Meester Jan
In 2003 zat ik in het tweede leerjaar bij meester Jan in Turnhout.Dit is een schuilnaam.Ik was gelukkig. Ik leerde tot honderd rekenen, had vele vriendjes en ik ondervond geen grote problemen met de leerstof.
‘Mijn school publiceerde op hun website enkel foto’s van witte leerlingen.’
In de paasvakantie reisde ik met mijn ouders naar Pakistan voor het huwelijk van mijn oom. Mijn oma had voor mij een gele jurk genaaid, mijn nichtje tekende patronen met henna op mijn handen. Het was een groot feest in een prachtige zaal, het duurde drie volle dagen en er waren auto’s versierd met rozen.
De volgende maandagochtend zat ik al terug in de klas bij meester Jan. Terwijl ik rekenoefeningen aan het maken was, vroeg hij plots naar mijn handen. Een beetje in de war toonde ik hem mijn handpalmen. “Dat mag niet”, was zijn reactie. “Zorg maar dat dat morgen weg is”, zei hij minachtend.
Schaamte voor henna
Plots schaamde ik me voor mijn handen. De gele jurk die mijn grootmoeder gemaakt had, de versierde feestzaal, de rode rozen… Het voelde van het ene op het andere moment allemaal anders.
Op latere leeftijd gebeurde het vaker dat mijn culturele achtergrond als minderwaardig werd gezien. Zo wilde mijn middelbare school – net als mijn lagere school eentje van het GO!-onderwijs – komaf maken met het beeld van een school waar “veel buitenlanders” zaten. Want dat betekent impliciet dat zij geen kwaliteitsvol onderwijs zouden bieden.
Mijn school publiceerde op hun website dan ook enkel foto’s van witte leerlingen zonder migratieachtergrond, terwijl er voornamelijk leerlingen zaten met verschillende etnische achtergronden. Wij mochten het Suikerfeest niet openlijk vieren, omdat mijn directeur niet wilde dat de school in de media kwam als “die moslimschool”. Christelijke leerlingen mochten tijdens de kerstperiode wel een publieke benefietactie organiseren.
Ik voelde me zelden thuis op school
Om maar te zeggen dat ik me zelden thuis voelde op school. Ik had er maar één voorbeeld met een gelijkaardige achtergrond als ik. De leerkracht islamitische godsdienst.
‘Ik ben opgegroeid met boeken in huis.’
Ik heb het geluk gehad om niet door de mazen van het net te vallen: ik heb ouders die het belangrijk vonden dat ik studeerde, ik heb geen leerbeperking en ik ben opgegroeid met boeken in huis.
Bovendien kreeg ik thuis mee dat ik mijn verschillende culturele identiteiten mag waarderen. Dat was op school niet altijd het geval. Helaas.
Onderwijs in een gekleurde samenleving
Ik ben in Vlaanderen verre van de enige persoon met dit soort van schoolervaring. Onderwijssocioloog Orhan Agirdag (KU Leuven) kaart het aan in zijn recent verschenen boek ‘Onderwijs in een gekleurde samenleving’. Centrale boodschap? Uit wetenschappelijk onderzoek blijkt dat leerlingen slechter presteren als hun culturele achtergrond niet wordt gewaardeerd in de klas.
‘Diversiteit is een troef, geen gebrek’
Het Vlaamse onderwijs benadert etnische-culturele diversiteit nog te vaak als een probleem. Toch kan diversiteit ook een troef zijn. Het opent de deur voor een succesvolle carrière en betekenisvolle relaties met anderen. Etnische diversiteit is de grondstof voor innovatie en creativiteit. Het is geen gebrek.
Rad van ongelijkheid
En toch is de ongelijkheid in leerprestaties bij leerlingen met een migratieachtergrond groot in Vlaanderen.
Agirdag spreek over het rad van ongelijkheid. Dat is een drievoudig tandwielmechanisme. Aan de buitenkant zien we de ongelijkheid in leerprestaties. Die wordt aangedreven door vijf tussenliggende tandwielen met uitdagingen als segregatie, discriminatie, vooroordelen, lage verwachtingen en stereotypen. In het midden van het wiel bevindt zich het systeem van racisme.
Dat systeem van racisme stuurt niet enkel de tandwielen aan, maar wordt er ook door versterkt. Het rad van ongelijkheid blijft zo draaien, waardoor uiteindelijk de leerprestaties van leerlingen met een migratieachtergrond negatief worden beïnvloed.
Hoofddoekenverbod
Spilfiguur in jongeren hun schoolloopbaan is de leerkracht.
Orhan Agirdag werkt drie manieren uit hoe een leerkracht kan omgaan met een gekleurde klas: assimileren, kleurenblindheid en pluralisme. Elk model heeft gevolgen voor het welbevinden en de studieprestaties van leerlingen met een migratieachtergrond.
‘Het hoofddoekenverbod op school is een vorm van assimilatie.’
Een school of leerkracht die vertrekt van assimilatie verwacht dat de leerling met een migratieachtergrond zich volledig aanpast aan de cultuur van de autochtone meerderheid. Het hoofddoekenverbod op school is zo’n vorm van assimilatie. Uit onderzoek blijkt dat dit beleid niet goed is voor het zelfvertrouwen van leerlingen. Ze voelen ze zich niet thuis op school en dat wreekt zich op prestaties.
Kleurenblindheid werkt niet
Kleurenblindheid is een tweede aanpak die je vaak terugziet in Vlaanderen. Een kleurenblinde leerkracht of school negeert de etnische verschillen en behandelt iedereen gelijk.
‘In Vlaanderen zie je vaak een kleurenblinde aanpak.’
Toch is ook dit nadelig voor leerlingen met een migratieachtergrond. Door etnische verschillen te negeren worden de sociale ongelijkheid en de negatieve beeldvorming in de samenleving over etnische minderheden verwaarloosd. Jongeren voelen zich niet erkend.
Pluralisme als alternatief
Orhan Agirdag schuift een pluralistisch alternatief naar voor. Pluralistisch onderwijs houdt in dat je waardevolle culturele gelijkenissen en verschillen (h)erkent en integreert in het schoolcurriculum, terwijl etnische verschillen genegeerd worden waar ze niet relevant zijn.
Dit wil niet zeggen dat schadelijke culturele praktijken zomaar worden toegelaten. Denk maar aan genitale verminking in sommige Afrikaanse gemeenschappen. Dat kan je in dit pluralismemodel perfect verwerpen.
Witte klascultuur
Een goed voorbeeld van dat pluralisme is het toelaten van de thuistaal op school. Leerlingen mogen dan hun moedertaal in de klas en op de speelplaats gebruiken.
‘Door de thuistaal toe te laten, presteren leerlingen een stuk beter.’
Door de thuistaal toe te laten, voelen leerlingen met een migratieachtergrond zich thuis op school en gaan ze een stuk beter presteren. Bovendien kan het ook helpen om het Nederlands goed onder de knie te krijgen.
En ook al vinden we voor onszelf het spreken van meerdere talen een grote troef, toch wordt zo’n voorstel door scholen, leerkrachten en sommige politici met argwaan ontvangen. Gevolg? Scholen hanteren nog te vaak het assimilatiemodel, waarbij leerlingen ondergedompeld worden in een volledig witte klascultuur.
Inclusieve aanpak in sociale sector
Orhan Agirdag wil met zijn boek onderwijsprofessionals doen nadenken over de hedendaagse uitdagingen in het onderwijs. In studieboeken en cursussen voor toekomstige leerkrachten ontbreken nog te vaak voorbeelden van hoe diversiteit en kwaliteitsvol onderwijs wel perfect kunnen samengaan. Sterker nog: er worden nog veel achterhaalde ideeën gegeven. Dat moet anders.
‘Als sociale professionals handelen vanuit een volledig witte referentie heeft dat nadelige gevolgen voor hun werking en cliënten.’
Hetzelfde geldt voor sociale professionals. Ook in de brede sociale sector is een inclusieve aanpak nodig. Het is belangrijk dat sociale professionals zich bewust zijn van de invloed van racisme, stereotypen, segregatie, discriminatie, vooroordelen en lage verwachtingen op cliënten.
Grote steden worden steeds meer ‘minority-majority cities’. Dat zijn steden waarbij de meerderheid van de inwoners uit een brede waaier van minderheden bestaat. Als sociale professionals handelen vanuit een volledig witte referentie heeft dat nadelige gevolgen voor hun werking en cliënten. Bereiken ze wel alle kwetsbare mensen die ze zeggen te bereiken? En sluit hun methodiek en hulpverlening aan bij wat mensen met een migratieachtergrond verwachten?
In het pluralisme model van Agirdag is een divers schoolteam belangrijk. Anno 2020 heeft amper 5 procent van de leerkrachten een migratieachtergrond. Slechts 1 procent is afkomstig uit een niet-Westers land. Kleur in de leraarskamer is de absolute uitzondering.
In de sociale sector is het niet anders. Ook daar zijn sociale professionals met een migratieachtergrond nog te vaak de uitzondering op de regel.
Terug naar mijn schooltijd
Als ik terugdenk aan mijn schooltijd, vind ik het jammer hoe er naar mijn culturele achtergrond gekeken werd. Het incident met meester Jan is één van de vele kleine kwetsuren die ik opliep.
Ik besef pas sinds kort hoeveel voordelen het heeft om in verschillende werelden op te groeien. Ik ben de laatste jaren op zoek gegaan naar voorbeelden waar ik me aan kan spiegelen. Het zijn zij die me stimuleren om mijn dromen na te jagen.
Maar soms blijft het lastig. Nog altijd word ik geconfronteerd met stereotypen en negatieve vooroordelen. Maar telkens spreek ik mezelf opnieuw moed in. Het is juist dankzij mijn culturele achtergrond dat ik mooie paden zal bewandelen in mijn leven. Niet ondanks. Dankzij mijn dubbele identiteit is het mogelijk om betekenisvolle vriendschappen te onderhouden en me in te leven in een andere wereld. Het gaat me nog van pas komen!
Reacties
Zeker lezen
‘De kerstmarkt heeft betere openingsuren dan de sociale dienst’
Arts Wouter Arrazola de Oñate: ‘Racisme maakt mensen ziek’
‘Integratie OCMW in gemeente biedt kansen voor een sterk lokaal sociaal beleid’
Functionele cookies Always active
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies