Verhaal

Hoe extern consult verontrustende gezinssituatie ontmijnde

Peter Goris

Jeugdhulpverleners botsen vaak op verontrustende gezinssituaties. Soms zitten ze vast of is er twijfel. ‘Hebben we deze explosieve begeleiding nog wel onder controle?’ Een externe blik kan helpen om antwoorden te vinden. Pleegzorgbegeleiders vertellen hoe dit voor hen het verschil maakte.

pleegzorg

© Unsplash / Andrew Seaman

Verontrustende situatie

In de jeugdhulp loopt een situatie soms vast. Je maakt je als begeleider zorgen over de veiligheid van de betrokken kinderen, maar je weet niet meer wat te doen.

Medewerkers van het ondersteuningscentrum jeugdzorg, een dienst van het Agentschap Opgroeien, kunnen je in zo’n geval telefonisch te raad staan. Ze proberen de verontrusting helder te krijgen en reiken pistes aan die je horizon verbreden. Zo zie je weer openingen en kan je verder aan de slag. Dit heet consult.

Sinds 2018 is ook een outreachend consult mogelijk. Dan komen de medewerkers ter plaatse om samen met de jeugdhulpverleners de situatie te ontwarren. Ze geven advies, maar nemen de regie van het hulpverleningstraject niet over.

Een provinciale dienst pleegzorg maakte als een van de eersten gebruik van dit aanbod. Pleegzorgbegeleider Saar en haar coördinator Magda vertellen ons hoe een explosieve situatie dankzij zo’n consult ontmijnd werd.Omwille van privacy werden namen en herkenbare situaties in dit artikel gewijzigd. De foto’s zijn illustratief.

Begeleiding loopt vast

Pleegzorg biedt een antwoord wanneer een kind niet meer thuis kan verblijven, bijvoorbeeld omdat de veiligheid en de ontwikkeling in het gedrang komen. “Kinderen worden dan voor korte of lange tijd toevertrouwd aan pleegouders”, legt Magda uit. “In onze regio ondersteunen we met tien begeleiders ongeveer 125 gezinnen.”

Bij één van die gezinnen liep zo’n begeleiding helemaal vast. Twee kinderen van vijf en zeven jaar oud verloren hun moeder bij een dramatisch ongeval. De vader kon de zorg voor de kinderen niet alleen aan. Hij sleepte al een zware rugzak mee en vroeg om pleegzorg in te schakelen.

De vader vond een bevriend koppel bereid om pleegouders te worden. De kinderen wonen voornamelijk bij hen. Soms zorgt de vader nog voor de kinderen, vooral in de weekends.

Saar, jij begeleidde het gezin. Waar liep het mis?

Saar: “Na de dood van zijn vrouw, blijft de vader achter met veel vragen en verdriet. Hij voelt wrok tegenover de samenleving, reageert impulsief en is onvoorspelbaar. Wat begint als een rustige wandeling in het bos, kan dus plots ontsporen in extreme agressie. Hij verbergt zijn kwetsbaarheid door andere mensen te bedreigen. Een klein meningsverschil kan bijvoorbeeld de aanleiding zijn om in het bijzijn van de kinderen de pleegouders op te bellen met de boodschap dat er een geweer klaarligt om hen te vermoorden.”

“De pleegouders vertelden dat de kinderen het telkens moeilijk hadden nadat ze bij hun vader waren geweest. Op een bepaald moment was hij spoorloos verdwenen. Lange tijd wist niemand waar hij was. Tot hij plots terug opdook. De kinderen reageerden angstig op die onvoorspelbaarheid. Voor de kinderen was dat geen goede leefsituatie.”

Voor jullie was deze situatie niet alledaags?

Saar: “In deze job bots je regelmatig op moeilijke situaties. Maar hier werd het verontrustend omdat we geen greep kregen op de vader. Daardoor kwamen de kinderen in een bedreigende situatie terecht.”

“De vader besefte niet wat het probleem was. Hij vond vooral dat de samenleving het hem moeilijk maakte. Op een keer stelde hij voor om een tijd met de kinderen naar het buitenland te trekken. Wij zagen dat niet zitten omdat we vreesden dat ze niet meer zouden terugkeren.”

Was dat geen signaal om in te grijpen in het belang van de kinderen?

Saar: “De pleegzorg was gebouwd op de vrijwillige medewerking van de vader. Hij had de pleegouders zelf gevraagd of ze mee voor zijn kinderen wilden zorgen. Hij vertrouwde hen. Voor veel mensen deed hij de deur voor de neus toe, maar mij liet hij toe. Die positieve elementen wilden we niet op het spel zetten.”

‘Ondanks onze bezorgdheid, zagen we een vader die zijn kinderen graag ziet.’

Jullie gingen niet op zoek naar een stok achter de deur?

Magda: “We overwogen enkele keren om meer druk te zetten op de vader, bijvoorbeeld door de jeugdrechtbank in te schakelen. Maar we schatten in dat onbekenden betrekken in het hulpverleningsproces voor hem bedreigend zou zijn. Hij heeft een gerechtelijk verleden, dus alles wat daar mee te maken heeft, werkt bij hem als een rode lap op een stier.”

“Ondanks onze vragen en bezorgdheid, zagen we een vader die zijn kinderen graag ziet. We wilden meer veiligheid en rust voor de kinderen brengen, zonder de samenwerking met de vader op te blazen.”

Toch was dat een risico: stel dat de pleegouders of Saar het slachtoffer werden van zijn agressie?

Magda: “Werken op de grens van vrijwillige hulpverlening, brengt een verantwoordelijkheid met zich mee. Als coördinator volgde ik deze situatie van nabij mee op. Ik had ook contact met de vader. Niet alleen als steun voor Saar, maar ook om in te schatten of ik haar met een gerust hart op pad kon sturen.”

‘Een externe kijk is belangrijk.’

Jullie schakelden wel de hulp in van het ondersteuningscentrum jeugdzorg, dat consult biedt in verontrustende situaties.

Saar: “Ik belde geregeld met hen. Een externe kijk is in dit soort situaties belangrijk. Maar het was moeilijk om deze situatie via de telefoon te ontwarren. We waren dan ook blij om te horen dat het telefonisch consult uitgebreid werd naar een ‘outreachend consult’, waarbij medewerkers van het ondersteuningscentrum ter plaatse komen.”

“Enkele weken na onze aanvraag, kwamen er twee consultgevers tot bij ons. Ze hadden gevraagd dat iedereen die betrokken was bij de begeleiding aanwezig zou zijn. Het hele team en iemand van onze directie schoof mee aan tafel. De bedoeling was om ons te ondersteunen door samen de verontrusting te analyseren en nieuwe oplossingen te bedenken. Omdat er gedeeld beroepsgeheim is, konden we de situatie heel concreet bespreken.”

Eigenlijk is zo’n outreachend consult een bijzonder teamoverleg?

Saar: “Het is toch anders. De consultgevers gebruiken een eigen methodiek om het probleem onder de loep te nemen. Iedereen rond de tafel moet de situatie inschatten vanuit een specifiek perspectief: de kinderen, de pleegouders, de samenleving, de vader, de overleden moeder…”

‘Hoe zou de overleden moeder naar deze situatie kijken?’

“Hierdoor kun je uit je rol van pleegzorgbegeleider stappen. Plots zitten andere belevingen mee rond de tafel. Hoe zou de overleden moeder naar de situatie kijken? Daar hadden we nog niet over nagedacht. Die invalshoeken hadden we nodig om een nieuwe wending te geven aan onze begeleiding.”

Hoe mondt zo’n rollenspel uit in een advies?

Magda: “De medewerkers van het ondersteuningscentrum leidden het gesprek door gerichte vragen te stellen. Ze luisterden, noteerden en velden geen oordeel. Ze maakten van in het begin duidelijk dat ze de begeleiding niet zouden overnemen. Regie en beslissingen bleven bij ons liggen.”

“Na het luisteren, koppelden ze terug. We kregen geen rapport met positieve of negatieve punten, maar wel ruimte om samen naar nieuwe oplossingen te zoeken. Dat installeerde een goede sfeer van vertrouwen in onze draagkracht en competenties.”

‘We kregen geen rapport met positieve of negatieve punten, maar wel ruimte om samen naar nieuwe oplossingen te zoeken.’

Saar, hoe ervaarde jij dat als betrokken pleegzorgbegeleider?

Saar: “Dit overleg zette alles nog eens op een rijtje. Het bracht het sterke en unieke mandaat dat ik als hulpverlener kreeg van de vader, scherper in beeld. Dat verraste me. Door alle conflicten en spanningen, zag ik vooral wat er niet was. Ik voelde me machteloos.”

“Maar inderdaad: ik had nooit de deur op mijn neus gekregen. Ik had hem ook nooit laten vallen en telkens nieuwe kansen gegeven. Samen bouwden we moeizaam en voorzichtig aan een vertrouwensrelatie. Maar uiteindelijk was die er wel.”

pleegzorg

© Unsplash / Andrew Seaman

Uit angst om je vertrouwensrelatie op het spel te zetten, dwong je te weinig verandering af?

Saar: “Dat werd niet zo gezegd, maar het is wel de boodschap die ik onthouden heb. Ik was op de goede weg maar moest mijn sterke positie meer uitspelen. Ik mocht intussen best wel ondubbelzinnig mijn bezorgdheid uiten en de vader wijzen op het feit dat het zo niet verder kon.”

‘Dankzij de vertrouwensrelatie kon ik meer dwingend ingrijpen.’

“Dat blijft balanceren. De inzet om de vertrouwensrelatie en de betrokkenheid van de vader overeind te houden, was de drijfveer om naar hem te blijven luisteren. Ik bleef hem respecteren in zijn vaderrol. Dat vertrouwen gaf me tegelijk de verantwoordelijkheid om sterker positie in te nemen en meer dwingend in te grijpen.”

Het belang van de kinderen begon zwaarder door te wegen?

Magda: “Het outreachend consult adviseerde om geen belangenstrijd te voeren. Het is belangrijker om gemeenschappelijke belangen te benoemen. Uiteindelijk wil iedereen dat de kinderen fijn kunnen opgroeien.”

“Ook de vader zou het verschrikkelijk vinden als de pleegouders niet meer voor zijn kinderen kunnen zorgen. Hij draagt een belangrijke verantwoordelijkheid om te voorkomen dat het zo ver komt. Er zijn bepaalde grenzen en spelregels die hij moet respecteren.”

“We moesten hem meer confronteren met die samenhang en gedeelde belangen. Enkele weken met de noorderzon verdwijnen, kan zomaar niet. Zijn kinderen blijven dan angstig achter.”

Er kwam veel gewicht op de schouders van Saar terecht?

Magda: “Het outreachend consult versterkte het inzicht dat Saar een belangrijke sleutel in handen had. Maar het belichtte ook andere pistes. Zo kwamen ook de versterking van de kinderen en de pleegouders in beeld.”

‘De pleegzorgbegeleider had een belangrijke sleutel in handen.’

“Voor de kinderen gingen we op zoek naar een therapeutisch aanbod. En al zijn dit uitzonderlijk sterke pleegouders, toch was deze situatie ook voor hen uitputtend. Vandaar dat we hen bijkomende ondersteuning aanboden en een vorming traumaverwerking bij kinderen. Ze stonden daarvoor open.”

“Dat hielp hen om beter grenzen te trekken tegenover de vader. De pleegouders durven vandaag tegen hem zeggen dat ze niet respectloos willen aangesproken worden. Ze vertellen dat hoe meer ze op hun strepen staan, hoe meer hij hen waardeert. Hij neemt ook tips en advies van hen aan. Vroeger stond hij daar niet voor open.”

Saar, sta ook jij vandaag anders tegenover de vader?

Saar: “Ja, ik gedraag me anders. Ik druk sterker mijn stempel door. Als ik niet wil dat hij twee weken met zijn kinderen naar Spanje gaat, leg ik hem dat ook geduldig uit. We gaan dan samen op zoek naar alternatieven. Of ik vind het belangrijk dat zijn kinderen naar de jeugdbeweging gaan. We stippelen dan samen uit wat en hoe. En al zijn nog niet alle wolken weggetrokken, toch hebben we het gevoel dat we de situatie nu beter onder controle hebben.”

‘Ik ga nu anders om met machteloosheid.’

“Ik groeide ook persoonlijk. Ik ga nu anders om met machteloosheid. Je vertrouwensrelatie geeft je een mandaat om iets af te dwingen waar dat nodig is. Verrassend genoeg kan je net door die houding respect en waardering verwerven bij je cliënt.”

Verlegde het outreachend consult grenzen?

Magda: “De consultgevers hadden de juiste basishouding: ze evalueerden niet, keken niet vanuit de hoogte en lieten de regie bij ons. Door de juiste vragen te stellen, hielpen ze ons om nieuwe oplossingsstrategieën te bedenken of nog sterker in te zetten op wat we al deden.”

“Maar het zijn geen tovenaars. We mogen ook pluimen op onze eigen hoed steken: het succes van zo’n consult surft mee op de golven van een sterk team van competente medewerkers die zich kwetsbaar en constructief opstellen. Alle collega’s voelden zich mee verantwoordelijk om de druk van de ketel te krijgen. Die collegialiteit bleek al cruciaal om in deze moeilijke situatie toch te blijven kiezen voor vrijwillige hulpverlening. Het extern consult versterkte wat er al was.”

Voelen jullie ook steun vanuit de samenleving?

Magda: “De samenleving is betrokken partij, maar kijkt vanop een afstand vaak anders naar de situatie. Je voelt niet altijd begrip voor de keuze om deze kinderen zo lang mogelijk bij de vader te laten en niet toe te vertrouwen aan de jeugdrechtbank. Maar het is niet onze taak om daarin mee te gaan. Als je kiest voor deze job, moet je middenin die situatie gaan staan, met alle complexiteit, nuance en risico’s die daarbij horen.”

‘Ik heb begrip voor de afstandelijke kijk van de samenleving, maar het is niet onze taak om daarin mee te gaan.’

Saar: “Je kan ook niet om het feit heen dat voor de kinderen hun papa een unieke betekenis heeft. Je voelt dat ze elkaar graag zien. Het is onze taak om ondanks moeilijke omstandigheden, die dynamiek maximaal overeind te houden. Dan moet je soms risico’s nemen. Honderd procent bescherming willen bieden, verstikt dit soort van kwetsbare opvoedingssituaties.”

Reacties [2]

  • Jacques

    Jammer dat mensen het geloof in mensen die het goed menen verliezen. Binnen de hulpverlening worden wel degelijk bergen verzet in positieve zin. Ik geef toe, dat men dit echter niet kan veralgemenen, doch, ieder geholpen gezin, kind, jongere, volwassene, is de moeite waard. Mensen een andere kijk op hun leven geven is ervoor zorgen dat ze niet gebukt gaan onder het ‘hokjesdenken’ waarvan ze zo houden in de hulpverlening. Het wordt tijd dat mensen open staan voor anderen, net als in het artikel, en de mens neemt zoals hij is, als mens. Het is de moeite waard, en weet dat ieder contact op zich, op een open manier, een geschenk is op zich. Velen vergeten te genieten van de mooie momenten in het leven, verzuurd door wat de politiek ons ingeeft. Waarom ze mogen bestaan? Omdat ze de mens laten in wat hij is, mens, en ja, dit is jammer genoeg een denkwijze die eerder als uitzondering voelt in de hulpverlening. We mogen ons gelukkig prijzen dat deze zorg er is.

  • Paul

    De realiteit is dat de hulpverlening systematisch mislukt, dat de kinderen dakloos, of erger, eindigen. Dit wordt steeds weer onderzocht in effectiviteit en steeds weer dezelfde conclusie: zonder jullie lukt het kinderen beter om vooruit te geraken.

    “909 zorgen”, “child protection and child outcomes”, “enrollment of children in psychosocial care: outcomes achieved”, “Kinship and Nonrelative Foster Care: The Effect of Placement Type on Child Well-Being”, “baat het niet dan schaad het wel”, …

    WAAROM mogen jullie bestaan?

We zijn benieuwd naar je mening!
Blijf hoffelijk, constructief en respectvol

 

Elke reactie wordt gemodereerd. Lees hier onze spelregels. Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd.