Ik was niet aan het juiste adres
Ben je sociaal geëngageerd? Wil je de levenskwaliteit van mensen verbeteren? Wil je precaire situaties van mensen aanpakken? Hun problemen oplossen? Kan je out of the box denken? Zet je de regels soms naar je eigen hand? Heb je geen nine to five mentaliteit? Dan ben je aan het juiste adres: Jij bent een sociaal werker. Toch volgens het gros van de opleidingsgidsen.
‘Ik voel spanning tussen mijn opleiding en de onverbloemde realiteit.’
Ik was echter niet aan het juiste adres. Ik stond enkel in de juiste straat. Een straat waar steeds grote werken aan de gang zijn. Een straat waar zelden een einde aankomt. Een straat vol plassen die je elke dag confronteren met jezelf. Een straat die onze individualistische maatschappij op een harde maar realistische manier weerspiegelt.
Bedankt voor alles
Een vrouw met moeilijkheden op heel wat vlakken. Kinderen. Werkloos. Geen financiële buffer. Een vrouw met een blijvende en oprechte glimlach.
“Bedankt voor alles”, zei ze.
“Bedankt voor niets”, schreeuwde mijn hart. Met een bescheiden lach liep ik huiswaarts. Beschaamd of eerder moedeloos? Of beschaamd omdat ik me moedeloos voelde?
Bedankt voor het aanvragen van een afbetalingsplan. Bedankt voor het regelen van een buskaart. Bedankt voor het eten. Bedankt voor het herstellen van mijn gootsteen. Bedankt voor het luisterend oor. Bedankt voor de schouder.
Dankbaar omdat ze ter plaatste blijft trappelen in een straat waar de ene tegenslag na de andere op zoek is naar haar adres.
“Bedankt voor alles”, zei ze. “Het behoud van de situatie is ook vooruitgang”, zei hij.
Waar ben ik in godsnaam mee bezig?
Minder dan één jaar. Na minder dan één jaar in het werkveld voel ik een tegenstelling. Een spanning tussen de aangeleerde verwachtingen, kennis en competenties van mijn opleiding, en de onverbloemde realiteit van de kwetsbare mens.
De realiteit van machteloosheid. De realiteit van bureaucratie. De realiteit van onmogelijke verwachtingen in onze maatschappij. De realiteit van een eindeloze zoektocht naar een beter leven.
‘Ik kwam hier om mensen hun leven te ‘verbeteren’. Waar ben ik dan in godsnaam mee bezig?’
Juist. Ik kwam hier om mensen hun leven te ‘verbeteren’. Dat was het toch hé? Dat geloofde ik toch? Ja juist. Maar waar ben ik dan in godsnaam mee bezig?
Verbeteren betekent (blijkbaar) progressie maken. Het beter maken van een situatie. Maar wat als het verbeteren niet gaat? Wat als mensen, ondanks alle inspanning, tegen de muur van machteloosheid lopen? Wat als een hulpverlener -ik in dit geval- ondanks dezelfde inspanning tegen dezelfde muur van machteloosheid loopt?
“Bedankt voor alles”, zei ze. “Het behoud van de situatie is ook vooruitgang”, zei hij.
Het is precies nooit genoeg wat ik doe
Ik was, na zo’n korte periode, de draad al kwijt. Ik voelde mij beschaamd en klein. Een incapabel gevoel dat aan me vreet. Een gevoel dat me wakker houdt.
Arne, collega.
–
Ik: “Het is precies nooit genoeg wat ik doe. Ik voel me zo machteloos.”
Arne: “Ik weet wat je bedoelt.”
Ik: “Ja? Ik bots precies tegen een muur.”
Arne: “Ik snap wat je bedoelt, maar, Jan-Maarten, het behoud van een situatie, de status quo handhaven, is soms ook vooruitgang.”
Ik: “Ja, misschien wel. Ja, ik weet het niet.”
–
Het behoud van een situatie is voor de moeder ook vooruitgang. Het gaat niet beter, maar ook niet slechter.
Eén meter, één bureaustoel, één berg papier
Voor dit gesprek met mijn collega zocht ik naar antwoorden in wetenschappelijke teksten en onderzoek. Zo had ik het geleerd. Ik las artikels en boeken over werken in de hulpverlening. Ik ging op zoek naar een verhaal of antwoord waarin ik mij kon herkennen.
‘Ik ben verdomme goed bezig als sociaal werker.’
Maar ik vond het antwoord dat ik nodig had naast mij. Letterlijk één meter, één bureaustoel en één berg papieren verder. Voor hem misschien een normale respons. Voor mij een geruststellende boost. Een boost in zelfvertrouwen was het niet. Eerder een vriendelijke reminder dat ik verdomme goed bezig ben.
Ik ben fier op mijn bevoorrechte rol als sociaal werker. Ik krijg de kans om er te zijn voor de mensen die het nodig hebben. We zijn er wanneer niemand anders kijkt. We zijn er soms als laatste hoop. We doen meer dan het strikt noodzakelijke. Ik bedank alle andere hulpverleners die ondanks alle voorwaarden, regels en wetten net dat tikkeltje meer doen. Ik kijk naar hen op.
Ik kijk vol goede moed naar een toekomst. Een toekomst waar ik het einde van de straat vind en aanbel bij het juiste adres.
Sociaal werkers zijn geen wereldverbeteraars. Wij kunnen de wereld niet veranderen. Maar heel misschien krijgen we de kans om de wereld, ook al is het maar voor één dag, net een beetje draaglijker te maken voor iemand.
Ik ontvang haar ‘bedankt voor alles’ nu met open armen.
Reacties [5]
Er blijven zijn. Inderdaad. Mag ik even verwijzen naar http://www.hoopverlening.be ?
Het ga je goed. Proficiat !
Wat geeft me het lezen van dit artikel een enorme boost.
Ondertussen ben ik een halfjaar de opleiding ‘sociaal werk’ aan het volgen, een nieuwe wereld vol realiteitsbeelden en inzichten. Je gaat plots door een andere bril kijken, soms heel confronterend maar tegelijk mooi om te zien dat er zoveel organisaties zijn die zich elke dag inzetten om de veerkracht bij die kwetsbare groepen mee te ondersteunen. Naar mijn mening zouden we in het secundair onderwijs een vak moeten geven die cababilty aproach in de kijker zet. We moeten als samenleving inderdaad individualistisch zijn, zelfontwikkeling is belangrijk. Maar wat even belangrijk is, een samenleving die met elkaar verbind en mee helpt roeien in plaats van de andere richting uit te kijken. Want zelf een lichte storm of een klein gaatje kan je eigen boot doen zinken en dan wil je toch ook dat iemand je helpt… Een mooi recept van zelfontplooiing en tegelijk meewerken aan een samenleving die gelijke kansen biedt.
Dag Jan Maarten, Dieter en zoveel anderen,
Hou moed, praat met elkaar ook met hen waarmee je werkt (zowel collega’s als met je cliënten – klanten,…..). Ik ben enkele maanden op pensioen na een loopbaan van werken met mensen die op verschillende levensdomeinen het moeilijk hebben en meervoudig gekwetst zijn. Was dit makkelijk? neen. Gaf dit voldoening? Soms niet en was de frustratie groot – maar het doet zo goed om te kunnen zien welke stapjes (hoe klein ze soms zijn) die mensen zetten. Soms heb je het gevoel dat je vecht tegen de bierkaai – maar sociaal werk is ook strijden voor een betere wereld – mensen laten groeien en mondiger maken.
Wat me hielp was vormingen volgen – boeken lezen – praten en reflecteren – en soms tegen schenen schoppen en op lange tenen trappen en ja je erbij neerleggen dat de situatie nu eenmaal zo is en blij zij met dank je wel, ik voel me geholpen (betekent heel veel – je hebt geluisterd en samen gezocht naar een mogelijke oplossing). Hou vol
Jan-Maarten,
Donderdag ben ik ook één jaar tewerkgesteld bij OCMW Kortrijk. Ik werk er strikt met daklozen. De harde realiteit blijft me slaan, elke week. Ik heb moeite met die pil te slikken. Ze is zuur en vreet aan je geweten. Wat kan ik in godsnaam betekenen voor al die daklozen die zo verdwaald zijn in onze maatschappij. Ergens diep in het straatje vol plassen, gewillig om eruit te komen, maar verdikke smerige boel om er te uit te geraken. Zonder die zware rugzak zou het waarschijnlijk een spel zijn, maar zelf de zwaartekracht werkt tegen en de rugzak weegt ferm door. Ze vechten tegen hunzelf, de wereld en iedereen rondom hen. Een gevecht waar je niet weet waar eerst geslaan. Ik loop met hen mee, maar zij vangen de klappen.
Één jaar lang ervaar ik dit gevecht van dichtbij. Het is slikken en ik besef dat het nog enkele jaren zal duren voor ik mijzelf een plaats kan geven in dit alles. Het is inderdaad belangrijk inzien dat “de status-quo handhaven soms ook vooruitgang betekend”.
Ik werkte jarenlang in de hulpverlening en zorg en ben thans op pensioen. Er is een hele weg te gaan van oplossingsgericht bezig zijn – en dat moet (moest) ook – naar langzaam ontdekken dat meelopen, er bij zitten en blijven zitten, ploeteren en aanmodderen, … en andere vormen van ‘present zijn’ het verschil (kunnen) maken. Niet alleen voor je cliënt, maar ook voor jezelf. Ik vind wat je schrijft erg bemoedigend.
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies