Zomer op school
Op een vroege maandagochtend sta ik in Turnhout aan de verkeerde ingang van het langgerekte schoolgebouw. Nadat ik aanbel, maakt gelukkig toch iemand de deur open. Ik word via een grote, lege trappenhal naar de juiste lokalen geleid. De stilte in de gangen valt op als je weet dat er op het Sint-Pietersinstituut tijdens het schooljaar honderden leerlingen rondlopen.
‘Op school moeten we altijd Nederlands praten. Dat is moeilijk.’
Ik mag meteen een lokaal binnenstappen waar een klein groepje van zowat tien zomerscholieren les krijgt. Ze zitten in een cirkel voor een klasgesprek en ik mag meedoen. Na een tijd beginnen de leerlingen met ongeduld te wiebelen op hun stoelen, want zo meteen is het alweer pauze.
In totaal duurt de zomerschool in Turnhout twee weken. Via sport en spel gaan leerlingen tussen de zes en twaalf jaar op een intensieve manier met taal aan de slag. Dat is nodig, want de meeste leerlingen spreken thuis geen Nederlands. Tijdens de zomer komen ze amper in contact met het Nederlands.
De leerlingen vertellen me enthousiast wat ze het leukste vinden aan de zomerschool. “Ik vind de juffen het leukst”, vertelt Ana (6) uit El Salvador. “Ze zijn heel lief. En sporten en met vriendinnen spelen. En knutselen. We hebben vlaggetjes gemaakt en dromenvangers.”Om de privacy van de kinderen te beschermen, zijn de namen niet hun echte naam.
Altijd Nederlands
In de volgende klas waar ik binnenspring vertelt ook Sanaa (11) uit het zuiden van Jemen hoe fijn ze het vindt om creatief te zijn. “In onze eigen school knutselen we niet zoveel. Daar leren we vooral wiskunde en rekenen, en elke dag taal.”
‘Ik vind de juffen het leukst.’
Als ik vraag wat de kinderen minder tof vinden aan de zomerschool, zitten alle leerlingen op één lijn: ze moeten veel schrijven. “Het maakt me moe”, vertelt Sanaa. “Soms begrijp ik het wel, maar kan ik het niet uitleggen. In mijn hoofd moet ik altijd alles vertalen naar het Arabisch.”
Awad (10) uit Somalië knikt ongeduldig met haar mee. Hij staat te popelen om na de pauze samen met zijn klas op uitstap te gaan naar de bibliotheek van Turnhout. “Thuis spreken we Somalisch. Op school moeten we altijd Nederlands praten. Dat is moeilijk.”
Niet-schools
De meeste leerlingen van de zomerschool in Turnhout zijn geboren buiten België en spreken thuis een andere taal dan het Nederlands. In totaal zijn er 93 kinderen ingeschreven, met vijfentwintig verschillende nationaliteiten. Bijna zes op de tien verblijft nog maar een jaar in ons land.
Het grote merendeel van de ingeschreven kinderen komt uit Somalië, maar er is ook een grote groep uit Afghanistan, Palestina en Roemenië. Van de leerlingen met de Belgische nationaliteit hebben de meesten een migratieverleden.
‘Het blijft natuurlijk ook vakantie voor de kinderen.’
Mario Stabel, onderwijsconsulent bij de Stad Turnhout, leidt me verder rond door de school. Hij legt uit hoe de zomerschool tot stand kwam. “Tijdens de coronacrisis moesten scholen plots snel overschakelen naar onlineonderwijs. Toen liep een groep leerlingen extra leerachterstand op. Zo ontstond het idee om een zomerschool te organiseren om leerstof bij te werken. Dit jaar is al de vierde editie.”
“Gaandeweg ontdekten we dat taalachterstand het grootste pijnpunt was. Daarom focussen we ons nu volledig op taal”, legt Stabel uit. “We kiezen bewust voor een niet-schoolse aanpak. Het blijft natuurlijk ook vakantie voor de kinderen. Op een speelse manier proberen we aan taalvaardigheid te werken.”
Sport en spel
De kinderen krijgen les in blokken van anderhalf uur. De taallessen worden afgewisseld met sportlessen van Sportpret vzw. Via sport en ontspanning willen zij de levenskwaliteit en sociale ontwikkeling bevorderen van kinderen in een kwetsbare leefsituatie.
‘Taalachterstand is het grootste pijnpunt. Daarom focussen we nu volledig op taal.’
Mario Stabel neemt me mee naar de grote sportzaal, waar de leerlingen op dat moment net trefbal aan het spelen zijn. Een jongen probeert nog te ontsnappen, maar een meisje aan de overkant van het speelveld raakt hem met de bal. Het is niet enkel de bedoeling van de zomerschool om te kinderen fit te maken, maar ook om tegelijkertijd met Nederlandse taal bezig te zijn.
Toch merk ik als toeschouwer dat er maar weinig gesproken wordt. “Als begeleiders proberen we via typische scoutsspelletjes en via sport actief te werken aan hun taalvaardigheid,” vertelt een monitor van Sportpret vzw me nochtans.
Zorgleerkracht
De leerlingen zijn onderverdeeld in klasgroepen op basis van hun leeftijd en taalniveau. Elke klasgroep krijgt les van twee leerkrachten. Zo kunnen de zomerscholieren beter ondersteund worden in hun groeiproces.
Eén leerkracht is Carin Zwaag. Ze is met pensioen, maar voor de zomerschool maakt ze graag twee weken vrij. Haar jarenlange ervaring als zorgleerkracht in zowel het kleuteronderwijs, de lagere school en het middelbaar komt goed van pas. Door haar werk voor een internationale school weet ze als de beste hoe je met anderstalige leerlingen aan de slag gaat.
Haar grootste motivatie doorheen haar carrière is om er voor anderen in nood te kunnen zijn. “Veel van deze kinderen zitten thuis in een gesloten cirkel vast”, legt Zwaag uit. “Een jongen in mijn klas moet voor zijn mama zorgen, in plaats van andersom. Ze kan niet werken en ze spreekt de taal nog niet. Zijn papa is nog in het thuisland en stuurt wat geld op, maar dat is niet genoeg. Zo’n kind zit vol zorgen en verdriet. Hij vindt het heerlijk dat hij zijn verhaal tegen kan vertellen.”
Ervaring
Niet elke leerkracht op de zomerschool heeft zo veel ervaring als Zwaag. Zo geeft Lauren de Gruyter normaal gezien geen les aan anderstalige leerlingen. “In het begin wist ik niet zo goed hoe ik het moest aanpakken”, geeft ze toe. “Ik wist op voorhand niet wat hun taalniveau zou zijn. Na een tijdje begon ik door te hebben wat werkt en wat niet.”
‘Er zijn heel wat leerlingen met een leerachterstand die een zomerschool kunnen gebruiken.’
Ze vindt het positief dat de zomerschool in Turnhout zich focust op taalachterstand, maar ziet ook een gemiste kans: “Nu kunnen alleen kinderen met een taalachterstand zich inschrijven, terwijl er nog heel wat andere leerlingen zijn met een leerachterstand die een zomerschool kunnen gebruiken.”
Buiten de zomer staat de Gruyter in het buitengewoon middelbaar onderwijs. Daar werkt ze specifiek met leerlingen met autisme. “Ook bij deze groep leerlingen is er vraag naar extra ondersteuning tijdens de zomermaanden.”
Inschrijven
“De ouders kunnen niet op eigen houtje hun kinderen inschrijven,” legt onderwijsconsulent Mario Stabel uit. Het zijn scholen die de kinderen naar voren schuiven die extra taallessen kunnen gebruiken. “De scholen leggen het concept van de zomerschool uit aan de ouders. Uiteindelijk maken zij de eindbeslissing om wel of niet op het voorstel in te gaan.”
“De scholen vullen een uitgebreide vragenlijst in zodat we op voorhand kunnen zien waar de leerlingen nood aan hebben,” vertelt Stabel verder. “Op deze manier kennen we de beginsituatie en het taalniveau van de kinderen. Zo kunnen we leerlingen indelen in klasgroepen. Voor elke leeftijdscategorie hebben we een iets zwakkere en ietwat sterkere groep.”
“Het is al wel eens gebeurd dat na de eerste dag een zomerscholier een vriendje meeneemt dat niet op voorhand was ingeschreven,” vertelt Stabel met een opgetogen gezicht. “We vinden dan meestal wel een manier waarop het vriendje toch mee lessen kan volgen. Elk jaar zijn er ook leerlingen die niet opdagen of afhaken. Ook al telefoneren we de gezinnen op voorhand dat de zomerschool binnenkort start en dat we verwachten dat de kinderen de volle twee weken aanwezig zijn.”
Mindfulness
Om rustig te kunnen praten, wandel ik samen met brugfiguur Michelle Beliën naar een apart klaslokaal. Beliën is deeltijds brugfiguur bij de stad Turnhout en helpt ouders op weg naar hulpverlening. Dit kan gaan van het contacteren van een logopedist in de buurt, tot complexere problemen zoals financiële obstakels.
‘Als volwassenen vergeten we vaak wat het betekent om nu kind te zijn.’
Daarnaast is ze therapeut in een praktijk voor kinderen en jongeren. Ze specialiseert zich in weerbaarheid en veerkracht. Op de zomerschool geeft ze aan elke klasgroep één keer een workshop mindfulness.
Veel leerlingen, op de zomerschool en daarbuiten, hebben moeite met zich focussen. Dat is voor de leerkrachten een zeer praktische reden om de lessen mindfulness aan te bieden. “Maar mindfulness gaat niet alleen over stilzitten,” helpt Beliën een misverstand de wereld uit. “Het gaat over je bewust worden van je eigen ik. Wie ben ik? Wat wil en kan ik? Als volwassenen vergeten we vaak wat het betekent om nu kind te zijn.”
Grote verschillen
Na mijn bezoek zit ik met de vraag hoe doelmatig de zomerscholen zijn. Elke zomerschool in Vlaanderen lijkt wel een andere insteek en aanpak te hebben.
Pieter Verachtert (Expertisecentrum voor Effectief Leren van de Thomas More hogeschool) doet met zijn team onderzoek naar zomerscholen in Vlaanderen. Uit het onderzoek dat ze in 2020 afrondden bleek dat er grote verschillen waren tussen de zomerscholen. “We zagen heel duidelijk dat zomerscholen verschillende doelstellingen hadden. Ook waren er grote organisatorische verschillen,” legt hij uit. “Zo waren er zomerscholen die heel selectief waren bij wie zich mocht inschrijven. Terwijl elders iedereen mocht deelnemen.”
Kostenplaatje
“Bij de start van de zomerscholen in 2020 waren er in totaal 7.500 kinderen die extra lessen volgden. Dit jaar waren er plaatsen voor 16.000 leerlingen. Dat is een verdubbeling,” legt Verachtert uit. “Dat is veel, maar er zijn natuurlijk veel meer scholieren in Vlaanderen. Hoe je het draait of keert: met de zomerscholen bereik je maar een beperkte groep.”
‘Met de zomerscholen bereik je maar een beperkte groep scholieren.’
“Zomerscholen hebben natuurlijk ook een kostenplaatje,” gaat Verachtert verder. “We zijn nu volop bezig om de middelen die worden ingezet, te vergelijken met de werkelijke impact. Daarna hopen we de kosten en baten van zomerscholen te kunnen vergelijken met die van andere oplossingen om leerachterstand weg te werken. Denk maar aan meer investeringen tijdens het gewone schooljaar of het inkorten van de zomervakantie zodat alle leerlingen minder leerachterstand oplopen.”
Impact
Hebben de zomerscholen volgens hem effect? “Die vraag is niet gemakkelijk te beantwoorden, omdat zomerscholen verschillende effecten nastreven. Sommige zomerscholen willen het zelfvertrouwen van kinderen stimuleren en kinderen in kwetsbare situaties een bezigheid geven tijdens de zomervakantie. Terwijl andere zomerscholen werken rond specifieke leerdoelen.”
‘Je moet de tijd die je hebt nuttig en intensief inzetten.’
“Er zijn wel een aantal dingen waar een zomerschool op moet letten om effectief te zijn,” verduidelijkt hij. “Zo moeten alle ingeschreven leerlingen de hele periode aanwezig zijn. Je moet doelgericht werken. Je moet de tijd die je hebt efficiënt inzetten. En als je werkt aan bijvoorbeeld taalachterstand, heb je ervaren leerkrachten nodig die weten hoe ze aan de slag moeten gaan met anderstalige leerlingen.”
Zomerscholen kunnen dus zeker een meerwaarde hebben, mits een helder doel. “Er zullen altijd kinderen zijn die extra lessen kunnen gebruiken. Maar als je wilt werken aan de sociale vaardigheden van de leerlingen of aan hun zelfvertrouwen, dan zijn andere opties, zoals de speelpleinwerking, mogelijk even zinvol.”
Reacties [1]
Gewerkt als gepensioneerde leerkracht in een zomerschool voor kinderen die max 6 maanden in België zijn. Fantastische ervaring. Geweldige vrijwilligers. Maar..efficiëntie kan beter o.a. door gebruik van ideale computerprogramma’s!
En….welbevinden van leerlingen zeker voorop blijven zetten!!!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies