Opinie

Vermarkting van het sociaal werk

Wie garandeert de kwaliteit?

Peter Raeymaeckers, Rudy Verhoeven, Jos Pauwels, Kristel Driessens, Johan Boxstaens, Michel Tirions, Steven Gibens

Ondanks het verzet van het middenveld besluit het Antwerpse stadsbestuur de vermarkting van het sociaal werk door te zetten. Meer concreet wordt er ondertussen gezocht naar een nieuwe eigenaar voor inloopcentrum de Vaart, een project voor een laagdrempelig daklozenopvang en een project voor arbeidszorg. Vanuit de Antwerpse opleidingen voor sociaal werk zijn we zeer bezorgd over deze ontwikkeling.

vermarkting

Geen gemakkelijke job

Onze opleidingen leveren immers al jarenlang nieuwe bachelor en master sociaal werkers af aan het werkveld. Al jaren zien we toe op de kwaliteit van de professionals die dag in dag uit in contact staan met kwetsbare doelgroepen.

Al jaren merken we ook dat de job van de sociaal werker er niet gemakkelijker op wordt. In een stad als Antwerpen worden sociaal werkers als eerste geconfronteerd met de aanhoudende en stijgende armoede en de grote diversiteit van kwetsbare doelgroepen.

“Vermarkten leidt niet tot betere hulpverlening.”

Daarnaast merken we dat ondanks de vele waardevolle inspanningen van onze sociaal werkers ze nog veel te vaak botsen op de grenzen van wat mogelijk is. Het leefloon en materiële steun vanuit het OCMW is nog steeds ontoereikend, de arbeidsmarkt is nog niet aangepast aan de meest kwetsbare doelgroepen, de wachtlijsten op de sociale huisvestingsmarkt zijn torenhoog, de plaatsen in de geestelijke gezondheidszorg zijn beperkt en ga zo maar door. De signalen vanuit het werkveld stapelen zich op.

We geloven niet dat het vermarkten van laagdrempelige hulpverleningsinitiatieven leidt tot betere hulpverlening. Meer nog, we durven zelfs te stellen dat een marktgerichte tendering van hulpverlening leidt tot meer problemen, meer versnippering, meer blinde vlekken in het opvangnet en een teloorgang van de professionaliteit van onze sociaal werkers.

Opdracht van het sociaal werk

Een eerste bezorgdheid betreft de opdracht van onze sociaal werkers. Sociaal werkers maken deel uit van een professie die zich niet snel laat vastzetten in een strak harnas.

Sociaal werk is namelijk meer dan het ‘helpen van mensen’. Sociaal werkers ijveren voor mensenrechten van kwetsbare doelgroepen, ze hebben oog voor de diverse problemen op alle levensdomeinen, ze werken individueel en met groepen, zorgen voor cohesie waar mensen in isolement leven en ze ondersteunen hun cliënten om, rekening houdend met hun capaciteiten, zelfstandig door het leven te gaan.

Kortom: sociaal werkers garanderen het recht van iedereen om een leven te leiden dat beantwoordt aan de menselijke waardigheid.

Het is daarom belangrijk dat het beleid deze brede opdracht erkent. Internationale praktijken tonen immers aan dat daar waar vermarkting wordt ingevoerd, de brede opdracht van de sociaal werker als sneeuw voor de zon verdwijnt. Met alle gevolgen van dien. De nadruk komt te liggen op het overleven van de eigen organisatie. De complexe noden van kwetsbare doelgroepen zijn niet meer prioritair.

Afromen van cliënten

Dat brengt ons naadloos bij een tweede argument. Uit onderzoek blijkt dat vermarkting van het sociaal werk leidt tot het afromen van cliënten.

‘De zwakste cliënten worden gemeden.’

Organisaties worden afgerekend op hun prestaties in termen van aantallen. Niet de kwaliteit van de hulpverlening telt, wel de cijfers van de output. Een gevolg is dat organisaties de zwakste cliënten gaan mijden. Deze zijn immers minder interessant. Ze vertragen de job van de sociaal werker en zorgen voor een minder efficiënte output.

In plaats van mensen ondersteunen, moeten sociaal werkers mensen selecteren. Met een pijnlijk resultaat als gevolg, de mensen die de hulp het meest nodig hebben, vallen door de mazen van het net.

Expertise door samenwerking verdwijnt

Sociaal werkers staan in een diverse stad als Antwerpen voor grote uitdagingen. De complexe problemen van kwetsbare doelgroepen vergen dan ook een aanpak die niet vanuit de inspanningen van één enkele organisatie of één enkele sociaal werker worden opgelost.

Cruciale expertise wordt al jarenlang opgebouwd in de vele samenwerkingsverbanden die het Antwerpse werkveld rijk is. Vermarkting zet organisaties tegen elkaar op door de concurrentie tussen de sociaal werkers onderling op te drijven.

‘Wij pleiten voor verbinding.’

Wij pleiten voor verbinding van het sociaal werk. Het Antwerpse sociaal werk moet zich verenigen, samenwerken zodat hun interventies naadloos op elkaar aansluiten en elkaar versterken. De onderlinge verdeeldheid die wordt gezaaid door de vermarkting werkt versnippering in de hand. De noodzakelijke expertise om de complexe problemen van kwetsbare doelgroepen aan te pakken verdwijnt hierdoor.

De professional of vrijwilliger

Een laatste kritiek is tevens onze grootste zorg. Als de laagste prijs het belangrijkste criterium wordt om financiering toe te kennen dan worden organisaties gedwongen om te besparen.

We zijn daarom zeer bezorgd over de kwaliteit van het personeel dat door deze privé-organisaties zal worden aangetrokken. Zijn deze personeelsleden gediplomeerd? Zijn ze methodisch geschoold? Kennen ze de rechten en sociale voorzieningen die kwetsbare mensen helpen integreren? Zijn ze getraind in een krachtgerichte basishouding die hen helpt verbinding te maken met groepen die moeilijk bereikbaar zijn? Op welke manier wordt toegezien op het werk van deze professionals? Worden ze ondersteund door leidinggevenden met gelijkaardige expertise?

‘Vrijwilligers kunnen de sociaal werker niet vervangen.’

Onze opgeleide sociaal werkers worden steeds meer geconfronteerd met het toenemende belang van vrijwilligers in het werkveld. Hoewel we de vrijwillige inzet van burgers zeker toejuichen, is het noodzakelijk om te benadrukken dat een vrijwilliger nooit de professionele inzet van de sociaal werker kan vervangen.

Wij leiden vandaag professionals op die betekenisvolle ondersteunende rollen kunnen opnemen in een complexer wordende en veeleisende samenleving. Professionals die aan de slag kunnen met complexe sociale problemen, die kunnen faciliteren, stimuleren, activeren, integreren, samenwerken, netwerkversterkend werken, bemiddelen, belangenbehartigen, organiseren, mobiliseren, participatief en planmatig werken.

Samenwerken en ondersteunen van vrijwilligers met als doel om tot een grotere sociale impact te komen, wordt daarbij een belangrijke opdracht. We vrezen echter dat in een logica van besparing de rol van de professional zal afnemen, met desastreuze gevolgen voor de cliënt.

Zorgen

De plannen van het Antwerpse stadsbestuur baren ons zorgen. Een belangrijk punt van kritiek is de kwaliteit van het sociaal werk. Daar waar een logica van besparing en concurrentie nog meer doordringt in het werkveld, is de kwaliteit van het sociaal werk in gevaar.

‘De plannen van het stadsbestuur baren ons zorgen.’

De Antwerpse opleidingen sociaal werk leiden al jarenlang kwaliteitsvolle sociale professionals op. We zijn daarom zeer bezorgd dat zij niet meer de kans krijgen om in een werkveld terecht te komen dat hun professionaliteit ten volle ondersteunt.

We raden het stadsbestuur van Antwerpen aan om in te zetten op verbinding tussen sociaal werkers in plaats van ze uit elkaar te spelen. Zo kan de expertise van sociaal werk benut worden om complexe sociale problemen op effectieve wijze aan te pakken.

Reacties [4]

  • janssens bert

    Niet alleen verontrust maar ook kwaad dat op deze manier jarenlange opbouw van degelijk sociaal werk afgebroken wordt. Tevens dat een werkplek van sociaal beleid die er was in de Vaart zomaar kan op de markt gezet worden. Er is grote nood aan een denkgroep en werkgroep sociaal beleid die een weerwoord kan betekenen door verenigde sociale werkers die op deze manier een stem krijgen die ze verdienen.
    Het gaat bij NVA alleen maar om de afbraak van het kritische soicaal middenveld en de visie ( die ik verfoeilijk vind dat het ” de eigen schuld is van de kanslozen ” ) Men wil de schade van deze samenleving niet in beeld brengen en de uitval van mensen die deze manier van samenleven niet aankunnen in de ogen kijken . Want dat zou kritisch kijken zijn van een stadsbestuur ( voorlopig touwtrekker in de vermarkting ) die enkel bezig is mensen tegen elkaar op te zetten , noodzakelijk hulp voor de minstbedeelden onmogelijk te maken , om zelf hun macht te poneren ( wordt stilaan zichtbaar )

  • Peter Brepoels

    Zie in dit licht ook de opinie: Voor sociaal werk met een hart die verscheen in De Wereld Morgen (http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2016/06/30/voor-sociaal-werk-met-een-hart), De Standaard en Gazet van Antwerpen en ondertekend werd door o.a. Bea Cantillon, Rudi Roose, Koen Hermans, … om maar enkele ondertekenaars te noemen die niet in bovenstaande lijst voorkomen
    En voor wie van dichterbij betrokken wil zijn: https://www.facebook.com/sociaalwerkersinverzet/?fref=ts

  • Sabine Maene

    Het wordt hoog tijd voor een beroepsvereniging voor alle sociaal werkers. Alleen zo is enige invloed op het beleid te bewerkstelligen. Sociaal werkers, verenig u!!
    Sabine Maene

  • Erik Claes

    Ik deel de grote bezorgdheid van de Antwerpse opleidingen en vrees dat de vermarktingstendens zich zal verderzetten in Vlaanderen en Brussel, tenzij we met alle betrokkenen de druk en het verzet blijven opvoeren. De selectieve hulpverlening die er dreigt aan te komen staat op gespannen voet met het gelijkheidsbeginsel. Zijn er geen juridische instrumenten voorhanden om de beleidsbeslissing aan te vechten?
    Met deze opinie besef ik ook hoe nefast deze vermarkting is voor generalistisch sociaal werk. Wat kunnen we nog verder concreet doen? Op welke beleidsniveaus kunnen we de druk opvoeren om deze kwalijke dynamiek te counteren? En hoe kunnen we onze expertise op het gebied van beleidsbeïnvloeding bundelen?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.