Zorgeloze jeugd
Geert studeerde in 1995 af als arts. Hij wilde psychiater worden, maar die opleiding maakte hij niet af. De plotse dood van zijn vader was een kantelpunt. Een jarenlange zoektocht, zelfmedicatie, opnames en therapieën brachten maar weinig soelaas, tot hij op het spoor van de herstelbeweging kwam.
‘Met de dood van mijn vader vielen alle zekerheid, bescherming en veiligheid weg.’
Geert: “Ik heb een zorgeloze jeugd gehad. De eerste 23 jaar waren een vlotte, bijna eindeloos lijkende, vakantie, waar ik heel mooie herinneringen aan overhoud. Mijn ouders hadden geen problemen op vlak van gezondheid, relaties of financies. ‘Dat is dus het leven’, dacht ik.”
“En dan sterft mijn vader heel onverwacht. Hij was pas 49, de rots in de branding van het gezin. Mijn wereld stortte in. Alle zekerheid, bescherming en veiligheid vielen weg.”
Jij was toen student?
“Om te kunnen studeren, schreef de huisarts stimulerende medicatie voor. Daardoor voelde ik me sterk, euforisch zelfs. Ik kreeg de raad om vooral door de examenperiode te geraken. Ik sloot me zes weken lang op in mijn studentenkot, weg van de familie.”
“Terug thuis vond ik geen aansluiting bij mijn moeder en zus. Zij hadden elkaar en stonden al een stuk verder in hun rouwverwerking. Ik had mijn gevoelens zes weken ‘on hold’ gezet. Toen zijn mijn stemmingsschommelingen beginnen opspelen, mede onder invloed van de medicatie.”
Hoe is het dan misgelopen?
“Door die zorgeloze jeugd had ik geen probleemoplossend vermogen ontwikkeld. Als er zich geen problemen voor doen, of als elk strootje op je weg wordt weggenomen door je ouders, dan leer je niet omgaan met moeilijke momenten en lastige gevoelens.”
“En dan is het plots oorlog in je hoofd: niet alleen tussen tegenstrijdige emoties, maar ook tussen emoties en ratio. Tijdens die zes weken had mijn verstand het overgenomen. Emoties kwamen er niet aan te pas.”
‘Ik slikte met medicatie al mijn emoties in.’
“Om het leefbaar te houden, probeerde ik bijna wetenschappelijk om te gaan met de plotse dood van mijn vader. ‘Oké, mijn vader heeft het ongeluk gehad om aan een hartinfarct te sterven, heel plots. Dat gebeurt nu eenmaal. We moeten verder.’”
“Maar emoties onderdrukken is zoals een bal die je onder water duwt. Hoe dieper je die duwt, hoe heviger hij terug naar boven komt. Bij mij uitte zich dat in extreem medicatiemisbruik.”
“Om overeind te blijven, slikte ik letterlijk alles in met pillen: kwaadheid, verdriet, het gevoel onrechtvaardig behandeld te zijn. Dat was pure doping, zelfdestructief. ‘s Morgens slikte ik stimulerende zaken, ‘s avonds nam ik medicatie om toch maar een paar uur te kunnen slapen. Plankgas geven en dan de handrem aantrekken. Zo blaas je de motor op.”
Hoe kwam je verder in een neerwaartse spiraal terecht?
“Mijn moeder leed erg onder het overlijden van mijn vader. Daarbovenop kreeg ze kanker, een hele lijdensweg. Uiteindelijk is ze zelf uit het leven gestapt. Ik kon dat best begrijpen, het was een troost voor mij omdat ze er zelf heeft voor gekozen.”
“Tussen de dood van mijn vader en de zelfdoding mijn moeder deed ik zelf een suïcidepoging, met restletsels aan arm en been. Dat was ook voor mijn moeder zeer ingrijpend. Ik moest stoppen als psychiater in opleiding en ging van de ene opname naar de andere. Twee jaar lang had ik geen contact meer met familie en vrienden. Ik had ook geen woonplaats, alleen mijn auto en mijn autosleutels. Dat was het.”
“Toen kwam het moment waarop ik besloot: hier stopt het, ik stap uit het leven. Ik herinner mij dat gevoel nog heel goed. Er kwam een rust over mij – ik krijg er nog kippenvel van. Het stoppen met vechten lag binnen handbereik. Ik had geen doodsangst, ik had levensangst.”
‘Ik had geen doodsangst, maar levensangst.’
“Ik werd wakker op intensieve zorgen en zag mijn familie rondom mij. Ik was blij hen te zien, maar zat tegelijk met het verwijt: ‘Waar waren jullie toen ik jullie erg nodig had?’ Het was opnieuw een enorme botsing van gevoelens en emoties. Nu begrijp ik dat ze radeloos waren. Ze wisten niet meer hoe ze met mij en mijn verslaving moesten omgaan.”
“Mijn moeder kwam me elke dag bezoeken in het ziekenhuis. Ik denk dat zij daar de psychische krak heeft gekregen die ze nooit meer is te boven gekomen. Ik heb daar lang een enorm schuldgevoel over gehad. Ook bij het overlijden van mijn vader had ik een schuldgevoel. Ik had hem z’n fietstenue gegeven voor de tocht die hem fataal werd. Al die schuldgevoelens maakten dat ik me overeind hield met medicatie.”
Waar sta je vandaag?
“Sinds 1995 tot en met vandaag ben ik in behandeling. Ik heb meerdere opnames gekend en had ook ambulante therapie bij verschillende hulpverleners, psychiaters en psychologen. De ene beter dan de andere. Ik neem nog wel medicatie, maar alleen voorgeschreven door mijn psychiater. Ik moet wel alert blijven, opletten dat het niet ontspoort.”
‘Mijn vrouw is met veel geduld blijven investeren in mij.’
“De relatie met mijn vrouw is een paar keer heel dicht bij een breuk gekomen. Maar zij is blijven investeren in mij, met veel geduld en begrip. Als ik haar zie, dan weet ik: die vrouw wil ik niet kwijt geraken door domme dingen te doen. Ik heb nu een gezin, ik woon in een mooi huis, ik werk mee in de optiekzaak van mijn vrouw, we hebben honden die het leven mooi maken, ik heb weer contact met mijn vrienden en familie.”
“Ooit was ik dat allemaal kwijt. Ik word er ook dagelijks aan herinnerd. Ik hoef maar naar mijn hand te kijken en ik weet: dit wil ik niet meer meemaken.”
Je bent heel open over je leven.
“Mijn verhaal is gegroeid tijdens mijn opleiding als ervaringsdeskundige. Daar heb ik leren praten over mijn leven.”
‘Het contact met lotgenoten was heel belangrijk.’
“Het contact met lotgenoten was daarbij heel belangrijk. Het was een proces waarin ik gegroeid ben van stille aanwezige naar actieve deelnemer, iemand die zonder angst zijn verhaal kan brengen.”
“Mensen durven vaak niet spreken over hun moeilijke momenten in het leven. Vanuit mijn opleiding als ervaringsdeskundige wist ik dat je moet kunnen ventileren zonder veroordeeld te worden. Dat ventileren, steeds opnieuw je verhaal kunnen vertellen, werkt louterend. De opleiding heeft me geholpen om de toch wel zware gebeurtenissen in mijn leven te aanvaarden.”
Je hebt in de geestelijke gezondheidszorg heel wat watertjes doorzwommen. Wat is voor jou een herstelgerichte visie?
“Ik denk meteen aan een bekentenis van een psycholoog, toen ik voor de derde of vierde keer bij hem op gesprek kwam en ik het over mijn verslaving had. Hij was zelf ervaringsdeskundig op het vlak van middelenmisbruik. Die uitspraak van een heel sterke persoon heeft me enorm geholpen.”
‘Mijn psycholoog was zelf ervaringsdeskundig.’
“Ik heb heel wat psychiaters en hulpverleners de revue zien passeren, maar er zijn er maar enkele die mij echt geholpen hebben. De psychiater die de telefoon opnam met zijn naam, en niet met de frase ‘met de dokter’. Of die andere psychiater die ik na een gedwongen opname aan de lijn had. Ik stond buiten met grote angsten en wist niet waar naartoe. ‘Je bent welkom’, zei hij. ‘Zie je het zitten om tot hier te komen? Kan je hier geraken? Anders neem je het openbaar vervoer.’ Dat was zo mooi, geen vragen over wat er gebeurd was.”
“Of de verpleger die me in het ziekenhuis begroette met ‘Dag Geert’. Dat was de eerste keer in die veertig dagen dat iemand me bij mijn voornaam noemde. ‘Zal ik een glaasje water halen? Kunnen we praten op de kamer of liever in de spreekruimte?’ Dat was zo’n aangename, rustgevende manier om menselijk en respectvol behandeld te worden. Ik voelde zo de angst van mijn schouders vallen.”
Dat klink zo eenvoudig en evident…
“Herstelgerichte zorg vertrekt van respect voor de patiënt en een menselijke omgang. Dat vraagt van hulpverleners dat ze afstand nemen van hun kennis en stoppen met mensen te reduceren tot hun symptomen en diagnose.”
“Wat kan ik voor je doen? Wat kan ik voor je betekenen? Waarmee kan ik je helpen om je moeilijke gevoelens een beetje onder controle te krijgen? Weet dat je mij kan vinden, ik ben bereikbaar. Dat doet deugd en geeft mensen het gevoel dat ze mogen zijn wie ze zijn. Met hun angsten, hun achterdocht, hun schuld- en schaamtegevoelens.”
‘Herstelgerichte zorg vertrekt van respect voor de patiënt.’
Professor Stijn Van Heule van de Universiteit Gent situeert herstel op drie niveau’s.Mooi uitgelegd in een video op PsychoseNet.beHet klinisch herstel waarbij symptomen zoveel mogelijk worden teruggedrongen. Het persoonlijk herstel waarbij men als mens terug contact legt met zichzelf, de maatschappij, vrienden en familie. En dan het existentieel herstel, waarbij men stilstaat en nadenkt over existentiële vragen.”
“Voor mij was dat: Wat kan ik nu nog betekenen? Ondanks mijn psychische en lichamelijke beperkingen heb ik geleerd om mezelf graag te zien. Dat is een cliché, maar het is wel zo.”
Je moet het gevoel hebben evenwaardig te zijn?
“Ja. En dat zit in kleine dingen: begroeten, een hand geven, oogcontact maken. Ik zat daar eens met een hele droge mond en de therapeut ging een flesje water halen. Dat glaasje water heeft in mijn leven een belangrijke symbolische waarde gekregen.”
“Evenwaardigheid betekent: ik word hier begrepen, niet beoordeeld en zeker niet veroordeeld. Ik mag spreken waarover ik wil, wat ik voel op dit moment of gevoeld heb tussen twee consultaties in. Ik moet me niet schamen. En als ik een droge mond heb, dan krijg ik een glaasje water. Daar zit het hem in. Het gevoel dat je al een beetje regie over uw eigen leven krijgt, ook al ben je in opname.”
Dat is bij bepaalde opnames helemaal anders geweest?
“Vaak was het alleen belangrijk om je aan de structuur te houden: op tijd opstaan, op tijd naar de refter, op tijd naar de therapie, op tijd gaan slapen, op tijd het licht uit, op tijd dit, op tijd dat. Ik zat vaak in de leefruimte met het gevoel dat ik aan mijn lot werd overgelaten.
“In niet-herstelgerichte ziekenhuizen draait het vooral om medicatie en het zo snel mogelijk terugdringen van symptomen.”
Hoe belangrijk is familie in zo’n herstelproces?
“Het is enorm belangrijk dat familie uitgenodigd wordt om hun kant van het verhaal eens te vertellen. Of zoals een hoofdverpleger naar mijn vrouw belde met de vraag: ‘Gaat het met jou een beetje?’”
“Familie is belangrijk om samen, niet over mij, maar samen met mij, te spreken en te kijken: Wat is wenselijk? Wat is wel en niet mogelijk? In een van de settings mocht mijn vrouw op gesprek komen bij de psycholoog, om over mij te spreken. Zo moet het dus niet. Ik voelde dat aan als een coalitie tussen hulpverlener en familielid. Wat wordt er verteld achter mijn rug? Als je dan al wantrouwig bent, doet dat geen deugd.”
Hoe zwaar weegt het etiket psychiatrisch patiënt?
“Dat weegt helemaal niet, integendeel. Door mijn verhaal te doen, krijg ik erkenning. Mensen durven me aanspreken over hun eigen moeilijke momenten. Je herwint je recht van spreken en eigenwaarde.”
“Maar verlost geraken van het stigma, gaat niet vanzelf. De eerste keer dat ik na een opname terug naar huis mocht, durfde ik bijna niet uit de auto stappen: ‘Wat gaan ze nu denken over mij?’ Ik voelde mij heel klein en ik wou mij nog kleiner maken.”
‘De eerste keer dat ik na een opname terug naar huis mocht, durfde ik bijna niet uit de auto stappen.’
“Er is nog een hele weg te gaan met de-stigmatisering. Zelfs bij hulpverleners. Nog te vaak worden mensen die kampen met een verslaving bekeken als lastige patiënten. Herstel mogelijk maken vraagt van iedereen een houding waarbij zij ook een beetje over de brug komen. Door aandacht of door iets van de eigen kwetsbaarheden te tonen.”
Psychiatrische instellingen zijn niet meer de totale instituties van vroeger. Toch blijven ze vaak een toevluchtsoord voor kwetsbare mensen, weg van de maatschappij.
“Ik heb in een resort gezeten waar alles voorhanden was. Lekker eten, grote tuinen, sportvelden. Je had de keuze uit meer dan honderd therapieën.”
“Als patiënt werd je wel niet betrokken bij de opname. Teamvergaderingen verliepen zonder de patiënt en achter gesloten deur. Na acht maanden stapte ik erbuiten en dacht: ‘Dit is niet het echte leven.’ Ik kwam op dezelfde manier buiten als toen ik er binnen was gegaan. En dan moet je weten dat sommige mensen daar al zeven jaar zaten.”
Wat is er nodig om het systeem van opname, heropname te doorbreken?
“Psycholoog Peter Dierinck (ook columnist bij Sociaal.Net, nvdr.) verwoordde het mooi nadat hij mijn verhaal hoorde: ‘Het lijkt wel dat er op de juiste momenten de juiste mensen in je leven aanwezig waren.’ De psycholoog die ook ervaringsdeskundig was. De psychiater die mij inspraak gaf in mijn medicatiebeleid. En de systeemtherapeut die in zijn centrum systematisch ervaringsdeskundigen betrekt.”
“Toch heb ik op mijn jarenlang traject veel tijd verloren. Goede herstelverhalen kunnen misschien helpen om die lange weg in te korten.”
Wat is voor jou de echte essentie van herstelgericht werken?
“Correctie, voor mij gaat het over herstelgericht ‘zijn’. Werken doe je van negen tot vijf. Herstelgericht zijn, ben je tijdens alle contacten, op alle plaatsen en in alle settings. Het is een basishouding. Ook bij de bakker met een eenvoudig ‘Hoe gaat het met je?’. Dat is ont-moeten, het ontdoen van moeten.”
‘Liefde is een belangrijke kracht voor herstel’
“Nog belangrijker voor herstel is de liefde voor de medemens en voor jezelf. Een goede hulpverlener is iemand die ‘de mens’ graag ziet. Liefde is een zeer belangrijke kracht. Zo heeft de liefde van mijn vrouw ook sterk bijgedragen tot mijn herstel.”
En jezelf graag genoeg zien om verder te gaan, niet terug te keren…
“Dat is inderdaad een wisselwerking. Wanneer je liefde mag ervaren, krijg je ook liefde voor jezelf. Daardoor kan verandering optreden.”
“Liefde voor de ander en voor jezelf wordt ook groter door verhalen te delen. Je kan maar een mooi mens zijn, wanneer je ook een mooi mens gevonden wordt.”
Leven is co-creëren, elkaar raken met woorden en ervaringen. Van betekenis zijn voor elkaar door iets te raken en te bewegen in de ander. Ons heb je alvast geraakt.
Reacties [16]
Het was een bijzonder rijke ervaring Geert te leren kennen. Eerst door zijn herstelverhaal te aanhoren. Dan door het openhartige interview dat we mochten doen. Dank Geert!
Gerard, het blijft een louterend effect hebben om mijn verhaal keer op keer te mogen brengen. Dankzij Katrien en jou kon ik mijn verhaal ook hier vertellen. Het blijft deugd doen.
Bedankt voor jouw getuigenis!
Ik heb mijn verhaal/getuigenis graag gebracht, Gerd.
In de hoop dat het iemand een beetje kan helpen. Al is het maar 1 iemand .
Heel mooie, menselijke getuigenis. Chapeau, Geert.
Dankjewel, Roel.
Zoals mijn vrouw Veerle op Facebook mooi verwoordde: het leven zoals het (soms) is.
Heel erg herkenbaar. Diep respect voor het moeilijke levenspad dat je nog elke dag opnieuw bewandelt samen met je naaste familie en de honden. Succesfactoren in herstel “zijn” vraagt idd liefdevolle hulpverleners die vooral mens zijn, nabij en alert, maar ook je stabiele partnerrelatie, het feit dat je de eerste 23 jaar van je leven alle kansen had en een veilig gezin, je sociaal kapitaal, en niet te vergeten de connectie met huisdieren, .. .het zijn allemaal belangrijke aspecten in dagdagelijks “herstel zijn”.
Wat honden en poezen betreft, begrijp ik nog altijd niet waarom zowel psychiatrische eenheden alsook rusthuizen daar zo moeilijk over blijven doen. Een dier graag zien, er voor zorgen, kan mensen terug levenszin geven en doen her-connecteren met zichzelf en de omgeving, het helpt je angsten controleren, … Het is helaas nog onontgonnen terrein in die hulpverleningssettings, op enkele uitzonderingen na.
Dag Heidi, dankjewel voor jouw fijne en fijngevoelige reactie.
Wat huisdieren betreft: het belang van een huisdier kan nauwelijks overschat worden. Bij ons zijn dat onze honden die ik gerust leden van ons gezin mag noemen.
Hier en daar is er inderdaad een rusthuis en psychiatrische eenheid die de waarde en het belang van huisdieren inzien. En dat dan ook in hun (afdelings)beleid implementeren.
Een mooi verhaal!
Daarom is ervaringsdeskundigheid zo belangrijk! Spijtig dat minister wyts de stekker uittrekt op de opleidingen.
Normaal studeer ik overmorgen af als ervaringsdeskundige in armoede en sociale uitsluiting. Dank u voor dit verhaal.
Mvg magda
Hallo Magda,
Ervaringsdeskundigen kunnen een heel belangrijke betekenis hebben in heel wat settings. Jammer genoeg is er nog een hele weg af te leggen.
Ik duim voor jou voor jouw afstuderen als ervaringsdeskundige. Ik wens jou een deugddoende toekomst.
Dag Geert.
Mijn allerdiepste respect. Ik heb je zelf eens uitgenodigd voor een gesprekje als je je dit nog herinnert; want je zat heel diep op dat opgenblik. En ik was maar de thuisverpleegkundige en niet specifiek opgeleid. Dus als ik nu jouw relaas lees, heb ik het er toen nog niet zo slecht van af gebracht en hadden wij een goed gesprek. Ik heb heel veel eerbied voor je familie en je vrouw die je blijven steunen zijn. Ik hoop dat je nog heel veel anderen kunt helpen… Genegen
Dag Els,
Ik zat toen inderdaad heel diep. Jij was één van de weinigen die mij op dat moment durfde en kon aanspreken. Waarvoor mijn oprechte dank.
Met veel respect en aandacht las ik dit mooie artikel. De zin “Dat vraagt van hulpverleners dat ze afstand nemen van hun kennis en stoppen met mensen te reduceren tot hun symptomen en diagnose.”is erg betekenisvol !Dank je wel Geert om dit te delen met ons als hulpverleners.
Dag Peter
De mens zien ‘in’ de lijdende hulpvrager vind ik ontzettend belangrijk en waardevol. En dat kan zich uiten in kleine, alledaagse maar zo betekenisvolle handelingen en woorden: een glaasje water kan een wereld van verschil betekenen.
Geert, mijn respect voor je!
Heel zinvolle getuigenis over de essentie, over menselijke zorg, over zelfzorg
Cfr zelfliefde can Charly Chaplin
Cfr hartcirkels waar de context: familie en belangrijkste vrienden worden bevraagd wat de ziekte van hun geliefde met hen doet.
Dankjewel voor jouw reactie, Marleen.
Zichzelf graag (leren) zien en zich opgenomen voelen in een warme context zijn m.i. Dikwijls van levens(reddend)belang.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies