Op de grond
Eind maart 2019. Een woensdagavond. Niks speciaals: ik ben op weg van mijn zetel naar de keuken. Plots is alles weg en lig ik op de grond. Geen idee of ik daar een kwartier, uur of nog langer gelegen heb.
‘Ik sleepte mezelf over de vloer. Ik wist niet of ik de nacht zou overleven.’
Zodra ik wakker werd, probeerde ik recht te staan. Maar dat lukte niet. Ik sleepte mezelf over de vloer, richting slaapkamer. Veel besef had ik niet meer. In mijn hoofd was er dichte mist.
Ik wist niet wat er met me gebeurde, ik wist niet of ik de nacht zou overleven.
Niet pluis
’s Morgens werd ik wakker en strompelde ik naar beneden. Ik zwijmelde en hield me overal aan vast. Een tas koffie zetten, lukte met moeite. Eten lukte niet. Een koude schotel, blijkbaar van de dag ervoor, lag op de grond.
Ik legde me in de zetel en startte Netflix op. Ik staarde naar het scherm. Er was iets niet pluis met mij. Toch kwam het niet in me op om mijn vriend of werkgever te bellen.
Enkele uren later kwam mijn vriend thuis. Ik sloeg wartaal uit, al besefte ik dat zelf niet. Mijn vriend schrok en belde meteen een ziekenwagen.
Herseninfarct
Twintig minuten later lag ik in Antwerpen, op de spoedafdeling van een ziekenhuis.
Na enkele onderzoeken volgde het verdict: ik had een herseninfarct. Ze legden me in een kale witte kamer met allerlei draden en apparatuur aan mijn lichaam. De avond viel en ik had een rusteloze nacht voor de boeg. Doordat mijn hartslag geregeld wegzakte, sloeg de monitor alarm. Een geduldige verpleegkundige bekeek telkens of alles nog goed ging.
‘Daar lig je dan in een pamper.’
Eindelijk werd het licht en kwam iemand langs met koffie en ontbijt. Ze kwam met een opgewekt gezicht binnen. Die lach deed me deugd. Ze zette me recht voor een smakeloos ontbijt.
Vervolgens passeerden de logopediste, kinesiste en diëtiste om te vragen hoe het met me ging. Best goed eigenlijk: een dag geleden sprak ik nog onverstaanbare taal, vandaag kon ik opnieuw communiceren.
Daar lig je dan in een dunne schort en pamper. Stilaan borrelen onrustwekkende vragen op. Wat is er met me gebeurd? Zal ik herstellen? Hoe kom ik hier uit?
Bitch
Die dag kwam mijn vriend twee keer op bezoek. Telkens mocht hij een uurtje blijven. Dat pepte me op.
Maar met de verpleegkundige van dienst had ik pech: het was een echte bitch. Ik had het gevoel dat ze me tegen haar zin hielp bij het toiletbezoek en het douchen. Ze koos voor de makkelijke weg: ik mocht mezelf niet wassen. Ik had de energie niet om te strijden, dus leverde ik me over aan haar grillen.
‘Ik snauwde terug dat ik geen klein kind was.’
Ook de volgende dag was ik op haar aangewezen. Al bij het ontbijt waande ik me in de gevangenis. Ze zette me op een stoel met een dienstblad voor me vastgeklikt. Gefixeerd worden, zo voelt dat dus.
Na het ontbijt wou ik wandelen. Ik wrikte het dienstblad los, trok alle draden uit, niet beseffend waarvoor die allemaal nodig waren. De verpleegster was kwaad op me. Ik snauwde terug dat ik geen klein kind was.
Neurologie
Mijn opstandigheid werd beloond: ‘s namiddags verhuisde ik van de spoedafdeling naar de dienst neurologie. Ik mocht gewone kleren dragen en kon opnieuw meer mezelf zijn. Ik was blij dat ik verlost was van al die machines en even mijn gedachten kon verzetten.
Zondag werd een doodse dag, opgevrolijkt door een zalige verpleegster. Ze wist dat mijn familie op bezoek kwam. Dus borstelde ze uitgebreid mijn haar. Het lag er mooier bij dan ooit. Ik was blij dat er ‘s namiddags veel bezoek kwam. Ik voelde dat ik niet vergeten was.
‘Zondag werd opgevrolijkt door een zalige verpleegster.’
De volgende dagen bleef ik struikelen over stappen en praten. De logopedist en kinesist hadden een engelengeduld en bleven me motiveren. Bijna onzichtbare stapjes vooruit bejubelden ze als reuzesprongen. De neuroloog was iets minder enthousiast: hij vond het beter als ik me voorlopg bleef verplaatsen met een rolstoel.
Revalidatie
Na een week ziekenhuisverblijf, verhuisde ik naar het revalidatiecentrum.
Maar eerst mocht ik van de neuroloog nog een weekend naar huis. Hip hip hoera! Plots dook mijn GSM opnieuw op. Hij lag onder de zetel, in de buurt van waar mijn vriend me een week geleden gevonden had.
Maandagochtend stopte opnieuw een ziekenwagen voor mijn deur. Voortaan ging de rit richting revalidatiecentrum. Tijdens de werkdagen zou dit mijn nieuwe thuis worden.
‘Het revalidatiecentrum werd mijn nieuwe thuis.’
Het eerste onthaal was druk. Het was een komen en gaan van dokters, verpleegkundigen, kinesisten, logopedisten, ergotherapeuten, diëtisten en psychologen. Iedereen passeerde de revue. Ik zou dit bataljon aan zorgkundigen goed kunnen gebruiken: mijn ‘slappe’ rechterarm was er slecht aan toe.
Traag
De tijd in het revalidatiecentrum verliep traag. Ik ben dan ook een bezige bij die graag heeft dat het vooruit gaat.
Elke werkdag ging ik langs bij de logopediste, de ergotherapeute en de kinesist. Een paar keer sprak ik met een psychologe. Nergens ging ik gezellig op de koffie, overal was het hard labeur.
Ik werd goed en professioneel omringd. Mijn fysiek herstel ging vlot vooruit. Om mijn hersenen te oefenen, begon ik te puzzelen. Televisie kijken lukte nog niet omdat ik me moeilijk kon concentreren. Ik kon ook minder goed tegen drukte om me heen. Dat vermoeide me.
Juiste woorden
Een maand later werd ik ontslagen uit het revalidatiecentrum. Ik volgde nog ambulante therapieën.
‘Mijn logopediste is het zonnetje in huis.’
Stappen ging intussen opnieuw vlot. Bij de logopediste bleef ik langer hangen omdat ik mijn woorden niet altijd goed kon vinden. Niemand om me heen zag hoe moeilijk ik het daarmee had.
Nog steeds komt de logopediste elke week bij me langs. Ze is het zonnetje in huis. Jong maar zo rustig en vol geduld. Ik voelde me meteen op mijn gemak bij haar. Ze helpt me ook bij de zoektocht naar een nieuwe job. Mijn spraak is ondertussen perfect en het schrijven gaat al veel vlotter.
Niet meer de oude
Nu, na meer dan een jaar, lijk ik voor de buitenwereld helemaal hersteld. Zelf voel ik dat ik niet meer de oude ben en dat misschien ook nooit meer zal worden. Ik kan niet meer tegen drukte. Mijn handschrift werd een stuk kleiner, al vindt mijn vriend dat mijn geschrift nu veel volwassener is.
Soms voel ik me onmachtig en dom omdat ik er lang over doe om een goede zin te schrijven. Dat verdomde herseninfarct.
Post-its, mijn beste vrienden
Mijn geheugen laat me nog vaak in de steek.
Ik zeg dat ik zo meteen iets ga opzoeken, maar een minuut later ben ik dat vergeten. Post-its en notablaadjes zijn mijn beste vrienden geworden. Vrienden en familie stellen me gerust en zeggen dat mijn geheugen nog zal verbeteren. “Afwachten”, antwoord ik dan.
‘Mijn geheugen laat me nog vaak in de steek. Post-its zijn mijn beste vrienden geworden.’
Ik ben ook bang. Als het tijd is om te gaan slapen, neem ik eerst een kalmeerpilletje. Ik ben bang dat het mij opnieuw zal overkomen en ik straks weer op de grond lig.
Niet vergeten
Ook op mijn werk veranderde er heel wat. Voor mijn herseninfarct werkte ik voltijds in de thuiszorg. Maar dat lukt me nu niet meer, misschien ook nooit meer. Ik die zo graag werkte maar door mijn herseninfarct het niet meer kan.
Sommige collega’s steunden me tijdens mijn revalidatie. Hun smsjes, af en toe een belletje en hun bezoek gaven me telkens nieuwe moed.
Er het beste van maken
Ik weet hoe het voelt om te leven met de gevolgen van een herseninfarct, een niet-aangeboren hersenletsel.
‘Ik lach nog steeds veel.’
Toch probeer ik van mijn leven het beste te maken. Ik lach nog steeds veel en probeer te genieten van de kleine dingen in het leven. Ik kuier graag in dorpjes waar de tijd precies is blijven stilstaan. Ik ben graag bezig in mijn moestuin.
Met mijn drie steunpilaren probeer ik alles te verwerken: mijn logopediste, mijn therapeut en mijn vriend. Volgens hem ben ik trouwens veel liever geworden. “Elk nadeel heb zijn voordeel”, zeg ik dan.
Reacties [9]
Tof Lindsay dat je je zelf ook uit het diepe dal hebt mee helpen trekken. Veel moed en alles komt wel goed…jullie vroegere buurman, woon nu in de Filipijnen.
Heel herkenbaar. Vier jaar geleden hier hetzelfde en ik ben nog steeds niet de ‘oude’. Wellicht word ik dat ook niet meer. Soms is dat frustrerend, maar al bij al ben ik vooral dankbaar voor wat er nog is en wat ik nog kan. En dat is eigenlijk best veel als je niet teveel focust op de dingen die niet meer lukken. Voor mijn vrouw en mijn kinderen is het moeilijker dan voor mezelf. Blijkbaar reageer ik vaak heel heftig tot agressief, terwijl ik dat niet eens besef en ook niet zo bedoel. Ik schrik best wel als ze me dat zeggen. Of ik ben juist helemaal afwezig en dan ben ik alles kwijt. Sinds ik antidepressiva neem gaat dat laatste wel iets beter. Ik kan weer een film of een boek hernemen zonder terug van het begin te moeten starten. Ik wens jou in ieder geval veel moed om te aanvaarden wat je niet kunt veranderen en heel veel kracht om door te zetten, ook al is dat met vallen en opstaan. Dat vallen is niet zo erg, dat opstaan heel belangrijk.
Ik heb familiale hemilplege migraine. Dat is een vrij onbekende genetische afwijking met dezelfde symptomen als een CVA (o.a verlamming en spraakverlies) In 2019 had ik een aanval die met rust niet onder controle te krijgen was en belande ik op IC GHB met nog eens 3 epilepsieaanvallen erbovenop. Toen ik herstelde mocht ik naar een kamer maar ik was afhankelijk van alles en iedereen voor echt alles! Kortweg gezegd: ik voelde mij dement. Ik revalideerde in Pellenberg en samen met een superteam van ergo-logo-kine-psycho en mijn familie en mijn eigen doorzettingsvermogen ben ik erbovenop geraakt. Ook thuis moest ik nog revalideren. Mijn werk heb ik wel moet laten schieten wegens te veel stress maar ik ben nu op zoek onder specifieke begeleiding naar aangepast werk. Het was een lange weg en de weg blijft lang, de angst om opnieuw een aanval te krijgen is en blijft er en zal altijd een invloed blijven hebben op mijn doen en laten maar ik probeer er positief onder te blijven! Het kon erger!
Geduld is een mooie gave.al ben ik er niet…….in mijn gedachten steun ik jou. Groetjes van basje pejoke en zeker echoke. xxx
Ik bewonder je doorzetvermogen en de kracht die je in je revalidatie hebt gestoken. Met de steun van je vriend en deskundige hulp komt alles langzaam in orde. Nooit de moed verliezen.
Zo herkenbaar ! Heb iets gelijkaardig meegemaakt !is echt niet gemakkelijk om verder te gaan in ons nieuwe leven ! Het zal nooit meer hetzelfde worden ! Een leven met ups en downs ! Ik ben getraumatiseerd erdoor ! 😢
Wat een sterke vrouw ben je toch! Als je moedig genoeg bent om ‘vaarwel’ te zeggen, beloont het leven je met een nieuwe ‘hallo’
Ik snap je heel goed. Het is iets dat je leven bepaald of je het nu wilt of niet. Dan leer je pas sommige mensen echt kennen.
Een heel herkenbaar verhaal. 4 september 2017, de dag die mijn leven veranderde! Onze eerste vakantie met ons gezinnetje In Italie. Dat op vakantie gaan met een tweeling van 1,7jaar niet evident ging zijn hadden we verwacht; maar het kreeg een heel andere wending. De eerste dag dat onze meisjes eindelijk toch hun middag dutje wilden doen en wij even konden genieten aan het zwembad van onze mooi vakantie villa met een prachtig uitzicht. Na een kort dutje werd ik plots heel misselijk, zweten, hoofdpijn, braken, … ja lap! Een zonneslag na een uurtje zon! Maar toen ik naar boven strompelde en de hoofdpijn erger werd begon ik toch wat te twijfelen. Toen ik ‘s nachts de ruimte zag rond draaien, de zwarte tunnel zag wist ik dat het niet normaal was. Zelfstandig kon ik niet uit bed, de hoofdpijn was immens, … en ondertussen hoorde ik mijn man zwoegen en ploeteren met de twins. Dit was de start van een lange weg… Ik ben oké, maar de Oude Thessa is in Italië gebleven!
Zeker lezen
Evi Hanssen: ‘Palliatieve zorgverleners zijn de vroedvrouwen van de dood’
‘AI biedt enorme kansen voor sociaal werk’
Monsterbrouwsel Fentanyl: ‘Ik wil het niet zien, maar kan niet stoppen met kijken’
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies