Column

‘Ik kan niet op twee handen tellen hoe vaak ik ben gewekt door een gezicht dat ik nog nooit gezien had’

Eveline Meylemans

Eveline Meylemans

Eveline Meylemans doctoreert aan de vakgroep Sociaal Werk en Sociale Pedagogiek van de UGent, over burgerschap en participatief onderzoek met kinderen. Ze is bestuurder van Uit De Marge vzw en actief bij de Vlaamse Jeugdraad. Voor haar columns put ze ook uit haar ervaringen met de jeugdhulp.

Losgescheurd

© Unsplash / Luis Villasmil

Losgescheurd

Als ik deze column doorstuur naar de redactie van Sociaal.Net is dat met het schaamrood op de wangen. Ik had hem immers al lang geleden beloofd. Maar soms doet schrijven je terugreizen in de tijd, naar mijn hobbelig jeugdhulpparcours. En jongeren uit de jeugdhulp, die zijn toch niet zo goed met afspraken hé? Dat cliché komt me wel handig uit nu.

‘Weer een nieuwe thuis, weer een nieuwe kamer, weer nieuwe gezichten bij het ontbijt.’

Ik hou van boeken omdat ik het heerlijk vind hoe letters je kunnen wegvoeren naar andere werelden. Maar de letters van het boek ‘Losgescheurd’, geschreven door leefgroepbegeleidster Marijke Verachtert, brachten me te vaak terug naar een wereld waarin ik niet altijd wil vertoeven. Dus het boek werd vaak aan de kant geschoven.

Zeventien

Toen ik op mijn zeventiende de deur van de jeugdhulp achter me dichttrok en alleen ging wonen, wilde ik vooral dat die deur goed in het slot viel. Je hebt immers niets aan bittere herinneringen die ongevraagd binnenwaaien. Toch?

Het was pas enkele jaren later dat ik de herinneringen aan mijn jeugd toeliet. Toen ik sterk genoeg was om de mooie momenten van de mindere te onderscheiden, sterk genoeg om het gemis van vroegere ouderfiguren, broers en zussen toe te laten en dat gemis te zien als een sterkte.

Mensen toelaten, is immers een enorme opdracht als je wereld jaren uit afscheid nemen heeft bestaan. Deuren vallen in die jeugdhulpwereld vaak toe, omdat er geen plaats is, omdat je ergens anders moet gaan wonen omdat “die manier van werken toch beter bij jou past”, omdat begeleiders stoppen met werken of omdat andere jongeren het huis verlaten.

Weer een nieuwe thuis, weer een nieuwe kamer, weer nieuwe gezichten bij het ontbijt. Plots woon je op een ander adres met nieuwe afspraken, moet je zoeken naar het toilet in je zogezegde eigen huis. Ik kan niet op twee handen tellen hoe vaak ik ben gewekt door een gezicht dat ik nog nooit gezien had. Staat daar ineens iemand nieuw naast je bed, beeld het je maar in.

Losgescheurd van de anderen en van jezelf

‘Losgescheurd’ is in die zin een mooie titel voor het leven van jongeren in de residentiële jeugdhulp. Ook ik had vaak het gevoel dat ik nergens echt bij hoorde. Ik wou ook nergens meer bij horen. Losgescheurd worden van plekken en mensen laat lijmresten achter die schuren op de ziel. Je zorgt maar beter goed voor jezelf en houdt voldoende afstand.

‘Ik wil zijn gescheld, gespuug en geschreeuw absoluut niet goedpraten. Maar ik herken hoe hij op zijn eigen hoogst onhandige manier zorg draagt voor zichzelf.’

Dat lijkt hoofdpersonage Pedro ook te weten. Hij is vast en zeker niet de meest aangename jongen om een vriendschaps- of begeleidingsband mee op te bouwen. Ik begrijp de begeleiders die niet altijd evenveel zin hebben om te gaan werken.

Maar ik begrijp ook Pedro. Ik wil zijn gescheld, gespuug en geschreeuw absoluut niet goedpraten, verre van. Maar ik snap en herken hoe hij op zijn eigen hoogst onhandige manier zorg draagt voor zichzelf. In al zijn gekwetstheid houdt hij mensen op afstand. En misschien zichzelf nog het meest.

Duwen waar het pijn doet

Het leven dat geschetst wordt in het boek, illustreert voor mij de pijnpunten van hoe de jeugdhulp doorgaans georganiseerd is. Gespecialiseerd in fragmentatie en afstand – van de leefwereld van jongeren, van hun context, van het leven van alle dag. Een perfect recept om gedrag als dat van Pedro te creëren.

‘Politici kennen de wereld van de jeugdhulp niet. Zij hebben er immers niet geleefd of gewerkt.’

Maar we mogen onze blik niet enkel richten op de jeugdhulp. De manier waarop we jeugdhulpverlening organiseren is immers een maatschappelijke en politieke keuze. En voorlopig is dat nog steeds een keuze van te weinig middelen, te weinig waardering voor het werkveld en te veel afstand.

Politici kennen de wereld van de jeugdhulp niet. Zij hebben er immers niet geleefd of gewerkt. Onbekend is onbemind. Wie weet welke kansen en zorg we laten liggen voor zo veel jongeren, iedere dag? Wie durft de realiteit in de ogen te kijken?

Aan iedereen die de moed vindt, raad ik dus aan om ‘Losgescheurd’ te lezen. Leer onze wereld kennen. Als het even te veel wordt, kan je het boek gewoon dichtslaan met een harde klap. Wat een luxe.

Reacties [1]

  • Kristien S

    Herkenbare ervaringen, krachtig gebracht! Benieuwd naar het boek!

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.