Verhaal

‘Kinderen leren het meest van zichzelf’

Lieve Claeys

De pedagogische visie van Reggio Emilia vindt meer en meer ingang in de kinderopvang. In groepsopvang Wolkewietje in Berlaar werd de methode vier jaar geleden ingevoerd. “We zeggen kinderen niet meer voortdurend wat ze moeten doen”, aldus verantwoordelijke Ilse Cleirbaut.

© Lieve Claeys

Krachtige kinderen

Vandaag is Prikkeldag. Die dag van de Week van de Zorg zet de kinderopvang en de Huizen van het Kind in de kijker. Het thema van de Week van de Zorg dit jaar staat dan ook centraal in de kinderopvang: de ontwikkeling van het brein. Tijdens onze eerste levensjaren ontwikkelen de hersenen zich het snelst.

In de kinderopvang wordt sterk op de stimulatie van het brein ingezet. Want dat baby’s veel meer kunnen dan huilen, slapen en eten weten ze daar maar al te goed. “Wij vertrekken vanuit een krachtig kindbeeld”, vertelt Ilse Cleirbaut, verantwoordelijke van groepsopvang Wolkewietje in Berlaar.

‘Baby’s kunnen meer dan huilen, slapen en eten.’

“Ieder kind heeft van nature veel talenten en mogelijkheden. Het is onze taak als kinderbegeleiders om die al van jongs af aan te ontdekken en er ook maximaal op in te spelen.”

Stapje achteruit

Dat doen ze in Wolkewietje sinds vier jaar volgens de methode van ‘Reggio Emilia’. Dat is een pedagogische visie die haar oorsprong vindt in de gelijknamige Italiaanse stad.  Na het onderwijs vindt de visie meer en meer ingang in de kinderopvang. De pedagogiek gaat uit van wat kinderen al kunnen en niet van wat ze nog niet kunnen.

Drie elementen spelen daarbij een belangrijke rol: de ruimte, het materiaal en observatie. De ruimte is licht, verbindt binnen en buiten en moet kinderen uitdagen om te ontdekken en experimenteren. Ook de materialen zijn uitdagend en vooral van natuurlijke oorsprong. De observatie is er dan weer op gericht de identiteit en vaardigheden van de kinderen zo goed mogelijk te leren kennen.

“Het uitgangspunt van Reggio Emilia is dat kinderen het meest van zichzelf en van elkaar leren”, legt Ilse Cleirbaut uit. “Als begeleiders zetten we dus een stapje achteruit: we zeggen niet steeds wat of hoe ze iets moeten doen, maar geven hen zelf de tijd om dingen te ontdekken. We observeren in plaats van te sturen en zullen pas ingrijpen als het respect of de veiligheid in het gedrang komt.”

Eigen aandeel

Dat laatste blijkt niet eens zo vaak nodig te zijn. “We zeiden voor we met Reggio Emilia aan de slag gingen veel vaker ‘stop’, ‘nee’ of ‘blijf daar af’. Maar als je die woorden te veel gebruikt, dan geef je eigenlijk voortdurend aandacht aan het negatieve. Kinderen gaan dan op den duur denken dat ze vervelend moeten doen om je aandacht te kunnen krijgen. Het is hier nu rustiger, de sfeer is meer relaxed.”

‘We observeren in plaats van te sturen.’

Al is het natuurlijk niet alleen maar peis en vree in de opvang. “Maar wanneer een kind lastig doet, gaan we de oorzaak daarvan niet meer alleen bij het kind leggen”, verklaart de verantwoordelijke van de groepsopvang.

“Vroeger gingen we er makkelijker vanuit dat een kind wel moe of hongerig was, en daardoor lastig deed. Nu kijken we ook naar wat ons aandeel als begeleider in de stemming van het kind kan zijn.”

Het gedrag van deze kleine kinderen komt niet uit de lucht gevallen. “Onze houding bepaalt mee hoe zij zich gaan gedragen. Ook de ruimte waarin ze zich bevinden, kan daar een invloed op hebben.”

Opvallende inrichting

Die ruimte in Wolkewietje valt op door haar eenvoud. Je vindt er niet de felle kleuren die je in een kinderdagverblijf verwacht, wel een rustige aankleding in natuurtinten, heel huiselijk.

‘De ruimte valt op door haar eenvoud.’

In de keukenkasten staan geen plastic borden, maar gewoon stenen servies. Het speelgoed zijn veelal schatten uit de kringwinkel. In de gangen weerklinkt klassieke muziek. De sfeer is uitnodigend, maar ook ‘volwassen’.

In het kunstatelier zie je niet de klassieke individuele kleurplaten, wel kunstwerken waar de kinderen onder begeleiding van de ‘atelierista’ – een kinderbegeleider die de creatieve activiteiten organiseert – in groep aan werken.

Uit respect

Ilse Cleirbaut: “Alles is zo ingericht dat kinderen veel zelf kunnen doen. Ze laden mee kasten in en uit. Ze kruipen zelf in hun bed. Ze mogen zelfs op een stoeltje staan om ergens bij te kunnen.”

Toch is het niet het doel om kinderen zo snel mogelijk zelfstandig of groot te maken. “Die aanpak is eerder uit respect voor het kind”, aldus de verantwoordelijke. “Als je iets al kan, is niets toch zo frustrerend als dat nooit mogen doen? Veel dingen doen we vanaf een bepaald moment omdat het makkelijk is. Denk bijvoorbeeld aan een spijlenbed: vanaf een zeker ogenblik leg je een kind daar eerder in omdat het handig is dat het er niet zelf uit kan.”

Huis voor kinderen

Wolkewietje wil een echt huis voor kinderen zijn. De kinderen verblijven daarom niet de hele dag in dezelfde ruimte. Wie van ons doet dat immers wel? Ze mogen ook rondlopen in de gangen en er wordt dagelijks, weer of geen weer, in de beleeftuin geravot.

De groepen van baby’s tot peuters worden regelmatig door elkaar gemixt. “Onze hele aanpak is veel flexibeler geworden”, zegt Ilse Cleirbaut. “Dat is niet alleen leuker voor de kinderen, het is ook aangenamer werken voor de begeleiders.”

‘Het is aangenamer werken voor de begeleiders.’

Die laatsten geven aan dankzij de methode meer ademruimte te hebben. Er hoeft niet meer gewerkt te worden met vaste weekthema’s. Het ritme en de interesse van de kinderen worden gevolgd.

Zelfs aan de obligate knutselwerkjes voor Sinterklaas of Moederdag hoeft geen tijd meer te worden besteed. Ilse Cleirbaut: “Vaak zijn dat dingen waar kinderen geen plezier aan beleven of waar vooral de begeleiders veel tijd en werk in moeten steken. We denken nu meer vanuit de kinderen: waar hebben zij iets aan?”

Kind koning?

Het lijkt wel of kind helemaal koning is in Wolkewietje. Dat is te kort door de bocht. “Ze mogen natuurlijk niet zomaar alles. Ook wij hanteren regels en waarden die moeten worden nageleefd”, aldus Ilse Cleirbaut.

“Maar door de kinderen nauwgezet te observeren, leer je hen veel beter kennen. Waardoor je sneller op hun noden kan inspelen en de interactie vlotter wordt. Vroeger gingen we veel meer uit van veralgemeningen over ‘de baby’s’ of ‘de peuters’.”

Of er dan geen enkel nadeel aan de methode is verbonden? “We houden de kinderen niet bezig, we gaan na wat hen bezighoudt. Deze visie vraagt veel overleg met het team en ook veel documentatie”, antwoordt Ilse Cleirbaut.

“We maken bijvoorbeeld foto’s en filmpjes van wat we doen en noteren uitspraken van de kinderen. Om dat haalbaar te houden, springen we creatief om met het uurrooster. We maakten vijf uur vrij voor de medewerkers om daaraan te besteden. Die tijdsinvestering is het meer dan waard.”

 

Reacties

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.