Witte werkende Vlaming
“I can’t believe what you say, because I see what you do.” Deze quote van de Amerikaanse schrijver James Baldwin verwoordt wat er aan de hand is met het inburgering- en integratiebeleid in Vlaanderen. Er is een grote kloof tussen de retoriek van inclusie en de reële praktijk van de Vlaamse regering die voor nieuwkomers voortdurend meer drempels opwerpt.
‘De Vlaamse regering werpt voortdurend meer drempels op voor nieuwkomers.’
Die kloof tussen de politiek geproduceerde perceptie en alledaagse beleidspraktijk komt ook naar boven in het voorontwerp van een nieuw Inburgerings- en Integratiedecreet. In een advies oordeelt de Commissie Diversiteit van de Sociaal-Economische Raad van Vlaanderen (SERV) streng over dit voorstel. Volgens de SERV wordt het voor nieuwkomers in de toekomst nog moeilijker om tot de samenleving te behoren, hun kansen op sociale mobiliteit staan onder druk.
Het inburgerings- en integratiebeleid functioneert als een vorm van psychologisch loon voor witte werkende Vlamingen. Het concept ‘psychologisch loon’ komt uit het Amerikaanse boek ‘Black Reconstruction in America’ van W.E.B. Du Bois (1935). Witheid was voor arme blanken in de Verenigde Staten een vorm van publiek en psychologisch loon, gebonden aan hun categorisatie als ‘niet-zwart’. De waarde van witheid hing af van de devaluatie van het zwarte bestaan. Witheid was een vorm van compensatie voor de uitbuiting door het kapitalisme.
Het maakte dat in de Verenigde Staten witte burgers zich in de negentiende en vroeg twintigste eeuw A-burgers voelden, de anderen zaten in categorie B. De politiek econoom David Roediger ontwikkelde een soortgelijke analyse over de opkomst van een arbeidersbewustzijn tussen 1800 en 1865 op basis van ras en niet enkel klasse.Fraser, S. and Roediger, D. (1992), ‘The Wages of Whiteness: Race and the Making of the American Working Class’, American Historical Review, 97.
A en B-burgers
Eenzelfde politiek gefabriceerde dynamiek van A- en B-burgers speelt ook in Vlaanderen.
Vlaams minister van Samenleven Bart Somers verwoordde het in een dubbelinterview met voormalig Open Vld-voorzitter Gwendolyn Rutten zo: “Ik ben het wel eens dat we naar het signaal van vele kiezers van die partij (Vlaams Belang) moeten luisteren. Sommige verzuchtingen over integratie, armoede enzovoort zijn terecht. Daar moeten we mee aan de slag. Dat spreekt voor zich.”
‘De eisen om te voldoen aan de heersende norm komen van autochtone burgers.’
Kortom, de eisen om te voldoen aan de heersende norm komen van zittende autochtone burgers. De aanpassing moet gebeuren door de nieuwkomer, de ander. Dit gebeurt tegen de achtergrond van een politiek project dat nadruk legt op identiteit en Vlaamse natievorming.Schepers, M. (2019), ‘Het Vlaams regeerakkoord is slecht voor de integratie van nieuwkomers’, VRTNieuws, 2 oktober 2019.
Een gelijkaardige retoriek vind je trouwens ook bij andere democratische partijen: “We kunnen migratie maar met mondjesmaat aan. We moeten dat onder ogen durven zien. Dat betekent een strenger beleid. Er is te veel migratie geweest, waardoor buurten te snel veranderd zijn. Illegaliteit mogen we helemaal niet meer aanvaarden. We moeten eerst de mensen die hier zijn, beter integreren”, stelde CD&V-voorzitter Joachim Coens onlangs in De Zondag.
De kritiek van de SERV toont hoe het integratiebeleid in stelling wordt gebracht om dit doel te dienen.
Puzzelstuk in een groter geheel
Het voorontwerp voor het nieuw integratie- en inburgeringsdecreet gaat in tijd en ruimte minstens terug naar 2004.
Toenmalig Vlaams minister van Integratie Marino Keulen voerde een aantal fundamentele wijzigingen door in het integratiebeleid. Hij blokte het laatste stukje resterende autonomie van de integratiewerkingen en -praktijken af. Het was een ideologisch liberale shift waarbij individuele zelfredzaamheid collectieve emancipatie zou vervangen. Een kleine tien jaar later, in 2013, werd de volledige sector ingekapseld in de Vlaamse administratie. Geert Bourgeois (NV-A) was toen Vlaams minister van inburgering.
‘De Vlaamse regering realiseert de eerste twee punten van het 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok.’
Dit voorontwerp van decreet is ook maar één puzzelstuk in een breder beleid van een Vlaamse regering die vooral streng wil zijn voor nieuwkomers.
De Vlaamse regering zal bijvoorbeeld uit UNIA stappen, waardoor ze het eerste programmapunt van het beruchte 70-puntenprogramma van het Vlaams Blok realiseert. Het Minderhedenforum moet hervormd worden tot een algemeen nieuw participatieorgaan met JOIN Vlaanderen. De belangenbehartiging en politieke opdracht worden gefnuikt en vernauwd tot “goede praktijken opzetten”.Adam, I., Vermaut, H. en Westerveen, L. (2021), ‘Wat bedoeld was als onthaalbeleid, dreigt te verworden tot uitsluitingsbeleid’, De Morgen, 5 februari 2021.Ze worden samen met de etnisch-culturele organisaties en categoriale werkingen verwezen naar de annalen van de geschiedenis. Meteen ook programmapunt twee van het 70-puntenprogramma.
In het Vlaams regeerakkoord worden bovendien heel wat nieuwe drempels voor nieuwkomers ingebouwd. Zowel de toegang tot de zorgverzekering, de Vlaams Sociale Bescherming als het Groeipakket worden moeilijker.
Net als de toegang tot sociale huisvesting, zeker voor erkende vluchtelingen. De Vlaamse regering wil immers een doorgedreven toepassing van het voorrangscriterium ‘lokale binding’ invoeren. Ook het schrappen van het criterium ‘woonnood’ voor ‘lokale binding’ als voorrangsregel bij de toegang tot een woning van het Sociaal Verhuurkantoor is potentieel desastreus. Andere groepen zoals dak- en thuislozen zijn daarbij mogelijke collateral damage.
Migratiebeheer
Het beleid van deze Vlaamse regering gaat in essentie niet over de inburgering van nieuwkomers, wel stuurt het een sussende boodschap naar een groep kiezers, in het bijzonder de witte werkende middenklasse.
‘Het integratiebeleid wordt een instrument voor migratiebeheer.’
Het is de eerste keer in 35 jaar ‘migratiebeleid’ dat inburgering en integratie in functie staan van een ontmoedigings- en terugkeerbeleid. Iemand die zich onvoldoende inzet om in te burgeren, kan ‘gestraft’ worden: hij kan zijn verblijfsstatus verliezen. In het voorontwerp van decreet staat immers dat er met de Dienst Vreemdelingenzaken gegevens zullen worden uitgewisseld over de bereidwilligheid en inzet tijdens het inburgeringstraject.
Het integratiebeleid wordt zo een instrument voor migratiebeheer. Het wordt aangepast aan de wisselende wensen en strategische doeleinden van politieke partijen.
De Commissie Diversiteit van de SERV stelt dan ook terecht: “De commissie kan zich niet vinden in het mogelijk maken van gegevensuitwisseling met de Dienst Vreemdelingenzaken, met als doelstelling de beslissing over het al dan niet verlengen van de verblijftitel te linken aan het gevolgde inburgeringstraject.”
Precairen precariseren
Ook nieuw is dat nieuwkomers een deel van de verplichte inburgeringscursus zelf moeten betalen.
Ondanks het feit dat deze verplichte inburgeraars meestal in armoede leven, wordt er tot 360 euro gevraagd voor de inburgeringscursus. Hun armoederisico wordt dus de facto versterkt: “De commissie Diversiteit van de SERV kan zich niet vinden in het afstappen van het principe van kosteloos NT2 en is bezorgd dat het invoeren van retributies voor de cursussen en testen NT2 en MO eerder extra drempels zullen opwerpen.”NT2 is de cursus Nederlands voor anderstaligen, MO is de cursus Maatschappelijke Oriëntatie.
‘Nieuwkomers moeten een deel van de verplichte inburgeringscursus zelf betalen.’
Wat de SERV niet schrijft, is dat het Agentschap Inburgering en Integratie ook de terugbetaling van onkosten schrapt: “Het Agentschap zal geen onkosten meer terugbetalen aan inburgeraars die zich vanaf 1 juni 2020 aanmelden. Dat besliste de Raad van Bestuur in navolging van het Vlaams regeerakkoord”, vermeldt de website van het Agentschap. Concreet betekent dit dat er geen terugbetaling meer is van tickets voor openbaar vervoer of voorschoolse kinderopvang.
Bovendien werd ook de kost van vertalers-tolken opgedreven. De SERV “vraagt op korte termijn een evaluatie van het nieuwe financieringsmodel inzake sociaal tolken en sociaal vertalen. Het mag niet tot gevolg hebben dat de financiële drempels voor de voorzieningen zo hoog wordt dat er geen beroep op wordt gedaan in situaties waarin dat wel noodzakelijk is voor een kwaliteitsvolle dienstverlening.”
Inburgering ontmoedigen
Maar het kan nog gekker. In het streven naar ‘de strengste zijn’, eindigt de Vlaamse regering in een scenario waar men nieuwkomers ontmoedigt om in te burgeren.
‘In het streven naar ‘de strengste zijn’, eindigt de Vlaamse regering in een scenario waar men nieuwkomers ontmoedigt om in te burgeren’.
In 2019 waren meer dan 43.000 van de 52.339 nieuwkomers niet verplicht een traject te volgen. Het gaat dan vooral om burgers uit andere EU-lidstaten voor wie de inburgeringsplicht niet geldt. Toch volgde een grote groep van deze mensen vrijwillig de gratis lessen Nederlands, ze kregen er gratis nog een cursus maatschappelijke oriëntatie bovenop. Daaruit haalden ze nuttige informatie, onder meer over de arbeidswetgeving en vakbonden, iets wat EU-werknemers al eens van pas komt.Debruyne, P. (2019), ‘Inburgering en integratie zijn gewoon instrumenten van migratiebeheer geworden’, MO Paper 124, MO*.
Maar met het nieuwe integratie- en inburgeringsdecreet is de kans groot dat intra-Europese migranten zullen afhaken. Niet alleen omwille van de prijs en de kosten, ook omdat wie als niet-verplichte inburgeraar vrijwillig instapt, toch verplicht wordt om het traject tot het einde te volgen.
Ook asielzoekers, die normaal recht hebben op een vrijwillig inburgeringstraject, worden er nu afgereden. Vlaams minister Bart Somers wil “geen foute signalen geven aan verzoekers van een bepaald statuut”. Alsof inburgering enige invloed heeft op de vluchtelingenstatus of status van subsidiaire bescherming.
Ten laatste schrapt de Vlaamse regering ook mensen zonder wettig verblijf en woonwagenbewoners als doelgroep.
Voor mensen zonder wettig verblijf had de Vlaamse regering ook een andere keuze kunnen maken: samen met de federale regering de schouders zetten onder een aankomstinfrastructuur voor permanente tijdelijkheid, waaraan men ofwel inburgering en integratie, ofwel terugkeerbegeleiding koppelt. Een mooi voorbeeld hiervan gebeurt in het Nederlandse Utrecht, waar men op basis van toekomstoriëntatie een enorme doorstroom naar duurzaam verblijf bereikt. Gelukkig schreef de federale VIVALDI-regering dergelijke experimenten wel in haar regeerakkoord.Debruyne, P. (2020), ‘Zorgen over asiel en migratie. De partituur van Vivaldi’, Sampol, 27 (9)..
De zoveelste waardenverklaring
De Vlaamse regering wil nieuwkomers ook een zogenaamde ‘participatieverklaring’ laten ondertekenen waarin nieuwkomers ‘onze’ waarden en normen onderschrijven.
Maar ook daarover is de SERV kritisch: “De commissie vraagt zich af welke concrete meerwaarde de (participatie)verklaring inzake essentiële rechten en plichten heeft ten aanzien van de cursus maatschappelijke oriëntatie. Verder stelt ze zich vragen bij de inhoud en de juridische basis van de voorgestelde verklaring.”
‘Mensen dwingen om waarden en normen te onderschrijven is onwettelijk.’
De participatieverklaring voor inburgeraars zal hoogstwaarschijnlijk door de Raad van State worden uitgekleed tot er niks van overblijft. Laat staan dat de regering een actieplan mag vragen dat nieuwkomers verplicht normen en waarden in actie om te zetten. Want mensen dwingen om waarden en normen te onderschrijven en in actie om te zetten als een bewijs van integratie, is onwettig: het botst niet alleen met ons grondwet maar ook het het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Deze kritiek heeft de Raad van State al geuit toen de Zweedse federale regering plannen had voor een gelijkaardige ‘nieuwkomersverklaring’.
Taal
De Commissie Diversiteit van de SERV geeft ook heel wat kritiek op het operationaliseren van integratie. Niks mis met het toeleiden van nieuwkomers naar de VDAB. Maar de manier waarop dit georganiseerd wordt, roept vragen op.
De ideologie achter het inburgerings- en integratiedecreet waarbij men voor sommigen bijkomende taalvoorwaarden wil inbouwen, staat haaks op VDAB-plan ‘Integratie door werk’, waar men (bijkomende) taalverwerving op de werkvloer promoot: “Het opleggen van zo een bijkomend taalniveau mag tewerkstelling niet in de weg staan. Bovendien vraagt taalverwerving maatwerk, qua taalniveau en termijn waarop men dat niveau wil behalen”, zo schrijft de SERV.
Er komt ook een richttermijn van twee jaar voor de duur van een traject ‘Nederlands voor anderstaligen’, gebaseerd op de mediane doorlooptijd voor de verschillende NT2-trajecttypes. Waarom wordt hier de lat zo hoog gelegd? Zo’n traject afwerken binnen de twee jaar lukt mensen alleen als ze geen andere kwesties hebben zoals verhuizen, zwangerschap, onvoldoende digitale kennis, het vinden van werk of perikelen rond gezinshereniging.
Een buddytraject als vierde pijler
De SERV gaat ook nog in op de zogenaamde ‘vierde pijler’ van het inburgerings- en integratiebeleid. Die nieuwe pijler er komt naast Nederlandse taalverwerving, Maatschappelijke Oriëntatie en trajectbegeleiding. Er komt een verplichting om buddytrajecten aan te gaan, omdat een sociaal netwerk bouwen rond nieuwkomers de kansen op integratie versterkt.
‘Elke inburgeraar zal moeten optrekken met een Vlaamse buddy.’
Elke inburgeraar zal minstens veertig uur moeten optrekken met een Vlaamse buddy. Het aanbod is optioneel voor wie werkt, studeert of vrijwillig een inburgeringstraject volgt.
Iets wat ooit ontstond in de vrijwilligheid en daardoor ook werkt, wordt nu ingekapseld in een rigide inburgeringssysteem. In de praktijk werken buddies en vrijwilligers vooral diep in het rood. Veel buddywerk met nieuwkomers is net een aanklacht tegen een beleid dat drempels inbouwt en de structurele voorwaarden om te ‘kunnen’ integreren niet garandeert.
De SERV stelt dan ook terecht: “Het is positief dat er aandacht komt voor het creëren van een netwerk. Wel is het belangrijk dat eerst alle noodzakelijke voorwaarden tot een goed participatie- en netwerktraject zijn vervuld, vooraleer deze nieuwe pijler een verplicht onderdeel wordt van inburgering.”
Als we de vraag stellen “Who is your buddy?”, dan is één ding zeker: deze Vlaams regering is het zeker niet. Toch niet voor nieuwkomers.
Drang naar vooruitgang
Tot slot nog een keer James Baldwin: “Not everything that is faced can be changed, but nothing can be changed until it is faced.” Het is tijd dat we bovenstaande bewust gefabriceerde drempels durven benoemen.
‘Welke drempels kunnen we wegnemen zodat migratie maatschappelijke winst voortbrengt?’
Een superdiverse samenleving gaat over hoe je een samenleving uitbouwt in superdiversiteit: we moeten streven naar collectieve sociale mobiliteit, waarbij we er samen op vooruitgaan. Vandaag moeten we antwoorden zoeken in een verstedelijkte samenleving waar minderheden de meerderheid worden. Maar ondanks de verschillen, is er ook iets dat ons allemaal bindt: mensenrechten en grondrechten en de drang naar vooruitgang in het leven.
Een vertoog van schuld en verantwoordelijkheid
Migratie kan in kille numerieke cijfers een meerwaarde vormen. De Nationale Bank van België berekende in 2018 welke vormen van migratie verrijkend zijn in geldelijke termen. De bijkomende vraag die we ons moeten stellen is: Welke drempels kunnen we wegnemen zodat migratie de facto maatschappelijke winst voortbrengt?
Alleen zal dat niet gebeuren met een beleid gericht op de eenzijdige belangen van de witte werkende klasse. Het strenge vertoog van verantwoordelijkheid en schuld gericht naar nieuwkomers, fabriceert A-burgers en B-burgers. De A-burgers worden gesust met de idee dat B-burgers met migratieroots strenger worden aangepakt. Het is geen beleid op maat van nieuwkomers. Daarom is het een beleid waarbij we als samenleving op langere termijn collectief zullen verliezen.
Reacties
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies