De opleiding is gebaseerd op het inzicht dat je niet over maar wel met kinderen moet praten. Is dat zo grensverleggend?
Trees: Op de werkvloer merken we dat het werken met kinderen en ouders op het eerste zicht gemakkelijk en vanzelfsprekend lijkt. Maar die eenvoud bedriegt. Werken met kinderen en hun ouders vergt een bepaalde gevoeligheid en een theoretisch kader. Zo zie en hoor je méér. Met een gedegen theoretisch kader kan je makkelijker aan de slag in de praktijk. Dat vonden wij bij de Franse kinderarts Françoise Dolto. Zij werkte het grootste deel van haar leven met kinderen en ouders. Ze stond bekend om haar breed en volgehouden klinisch werk. Dolto overleed in 1988 maar haar theorie en praktijkvoorbeelden zijn levendiger en relevanter dan ooit.
‘Kinderen zijn volwaardige gesprekspartners.’
Kan je de kern van haar werk eens schetsen?
Tom: Dolto hecht veel belang aan taal. Een van haar boeken heet niet toevallig ‘Tout est langage’. Ook het pre-talige kind kent ze taal toe: het lichaam spreekt daar waar het woord dat nog niet kan. Ze vindt het vanzelfsprekend dat er met kinderen wordt gesproken en niet alleen over kinderen. Voor Dolto zijn kinderen volwaardige gesprekspartners. Dat geldt ook voor heel kleine kinderen of jongeren die ogenschijnlijk afwijkend gedrag stellen. Ze ziet een duidelijk verband tussen het welbevinden van kinderen en ouders. In plaats van te zoeken naar een schuldige voor vreemd, lastig of afwijkend gedrag, legt ze de nadruk op het begrijpen van wat voorbij dat gedrag ligt. Ze kent volwassenen en kinderen een verantwoordelijkheid toe voor het eigen doen en laten.
Vanwaar haar aandacht voor dat jonge spreken?
Trees: Als klein meisje werd Dolto door haar moeder gevraagd te bidden voor haar zieke zus. Wanneer Dolto’s zusje toch sterft, blijft ze achter met een enorm schuldgevoel. Heeft ze wel genoeg gebeden? Is haar zusje gestorven door haar schuld? Het bleek een onbewuste motivator om arts te studeren en om zich later toe te leggen op een spreken dat een mens doet groeien.
Zijn er in Vlaanderen praktijken die op die manier met kinderen en hun ouders werken?
Tom: Absolute pionier in Vlaanderen is de Antwerpse Speelbrug, een ontmoetingsplaats voor de allerkleinsten en hun ouders. Dat initiatief was geïnspireerd op Dolto’s ‘Maison Vertes’: laagdrempelige ontmoetingsplekken waar ouders en kinderen langs kunnen lopen. In dat spoor ontstonden in Vlaanderen en Brussel verschillende ontmoetingsplekken. Daar praten kinderen en ouders samen over kleine en grote opvoedingsvragen.
‘We zijn beiden fan van Dolto.’
Trees: We leerden elkaar kennen in zo’n Brusselse ontmoetingsplaats. Tom was er hoofdbegeleider, ik supervisor. We waren beiden fan van Dolto omdat zij inspireert. Haar werk is ook vertaalbaar naar een groot publiek. Vanuit die gemeenschappelijke basis startten we samen de vzw Ou-ki op, met onze Villa Ou-ki. Dit zijn laagdrempelige plekken waar ouders, in aanwezigheid van hun kind, langs kunnen lopen om samen na te denken en te spreken over een opvoedingsvraag, hoe klein of ogenschijnlijk onoverkomelijk ook.
Vanwaar die drive om op deze manier met kinderen en hun ouders te werken?
Trees: Je kan maar met kinderen werken als je ook met hun ouders werkt, en omgekeerd. Dat las ik bij Dolto en leerde ik op verschillende werkterreinen. Ik geloof ook in de kracht van laagdrempelig werken, buiten de muren van de psychoanalyse of therapie. In Villa Ou-ki kunnen ouders samen met hun kinderen een babbel hebben over hun alledaagse opvoedingsvragen. Die laagdrempeligheid zit ook in een atelier met choreografen en autistische kinderen. Plezier beleven aan het lichaam staat daar centraal. In welke situatie ook, mensen hebben hun capaciteiten en zijn uniek. De verbinding met de ander staat steeds centraal.
‘Ik geloof in de kracht van laagdrempelig werken.’
Hoe kwamen Dolto terecht in de opleiding sociaal werk?
Tom: In de eenjarige opleiding schetsen we het kind in zijn verschillende leefwerelden: thuis, in de kinderopvang, op school of bij leeftijdsgenoten. De visie van Dolto is op veel terreinen bruikbaar. Het is een geknipte achtergrond om vanuit verschillende werkdomeinen expertise uit te wisselen. De bedoeling was om een brede waaier van sociale professionals te bereiken. Heel wat cursisten bouwden al een berg werkervaring op. Dat versterkt de wisselwerking tussen theorie en praktijk. Via de opleiding kunnen we onze expertise breder laten uitwaaieren.
Lukt dat?
Tom: Het vorige opleidingsjaar werkten we met mensen met een heel verschillende beroepsachtergrond. Zo waren er enkele psychotherapeuten, een muziektherapeute, iemand uit de kinderopvang, uit de jeugdhulp, een advocaat, een bemiddelaar en enkele studenten van Howest. De gemene deler: ze werkten allemaal met kinderen en ouders.
Trees: Die diversiteit blijft ons mikpunt omdat ze een meerwaarde is voor de cursisten. Ze krijgen inzicht in andere beroepen die ze vaak slechts van aan de zijlijn kennen. Door die confrontatie met verschil, gaan ze ook het eigen beroep anders bekijken.
Ernie, jij was een van die cursisten. Hoe blik jij terug?
Ernie: Voor mij was deze opleiding heel inspirerend. Naast de theorie, kreeg ik inzicht in de toepassing ervan. Mijn medestudenten kwamen vanuit verschillende regio’s en werkterreinen. Die diversiteit was heel verfrissend en verruimend. Bij elk onderwerp voegde iedereen vanuit zijn ervaring en expertise iets toe.
‘Kinderen krijgen meer ruimte om zelf te spreken.’
Stak je er ook nieuwe dingen op over het omgaan met kinderen en hun ouders?
Ernie: Het gedachtegoed van Dolto inspireert mijn dagelijks werk met kinderen en hun ouders. Vroeger praatten jeugdhulpverleners vooral ‘over’ ouders en gezinnen. De laatste jaren krijgen ouders en kinderen meer ruimte om zelf te spreken. Dat is een goede evolutie. Deze opleiding over spreken met kinderen en ouders, sluit daar mooi bij aan. Ik werd me nog meer bewust van de kracht van taal. Dat daagt me uit om ook jonge kinderen meer te betrekken en samen met hun ouders taal te geven aan wat er rondom hen gebeurt.
Reacties
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies