Sociale kwesties publiek maken
Politiseren is terug van weggeweest in het sociaal werk. Tijdens de sociaalwerkconferentie van 2018 werd politisering naar voor geschoven als speerpunt voor sterk sociaal werk in de toekomst.
‘De herontdekking van politiserend sociaal werk is een goede zaak.’
Sindsdien wordt politisering volop in de markt gezet. Voorjaar 2022 lanceert Socius, steunpunt voor sociaal-cultureel werk, een boek over politiserend werken. In aanloop tonen Sociaal.Net en Weliswaar een rits inspirerende politserende sociaalwerkpraktijken.
Die herontdekking van politiserend sociaal werk is een goede zaak. Het is belangrijk dat sociaalwerkpraktijken bijdragen tot het publieke meningsverschil over het samenleven. Politisering maakt dat sociale kwesties publiek worden gemaakt en zet mensen aan tot politiek handelen.
Macht uitdagen
Politisering krijgt in het sociaal werk een specifieke betekenis. Sociaal werk is immers geen technisch, neutrale activiteit maar heeft een uitgesproken normatief karakter. Vanuit die normativiteit kunnen sociaalwerkpraktijken dominante beelden en bestaande machtsverhoudingen in de samenleving uitdagen.
Sociaal werkers doen dit op plaatsen waar vormen van uitsluiting en onrecht aan het licht komen. Ze stellen daar elke dag vast hoe mensen en kwesties buiten de marges van de bestaande orde vallen.
Maar omdat het sociaal werk deel uitmaakt van die bestaande orde, kunnen ook de routines en regels van het sociaal werk zelf in vraag worden gesteld. Die specifieke positie maakt politisering belangrijk voor de dagelijkse werkpraktijk van sociaal werkers.
Politisering: meer dan coalitievorming
In de praktijk kent het sociaal werk verschillende benaderingen en vormen van politiserend werken.
‘Er zijn verschillende vormen van politiserend werken.’
Een bekende en vaak voorkomende invulling is die van coalitievorming: een brede coalitie van vaak middenveldorganisaties bouwt macht op en schrijft een tegenverhaal dat impact heeft op politieke keuzes.
Deze invulling gaat over de opbouw van tegenmacht. Hier worden er tussen collectieven schakels gezet in functie van ideologische en materiële machtsopbouw. De Belgische politicologe Chantal Mouffe noemt het “chains of equivalence”.Laclau, E. and Mouffe, C. (1985), Hegemony and socialist strategy. Towards a radical democratic politics, London, Verso.
Denk aan de antiracismebeweging die arm in arm gaat met de LGBTQIA+ beweging om islamofobie en homonationalisme te bestrijden. Centraal staat het bouwen aan een tegendiscours en dito praktijk over welke wereld, natuur en samenleving we willen.
De roots van prefiguratieve politiek
Maar er zijn ook andere vormen en strategieën van politisering mogelijk. Op één daarvan willen we graag de focus leggen: prefiguratieve politiek.
De inzet ervan is gemakkelijk samen te vatten met een slagzin: ‘Building the new society in the shell of the old’. Anders gezegd: prefiguratieve politiek is een politieke praktijk die zich ontvouwt in het hier en nu. Het is een voorafspiegeling van de andere samenleving die we nastreven.
‘Het is een voorafspiegeling van de andere samenleving die we nastreven.’
Prefiguratieve politiek is een term uit anarchistische hoek. Prefiguratieve politiek kent haar oorsprong bij de Russische anarchist Michail Bakoenin, een rivaal van Karl Marx. Bakoenin pleitte voor een grotere consistentie tussen doel en middel, waarbij de staat onmogelijk kon dienen als middel tot dat doel. Het was de gemeenschap die zich moest organiseren, om gecentraliseerde staatsmacht van zich af te werpen.van de Sande, M. (2014), ‘Marx en de anderen’, De Helling – kwartaalblad voor linkse politiek, winter 2014.
Prefiguratieve politiek, zo stelt de Amerikaanse sociale wetenschapper Carl Boggs, gaat over concrete collectieve interventies die het mogelijk maken om in het hier en nu een ‘andere’ samenleving voor te stellen, in plaats van via abstracte principes te streven naar een ‘andere’ toekomst die veraf is.Boggs, C. (1977), ‘Marxism, prefigurative communism and the problem of workers control’, Radical America, 6 (Winter), 99– 122.
Het idee is dat radicale sociale verandering vertrekt van het opzetten van experimenten waarin alternatieve manieren van omgaan met elkaar voorop staan. Het is een aanpak die anticipeert op een toekomstige samenleving die nog niet volledig kan worden gerealiseerd.Breines, W. (1989), Community and organization in the New Left 1962-68: The great refusal, New Brunswick (NJ), Rutgers University Press.
Door in de praktijk het doel te ‘voorafbeelden’, zo stelt antropoloog en Occupy-activist David Graeber, probeert men een beter beeld te vormen van hoe dat ideaal er concreet kan uitzien. Men creëert zo een grotere continuïteit tussen het politieke handelen en de uiteindelijke doelen.Graeber, D. (2002), ‘A movement of movements: The new anarchists’, New Left Review, 13, 61 –73.
Alternatieve sociaalwerkpraktijken
De term en strategie werd in de jaren 1960 en 1970 opgepikt in kringen van ‘nieuw links’. Links-libertaire denkers en door hen beïnvloedde sociale bewegingen namen afstand van ‘oud links’ dat vooral focuste op structurele en economische factoren van onderdrukking en exploitatie.
‘Het is niet vreemd dat in de jaren 1960 en 1970 heel wat experimentele sociaalwerkpraktijken als paddenstoelen uit de grond schieten, ook in Vlaanderen.’
Nieuw links verlangde naar maatschappelijk gedreven politiek, in plaats van politiek enkel te bekijken door de lens van de staat of overheid. Ze streefden naar de uitbreiding van autonomie in plaats van meer overheidsbeheer. Heel wat denkers uit die periode verwijzen naar theorieën en praktijken van zelfbeheer (Autogestion). Niet alleen in de arbeidssfeer, maar ook in politiserende praktijken waar men stedelijke ruimtes gaat bezetten, waar de logica van ruilwaarde wordt omgebogen tot een praktijk van gebruikswaarde.
Het is niet vreemd dat in dit tijdsgewricht heel wat experimentele sociaalwerkpraktijken als paddenstoelen uit de grond schieten, ook in Vlaanderen. Denk aan de buurthuizen in Limburg getrokken door pastoor Jef Ulburghs, migratiepioniers als Piet Janssens die het Centrum voor Buitenlandse Werknemers startte in Borgerhout en de Volkshogescholen die de basis waren voor nieuwe experimenten in het sociaal werk zoals de kringwinkels.Lotens, W. (2015), Elcker-Ik. 45 jaar sociale actie, Kalmthout, Pelckmans.
In dezelfde periode vinden sociaalwerkpraktijken aansluiting bij nieuwe sociale bewegingen zoals de vredes-, vrouwen- en ecologische beweging. In steden groeiden contestatiebewegingen waaruit heel wat alternatieve woonpraktijken voortvloeiden. En ook binnen zorg en welzijn ontstaan er vanaf de jaren 1970 nieuwe praktijken: de anti-psychiatrie, de jongerenadviescentra en de wijkgezondheidscentra in de achterstandswijken zijn een zichtbare kritiek op de toenmalige hulp- en dienstverlening.
Uit al die experimentele praktijken kwam een sterke politiserende kracht naar voor waarin niet alleen de samenleving, maar ook het formele en geïnstitutionaliseerde sociaal werk werd bevraagd, verstoord en uiteindelijk veranderd.
Verbeelding aan de macht
Prefiguratieve politiek berust op de kracht van verbeelding. Alledaagse prefiguratieve praktijken zijn volgens onderzoekster Marianne Maeckelbergh (UGent) strategisch-politiek omdat “bewegingsactoren geloven dat het proces dat ze nu ontwikkelen het proces is waarmee ze de liberale representatieve democratie zullen vervangen”.Maeckelbergh, M. (2011), ‘Doing is believing: Prefiguration as strategic practice in the alterglobalization movement’, Social Movement Studies, 10 (01), 1-20.
‘Mensen geven als actieve burgers mee vorm aan een andere samenleving.’
Prefiguratieve strategie ligt niet alleen in het nastreven van doelen, maar ook in het uitwerken van verschillende politieke processen. Kenmerkend is dat die verschillende processen zich vervlechten in de praktijk. Collectieve experimenten gaan samen met de productie van een politiek discours, het creëren van nieuwe en toekomstgerichte sociale normen of gedrag, een consolidatie in bewegingsinfrastructuur, de verspreiding van ideeën en het doelmatig werken aan bredere sociale en politieke netwerken. Het is dus een vorm van praktijkgerichte verbeelding aan de macht.Yates, L. (2015), ‘Rethinking Prefiguration: Alternatives, Micropolitics and Goals in Social Movements’, Social Movement Studies, 14:1, 1-21; Haaken, F. e.a. (2016), ‘Rethinking prefigurative politics: introduction to the special thematic section’, Journal of Social and Political Psychology, 4 (1), 114-127.
In de strategie van prefiguratieve politiek geven mensen als actieve burgers direct mee vorm aan een andere samenleving. In dit handelen zijn de deelnemers niet langer voorwerp van politiek, maar worden ze gepolitiseerde subjecten.
Inspiratie voor hedendaags sociaal werk
Prefiguratieve politiek heeft de kracht om ook vandaag sociaalwerkpraktijken te voeden. We geven enkele voorbeelden.
Het opbouwwerk probeert al langer met collectieven van burgers en vanuit een waaier aan experimentele praktijken, een alternatief antwoord te bieden op de wooncrisis. Denk aan het project Leeggoed van Samenlevingsopbouw Brussel. Het kraken en tijdelijk collectief bezetten van woningen wordt ingezet als aanklacht en direct alternatief voor het slechte woonbeleid en de structurele leegstand van sociale woningmaatschappijen in Brussel.
‘Het opbouwwerk probeert al langer met experimenten een alternatief te bieden voor de wooncrisis.’
Een voorbeeld uit het informeel sociaal werk zijn de solidaire woningen van VLOS vzw in Sint-Niklaas. Zij tonen hoe mensen met precair en zonder wettig verblijf opgevangen en begeleid kunnen worden. Hiermee worden de bestaande voorzieningen en logica’s van onthaal, opvang en oriëntatie in het sociaal werk uitgedaagd.
Maar soms gaat het ook om sociale schaduwpraktijken. Denk aan de bezetting van het tweede Pandhof van het Caemersklooster in Gent. Jonge sociale kunstenaars en architectuurstudenten dagen de stad Gent en sociale woningmaatschappij uit om na te denken over hun omgang met publiek patrimonium. Maar ze appelleren ook het sociaal middenveld om kritisch na te denken over de potentie van leegstaande gebouwen. Ze doen dat hand in hand met ‘oudere’ lieden van het Pandinistisch Verblijvingsfront, die terug het eerste Pandhof bezetten, net zoals eind jaren 1970, begin jaren 1980.Oosterlynck, S. en Debruyne, P. (2010), ‘De strijd voor een stad op mensenmaat in Gent. Het Pandinistisch Verblijvingsfront en de herwaardering van de stad als woonomgeving‘, Brood en Rozen: Tijdschrift voor de Geschiedenis van Sociale Bewegingen, 3, 24 – 41.
De bezetting daagt ook de door overheden opgezette en geregisseerde tijdelijke invullingen en pop-ups uit. Die organiseren wel ruimte voor dienstverlening en ontmoeting, maar gaan niet noodzakelijk de ruimte politiseren als vrijplaatsen.Debruyne, P. en Snauwaert, N. (2018), ‘Een stad heeft nood aan vrijplaatsen‘, Apache, 25 september 2018.In het slechtste geval fungeren ze zelfs louter als lokmiddel voor nieuwe, hippe stadsbewoners en krikken ze enkel en alleen de grondwaarde voor projectontwikkelaars op.
Plaatsen van hoop
Een ander voorbeeld van prefiguratieve politiek: tijdens de coronacrisis waren heel wat formele sociaalwerkpraktijken, waaronder vakbonden en ziekenfondsen, afwezig of minder bereikbaar. Op heel wat plaatsen sprongen burgerinitiatieven in die lege ruimte met voedselhulp en materiële noodhulp.
‘Het zijn plaatsen van hoop opgebouwd door rebelse architecten die bouwen aan een andere samenleving in spé.’
Praktijken die een louter caritatieve benadering overstijgen, leverden die noodhulp onder protest tegen de onaanvaardbare situatie en als opstap naar emancipatie van de deelnemers. En opnieuw zagen we hoe geïnstitutionaliseerd sociaal werk in de praktijk werd gecontesteerd.
Het zijn typische voorbeelden van ‘Mutual aid’, naar een begrip en praktijk van anarchist Peter Kropotkin. Het is een vorm van prefiguratieve politiek waarbij dienstverlening participatief wordt ingevuld om autonoom te voorzien in collectieve behoeftes. Op basis van die mutual aid-praktijk wordt er aan politiek bewegingswerk gedaan, gericht op de uitbreiding van solidariteit.Spade, D. (2020), ‘Mutual aid is essential to our survival regardless of who is in the White House‘, Truthout, 27 oktober 2020.
Dergelijke prefiguratieve praktijken zijn plaatsen van hoop opgebouwd door rebelse architecten die bouwen aan een andere samenleving in spé, maar wel lokale praktijken verbinden met de strijd op hogere beleidsniveaus.
Levensstijl als protest
Prefiguratieve politiek sluit beter aan bij de historiek van het sociaal werk dan de meer abstracte en individuele strategie van subpolitiek die vandaag de dag opgang maakt in discussies over politisering.
Subpolitiek is een term van de Duitse socioloog Ullrich Beck die beschrijft hoe men van onderuit en buiten de geijkte instituties aan politiek doet.Beck, U. (1997), ‘Subpolitics: Ecology and the Disintegration of Institutional Power’, Organization & Environment, 10(1), 52–65; Maniates, M.F. (2001), ‘Individualization: Plant a Tree, Buy a Bike, Save the World?’, Global Environmental Politics, MIT Press, vol. 1(3), 31-52.
‘Subpolitiek zet sterk in op individuele levensstijlkeuzes als protest: vegetarisme als vorm van politiserend handelen.’
Volgens Beck lopen bestaande instituties zoals politieke partijen, parlementen maar ook het huwelijk en de sociale zekerheid vast op de nieuwe risico’s in de laatmoderne samenleving. In de zoektocht naar oplossingen voor ecologische, sociaal-economische en individualiseringsrisico’s rekent Beck niet langer op collectieve actoren zoals partijen of vakbonden maar op de kracht van individuen.
Subpolitiek zet sterk in individuele levensstijlkeuzes als protest: de keuze om vegetariër te worden als vorm van politiserend handelen.
Sommige critici noemen dit een depolitiserende strategie: in plaats van machtige spelers zoals bedrijven en regeringen ter verantwoording te roepen, aanvaarden subpolitieke lifestyle-activisten een neoliberaal dogma van individuele verantwoordelijkheid. Het feit dat ze die subpolitiek alleen of collectief beoefenen maakt daarbij geen verschil.
Het moet meer zijn dan een goede praktijk
Het voedt de bezorgdheid dat deze ‘participatieve politiek’ een vorm van exit biedt die de democratische stem van burgers en de band met het politieke systeem ondermijnt.
Anders gezegd: vanuit dit subpolitieke denken dreigt prefiguratieve politiek haar scherpte te verliezen. Dat gebeurt wanneer het zonder meer herleid wordt tot het creëren van goede, kleinschalige alternatieven in de marge van de samenleving.
‘Het zijn de barsten in het neoliberale systeem die opening bieden aan verzet.’
Denk aan de vele volkstuintjes die sterk inzetten op ontmoeting, maar het debat over het eigendomsrecht van de publieke ruimte laten liggen, of het systeem van voedselproductie en arbeid niet contesteren. Denk aan de manieren waarop we alternatieve diensten uitbouwen voor psychisch kwetsbare mensen, maar geen politieke strategie ontwikkelen om het bestaande hulpaanbod te veranderen.
Om niet te vervallen in de exit-optie, moeten prefiguratieve praktijken de bestaande orde uitdagen op plaatsen waar barsten zitten. Socioloog John Holloway gebruikt de metafoor van ‘cracks’ in het systeem. Of met de bekende woorden van de Canadese zanger Leonard Cohen: “There’s a crack in everything, that’s how the light gets in.”
Het zijn de barsten in het neoliberale en bureaucratisch politieke systeem die opening bieden aan praktijken van verzet die de macht bedreigen, zelfs daar waar de bestaande orde ondoordringbaar lijkt.
Hoe idealen politiek waarmaken?
Precies op dat punt komt er heel wat kritiek. Auteurs Nick Srnicek en Alex Williams wijzen in hun boek ‘Inventing the Future: Postcapitalism and a World without Work’ op het gevaar van “folk politics”: streven naar een betere toekomst door een klein stukje van het utopia-in-spe vandaag al werkelijkheid te maken of als werkelijkheid te bewaren in een geïsoleerd stukje van de samenleving. Nobel, maar in het licht van een allesomvattende neoliberale hegemonie gedoemd tot irrelevantie en doelloosheid.
‘Sociaalwerkpraktijken moeten een volwaardig tegenproject op poten zetten.’
Wat vaak ontbreekt zijn langetermijndoelstellingen en een abstracte redenering over hoe die doelstellingen politiek gerealiseerd kunnen worden. Sociaalwerkpraktijken moeten een volwaardig tegenproject op poten zetten, een nieuwe ‘common sense’ die op gelijke voet kan strijden met het neoliberale project.
Ook andere auteurs wijzen op de nood om micro-praktijken op te schalen naar maatschappelijk meso en-macrotransities. Dat vraagt een andere organisatie en strategie.Törnberg, A. (2021), ‘Prefigurative politics and social change: a typology drawing on transition studies’, Distinktion: Journal of Social Theory, 22:1, 83-107; Schiller-Merkens, S. (2020), Scaling up alternatives to capitalism: A social movement approach to alternative organizing (in) the economy, Köln, Max-Planck-Institut für Gesellschaftsforschung.
De bekende Britse zoöloog en columnist George Monbiot spreekt over een strategie van “big organizing”. Prefiguratieve praktijken zijn een eerste aanzet tot een “politics of belonging” die de vervreemding die inherent is aan het neoliberalisme kan doen kantelen. “Waar we verpletterd worden tussen markt en staat, zullen we een nieuwe economie ontwikkelen die zowel mens als planeet met respect behandelt. Lokale hulpbronnen zullen eigendom zijn van en beheerd worden door gemeenschappen, zodat rijkdom op grote schaal wordt gedeeld.”
Vruchtbare praktijk
In hun alternatieve praktijk in het hier en nu streven heel wat sociaal werkers naar een betere toekomst door een klein stukje van die meer rechtvaardige samenleving vandaag al werkelijkheid te maken. Het zijn kleinschalig praktijken waarrond we sociale en politieke gemeenschappen kunnen bouwen.
Die prefiguratieve politiek draagt een enorm potentieel in zich voor politiserend sociaal werk, toch als het de bestaande machtsorde voldoende weet uit te dagen. Spijtig genoeg komt deze strategie op dit moment te weinig aan bod in het debat over politisering.
Nochtans kan prefiguratieve politiek de praktijk van sociaal werkers inspireren, zeker omdat doel en middel met elkaar worden vervlochten, en kleinschalige praktijken aan brede maatschappelijke veranderingen worden verbonden.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies