Wat is je topprioriteit voor zorg en welzijn in Vlaanderen?
“Ik wil meer resultaatgerichte hulpverlening. Vandaag evalueren we vooral procesmatig wat hulpverleners en zorgverleners doen. Dat moet anders.”
“Ik wil hulpverleners bevrijden van een aantal vergaderingen en administratieve documenten en kijken naar uitkomsten op lange termijn. Daarnaast moet extra investeren in de geestelijke gezondheidszorg echt een prioriteit zijn.”
Meer resultaatgerichte hulpverlening klinkt als een stevig pleidooi voor evidencebased werken.
“Ik zou graag doen wat ze in andere landen al lang doen: bekijken of wat we gedaan hebben resultaat had. Ik wil daarbij niet elke hulpverlener in een keurslijf dwingen. Dat is de slechte vorm van evidencebased werken. De goede vorm is vooraf een aantal stappen vastleggen, maar een hulpverlener ook veel vrijheid geven zodat hij creatief aan de slag kan.”
‘We varen nog te veel blind.’
“Ik wil bijvoorbeeld van jeugdhulpverlaters weten hoe ze het stellen als ze 35 zijn. Hebben ze een diploma? Werk? Kan iemand duurzame relaties vormen? Dat zijn parameters om geluk te meten. Of neem de rondetafels in de jeugdhulp. Die moeten de stap van jongeren naar volwassenheid gemakkelijker maken. Het aantal rondetafels turven, is niet moeilijk. Boeiender, maar ook moeilijker is te kijken of de aansluiting met volwassenenhulp effectief gebeurd is. Kan zo’n achttienjarige daarna echt op eigen benen staan?”
“De jeugdhulp ondersteunt ook jongeren die een feit hebben gepleegd. We moeten durven kijken naar de situatie van die jongeren zes, twaalf of achttien maanden na de interventie. Werden er nieuwe feiten gepleegd? Pleegde die jongere meer of minder nieuwe feiten dan iemand met een gelijkaardig profiel voor wie een andere interventie werd gekozen?”
Vertrekken hulpverleners nu te veel vanuit hun buikgevoel?
“We varen vandaag als beleid nog te veel blind. We weten niet of wat we doen ook echt werkt. Hebben we voor de cliënt het beste gedaan wat we konden doen? Daar kan vandaag niemand echt op antwoorden.”
“Van de jeugdhulpverlaters zien we telkens twee categorieën terug wanneer ze volwassen zijn. Dat zijn jongeren die het goed hebben gedaan, de succesverhalen. De andere zijn de jongeren die de krant halen, waarmee het slecht is afgelopen.”
‘We weten niet of wat we doen ook effectief werkt.’
“Van de grootste groep jeugdhulpverlaters weten we echter niets. Dat is jammer voor de jongere, voor de hulpverlener en voor het beleid want het betekent ook dat als je extra geld investeert, je niet weet of je in programma A of B je centen moet steken voor het beste resultaat.”
Evidencebased werken vraagt om een sterke overheid die dit uitstippelt, regelt en controleert.
“Daar ga ik niet mee akkoord. Met een sterke overheid suggereer je dat er veel mensen voor moeten werken. Ik spreek liever van een slimme overheid.”
‘We hebben een slimme overheid nodig.’
“Als je als overheid een sociale-impactobligatie onderhandelt, moet je met experten rond de tafel zitten. Je moet zorgen dat een uitvoerder niet aan cherry picking doet en met de gemakkelijke casussen aan de haal gaat. Daar heb je dus slimme mensen voor nodig.”
“We moeten evolueren naar een overheid die samenwerkt met het werkveld en samen doelstellingen vastlegt. Een overheid die over sectoren heen kijkt en het werkveld ook de vrijheid gunt om die doelstellingen te behalen.”
Is de focus op resultaten een noodzakelijk voorwaarde bij toekomstige investeringen in zorg en welzijn?
“De regering Bourgeois heeft een half miljard euro extra geïnvesteerd in zorg en welzijn. Ik ben daar fier op. Iedereen die komt vertellen dat wij met de botte bijl op het budget hebben ingehakt, doet de waarheid geweld aan.”
“Ik weet dat er nog meer geld nodig is en als we de kans krijgen, zullen we ook serieus extra investeren in zorg en welzijn. Maar het budget zal niet tot aan de hemel blijven groeien. De vraag is hoe we de toenemende zorgvraag kunnen verzoenen met een schaarste aan middelen?”
‘Ik weet dat er nog meer geld nodig is.’
“Voor mij is dan de effectiviteit van wat we doen het eerste dat ik wil weten. Ik denk dat we daar veel winst kunnen boeken, niet alleen voor de patiënt die zorg nodig heeft, maar ook voor de jobtevredenheid van zorgverleners. Het resultaat van je werk wordt zichtbaar.”
Kan je dat effectiviteitsdenken introduceren in de geestelijke gezondheidszorg die je als prioriteit naar voor schuift?
“Ik volg de Britse psycholoog David Clark. Hij schreef het boek ‘Therapiewinst’. In het Verenigd Koninkrijk werken ze met vaste therapieprogramma’s. Met succes. 60 tot 70 procent van patiënten die kampen met burn-out, stress of angststoornissen boeken op relatief korte termijn grote vooruitgang. Meer dan de helft van de patiënten wordt opnieuw geïntegreerd op de arbeidsmarkt.”
“Het is de filosofie die wij als N-VA in Vlaanderen willen toepassen. We moeten meer outcomebased redeneren. Ik weet dat elke sector anders is, en dat je daarvoor oog moet hebben. Je moet dat dus heel voorzichtig, in samenspraak en beredeneerd introduceren. Maar ik ben er wel van overtuigd dat we meer kunnen doen dan vandaag.”
Denk je dat er voldoende draagvlak voor zo’n shift?
“Bij alle grote decreten die de afgelopen vijf jaar zijn gestemd en waar ik mee aan de kar heb getrokken zal je de stempel van evidencebased werken terugvinden: het nieuwe jeugddelinquentierecht, sociale impactobligaties, justitiehuizen… Ik denk dat het werkveld daarin wel mee was. Ik denk niet dat we decreten hebben gestemd die 100 procent ingaan tegen het aanvoelen op het terrein.”
‘Veel mensen begrijpen dat het anders moet.’
“Er zijn veel mensen die out of the box denken en die weinig schroom hebben om tegen een aantal heilige huisjes te schoppen. Veel mensen begrijpen dat het anders moet. Je kan dus zeker vernieuwen.”
Heel wat sociale professionals botsen op te hoge administratieve last. Die bureaucratie frustreert hen.
“Uit werklastmetingen blijkt dat in sommige zorgsectoren tot soms de helft van de werktijd opgaat aan vergaderingen en administratie. Waarom starten we geen meldpunt tegen administratieve overlast? Dan kunnen we die samen aanpakken.”
“Niemand koos ooit voor een job in de jeugdhulp, de thuiszorg of een woonzorgcentrum om twee uur per dag papieren in te vullen. Als iedereen 15 procent minder vergadert en papier invult, dan komt er veel extra tijd vrij. Tijd die geen extra geld kost. Tijd die besteed kan worden aan de zorg voor mensen.”
‘Waarom starten we geen meldpunt tegen administratieve overlast?’
“We moeten in zorg en welzijn zoeken naar creatieve oplossingen. Het zorgbudget kan de toenemende zorgvraag niet volgen. De omstandigheden dwingen ons om op een andere manier te denken en werken.”
Is minder bureaucratie en overleg voldoende om zorgjobs aantrekkelijker te maken? De vraag naar nieuwe medewerkers is groot.
“Dat zal zeker niet voldoende zijn. Met N-VA hebben we een plan voor meer handen aan het bed. We willen bijvoorbeeld een zorgpool organiseren.”
“Een groot deel van het zorgkundig personeel is onvrijwillig deeltijds actief. Het is voor ziekenhuizen vaak gemakkelijker om mensen deeltijds te laten werken. Dan komt hun zorgplanning beter uit. Maak voor deze groep deeltijdse medewerkers een zorgpool. Zo kunnen zij voor de arbeidstijd die niet ingevuld is gemakkelijk aan de slag bij een andere zorgwerkgever in de buurt.”
‘Meer handen aan het bed, minder bureaucratie.’
“Het is een van de vele ideeën die we hebben om te zorgen voor genoeg handen aan het bed. We moeten verder werken op de plannen van de zorgambassadeur, maar ook een doorbraak forceren rond de hervorming van de gezondheidsberoepen. Maar centraal staat meer handen aan het bed, minder vergaderen, minder bureaucratie.”
Ben je voorstander om persoonsvolgende financiering te introduceren in bijvoorbeeld de jeugdhulp of ouderenzorg?
“Ik sta volledig achter het principe van persoonsvolgende financiering, maar ik heb ook gezien welke problemen de uitrol in de gehandicaptenzorg heeft veroorzaakt. We moeten evalueren en leren uit de fouten die gemaakt zijn.”
“In de jeugdhulp liggen er een aantal bouwstenen klaar die we eventueel kunnen gebruiken, maar laat ons eerst grondig evalueren. Copy-paste van de persoonsvolgende financiering uit de gehandicaptenzorg is onmogelijk. Om maar iets te noemen: Wie zal het budget beheren van een kind dat uithuisgeplaatst werd? De natuurlijke ouders? De pleegouders? De jeugdhulpvoorziening?”
Hoe belangrijk is preventie?
“Het preventiebeleid in Vlaanderen en België loopt mank. Preventie is een Vlaamse bevoegdheid, maar de resultaten komen het federale beleidsniveau ten goede. Dat werkt niet.”
‘Preventiebudget optrekken tot het Europees gemiddelde.’
“We hebben in België een preventiebudget dat onder het Europees gemiddelde ligt. Preventie is zo belangrijk dat we dit zeker moeten optrekken tot op het Europees gemiddelde. Dat kan alleen lukken als alles rond zorg en gezondheid in Vlaamse handen komt.”
Moet de overheid sneller tussenkomen in gezinnen zodat problemen niet escaleren?
“Het is een slingerbeweging. In de jaren ’70 en ’80 traden we kordaat op in gezinnen waarvan we dachten dat ze niet voldeden aan de geldende normen. In die periode zijn er te veel kinderen uit het gezin gehaald louter omdat ze leefden in armoede. Dat was verkeerd. Als mensen in armoede leven, moet je die armoede aanpakken, niet de kinderen afpakken.”
“Nu is de slinger te veel doorgeslagen naar de andere kant. We hebben van de rechten van ouders een heilig huisje gemaakt terwijl het over het kind moet gaan. Als het nodig is voor een kind, dan moeten we ingrijpen. We moeten durven handelen. Alleen zie ik op het terrein veel handelingsverlegenheid.”
‘We hebben van de rechten van ouders een heilig huisje gemaakt.’
“Wanneer de zeer ingrijpende beslissing wordt genomen om een kind uit huis te plaatsen voor zijn welzijn of veiligheid dan loop je in een ideale wereld een parallel traject met de ouders. Alleen gebeurt dat nog veel te weinig. Ouders moeten de kans krijgen om te werken aan de problematiek waarom het kind uit huis werd geplaatst.”
En wat als ouders niet meewerken?
“Als je ziet dat ouders niet meewerken dan vind ik dat je als overheid moet durven beslissen in het belang van het kind.”
“Geef zo’n kind een plek waar het zijn vleugels kan uitslaan, waar het stabiel kan opgroeien. Ik ben een grote pleitbezorger van pleegzorg. Vertel aan het kind: hier mag je je veilig voelen en ervan uitgaan dat je voor langere periode mag en kan blijven. Als je dat niet doet, handel je in functie van de ouders, terwijl je door de ogen van het kind moet kijken.”
“In Vlaanderen zitten meer dan negenhonderd kinderen die jonger zijn dan zes jaar in een instelling. Die opvang willen we op de leest van een gezinshuis schoeien. Op die manier geven we kinderen een omgeving die aanleunt bij die van een gezin.”
Vind je dat de overheid ouders kan dwingen om geen kinderen te krijgen?
“De overheid moet niet beslissen wie er wel of geen kinderen mag krijgen. Je kan mensen niet verbieden om zich voor te planten. De voordelen van zo’n systeem wegen nooit op tegen de nadelen. Maar meer aanklampende en dwingende hulpverlening is wel nodig, zeker wanneer het gaat over bijvoorbeeld drugsverslaafde zwangere vrouwen.”
Reacties [1]
Resultaatsgerichtwerken, ik huiver er toch van. Een echte vertrouwensrelatie op basis van mededogen en geloof in de veerkracht van de hulpvrager blijft de basis. Het is zeker én én. Wegwerken van bureaucratie, minder tussenkaders en terug meer verantwoordelijkheid voor de plaatselijke teams, afbouw van de landschapsbureaus. Dit alles zal de arbeidsvreugde doen toenemen zal meer helpen dan resultaatsverbintenissen. Ik mis in het betoog eenzelfde gedrevenheid als het gaat om het wegwerken van de wachtlijsten. Men kan geen resultaat verwachten als men een jaar op de gewenste hulpverlening moet wachten. Ik mis ook de positieve pr voor de jeugdhulp. Vertrek van de aanwezige kracht van de sector en zijn gedrevenheid.
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies