Daan
Ik was een ongewenst kind. Mijn moeder kon of wilde niet voor mij zorgen. In het gezin blijven, lukte niet. Ook niet toen mijn moeder een nieuwe relatie had. Na heel wat omzwervingen langs instellingen in Vlaanderen en Wallonië werd ik er omwille van mijn veiligheid definitief weggehaald. Ik was acht toen ik geplaatst werd. Tot mijn achttiende verbleef ik in dezelfde voorziening binnen de jeugdhulp. Ik heb daar dus mijn volledige kindertijd doorgebracht.
‘Ik was acht toen ik geplaatst werd.’
Op mijn achttien ben ik alleen gaan wonen. Ik kon eindelijk beginnen aan de studies die ik altijd al had willen doen: kunsthumaniora. Van de instelling mocht dat niet. Dat stemde niet overeen met hun waarden en normen. Bovendien geloofden ze niet dat ik het zou kunnen. Al van kinds af had ik zogezegd een laag IQ. Ooit hebben ze dat getest, de uitslag is nadien in mijn dossier beland. Niemand heeft dat ooit nog in vraag gesteld. Ik had de stempel dat ik het niet zou kunnen.
Maar het is me dus wel gelukt. De directeur van Sint-Lucas in Brussel gaf me op mijn achttiende de kans om te starten met de kunsthumaniora, hoewel ik daarvoor niet de juiste voorbereiding had. Die man kende me niet, maar gaf me wel een kans. Dat staat in mijn geheugen gegrift. Zonder hem had mijn leven er anders uitgezien.
Kansen krijgen
Zo’n kans heb ik van de jeugdinstelling nooit gekregen. De instelling heeft voor mij beslist dat ik naar het buitengewoon onderwijs moest. Gaf ik te kennen dat ik iets anders wilde, dan was het antwoord dat ik droomde.
Gelukkig was er in het buitengewoon onderwijs een leerkracht die wel in mij geloofde. Zij adviseerde me op mijn zeventiende om over te schakelen naar het beroepsonderwijs. Na een hele onderhandeling met de instelling mocht ik beroepsonderwijs ‘proberen’. Ik heb er maar drie maanden school gelopen. Bij het overhandigen van het eerste rapport zei een leraar dat ik er niet thuishoorde. Ik brak in tranen uit. Ik vreesde dat ik mijn kans verpest had. Het tegendeel was waar. Ze adviseerden me om over te schakelen naar het algemeen secundair of technisch onderwijs. Maar het werd dus de kunsthumaniora. Daar ben ik met grootste onderscheiding afgestudeerd.
Elf jaar
In de elf jaar dat ik in de instelling verbleef, waren er zeer weinig mensen die me steunden en prikkelden. Door mijn verleden was ik een introvert kind geworden, met een laag zelfbeeld en weinig zelfvertrouwen. Ik was overtuigd dat ik nergens thuis hoorde.
‘Ik voelde voor het eerst dat iemand om me gaf.’
Door een opvoeder kwam ik uit mijn schulp. Die ene opvoeder liet me voor het eerst voelen dat ik toch belangrijk was. Elk jaar organiseerde de instelling een fietstocht. Voor een schuchtere veertienjarige jongen was honderd kilometer fietsen op een dag een hel. Ik bleef altijd achterop hangen. Door een dom misverstand was de begeleider me op een bepaald moment kwijt. Op zoek naar mij, fietste hij heel wat kilometers terug. Toen hij me uiteindelijk zag, reageerde hij zeer emotioneel en boos. Eerst vloog hij tegen me uit. Maar nadien pakte hij me ook eens goed vast. Ik voelde voor het eerst dat iemand om me gaf.
Drijfveer
Ik word gedreven vanuit de overtuiging dat iedereen een goed leven verdient, dat iedereen kansen moet krijgen. Door die positieve focus heb ik voor mezelf het verschil kunnen maken.
‘Niemand toonde echt interesse.’
Slechts een kleine minderheid van de mensen in de instelling hebben me daarbij geholpen. Eén van hen was mijn aandachtsopvoeder. Op mijn veertiende gaf ze me een boek cadeau: ‘De Keizerin van Mexico’. Haar dochter had het dubbel. Voor mij was dat boek geen afdankertje, wel een geweldig geschenk. Ik vond het fantastisch dat ik eindelijk eens een echt boek kreeg. Het kwam alleen wat laat. Als je in de instelling een gast hebt die de hele stripbibliotheek uitleest, daag hem dan uit. Stimuleer hem dan eens om een echt boek te lezen. Maar dat gebeurde niet. Buiten die paar mensen toonde niemand echt interesse in mij.
Onrechtvaardig
Je zou verwachten dat jongeren in de jeugdhulp elke dag positieve prikkels krijgen. Maar dat is dus niet zo. Ik weet niet waarom een instelling niet gelooft in de jongeren die er verblijven. Ik heb er al veel over nagedacht. Het voelt alleszins heel onrechtvaardig aan.
‘Ik was een dossier dat op een rek stond.’
Ik was een dossier dat op een rek stond. Zo voelde het ook. Het stond daar veiliger dan thuis. Thuis kon de situatie escaleren. Als er in zo’n dossier iets zwart op wit staat, stemmen hulpverleners hun handelen daar op af. Als in mijn dossier staat dat ik een laag IQ heb en een traumatisch verleden, dan is dat zo. Ik kon ook niet reageren op alles wat mijn moeder over me vertelde. Mij is nooit iets gevraagd over wat er thuis echt gebeurd was.
De jeugdhulp zou moeten vertrekken vanuit het kind dat ze voor zich hebben. Dat kind valt niet samen met zijn verleden, laat staan met hoe anderen dat verleden beschrijven en interpreteren. Wat je ook hebt meegemaakt, je verdient dezelfde kansen als alle anderen. Dat de instelling waar ik zo lang verbleef niet meer in mij zag dan “een gebroken kind”, neem ik ze kwalijk.
Huiselijke warmte
Toch zette ik door. Ik ben geraakt waar ik wilde zijn. Maar het heeft me bloed, zweet en tranen gekost. Toen mijn moeder als volmachthouder mijn zichtrekening plunderde, heb ik als veertienjarige een streep getrokken onder onze relatie. Ik had dat geld verdiend door auto’s te wassen en klusjes te verrichten. Ik was daar fier op. Het was iets dat ik bereikt had. Mijn moeder dacht daar anders over. Ik realiseerde me dat, als ik ooit een volwaardig leven wilde leiden, ik met haar moest kappen. Ze gunde me geen normaal leven, het recht van bestaan, een gelukkig leven. Iets waar ik zo naar verlangde.
‘Op mijn zeventien voelde ik voor het eerst huiselijke warmte.’
Pas toen ik zeventien was, voelde ik voor het eerst huiselijke warmte. Ik logeerde toen voor een week toevallig bij een gezin. Dat was een vreemde ervaring. Ik besefte wat ik al die jaren gemist had: warmte, ergens thuiskomen, in de zetel een boek lezen, lekker eten, een hond, een tuin, rust en gezelligheid… Die ervaring was tegelijk heel confronterend en hoopgevend. Dat gevoel heb ik niet meer los gelaten. Ik had een doel om na te streven. Misschien blijft iemand anders hangen in dat gevoel van gemiste kansen. Maar zo ben ik niet.
Antwerpen
Toen ik alleen woonde en kunsthumaniora deed, kreeg ik een leefloon. Ik kon met steun van het OCMW nadien ook verder studeren. Alleen vond het OCMW het geen goed idee om een hogere opleiding in de beeldende kunsten te volgen. Dat was geen goede besteding van gemeenschapsgeld, volgens de sociaal werkster. Een opleiding psychologie zag ze wel zitten. Dat was mijn tweede keuze. Ik ben daarmee gestart, maar was er toen niet klaar voor. Dat lukte dus niet. Voor het OCMW was daarmee het verhaal afgelopen. Ze hadden me een kans gegeven, een tweede kans kreeg ik niet.
Toch wilde ik verder studeren. Ik schreef me in op Sint-Lucas in Antwerpen. Ik betaalde zelf mijn studies en woonde in een kraakpand. Op advies van iemand heb ik via een pro deo advocaat de beslissing van het OCMW aangevochten. Met succes. Het OCMW heeft uiteindelijk mijn hogere studies betaald. Toch tot ik het bachelordiploma had behaald met onderscheiding. Toen was voor hen de kous definitief af. Mijn masteropleiding heb ik op mijn eentje afgerond en gefinancierd.
Sinds twee jaar studeer ik opnieuw psychologie aan de VUB. Concreet weet ik nog niet welke richting ik uit wil, maar ik ben wel enorm geboeid door de menselijke psyche.
Me, myself and I
Ik heb het leven lange tijd beschouwd als ‘Me, Myself and I’. Als je iets wil waarmaken, dan kan je enkel op jezelf rekenen. De weinige keren dat ik begrip en medeleven ervoer, ging ik ervan uit dat die mensen slechts een rolletje speelden. Ik vertrouwde niemand.
‘Mijn masterdiploma gaf me een boost.’
Mijn masterdiploma gaf een boost aan mijn eigenwaarde. Dat was een belangrijk scharniermoment. Door dat diploma te behalen, gaf ik veel mensen die nooit in mij geloofden een antwoord. Ik had iets bereikt en was tevreden met mezelf. Pas toen kon ik anderen toelaten. Tijdens mijn studies was ik zover nog niet. Ik kwam veel lieve mensen tegen en vertelde hen delen van mijn leven. Maar ik bewaarde toch afstand. Ik kwam misschien sociaal over, maar in werkelijkheid was ik gesloten.
Cachet vzw
Tijdens mijn examens psychologie ben ik vorig jaar in paniek geraakt. Van de zes examens heb ik er maar twee afgewerkt. Ik blokkeerde door faalangst. Ik heb toen hulp gezocht. Uit die gesprekken bleek dat ik enorm teleurgesteld was in de instelling waar ik al die jaren verbleef. Toen kwam Cachet vzw ter sprake en ik zocht contact met hen.
Een paar maanden later zochten ze een jongerenwerker. Ik heb gesolliciteerd. Het ligt deels in de lijn van mijn studie psychologie. Ik wil ook dat de jeugdhulp anders gaat werken met jongeren. Tegen mijn verwachting in, ben ik aangenomen. Dit is mijn eerste echte job. Een job die ik echt wil doen. Een job waarin ik samen met mijn collega’s en vrijwilligers een verschil wil maken.
‘Jongerenwerker is een job die ik echt wil doen.’
Met Cachet zoeken we antwoorden op vragen van het werkveld. Soms zijn dat voorzieningen, soms een school, soms het Agentschap Jongerenwelzijn. Een instelling uit Leuven moest onlangs een nieuwe opvoeder aanwerven. Ze wilden weten wat voor jongeren een ‘goede’ opvoeder is. We zijn met verschillende jongeren in gesprek gegaan. Wat er uit kwam? Betrokkenheid, niet werken van nine to five, eerlijk handelen, beloftes nakomen, streng kunnen zijn maar ook rechtvaardig en volhouden…
Het is belangrijk dat kinderen en jongeren vrijuit kunnen spreken. Ze moeten betrokken worden in keuzes die hun leven bepalen. Bij Cachet hebben jongeren niets te winnen of te verliezen. Hun begeleiders zijn er immers niet bij. Wij hebben tijd en proberen bijeenkomsten boeiend te maken. We brengen jongeren uit verschillende instellingen samen. Ook jongeren die de jeugdhulp al achter zich hebben, delen hun ervaring. Dat spreekt aan.
Jongvolwassen
Een kind dat ‘thuis’ opgroeit, ontdekt en leert stap voor stap de wereld kennen, met weinig of geen zware breuken. Bij moeilijke momenten hebben ze een vangnet thuis. Jongeren die studeren, gaan in de week op kot en komen in het weekend naar huis. Daar krijgen ze nog ‘tips and tricks’ voor het koken en de was. Ze bouwen stapsgewijs een stevig netwerk uit waar ze mee vertrouwd geraken. Ze komen uit een stabiele structuur en kunnen zich van daaruit ontwikkelen. Een logisch verhaal.
Dit is de moratoriumperiode. Jongeren krijgen van hun ouders tijd en ruimte om hun leven uit te bouwen. Als je in een instelling opgroeit, maak je dit niet mee. Jongeren die alleen gaan wonen, moeten helemaal opnieuw beginnen. Hun eerste ervaring in de grote wereld is er veelal één van sociale uitsluiting, denk maar aan Jordy.
‘Ik was achttien toen ik alleen ging wonen.’
De gemiddelde leeftijd dat jongeren 100% zelfstandig worden, is 27 jaar. In mijn ogen is dat absurd. Ik was achttien toen ik alleen ging wonen. Niemand zei: “Ga ervoor. Jij verdient het. Jij kan het.” Integendeel, niemand geloofde in mij. Enkel mijn aandachtsopvoeder liet de bal in het midden: “Als je vindt dat je dat moet doen, doe het dan.”
Beeld je eens in dat je op je achttiende met wat geld aan de andere kant van het land gedumpt wordt. Alles kan. Alles mag. Een volledig nieuwe omgeving. Je verstaat de taal maar je kent niemand, je hebt geen netwerk. Je wordt geconfronteerd met geldzaken, een hoop papierwerk. Zo voelde het voor mij. De jeugdhulp bereidt hierop niet voor. Omdat het zo’n stapsgewijs proces is, kunnen ze misschien ook niet.
Patronen
Ik ken veel mensen die opgegroeid zijn in een instelling. Er zijn weinig verhalen die echt goed aflopen. Een paar jaar geleden ontmoette ik onderweg naar school vlakbij Brussel-Noord een jonge vrouw die naar mij staarde. Met moeite herkende ik haar. We waren samen opgegroeid in de instelling. Ze was iets ouder dan ik, ze was toen rond de 23 jaar. We hadden een korte babbel. Ze beëindigde het gesprek door drie keer te herhalen dat ik haar niet gezien had. Pas toen besefte ik dat ze aan het tippelen was.
‘De jeugdhulp faalt.’
Dat maakt me zo boos. Ik schrik niet van verhalen als Jordy. Verschillende jongeren waarmee ik ben opgegroeid, jongeren die ook niemand hadden buiten de instelling, belandden op straat of in de gevangenis. Als iemand na een traject in de jeugdhulp uiteindelijk in de prostitutie belandt, dan is dat een symptoom van een falende jeugdhulp. Ik kan het niet anders omschrijven. De jeugdhulp is er om patronen te doorbreken. Maar ze mislukken daarin.
Begeleiders zijn cruciaal
In positieve verhalen van jongeren uit de jeugdhulp valt het op dat er altijd enkele mensen zijn die uiteindelijk het verschil maken. Ook bij mij is dat zo. Een opvoeder, een leerkracht en een directeur. Ik heb het geluk gehad om ze tegen te komen. Ze hebben me een kans gegeven, ze gaven mij het gevoel dat ik er mocht zijn. Die paar momenten zal ik altijd koesteren. Het waren momenten dat ze me als gelijke erkenden.
Dat is de reden dat ik mijn verhaal doe. Aan begeleiders wil ik meegeven dat ze zich hiervan bewust moeten zijn. Hoe kijken ze naar de jongeren die ze begeleiden? Kijk je enkel naar wat hij heeft meegemaakt, zijn achtergrond? Of ga je focussen op de sterktes van die gasten? Het gaat om attitude. Dat is de sleutel.
‘Elk kind is uniek.’
Als begeleider moet je aan kinderen tools geven zodat ze van hun leven iets kunnen maken. Werk vanuit empathie, niet met medelijden. Stimuleer ze. Geloof in hen. Geef hen kansen. Daag ze uit. Hierin kan je niet falen. Oordeel en beoordeel niet, elk kind is uniek. Ik ben in de instelling letterlijk ‘on hold’ gezet. Dat is niet ok. Kinderen moeten alle kansen krijgen om zich te ontplooien zodat ze hun eigen leven in handen kunnen nemen.
Gezinsbegeleiding
Ik begrijp dat de samenleving kinderen moet beschermen. Maar ik denk dat een jeugdinstelling niet de beste oplossing is. Ik zat in een jongensleefgroep. Iedereen van ons had dezelfde roze dekbedovertrek. Daar was dus niet over nagedacht. We hadden ook allemaal hetzelfde bed, dezelfde betonnen matras, dezelfde tafel, dezelfde kast en dezelfde gordijnen. Niets was authentiek. We waren nummers, inwisselbaar met anderen. Het was geen thuis.
Hoe wil je dat kinderen het patroon van hun ouders doorbreken als je ze allemaal samenbrengt? Ik heb veel gezien en geleerd daar. Foute dingen. Dat heeft toch geen zin? Uit pleegzorg komen positievere verhalen, maar ook dat verloopt niet bij iedereen zo positief.
‘We laten ouders te veel aan hun lot over.’
We moeten proberen om gezinnen sneller preventief te begeleiden. Er zijn zoveel kansen voor gezinsbegeleiding. Maar wat gebeurt er in de praktijk? Pas als een situatie escaleert, grijpt de samenleving in. En op dat moment zijn er nog maar weinig mogelijkheden. Iedereen weet dat het voor kinderen beter is om op te groeien in het eigen gezin. Probeer dat dan ook waar te maken. Ga die ouders begeleiden. Dit is niet de oplossing voor iedereen maar waarschijnlijk wel voor de meerderheid. Ik weet niet of het bij mij thuis zou gewerkt hebben, maar met intensieve ondersteuning had het er misschien anders uitgezien.
We laten ouders nu te veel aan hun lot over. Ik denk dat er veel ouders blij zouden zijn met iemand aan hun zijde die toekijkt, hen helpt en ondersteunt. Ouders hebben allemaal hun geschiedenis. Zoals jij en ik.
Telefoon
Ik heb op vrij jonge leeftijd besloten dat ik het anders wilde. Ik wilde een echt leven leiden. Het goede leven overkomt je niet. Je moet er voor werken. Je moet dat onderhouden.
‘Ik heb het uitzonderlijk aangepakt.’
Ik voel niet de nood om de telefoon te pakken en naar de instelling te bellen. Wat de instelling mij gegeven heeft, krijgen ze terug: niets. Ze liggen er toch niet wakker van. Het interesseert hen niet of ik wel of niet mijn diploma haal. En als ik ze zou bellen, dan zeggen ze gegarandeerd dat ik een uitzondering ben. Dat hoor ik altijd. Maar ik ben geen uitzondering. Ik heb het wel uitzonderlijk aangepakt.
Reacties [43]
Bij ons gaat alles goed , door onterechte beslissingen en net de vraag om hulp te krijgen zijn we bij jeugdhulp terecht gekomen en nu hebben we het gevoel om hier nooit meer vanaf te geraken alhoewel dit een belofte was om nog maar enkele gesprekken te maken. Op school en betrokken medewerkers zeggen dat het goed gaat. Waarom kan dit dan in het belang van kinderen niet stoppen. Wanneer kunnen we dezelfde kansen als andere kinderen krijgen zonder steeds maar observaties te moeten ondergaan die belemmerend werken.
Hoi Daan.
Ik lees je artikel, nu pas na zes jaar, maar wat een respect voor jou en wat sla je de spijker op zijn kop!
Zoveel wat jij in je verhaal beschrijft komt mij zo bekend voor.
Ik ben net als jij opgegroeid in een tehuis. Vanaf mijn zesde werd ik uit huis geplaatst, onder het mom “kleine hersenbeschadiging’. Wat dit inhield wist ik heel lang niet maar naar later bleek dat een laag iq de reden was. Bij mij constateerde men zwakbegaafdheid.
Om het verhaal niet te lang te maken:” Mijn hele leven voelde ik mij anders. het label liet mij niet meer los.
Ik ging mij steeds agressiever gedragen, “wat dan voor de leiding weer een bevestiging was van mijn lage intelligentie”. Ik voelde mij onbegrepen en verloren omdat ik niet naar een Pleeggezin mocht.
Nu jaren later werk ik in het onderwijs, ben ik jarenlang pleegouder geweest en doe ik zoveel mogelijk activiteiten die het leven zinvol maken. Mijn jeugdervaringen zijn een wijze les voor hoe ik kinderen iets wil meegeven.
Ik heb ook zo’n dubbel gevoel bij m’n instellingsverleden. Voorgoed naar huis…joepie, 13 jaar was ik toen! Vanuit mijn visie was dat ‘het ideale’. Niets was minder waar. Jaren van psychische mishandeling tot structurele tekorten leefde ik op overleven….in de letterlijke zin. Van diefstallen tot stropen enzv. Dat om te kunnen voorzien in de dagdagelijkse behoeften om te eten. Hout sprokkelen om een kachel die er gelukkig stond te doen branden. Buiten deze omstandigheden om moest ik naar school om het kindergeld binnen te brengen zodat m’n stiefvader kon voorzien in z’n alcoholische behoeften. Op school gepest worden doordat je anders uitziet en bent. Overal waar je komt je anders moeten voordoen dan je je eigenlijk echt voelt….eenzaam en alleen. Moeder zat in de psychiatrie, aan haar bleef ik loyaal en zocht haar wekelijks op…ze had niemand anders. Tot op de dag van vandaag heb ik er nog steeds last van, ik steun op m’n overlevingsstrategiën die ik vertrouw, dat ben ik!
Hoi Daan, petje af hoe jij blijft volhouden ondanks alle hindernissen. De jeugdzorg heeft meer mensen nodig als jij. Als ervaringsdeskundige weet je hoe het vanbinnen uit voelt als mensen zo klinisch met je omgaan.
Het klinkt heel herkenbaar en ik ken ook enkele jongens in dezelfde situatie. Het lijkt wel of jeugdzorg geregeerd wordt door protocollen en administratie om vooral die subsidies binnen te rijven.
Hulp bieden is die hulp waarvan vooral zij denken dat die geschikt is en niet de hulp die de hulpvrager zelf denkt nodig te hebben om verder te kunnen.
En zoals je zegt, eerst de boel laten escaleren en dan pas ingrijpen met dwang en dreigen ipv met empathie. Onderzoek doen dat geen onderzoek is maar oppervlakkige gesprekjes zonder waarheidsvinding, waardoor daders hulp krijgen en slachtoffers gestraft worden.
Daan, wat ben ik blij dat de jeugdzorg iemand als jij rijker is. Hoe klein je bijdrage ook, jij maakt het verschil. Dank uit naam van alle jongeren!
Proficiat voor zoveel moed en sterkte! Ik wens je al het beste, mooiste… wat een mens kan overkomen!
Hoi Daan…hoe gaat het nu met je ?
Fijne fesstdagen en veel liefs❤️❤️❤️
Hoi Daan,
Ik heb je verhaal gehoord op school en lees het hier nog eens.
Het komt extra hard binnen, omdat ik nu net een eerste week stage achter de rug in een leefgroep (en nog veel weken te gaan heb).
Het breekt mijn hart, als opvoeder, om al die prachtige kinderen te zien die al teleurgesteld zijn in de wereld.
Als mama (en al niet meer piepjong), die stage loopt, wist ik dat ik op een ander niveau met de kinderen zou omgaan. Maar jouw verhaal doet mij beseffen dat ik nog dieper moet gaan. Je daagt mij uit te reflecteren over mijn handelingen en dat is goed. Bedankt om het te delen en ik wens je ongelooflijk veel succes en geluk in je leven!
ik ben mama enand ben mijn kind kwijt, omdat ik het de voorbije jaren wat moeilijker had, en problemenmet mijn ex man.
is mijnben zoontje van toen 3,5j in een in instelling geplaatst!
het gaat daar niet goed met hem en omdat jeugdzorg mij niet de kans wou geven dat hij terug bij kon wonen,heb ik hem meegenomen nAar spanje in de hoop op een eerlijk proces,want in belgie kreeg ik nergens steun.
spijtig genoeg had belgiein hem terugand geeist met de leugen dat hij naar familie zou gaan, maar ze hebben mijn engeltje gewoon terug gedumpt in de instelling…
jeugdhulp is echt niet wat het moet zijn,want integenstellingin tot jou mama, zou ik er alles voorover hebben om hem bij mij en zen omi en pasgeboren zusje 😢
misschien kan jij mij helpen om ook mijn verhaal openbaar te maken?
want samen sta je sterker als alleen, zeker als het tegen jeugdzorg is, ik ben ook voorstander van meer begeleiding in hetin gezin en absoluut tegen instellingen, behalve als het niet anders kan!
Hej Danny ( want net als bij juf Greet is het zo dat ik je ken en die heeft al zo mooi gezegd wat ik je ook wou zeggen). Ik heb dit artikel al 3 keer gelezen en krijg elke keer opnieuw kippenvel. Veel les heb ik aan jou niet gegeven. Een uurtje “stikken” als ik het me goed herinner. Wat ik me wel heel goed herinner is onze ontmoeting op de trein tussen Brussel en Antwerpen. Je had je eerste jaar psychologie achter de rug en vertelde hoe teleurgesteld je was.
Het is super wat jij bereikt hebt en bedankt om ons ( en vele andere ) opnieuw met onze voeten op de grond te zetten.
liefs, (juf) Truus
Beste ‘Danny’, want zo ken ik jou.
Woorden schieten tekort…… maar vooral ‘onze’ daden.
Je vriendelijkheid en je vrolijk zijn blijven mij altijd bij.
Respect voor wat je hebt bereikt.
Juf Greet
Dag Daan,
Ik kwam daarnet eigenlijk een beetje toevallig je tekst tegen.
ik heb je verhaal vol ontzag voor jou (en de enkele steunende schouders) en teleurstelling (in de jeugdhulp) gelezen. Dankjewel om dit te delen! Dankjewel om ons te confronteren! Dankjewel om ons te herinneren aan wat er echt telt!
Een beetje los hiervan en een beetje vast hieraan, zou ik je graag een vraag stellen om je verhaal te doen op een studiedag over ‘krachtgericht werken’ voor psychologische hulpverleners… Een nog grotere stap dan dat je nu reeds zette… Dus alle begrip als je dit liever laat passeren in stilte…
Alleszins: dankjewel!
Annick
An Hernou,
Het is fijn om van je te horen en ik ben eerlijk gezegd verwonder dat je mijn verhaal als voorbeeld gebruikte. Het is alleen spijtig dat ik dit nu pas hoor, zoveel jaren later. Ik weet dat ik voor je geen cijfer was en dat geld voor een paar opvoeders. Ik weet nog heel goed dat er verschillende opvoeders van alles hebben geprobeerd ivm het slechte eten dat we kregen. Maar daar was niets aan te doen. Jullie werden niet gehoord en dus wij de jongeren ook niet.
An, ik weet nog heel goed dat je man me een les wiskunde heeft gegeven voor ik vertrok. Allebei bedankt hiervoor, ik heb ervan geleerd!
Grtjes,
Daan
Dag Iedereen,
Sorry dat ik niet vroeger kon antwoorden, ik zat in de examens. Het is fijn om te lezen dat er onder jullie de initiatief gaan nemen om jongere te helpen (pleegzorg). Of al verdere stappen hebben ondernomen. Ik hoop dat jullie reactie en ervaring rond pleegzorg gehoord worden. Het geeft ons een duidelijk beeld dat hieruit meer kansen zijn voor een goed ontplooiing en kansen van de jongeren.
Ook wil ik de mensen bedanken dat hier hun gelijkaardig verhaal hebben gedeeld. Het is spijtig te lezen dat er zoveel vergelijkingen zijn bij zowel jong als oudere jeugdzorgverlaters. Het is fijn om te lezen dat er een paar onder ons het vicieuze cirkel hebben kunnen doorbreken.
Ik heb zelf een jongere vergelijkbaar met jou bijna twee jaar geleden uit de instelling gehaald. Na 3 weken verlost van alle zware psychotica die ze hem gaven die van hem een plantje maakte maar die hij niet nodig had; na een jaar is hij van BUSO nu ook in BSO aangekomen, heeft hij zijn voorlopig rijbewijs op zak en vordert hij op tal van domeinen tegelijk.
Wat je beschrijft herken ik volledig en ik heb op het punt gestaan om de instelling voor de rechtbank te slepen voor de schade hem aangedaan. (kan nog)
Hulpverleners die over de vloer kwamen spraken alle van typische instellingskind problemen. DIt betekent dat het niet een probleem is van een paar instellingen maar veeleer van een fundamenteel problematische systeem aanpak. Ik vergelijk het met hoe men in de middeleeuwen gekken opsloot en af en toe wat eten toegooide. Licht overdreven, maar toch. Dat dit kan in een rijk land zoals Belgie, stel je voor wat dat geeft in minder rijke landen …
Motivatie en kansen…
Mooi verhaal Daan. Het is zeer juist dat we mensen rond ons nodig hebben die in ons geloven.
Maar het krachtigste is om in jezelf te blijven geloven. En dat heb je gedaan en dat is wat de directeur, de opvoeder en de leerkracht hebben opgepikt. Dit is geen gewone weg, je moet durven stroomopwaarts te zwemmen.
Nog veel succes in je verder leven.
(ps: zou ik contact kunnen hebben met Daan i.v.m. coaching van joongeren? Ikzelf ben PMA coach)
Vriendelijke groet
Dag “Daan”,
Ik begon je verhaal te lezen en vanaf het ogenblik dat je het had over je studies in Sint-Lukas wist ik dat jij het was. Ik herinner me je nog goed en ik heb het eerste stuk van je verhaal (dat je op eigen houtje de stap naar het kunstonderwijs zette) al vaak aan mensen verteld om aan te tonen dat we inderdaad in jullie moeten blijven geloven en kansen moeten geven.
Ik veranderde zelf van werk en kon je verhaal niet meer verder volgen, maar wat ben ik blij dat je toch nog de juiste mensen bent tegen gekomen.
Voor mij was je zeker geen nummer. Al is dat achteraf misschien gemakkelijk gezegd… Ik herken veel van je frustraties (de roze dekbedovertrekken met dito handdoeken) Het was roeien met de riemen die we hadden, al klinkt ook dat nu als een flauw excuus…
Hoe dan ook, je zit terug in mijn gedachten en ik hoor graag nog verder hoe het met je gaat!
Groetjes An
Dag iedereen,
Bedankt voor jullie reacties. Het is fijn om te zien dat er veel mensen betrokken zijn in dit ingewikkeld domein. Het is betreurend wat er aan bepaalde kinderen en volwassenen wordt aangedaan. Samen kunnen we ervoor zorgen dat het “vervloekte” in iemands leven wordt gereduceerd tot een banale hoofdstukje. Ik kan niet genoeg benadrukken hoe belangrijk sommige mensen voor me waren. Dat onrechtstreeks ervoor gezorgd hebben dat ik levenslustig sta in het leven.
Ik wil Nico en Peter nogmaals bedanken.
Mvg.
Daan Verzele
Geraakt door je verhaal,Proficiat….zelf heb ik dertig jaar in het lager onderwijs gestaan,ooit zei iemand tegen me ,jij ziet het “goud”in kinderen,het is super belangrijk kinderen te zien en te horen…hoop dat jou verhaal een aansporing is voor de inderdaad overbevraagde leerkrachten om hun focus te blijven houden op een “hart” voor kinderen hebben. Succes in het ondersteunen van anderen, Jenn
Respect Daan, je bent een grote mijnheer! Wanneer iemand realiseert wat jij deed, in die omstandigheden, dan weet je dat jij inderdaad beschikt over uitzonderlijke talenten. Ik hoop dat je ze verder ken inzetten voor jongeren en een voorbeeld mag zijn voor mensen die het ‘voor het zeggen hebben’, ‘voor mensen met beslissingsrecht in bestuurlijke functies’, ‘voor mensen die het beleid bepalen voor kwetsbare jongeren.
Hoop nog van je te horen, succes!!!
Beste Daan,
Jou verhaal zal ik altijd in mijn achterhoofd houden. Ik ben net afgestudeerd als opvoederbegeleider en ik kan je zeggen dat er bij ons heel erg de nadruk op betrokkenheid lag. Mijn stageplaats was een instelling waar kinderen verbleven waar er een nauwe samenwerking was met de ouders om te werken naar een terugkeer naar huis. Er zijn instellingen waar de begeleiders wel betrokken zijn, continue reflecteren, in dialoog gaan,.. Ik vind het zo jammer dat er instellingen zijn zoals de jouwe, die zelf vastgeroest zijn in hun eigen verwachtingen en patronen. Maar ik heb hoop in de toekomstige kritische opvoeders en jongeren zoals jij die hun verhaal delen en hopelijk mensen sterk aan het denken zet.
Hoi daan,
Ik ben zelf een instellingskind maar ik heb wel wa geluk gehad dat het een gezinsvervangend tehuis was met een beetje warmte. Maar ik had diezelfde stempel als die van jou. Ik zou niks van het leven maken en zou heel mijn leven in instellingen blijven. Dat was zo beslist. Maar 15 jaar later heb ik het tegendeel bewezen. Heb op 24 jarige leeftijd nog mijn diploma opvoedster behaald het heeft me bloed zweet en tranen gekost. Ik kon amper lezen of schrijven. En nu heb ik een liefdevol gezin en een leven waarvan ik vroeger ni kende en alleen maar van kon dromen . Nu ik je verhaal gelezen heb weet ik een ding zeker we mogen verdomd trots zijn want we hebben de hindernissen tder levens allen bewandelt niet geheel moeiteloos maar we zijn er wel geraakt
Daan, proficiat met wat je bereikt hebt. Zelf mama van 6 kinderen die in een gelukkige omgeving zijn opgegroeid en nu hun weg zijn ingeslaan is ons huis zo leeg. Jou verhaal doet me pijn aan het hart en geeft me nu het gevoel dat ik pleegouder ga worden om kinderen die eenzaam en ongelukkig zijn een liefdevol en familiaal leven te geven. Jou wens ik veel succes toe in alles wat je doet.
Als ervaringsdeskundige en -deelgenoot kan ik aansluiten.
Het verhaal van Daan is schrijnend, des te meer omdat het zo recent en actueel is.
Wat is dat toch met die zogenaamde professionals die denken dat de sociale sector hun dada is?
Waar loopt het mis, waar dreigt het mis te gaan met hen?
Deden zij alsof tijdens hun opleiding?
Was hun geheugen sterker als hun intellect tijdens de examens?
Rekenden zij op anderen voor hun proefwerk?
Dachten zij dat de opleiding een therapeutisch mirakel was?
Als je de vakliteratuur en bijbehorende leertheorieën van de laatste decennia erop naslaat is het moeilijk te rijmen dat een onbepaald aantal studenten afstuderen in de sociale wetenschappen, of anderen die na hun studies er niet wijzer van werden.
Waar ligt de knoop en hoe deze te ontwarren?
“Betrokkenheid, niet werken van nine to five, eerlijk handelen, beloftes nakomen, streng kunnen zijn maar ook rechtvaardig en volhouden…”
Als aanvulling: van streng naar kordaat
Beste Daan (Dany),
Ik herinner mij jou nog heel heel goed : ik was je lerares esthetica muziek in de kunsthumaniora in Brussel…je was een lieve, gedreven en begaafde jongen. Nu ik hier lees wat je parcours is geweest de afgelopen jaren ben ik aangedaan maar ook heel fier op jou. Wat heb je je sterk gehouden, ondanks de tegenstand…het is bijna niet te geloven. Als ik je ergens kan mee helpen, aarzel niet contact op te nemen irisalgoet@hotmail.com heel veel liefs, Iris
Chappeau!!! Petje af!!!!
Knap wat je hebt bereikt, langs de eene kant herken ik mezelf in jouw verhaal, langs de andere kant was de instelling waar ik verbleef wel een betere. Was er wel een goeie begeleiding en motivatie om het altijd beter te doen.
Ook ik zet mij minimum in voor GLEK want deze kinderen verdienen echt een beter leven!
Nog heel veel succes!!
Beste daan, wat voel ik me ontzettend begrepen door jou artikel, mooi verwoord… zelf ben ik onlangs in dag allemaal gekomen met dezelfde problematiek en vraagstelling naar de hulp die zoveel beter kan…ook gebruikte ik jordy zijn naam, omdat het evengoed bij ons kon gebeuren… wow… prachtig artikel en chapeau voor wat je bereikt hebt… apropo zelf ben ik vrijwilliger bij vzw glek,(geef leven een kans) die geplaatste kinderen activiteiten aanbiedt.. zo kunnen er binnenkort 200kids naar k3, kwestie van hen ook eens in de bloemetjes te zetten… de hulpverlening gaat erop vooruit, maar er zijn verdomd nog heel veel hiaten.. men zou veel meer moeten investeren in ervaringsdeskundigen… in ieder geval dikke duim
Bedankt voor je mooi en hartverwarmend verhaal! Wat een sterke persoonlijkheid heb je, echt om trots op te zijn. Wens je heel veel succes met alles wat je nog mag ondernemen!
Sterk verhaal, en goed gedaan!
Ik hoop dat er inderdaad veel opvoeders bewust worden van hun impact op jongeren, zowel in de hulpverlening, in pleeggezinnen én in thuissituaties. Want ook als een ouder niet gelooft in het kind, zal het gelijkaardige gevoelens hebben.
Wat jij uit jezelf gehaald hebt met slechts luttele, kleine steunpunten om je te stutten is heel goed gedaan, maar inderdaad niet buitengewoon, het is een overlevingsdrang die meerdere jongeren hebben, gelukkig maar!
Ik wil iedereen oproepen bewust te zijn van zijn impact en waarde,
steun hen die het nodig hebben, al is het maar met een schouderklopje.
Ik heb het zelfde meegemaakt maar iets langer in een instelling en iets langer geleden ik ben nu 63 jaar en heb er nog gevolgen van het is goed dat dit eens tersprake komt
Dag Avil.
Kom nu pas op deze site (zes jaar later)
en inderdaad:” Het zit nog steeds als een zwerende puist in mijn ziel. Naast alle labels door dat tehuis heb ik er lang over gedaan een “normaal “leven te leiden met huis-werk en vriendschappen. Maar dat nare gevoel , niets voor te stellen,…. Ik leef ermee. Ps. Ik ben nu 66 jaar.
Bedankt voor jouw verhaal Daan! Een beklijvende getuigenis met heldere signalen naar de jeugdhulp. Sterk!
Wat een hartverscheurend en toch ook warm verhaal, knap gedaan Daan en merci om het te delen, veel geluk ook met alles wat je nog wil bereiken … Trots op je!
Mooi verhaal Daan. Als hulpverlener en psychotherapeute ben ik er altijd vanuit gegaan dat je als hulpverlener het verschil kan maken. Ik zeg dit telkens opnieuw in een workshop over hechting en trauma. Ik heb eveneens jongeren gekend die jarenlang in een instelling hebben gezeten, het slechte pad op zijn gegaan maar plots iemand tegenkomen die wel met aandacht naar hen luistert, hen probeert te begrijpen, hen laat zien dat ze heel wat positieve competenties hebben. Soms is hun weg met vallen en opstaan maar je mag als hulpverlener niet opgeven. Als ervaringsdeskundige met de daarbij nodige kennis zal je een meerwaarde betekenen in de hulpverlening. Mijn droom is dat de maatschappij zou gaan inzien dat we met zijn allen de verantwoordelijkheid hebben om alle kinderen, en niet alleen onze eigen kinderen, de liefde te geven waar ze recht op hebben.
Heel erg bedankt om jouw verhaal te delen, Daan.
Sterke getuigenis, met momenten ook heel herkenbaar. ;-)
Je legt de pijnpunten van onze jeugdhulpverlening op authentieke wijze bloot, en wijst tegelijkertijd ook hoe we ze kunnen versterken; het belang van dialoog, van samen aan de slag gaan, van luisteren naar jongeren en hen erkennen als actor. Het belang ook van een positieve benadering van jongeren en een pleidooi om de sterktes van al die unieke jongeren niet uit het oog te verliezen. Krachtig.
Merci, Daan!
Prachtig geschreven, erg authentiek en heel herkenbaar. – Bedankt
Een pakkend verhaal, maar ook in een doorsnee gzein is niet alles rozegeur en maneschijn. Ook daar gebeuren fouten. Ik heb als moeder ook fouten gemaakt, misschien hadden mijn kinderen anders geweest moest ik anders gereageerd hebben op sommige feiten .dat geldt ook voor mijn ouders. Maar bewonderenswaardig dat je bent blijven vechten en zelf op eigen kracht je weg hebt gevonden. Ik wens je nog veel sterkte, en hopelijk komt er terug een tijd dat de regering gaat inzien dat jeugdwerking het belangrijkste is, en dat kunstonderwijs heel belangrijk is voor de totale ontwikkeling van het individu.
Heel geraakt door jouw verhaal en ontroerd door jouw aanpak, knap geschreven, bezield en helder. Hartelijk dank, keep going, wat een mooie bijdrage lever je aan onze bewustwording door dit te vertellen en door zo in je leven te staan en gaan. Van harte nog veel succes gewenst op je verdere levenspad en dat je boodschap overal waar het belangrijk is gehoord en begrepen mag worden.
Erg mooie getuigenis. Waar we veel uit kunnen leren. Iedereen, ook kinderen die in niet in een leefgroep hebben geleefd, hebben mensen nodig die in hen geloven. Erg bedankt, alle goeds.
Bedankt Daan voor jouw verhaal. Heel confronterend. Het bewijs dat mensen met de juiste houding het verschil kunnen maken. Het is tijd dat iedereen in de samenleving zich hiervan bewust wordt.
Ik ben Thomas en stond mee aan de wieg van Betonne Jeugd en kleine vzw in Antwerpen voor en door jongeren in armoede. Ik herken jouw verhaal zo hard Daan. Er zijn echt nog instellingen en ingesteldheden binnen de Bijzondere Jeugdzorg, onderwijs, justitie, … die nog ver in de vorige eeuw zijn blijven hangen. Als ik het woord probleemjongeren hoor of lees dan gaat mijn haar recht omhoog staan. Gedrag komt altijd van ergens en die jongeren zitten in de problemen of hebben problemen en misschien is een van hun belangrijkste problemen wel hoe er naar hen gekeken wordt door bepaalde opvoeders, leraars, maatschappelijk werkers. Voor deze mensen zijn de jongeren het probleem en dat klopt niet.
Dank je wel Daan voor jouw verhaal. Ik deel het verder met mijn begeleiders, coaches en coördinatoren van onze organisatie. Cachet is een waardevol geschenk voor de jeugdhulp.
Ik ben er echt stil van, Daan. Heel goed dat je dit deelt.
Misschien wel nog aan toevoegen dat Cachet in het voorjaar van 2017 studienamiddagen organiseert in de Vlaamse centrumsteden, waar hulpverleners en alle andere geïnteresseerden met Cachet in dialoog kunnen gaan. Meer info en inschrijven via http://www.vvsg.be/kalender/Paginas/20170126rvvjeugdzorg.aspx .
Zeker lezen
Sociaal werk op het platteland: ‘Voor sommige cliënten is schaamte het grootste probleem’
Wat kan de lokale politiek aan armoede doen? ‘Regels strenger maken is niet altijd de oplossing’
Voedselonzekerheid: in het spoor van kwetsbare bewoners in Antwerpen-Noord
Functionele cookies Altijd actief
Voorkeuren
Statistische cookies
Socialemediacookies