niet naar hun klimaatbesognes geluisterd.
‘Het zijn de hogere inkomens die de politieke agenda bepalen.’
Van Lancker en Otto stellen het zo: “Onderzoek is helder. Niet ieders stem telt. Het zijn de hogere inkomens en hoogopgeleiden in de samenleving die de politieke agenda bepalen.” Eén van de sterktes van ‘Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden’ is dat het haarfijn de factor macht in het klimaatdebat blootlegt.
Twee vliegen in één klap
Toch is dit essay geen eendimensionaal ‘J’accuse’. De auteurs zoeken pragmatisch naar oplossingen. Het is een zoektocht naar klimaatmaatregelen waarbij “de winnaars en de verliezers niet steeds tot hetzelfde kamp behoren”.
Net zoals Josefine Vanhille en Leen Smets het eerder op Sociaal.Net benoemden, pleiten Van Lancker en Otto er daarom voor om klimaatbeleid en sociaal beleid hand in hand te laten gaan. Op die manier sla je twee vliegen in één klap.
Verkeerde richting
Alleen gaat met name ons sociaal beleid niet de juiste richting uit. Door de globalisering en digitalisering zijn sociale risico’s, zoals werkloosheid, steeds vaker geconcentreerd bij kortgeschoolden die in de lagere inkomensgroepen sterk oververtegenwoordigd zijn.
‘Dit boek is verplichte kost voor elke sociaal werker.’
Politici hebben hier weinig oog voor. Het activeringsbeleid van de afgelopen twee decennia schept werk voor de hoogopgeleide tweeverdieners, terwijl de kortgeschoolden de disciplinerende kant van deze beleidskeuze moeten ondergaan. ‘Waarom gele hesje niet met een bakfiets rijden’ legt deze transformatie van ons sociaal bestel glashelder uit. Alleen al daarom is dit boek verplichte kost voor elke sociaal werker.
Maatschappelijke ladder
Een vraag die je bij het lezen wel moet stellen is of het enkel de gele hesjes zijn die een structureel klimaatbeleid tegenhouden. In haar essay ‘Eigen welzijn eerst. Hoe de hogere middenklasse haar liberale waarden verloor’ laat de Nederlandse schrijfster Roxanne van Iperen zien hoe de afbraak van onze sociale bescherming ook de hogere middenklasse beïnvloedt.
‘De angst om van de maatschappelijke ladder te tuimelen doet de betergegoeden naar beneden trappen.’
De angst om van de maatschappelijke ladder te tuimelen doet de beter gegoeden naar beneden trappen. Het besef van het belang van solidariteit en publieke voorzieningen gaat overboord. Wat overblijft is een overwaardering van eigen welzijn en zelfzorg.
Deze hang naar zelfbehoud resulteert steeds vaker in extreme meningen, zoals corona- en klimaatontkenning. Het probleem ligt dus zeker niet alleen bij de lagere middenklasse of mensen in armoede.
Kloof
Misschien is de kloof tussen gele hesjes en bakfietsers eerder een valse tegenstelling. Een paar maanden geleden publiceerden Louise Hoon (Denktank Minerva) en Karel Pype (Reset.Vlaanderen) in De Standaard een opinie getiteld: ‘Viseer de blauwe pakken, niet de gele hesjes’. Daarin tonen ze aan dat het vooral het grootkapitaal is dat met haar enorme drukkingsmacht de broodnodige klimaatplannen torpedeert.
‘Mensen aanvaarden klimaatbelastingen als het duidelijk is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.’
“Politici verstoppen zich achter het argument dat gele hesjes en gewone mensen zich tegen het klimaatbeleid zullen verzetten als we te snel gaan”, schrijven Hoon en Pype. Van Lancker en Otto benoemen de destructieve functie van dit soort lobbying wel, maar gaan er slechts zijdelings op in. Wel stellen ze dat de zoektocht naar een gedeeld gemeenschappelijk belang tussen gele hesjes en bakfietsers een noodzakelijk tegengewicht kan bieden.
Niet toevallig pleiten Van Lancker en Otto ervoor om klimaatschadelijk gedrag rechtvaardig te belasten. Recent OESO-onderzoek wees erop dat mensen klimaatbelastingen aanvaarden wanneer deze een sterk progressief karakter hebben. Met andere woorden: als het duidelijk is dat de sterkste schouders de zwaarste lasten dragen.
Herverdelen
Het opgehaalde geld moet volgens Wim Van Lancker en Ademine Otto zo herverdeeld worden dat wie het meer nodig heeft ook meer krijgt. Daarbij schuiven ze het principe van progressief universalisme naar voren waarbij een brede groep burgers voor uitkeringen gerechtigd zijn, maar mensen in armoede consequent meer ontvangen. Tot zover gaat alles goed.
‘Het is een helder geschreven en slim opgebouwd boek.’
Alleen kiezen de auteurs er voor, vanwege een bezorgdheid om draagvlak, om de normen van de wederkerigheid hierbij niet al te veel te schenden. “Het verhogen van de leeflonen tot boven de armoedegrens zou betekenen dat ze boven de minimumlonen komen te liggen. Dat wordt moeilijk aanvaard.”
Hoewel de auteurs dit willen opvangen via huursubsidies en kindergeld is het doodjammer dat ze (onbedoeld) intekenen op het voor-wat-hoort-wat principe dat de voorbije decennia zo veel gezinnen de ellende heeft ingestort. Het was mooi geweest als dit essay de idee hierachter – dat leefloongerechtigden niet willen werken – met evenveel nuance ontkracht had, als het dat doet met de mythe dat mensen in armoede niet om het klimaat geven.
Gesneden koek
Gelukkig is de rest van ‘Waarom gele hesjes niet met een bakfiets rijden’ meer dan sterk genoeg om deze faux-pas met een mantel der liefde te bedekken.
Wat overblijft is een helder geschreven en slim opgebouwd boek dat een zeer complexe materie op een laagdrempelige manier uitwerkt. Daarmee is het gesneden koek voor sociaal werkers, maar eigenlijk ook voor de nieuwe voorzitters van Groen of voor dat witte konijn dat heden ten dage de partij Vooruit bestiert.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies