Verhaal

Willy doet zijn ding

Joke Nyssen

Willy woont samen met drie andere mannen in een gemeenschapshuis. Drie keer per week komt er begeleiding langs van Ondo vzw. Nerea begeleidt hem bij zijn werk.

begeleiding handicap

© Joke Nyssen

Onder de mensen

“Ik vroeg je wat je graag wou gaan doen,” zegt begeleidster Nerea. “En weet je nog wat jij toen antwoordde, Willy?” Willy kijkt haar aan. Met beide vuisten maakt hij een gebaar. “Afwassen.” Zijn ogen lichten op. Willy is graag bezig en graag onder de mensen.

“We gingen samen op zoek naar vrijwilligerswerk en al snel kon hij aan de slag in de keuken van het dienstencentrum,” vertelt Nerea. “Ik ondersteunde hem daar, vooral in zijn communicatie met de andere medewerkers. Verder deed Willy zijn ding.”

‘Willy is graag bezig.’

Het is druk in het dienstencentrum. Henny, de oudste medewerker, telt de potjes rijstpap. “54! En drie diabeten”, roept ze door de keuken. De muurtegels zijn bedrukt met bleekgele bloemen. Tegen de muur staan grote, rode dozen met opschriften: ‘Dozen groot, Bestek, Maatbekers’.

Willy draagt een schort en een wit kapje. Er druppelt wat zweet, van onder het kapje over zijn voorhoofd. Karim zet een grote schotel in de afwasmachine. “Zo niet, hé”, zegt Willy en hij draait de schotel om. Karim lacht en klopt hem op de schouder.

Afwasmachien

Henny komt de keuken binnen. “Willy, dat is mijn afwasmachien”, zegt ze. “Hij doet dat graag. Nu mogen we hem af en toe helpen maar in het begin mochten we er niet aankomen. ‘Mijn werk’, zei hij dan. Ik laat hem doen, dat heeft hij het liefst. Soms staat hij te dansen in de keuken. Maar het werk is altijd in orde. En hij wordt hier hetzelfde behandeld als iedereen.”

Willy spreekt, met klanken en gebaren. Nerea antwoordt zonder aarzelen. “Van in het begin konden Willy en ik goed met elkaar praten. Hiervoor werkte ik in een leefgroep met kinderen. Vaak waren dat kinderen die niet konden spreken. Die ervaring helpt me. Ik vind het belangrijk om een zo normaal mogelijk gesprek te voeren.”

In het dienstencentrum is Willy niet de enige die moeite heeft om zich uit te drukken. Ook de vrijwilligers van andere origine zijn geregeld op zoek naar hun woorden. Toch lijken ze elkaar te begrijpen. Hoewel Willy er nog maar vier maanden aan het werk is, is hij nu al een van hen.

Goed gewerkt

“Lepels in de emmer!” roept Henny. Een vrouw zet een stapel vuile borden op het aanrecht. Willy zet de borden in de lichtblauwe bak van de afwasmachine. Hij spoelt de resten spinazie en puree weg, trekt de klep van de machine naar beneden, drukt op de knop en stopt vervolgens enkele propere potten in de bak met het label ‘Saus potten (metaal)’.

Hij gaat de keuken uit, kijkt de zaal rond en knikt goedkeurend. “Alles weg? Dat is snel”, zegt zijn collega. Willy wijst naar de klok. “Goed gewerkt”, gebaart hij en hij schudt zijn collega de hand. De potjes met rijstpap worden op de tafel gezet.

 ‘Soms staat hij te dansen in de keuken. Maar het werk is altijd in orde. En hij wordt hier hetzelfde behandeld als iedereen.’

“Je ziet dat er hier bijna geen personeel is”, zegt een een man aan de tafel. “Maar Willy, dat is een harde werker. Vroeger zat hier iemand, om hem in het oog te houden, maar nu komt hij helemaal alleen!” Intussen werkt Willy hier zonder ondersteuning.

Kans geven

Voor Willy negen maanden geleden in het gemeenschapshuis kwam wonen, verbleef hij anderhalf jaar op de gesloten afdeling van een psychiatrisch centrum. Zij hadden hun twijfels over de stap naar het gemeenschapshuis. “Op zo’n afdeling is er bijna de klok rond iemand aanwezig. Wij komen drie keer per week langs. Dat vonden zij te weinig”, zegt Nerea. “Maar wij wilden het een kans geven.”

Eerst kwam hij op bezoek, met een begeleider van het psychiatrisch centrum. Dan kwam hij alleen. Hij bleef één nacht logeren, daarna twee. “De overstap was niet eenvoudig. In het begin had hij het moeilijk: ‘Ga ik dat wel allemaal kunnen?’ Maar ondertussen heeft hij een klik gemaakt”, vertelt Nerea.

“Mits voldoende ondersteuning aan huis, om dingen te verduidelijken en structuur te brengen, kan hij begeleid zelfstandig wonen. En zo kan hij ook werken. In het begin met wat ondersteuning en later alleen, zoals hij nu in het dienstencentrum doet.”

Geld en een boekje

Willy werkt sinds kort ook in de keuken van ontmoetingscentrum ‘t Werkhuys. Daar begeleidt Nerea hem wel nog. “Ken je de namen nog?”, vraagt Nerea. Willy schudt zijn hoofd en steekt een sigaret op. Ze steken de straat over. “De kok, Claude. De kokkin, Carine.” Willy knikt en kijkt haar aan.

“Vanochtend was ik wakker”, zegt hij. “Ja, deze ochtend wel”, antwoordt Nerea. Hij lacht breed. Zij ook. “Je weet dat het belangrijk is om op tijd te komen op je werk”, zegt ze. Hij knikt. Dan gooit hij zijn sigarettenpeuk weg en wandelt de poort door.

‘Hij is blij wanneer hij kan werken.’

“Steven!”, roept hij. Hij loopt langs de lege tafels het terras over en begroet de man hartelijk. “Hoe is ‘t, Steven?” “Warm, hé”, antwoordt de man. “Ja?”, vraagt Willy. “Jij bent nog niet in de keuken geweest, zeker?”, vraagt Steven. “Nog niet, nee”, antwoordt Willy lachend. Steven klopt hem de schouder en geeft hem een feloranje T-shirt met opschrift ‘’t Werkhuys’.

“Ik merk hoe blij hij is wanneer hij kan gaan werken. Toen ik hem de eerste keer vertelde dat we ergens mochten kennismaken, is hij het bureau binnengewandeld en heeft aan iedereen verteld dat ik werk voor hem had gevonden”, zegt Nerea. Binnenkort gaan ze zich voorstellen bij het rusthuis in de buurt, met de vraag of hij ook daar een dag in de week mag komen werken.

“Als ik het vergelijk met in het begin, zie ik dat hij meer initiatief neemt om zelf dingen te vertellen. Hij spreekt iedereen aan. Hij wil graag onder de mensen komen, contacten leggen en werken”, zegt Nerea. “Sinds kort heeft Willy ook zijn bankkaart in eigen beheer. Tijdens zijn opname kreeg hij leefgeld en werd alles geregeld via een bewindvoerder. Nu haalt hij zelf zijn geld af en leert hij zijn uitgaven bij te houden in een boekje.”

Een stapel vuile borden wordt in de afwasbak gezet. Het is druk in de kleine keuken van ‘t Werkhuys. Willy blijft er kalm onder. Hij doet zijn ding. Nerea ziet dat het goed is.

Reacties [1]

  • RONNY FRIGHEM

    dat is knap hoor willy

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.